maandag 8 september 2025

Scannen loont de moeite.

een klein deel
Het loont altijd om grote groepen vogels te scannen. Er kan altijd iets bijzonders tussen zitten al is dat natuurlijk geen garantie. Op deze manier werden de afgelopen jaren bijvoorbeeld in de Biesbosch de Amerikaanse wintertalingen en blauwvleugeltalingen ontdekt. De enorme groepen talingen scannen is dan een serieuze zaak en vooral ook een tijdrovende zaak. En de keren dat er zo'n bijzondere taling tussen zat is op de vingers van een hand te tellen.

En met die wetenschap dat het het wel eens kan lonen om een grote groep vogels te scannen, speurde ik een groep van ongeveer 150 ooievaars
opvliegende zwarte ooievaar(L), 4 sep 2025
af. Dit keer had ik het geluk om een zwarte ooievaar te vinden die zich tussen de ooievaars ophield. Ongeveer even groot, hetzelfde silhouet en net zo schrikachtig als de hele groep ooievaars. Er gebeurde volgens mij niets wat de boel verstoorde en toch koos de groep het luchtruim om na een klein rondje weer te landen. Iets verder uit elkaar maar binnen elkaars gezichtsveld stonden ze weer even stil. 

De zwarte ooievaar was dan weer snel gevonden alhoewel de afstand tussen mij en de bijzondere vogel wel steeds groter werd. 
de zwarte ooievaar op de
achtergrond, 4 sep 2025
Zo'n zwarte ooievaar is een hele bijzondere soort die je niet vaak tegenkomt. In Oost-Brabant, bij Asten in de Groote Peel zitten wel wat zwarte ooievaars en daar zag ik in 2011 zwarte ooievaars vliegen. Dit is overigens de beste plek in ons land om zwarte ooievaars te zien. Ze broeden hier niet maar trekken door ons land naar het zuiden. In de Groote Peel blijven elke zomer wel een paar vogels "overzomeren", het gaat dan meestal om jonge vogels die nog niet geslachtsrijp zijn. 

In ieder geval is dit wel de tijd dat de zwarte ooievaars op trek zijn, dus is het nu opletten geblazen. Ik had eerlijk gezegd de moed al een beetje opgegeven want de trek periode is voor deze vogels alweer een klein maandje bezig en is bijna voorbij en moeten we weer een hele tijd wachten tot ze terugkeren.

Wil je meer weten van deze bijzondere ooievaar, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-ooievaar

donderdag 4 september 2025

Havik aan het werk.

havik, 1 sep 2025
Afgelopen maandag zag ik in de Boswachterij Dorst aardig wat roofvogelactiviteit. Dat verschilt per keer want soms zie ik geen enkele roofvogel en deze keer waren de rovers heel actief. Zowel roepend, rustend als jagend kwamen ze deze ochtend voorbij. Mijn aandacht werd al snel getrokken door een grote plukplaats waar een houtduif vakkundig uit elkaar was gehaald. De veren waren overduidelijk uit de vogel getrokken en niet afgebeten zoals dat bijvoorbeeld door een vos wordt gedaan. 

De rover had hier de tijd voor genomen want werkelijk alle veren lagen hier op een hoop. Ik probeerde mij nog voor te stellen hoe dat er uiteindelijk uitgezien moet hebben. Een volledig naakte houtduif die meegenomen werd naar een plek waar de vogel tot op het bot werd kaal gegeten. Het moet een vreemd gezicht zijn geweest. Ik vermoed dat hier een havik aan het werk was geweest. De havik is een slag groter dan een sperwer en eerder in staat om zo'n grote prooi te slaan. 

het complete verenkleed van een houtduif
Een sperwer, die overigens niet veel verder in een dode boom zat, achtte ik er niet toe in staat. De sperwer is een serieus kleinere roofvogel dan de havik. En een houtduif doden is een maar meenemen in de vlucht lijkt mij niet te doen want een volwassen houtduif is een flink gewicht. 

De enige andere verklaring die ik kan bedenken is dat een ander roofdier de geplukte duif van de plaats delict heeft meegenomen en elders opgegeten heeft. Dat zou dan best wel een vos of das geweest kunnen zijn die in dit deel van het bos leven. Van vossen weet ik dat die prooidieren eten en van dassen weet ik dat die ook aas eten en een kale dode duif valt daar zeker onder.
sperwer, 1 sep 2025
Die ochtend lieten ook de raven zich veelvuldig horen en ook die beesten verdenk ik ervan dat ze zo'n smakelijke maaltijd niet laten liggen en met hun imposante verschijning maakt een sperwer wel plaats. Een havik is dan van een ander kaliber en moet de raaf wel even oppassen.

De havik kom ik al jaren op dezelfde plekken in het bos tegen. Er zijn sowieso twee territoria waar koppels haviken leven. Er zit hemelsbreed een dikke kilometer tussen de twee gebieden. En ik weet dat ook al jaren in het Oosterheidebos een havikenterritorium is en neem daarnaast de grote stukken bos waar ik eigenlijk nooit kom waar ongetwijfeld ook nog wel een territorium te vinden is.

Het gaat hier dus goed met deze roofvogel en dat loopt dan ook mooi in de pas met de landelijke trend die ook een stijging van de soort laat zien. Al met al had ik genoeg om over te mijmeren tijdens mijn vroege tocht door de boswachterij. 

Wil je meer weten van deze heerser van het bos, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/havik

maandag 1 september 2025

Reuzenstern maakt tussenstop.

27 augustus 2025, Biesbosch
Elk jaar maken de reuzensterns wel een tussenlanding in de Biesbosch. De tussenstop duurt altijd maar even en vaak zijn ze na een paar uur alweer vertrokken. Met name bij laag water willen ze nog weleens een korte stop op een slikplaatje maken. Ik zie ze eigenlijk nooit echt jagen en zie ze meestal stilzitten en uitrusten. Ze hebben namelijk nog een aardige weg te gaan want de meeste vogels hebben West-Afrika als eindbestemming in hun vliegticket staan. Reuzensterns broeden in Finland en Zweden maar ook in het Kaspische Zeegebied.

De reuzenstern die ik afgelopen week in de Biesbosch zag, zat op een slikrandje naast een kleine mantelmeeuw. En een kleine mantelmeeuw mag dan "kleine" heten maar is allesbehalve een kleine vogel. Dat de reuzenstern naast de meeuw zat, maakte het voor mij nog eens goed duidelijk waarom deze stern de "reuzenstern" heet. 
16 augustus 2018, Biesbosch
Deze vogel was vrijwel net zo groot als de kleine mantelmeeuw en vanwege deze imposante gestalte vrij makkelijk te determineren. Daarbij is de snavel enorm en knalrood. De snavel is van het formaatje betonschaar en ik vraag mij af waarom die snavel zo zwaar is uitgevoerd als je dieet toch voornamelijk uit kleine vis tot maximaal een middelgrote vis bestaat.

De reuzenstern zou maar even op het slikje blijven want ik zag het water langzaam opkomen en dan vertrekt deze vogel weer. Op weg naar een volgend rustgebied ergens lang een rivier, meer of kuststrook. De reuzenstern trekt in etappes weg in tegenstelling tot bijvoorbeeld de noordse stern die enorme afstanden over zee aflegt. De reuzenstern geeft toch meer om een route langs de kust en het aangrenzende binnenland dan om een route over zee.

De afgelopen jaren ben elke keer wel ergens in de Biesbosch een reuzenstern tegengekomen. De Noordwaard ligt echt op de trekroute van veel vogels. Zowel in het voorjaar als in het najaar komen ze hier langs. Over een maand beleven we de piek van de trek en dan kan van alles langskomen. Ik kan niet wachten.

Wil je meer weten van de deze reus onder de sterns, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/reuzenstern

donderdag 28 augustus 2025

Jonge koekoeken gaan vertrekken.

jonge koekoek, 26 aug 2025
Eind augustus zijn alleen nog jonge koekoeken te zien. De ouders zijn al lang en breed vertrokken naar Centraal-Afrika. Deze vogels hebben de lange reis voor een groot deel achter de rug en zijn al of bijna in de buurt van Angola, Zambia en Mozambique.. De jonge koekoeken die hier geboren zijn, zonder dat ze dat weten ook naar het gebied waar hun ouders nu verblijven. 

Ik zag in de afgelopen paar dagen drie van die jonge koekoeken verbaasd de wereld inkijken. Ze zaten wel op gepaste afstand op een paaltje maar waren niet echt schuw. Dat schuwe ken ik wel van de oudere koekoeken. Die zouden nooit zo lang en zo dichtbij op een paaltje blijven zitten.

volwassen koekoek, 16 mei 2025 Noordwaard
Als ik zo eens terugdenk aan de aantallen koekoeken die in het voorjaar in de Biesbosch zijn en een partner zoeken dan zijn dat er nogal wat. Stel dat al die vogels een partner vinden en voor nageslacht zouden zorgen dan praat je over een enorm aantal jonge koekoeken. Elk vrouwtje legt zo'n vijftien eieren in de nesten van kleine zangvogels die stuk voor stuk hun stinkende best doen om die snelgroeiende jonge koekoek van eten te voorzien Die jonge koekoeken zijn makkelijk vijf keer zo groot dus gaat gaan nogal wat voedsel in. Uiteindelijk vliegt daar een aanzienlijk deel van uit en dan hebben we al gauw over enkele honderden jonge koekoeken alleen al in de Biesbosch. Dat ik nu drie jonge
Eijerwaard, 29 april 2025
zie is eigenlijk maar weinig en dan vraag ik mij af waar die dan allemaal gebleven zijn? Deels zijn die misschien al vertrokken en dat zijn dan waarschijnlijk de vroegste vogels die al in mei zijn uitgekomen. Maar dan nog, ik had het idee dat ik in deze periode nog wel wat meer jonge koekoeken zou zien. Normaalgesproken ben ik niet zo met deze specifieke soort bezig maar dit jaar hebben ze wat meer mijn aandacht. 

Het was zogezegd mijn "jaar van de koekoek". Het was meer voor mijzelf om een beeld te krijgen hoeveel koekoeken ik nou eigenlijk in een jaar tegenkom. Ik weet dat ik nog een flink aantal gemist heb maar de honderd koekoeken ben ik inmiddels ruimschoots gepasseerd waarbij het gaat om meer dan 95% roepende of eigenlijk zingende koekoeken. 
en zo vliegt hij weg.
De jonge vogels van de afgelopen dagen zijn goed te herkennen aan het verenkleed. Alle veren hebben nog witte toppen en de witte vlek achter op de kop is typisch voor een jonge koekoek. Die zie je nooit bij een volwassen vogel. Het verenkleed van een jonge koekoek kan heel variabel van kleur zijn maar de meest voorkomende vorm is toch grijs. 

Wat minder algemeen zijn de bruine varianten en dat wil overigens nog iet zeggen dat deze bruine koekoeken later als ze het volwassen kleed krijgen ook bruin zullen zijn. De definitieve kleur is pas bij volwassenheid te zien. Maar dan moeten we toch weer even wachten en horen we volgend voorjaar de jonge vogels met wat geluk weer "koekoeken" in de Biesbosch.

Wil je meer weten van deze ultieme voorjaarsvogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/koekoek

maandag 25 augustus 2025

Vol verwachting klopt mijn hart.

een wolk steltlopers
Vanaf nu en met name over een paar weken zien we veel steltlopers uit het noorden in ons land arriveren. Vooral langs de kust is veel te zien en dan is het zaak om goed op te letten om zo de krenten uit de pap te halen. Morinelplevieren staan dan wel heel hoog op mijn lijstje want dat is toch ook wel een van de lastigste soorten. En behalve deze zeldzame soort is het natuurlijk ook afwachten of er een hele bijzondere dwaalgast arriveert. Best wel een spannende tijd en je moet dan geluk hebben om op de goede plaats op de juiste tijd aanwezig te zijn

kanoeten en 2 bontjes
Zo was ik een keer in Zeeland, ongeveer in deze tijd van het jaar toen honderden, zo niet duizenden steltlopers op een slikje stonden. Ze vlogen regelmatig op en vlogen dan in een soort formatie of beter gezegd in los verband een paar rondjes om daarna weer op het slikje te landen. Er zat van alles in deze groep van kanoeten tot goudplevieren tot kemphanen en bonte strandlopers. Allemaal steltlopers die in de komende tijd in hele grote groepen te zien zijn. 

zeldzame gestreepte strandloper
Het is altijd weer een heel spektakel om mee te maken. Vooral de grote groepen kanoeten trekken mijn speciale aandacht want dit is een minder algemene soort dan al die andere steltlopers. De ietwat bolle vogel met zijn wat stevige snavel valt altijd op tussen de andere steltlopers. Zeker als een exemplaar nog in zomerkleed is. De dieprode kleur valt dan al van verre op. Ik ben al blij als ik deze soort weer zie tussen de andere steltjes. Maar ja, het is geen morinel.

Met de krenten in de pap bedoel ik in dit geval dan de echte bijzondere soorten. De gestreepte strandloper, de breedbekstrandloper of grote grijze snip en in iets mindere mate de morinelplevier. Op deze laatste soort is de kans dan nog het grootst. Ik hoop dat het dit jaar weer lukt om de morinel te spotten. 

Wil je meer weten van deze mooie plevier, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/morinelplevier

donderdag 21 augustus 2025

Zeurende schooivogels.

een van de drie jonge buizerds, 3 aug 2025
De twee koppels buizerds die in de Oranjepolder leven, hebben dit jaar weer jongen grootgebracht. De jongen zijn alweer een tijdje geleden uitgevlogen en werden daarna een week of vier door de ouders gevoerd. Soms kan dat oplopen tot wel acht weken als er voldoende voedsel beschikbaar is. We zitten nu in een periode dat die jongen op eigen pootjes moeten gaan staan en dat gaat niet vanzelf. Elke ochtend als ik door de polder loop, hoor ik de jonge buizerds continu bedelen. Het zeurende geluid hoor je al van ver en blijft ook de hele wandeling door de polder aanwezig. Heel irritant soms.

een andere bedelaar, 3 jul 2025
De jonge buizerds zie ik nog niet zelf naar voedsel zoeken laat staan dat ze zelf gaan jagen. Dat zou dus kunnen betekenen dat er volop voedsel beschikbaar is en het de ouders weinig moeite kost om de jongen nog even te blijven voeren. Dat kan ook niet anders want er foerageren ook nog een negen blauwe reigers in deze velden. Hoe lang ze dit lijdzame wachten en zeuren de jonge buizers kunnen volhouden weet ik niet maar ze moeten toch een keer zelf in actie komen. 

Ze vliegen nu zeurend achter de ouders aan en zo zag gisterenmorgen zeven buizerds in de gemaaide velden rondhangen waarvan drie zeurende en vooral hongerige jongen. De vogels zijn al helemaal volgroeid en moet toch elke dag een serieuze prooi eten om in conditie te blijven. Werk aan de winkel dus.

een van de onvermoeibare ouders, 4 apr 2025

De meeste velden in de Oranjepolder zijn gemaaid of is het gewas geoogst. Mest is uitgereden en de rust is weergekeerd. Ik zie honderden duiven, kraaien, roeken en kauwen foerageren op de oogstresten en zie ik de Oranjepolder als een enorm grote gedekte tafel.

Ik ben benieuwd wanneer dat gezeur een keer afgelopen is en de jonge buizerds zelf in staat zijn om hun eigen kostje bij elkaar te scharrelen. Vanaf dat moment zijn het geen schooivogels meer maar roofvogels. 

Wil je meer weten van deze schooivogels, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/buizerd


maandag 18 augustus 2025

Veerkrachtige sternen.

grote sternen zoals ik ze nu nog niet heb gezien
De vogelgriep heeft de afgelopen jaren onder de sternen flink huisgehouden. In 2022 begon de ellende en werden hele broedkolonies grote sternen door het virus geveld. Vooral deze grote sternen hebben flinke klappen gekregen en ik moet met name dit jaar veel moeite doen om ze te zien. Ze hebben tot op heden nog steeds last van de naweeën van dit virus wat volgens mij ook steeds opnieuw de kop opsteekt. 

Ik zag een hele tijd geleden een documentaire over de grote sternen en hun veerkracht. De kolonie was vrijwel geheel gestorven aan deze ziekte maar liet een jaar later een ongekende veerkracht zien door de broedkolonie weer geheel te bezetten. Er werden weer eieren uitgebroed en jongen vlogen weer uit. Heel apart om dit te zien. 

dwersterntjes met hun gele snavel
Met de dwergstern gaat het volgens mij wel iets beter. Mogelijk dat ze wat minder vatbaar zijn voor het virus. Het is wel bijzonder want in het broedseizoen zitten ze niet zo heel ver uit elkaar. Met name de Waddenzee en de Delta zijn de gebieden waar ze allebei leven, vissen en broeden. Vooral kleine, kale schelpen eilandjes zijn in erg bij ze in trek.

De grote stern is goed te herkennen aan de grote zwarte snavel met een geel puntje en de dwerg-stern heeft juist een gele snavel met een zwart puntje. Ze zijn daardoor goed uit elkaar te houden. Daarbij is de dwergmeeuw echt een dwerg en een stuk kleiner dan de grote stern. Wat dat betreft zijn de namen van deze twee sternen goed gekozen.
grote sternen met hun zwarte snavel
Over een paar weken zijn alle dwergsternen weer vertrokken en moeten we weer een half jaartje wachten op hun terugkeer. De eerste dwergsternen zijn al ruim een maand geleden al vertrokken. Voor de grote sternen ligt dat toch even wat anders.

Er zijn tegenwoordig enkele grote sternen die het wagen om in de winter hier te blijven. Ik zie elke winter wel enkele grote sternen die langs de kust een visje proberen te vangen. Als de winter niet al te streng is besparen ze zo een lange gevaarlijke reis. Steeds meer vogels proberen zo te overwinteren en met de opwarming van het klimaat is de kans ook steeds groter dat het lukt.

Wil je meer weten van deze elegante vissertjes, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/dwergstern

donderdag 14 augustus 2025

Toch jonge steenuiltjes.

de paniekzaaier
Het is nu al wat later in het broedseizoen en ik kom nog steeds jonge vogels tegen. Afgelopen week hoorde ik een paar alarmerende vogels in het struikgewas van de Oranjepolder. De hoorbaar toegeslagen paniek trok mijn aandacht en ik speurde in het dichte struikgewas. Niet voor niets bleek later want ik keek niet alleen naar de in paniek geschoten zangertjes maar ik keek ook een jonge steenuil in de ogen.

De jonge steenuiltjes zijn volgens mij geboren op het erf van de boer in de Oranjepolder. Ik sprak deze boer in het voorjaar toen ik op zijn erf tussen de grote groep huismussen op zoek was naar ringmussen. Ik stond bij de ingang van zijn erf toen hij naar mij toekwam en vroeg wat ik gezien had. Hij vertelde mij toen dat in zijn steenuilenkast, achterop het erf een koppel steenuitjes zat. Ze zaten daar alweer een paar jaar goed verscholen maar waren nog niet eerder tot broeden gekomen en ook dit jaar leek het daar niet op uit te draaien.

adulte steenuil bij de nestkast
Achteraf moet het in deze kast dus wel zijn gelukt. Nadat ik het eerste steenuiltje in de ogen had gekeken ontdekte ik een paar bomen verder een tweede steenuiltje. Ook dit uiltje had een vage tekening op de kopveren wat duidde op het juveniele verenkleed. Een volwassen steenuil heeft een duidelijk scherpe tekening op de kop. Ook zag ik nog wat donsveertjes tussen de veren..

In de IVN Natuurtuin hopen we al heel veel jaren op de vestiging van een koppel steenuilen in de tuin. De uilenkast die we hier ruim tienjaar geleden hadden opgehangen is inmiddels vergaan. 
nummer 2 zat iets verder
De kast was de laatste jaren in gebruik genomen door honingbijen die hier wonder boven wonder ook nog konden overwinteren. De steenuilen uit de Willemspolder staken de A27 niet graag over en bleven dus bij ons uit de buurt. Steenuilen zijn geen echte reizigers en trekken soms amper een paar kilometer ver weg. Dus van de Willemspolder naar de Oranjepolder is voor een steenuil een flinke onderneming.

Nu deze jonge steenuilen uitgevlogen zijn en hier rondzwerven maken we in de Natuurtuin voor het eerst kans op de vestiging van steenuilen in de tuin. De jonge steenuilen gaan in deze tijd van het jaar op zoek naar een eigen territorium. Binnenkort wordt speciaal voor deze vogels een hagelnieuwe uilenkast gehangen. En dan is het afwachten en hopen.

Wil je meer weten van onze kleinste uilensoort, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/steenuil

maandag 11 augustus 2025

Poelruiter tussen de groenpoten.

poelruiter in de Biesbosch, mei 2024
Het is altijd een speciaal momentje als je een poelruiter ontdekt. Het is een van de lastigste soorten omdat heel veel ruiters in deze tijd van het jaar al in het winterkleed zijn. Dat betekent veel lichtgrijze vogels met weinig tekening op de veren. En zie dan zo'n zeldzaamheidje er maar eens tussenuit te pikken. Er zijn altijd wel een paar uitzonderingen te ontdekken zoals zwarte ruiters en bonte strandlopers die in deze tijd nog weleens in zomerkleed rondstappen. Het gaat in deze tijd dan vaak om de details zoals silhouet, snavels en poten. Trouwens het draait altijd wel om de details en daar zijn de vergissingen dan ook snel gemaakt.

poelruiter vorige week was
veel lastiger te herkennen
Dus check-check-dubbelcheck is dan het devies. Deze poelruiter liep al foeragerend op een slikplaat tussen een aantal groenpootruiters. De groenpootruiters waren net als de poelruiter grijs gekleurd en overwegend in winterkleed getooid. Het verschil was dat de groenpootruiters een opgewipte snavel hadden, groter waren een langer lichaam hadden en een wat grijzere koptekening hadden. De poelruiter heeft een egaal lichter gekleurd kopje, een rechte niet al te lange snavel en een mooi zwart kraaloogje. Maar verder zijn maar weinig verschillen te ontdekken. 

Dat kwam natuurlijk ook de afstand waarop de vogels liepen te foerageren en daarbij kwam ook nog eens dat het licht die middag niet optimaal was. Veel trillingen en schittering door het tegenlicht.

De poelruiters trekken over ons land naar het zuiden zijn hier maar heel even te zien. Ze komen aan de grond om even te foerageren en vrijwel dezelfde dag vertrekken ze weer. De tocht is nog lang en er is maar weinig tijd om lang te blijven hangen. Soms zijn het een paar dagen maar nooit veel langer. Vorig jaar zat een poelruiter een paar dagen in de Biesbosch en verbleef een paar dagen in een grote plas regenwater in een weiland. Een paar weken geleden zaten zelfs twee poelruiters in de Otterpolder in de Biesbosch maar die waren daar maar 1 dag en waren snel vertrokken.

Wil je meer weten van deze elegante steltloper, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/poelruiter

donderdag 7 augustus 2025

Wishful thinking.

Ross' gans 
Het wordt ook wel wensdenken genoemd. Ik kwam hierop door een opmerking bij een melding op waarneming.nl. Een waarnemer had bij zijn melding van een Ross' gans bij Breda geschreven dat de gans geen pootringen had, een gaaf verenkleed had(niet geleewiekt) en schuw was. Om zijn bevindingen kracht bij te zetten schreef hij "hoe wild wil je hem hebben?". En die laatste opmerking zou dan de conclusie zijn dat het hier om een echte wilde Ross' gans zou gaan. 

Deels kloppen zijn argumenten wel maar schuw was deze vogel op zijn minst. Hij is vrijwel handtam en is tot op een meter of tien benaderbaar. Dat is ook goed te zien aan de vele goede foto's die op waarneming.nl zijn bijgevoegd. Waar deze waarnemer aan voorbij gaat is het moment oftewel de tijd in het jaar waarop de vogel hier aanwezig is. 

de Bredase Ross' gans
Deze prachtige gans leeft hoog in Noord-Amerika en dan zelfs nog in het Arctische deel van Canada. Ze broeden daar in deze tijd op de toendra's van Nunavut, een eindje uit de buurt dus. In het najaar trekken de de Ross' ganzen in grote groepen vaak samen met sneeuwganzen zuidwaarts. Ze vliegen dan naar Californië, Texas en New Mexico en zeker niet naar Europa.

Heel af en toe verdwaalt een Ross' gans en komt dan bijvoorbeeld in Europa terecht en wordt dan een zogenaamde dwaalgast genoemd. Dit gebeurt maar heel zelden en al helemaal niet in onze zomer en dan ook nog hier zo makkelijk te zien is. De opmerking van de betreffende waarnemer "hoe wild wil je hem hebben?" is dus met deze wetenschap dat het een zeer zeldzame dwaalgast zou zijn geheel misplaatst. Deze mooie gans is ondanks alle kenmerken en argumenten een zogenaamde escape. Mogelijk ooit ergens in een volière gekweekt en van daaruit ontsnapt.

sneeuwgans, 19 feb 2012
De waarnemingen van zeldzame vogels zoals dwaalgasten worden door de CDNA(Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna) beoordeeld en neem van mij aan dat ze deze gans nooit als een wild exemplaar accepteren. 

In de winter van 2011/2012 zat in de Biesbosch een sneeuwgans waar je dezelfde argumenten van "echtheid"' bij kunt zetten zoals die bij de Ross' gans staan. De sneeuwgans was ongeringd, had een gaaf verenkleed en ook deze vogel was niet heel erg schuw. Hetzelfde verhaal als nu met de Ross' gans. De sneeuwgans trok op met een groepje soepganzen en liet zich ook

 prima fotograferen.
Spieringpolder, 5 feb 2012
Er is echter een heel wezenlijk verschil te noemen, de vogel zat hartje winter in de Biesbosch. De tijd van het jaar klopte deze keer wel en de CDNA oordeelde dan ook dat dit een "echte" wilde sneeuwgans was. Het zure van verhaal van deze prachtige sneeuwgans is dat een veerpont passagier de overstekende sneeuwgans heeft doodgereden.

Samengevat gaat het ook in dit verhaal over de Ross' gans simpelweg om de optelsom van feiten en argumenten die een waarneming compleet maken. In het rijtje ontbreekt dus een cruciale schakel waardoor de waarneming helaas niet klopt en het in dit geval bij wensdenken zal blijven. Neemt niet weg dat het een prachtige vogel is.

Wil je meer weten van de Ross' gans, klik dan op de link;
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ross%27_gans

maandag 4 augustus 2025

Misschien wel onze mooiste duif.

zomertortel, 2 juni 2020
Elk jaar komt de zomertortel wel een keer op mijn pad. Maar ik moet dan wel naar Zuid-Holland want daar is de populatie nog enigszins op peil. Het gaat al heel veel jaren achterelkaar hard achteruit met dit duifje en je kunt eigenlijk wel stellen dat de populatie inmiddels in een vrije val verkeert. De jaren dat de zomertortel hier in de buurt te vinden was, liggen alweer een tijdje achter ons.

Een zeldzame keer hoorde ik in het Merkske en in Breda nog een zomertortel roepen en nu dan een in de buurt van de Bleeke Heide. Ik dacht altijd dat de achteruitgang vooral te maken had met de intensieve landbouw in ons land, te weinig geschikt voedsel en te weinig geschikte nestplaatsen. Maar tel daarbij op de jacht in Zuid-Europa en je hebt de complete formule om een soort uit te roeien.

nog geen 2 maanden oud, als die de
Franse jagers maar kan omzeilen.
Nu was de jacht op zomertortels in Zuid-Europa sinds 2021 verboden en zorgde dat voor een hele lichte toename. Goed nieuws zou je denken maar dat is maar van korte duur want vanaf 2025/2026 is de jacht in Zuid-Europa weer toegestaan. Hoe bedenk je het! Nemen we hier allerlei maatregelen om ze beschermen, worden op de trektocht naar Afrika boven Zuid-Europa weer de lucht uitgeschoten. 

Maar behalve de voor de zomertortels verwoestende landbouw en veeteelt en die idiote Zuid-Europese jagers heerst ook nog eens de ziekte "Het Geel" onder de zomertortels. Ik ken deze ziekte wel bij groenlingen maar ik wist niet dat deze ziekte juist bij duiven voor kan komen. De besmette duiven kunnen de ziekte op hun beurt weer als prooidier overdragen aan roofvogels. Verder komt de ziekte ook voor bij volièrevogels.

Oosterhout, 29 mei 2019
En als je dan alle bedreigingen bij elkaar optelt dan moet het wel slecht gaan met de zomertortel. Daar is zelfs een sterke populatie vogels amper tegen opgewassen. En met de huidige trage ontwikkelingen in de intensieve landbouw en veeteelt die alweer decennia op de verkeerde w eg zit, verwacht ik niet dat de boel op tijd verandert. 

De jacht maakt het nog een stuk erger en de genadeklap wordt wel door "Het Geel" gegeven. Het zou wel helpen als de Franse en Spaanse jagers "Het Geel" zouden krijgen van die besmette zomertortels. Een paar weken flinke diarree tijdens de vogeltrek wens ik ze wel toe.

Wil je meer weten van deze uitstervende tortelduif, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zomertortel

vrijdag 1 augustus 2025

Samenwerking op en top!

Als twee organismen voordeel hebben van een samenwerking spreek je van symbiose. En volgens mij zag ik daar afgelopen week weer een mooi voorbeeld van. In de Biesbosch, in de Noordwaard zag ik tussen de herkauwende schotse hooglanders een paar koereigers lopen. Dat is tegenwoordig niets bijzonders meer en dat is in de zomer in de Noordwaard zelfs een dagelijks terugkerend tafereel. Tien jaar geleden zou dat nog een zeer zeldzame waarneming zijn geweest en heel wat vogelaars de auto in hebben gejaagd. Met dank aan de opwarming van de aarde zullen we maar zeggen!

De samenwerking is daar altijd wel in de vorm van scharrelende koereigers tussen de grazende hooglanders. De koereigers vangen dan de door de hooglanders opgestoten insecten maar de hooglander heeft daar niet veel voordeel bij en vindt het allemaal wel best wat om hem heen gebeurd. Maar vorige week was dat wezenlijk anders.
De hooglanders lagen rustig te herkauwen en namen nauwelijks iets in zich op van wat om hun heen gebeurde. Ze stonden volgens mij op de automatische herkauw piloot.

De drie koereigers waren daar druk met insecten vangen op de kop van de hooglander. Ze stonden vlak voor de kop van de koe en pikten de insecten uit de vacht en waren daar druk mee. In dit geval hadden beide dieren hier voordeel bij. De koereiger vond zo gemakkelijk voedsel en de hooglander werd op deze manier bevrijdt van irritante insecten. Als beide dieren voordeel hebben bij deze samenwerking spreek je dus van symbiose/mutualisme.

Binnen de term symbiose heb je namelijk ook weer verschillende vormen en in het hierboven genoemde geval spreek je dan van mutualisme. Beide organismen hebben hier voordeel. Als maar een organisme voordeel heeft dan spreek je van commensalisme en dat is dus meestal aan de hand als de koereiger tussen de grazende koeien opvliegende insecten vangt. De koereiger profiteert als enige van de twee van deze samenwerking. De koe heeft hier geen voordeel bij. Dit is dus de meest voorkomende vorm van samenwerking tussen koereiger en hooglander.

Als maar een organisme voordeel heeft en het andere organisme heeft nadeel van de samenwerking spreek je van parasitisme en daar is in dit geval geen sprake van. Je moet dan bijvoorbeeld denken een een teek die op een hond zit. De teek heeft voordeel en de hond heeft nadeel. Dus vorige week zag ik binnen de symbiose samenwerkingsvorm tussen hooglander en koereiger voor het eerst de vorm mutualisme. De twee dieren genoten er volgens mij ook nog eens van. Mooi om te zien toch?

Wil je meer weten over de kleine koereiger, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/koereiger

maandag 28 juli 2025

Jonge plevier in het bos?

juveniele kleine plevier
Kleine plevieren zijn pioniers en kom ik meestal bij toeval tegen op onverwachte plekken. Nog maar pas opgespoten stukken grond en schrale kale oevers met maar weinig begroeiing hebben de voorkeur. Meestal zijn die gebieden een jaar later niet interessant meer en zijn ze weer vertrokken naar andere nieuwe terreinen zoals afgravingen, opgespoten land of grote bouwterreinen.. Dit jaar viel mij op dat ik kleine plevieren op veel plekken zag en eigenlijk is wat ik weet, alleen het bos van Dorst een van de vaste plekken in het voorjaar waar ze even verblijven. Voldoende voedsel en water om even uit te rusten en aan te sterken alvorens de laatste etappe af te leggen naar de broedgebieden.

Zo was dat dus ook dit jaar. In de Zonzeelse polder, Bleeke Heide, Biesbosch en Dorst. Allemaal plekken waar in april kleine plevieren even neerstreken. Na een paar weken waren ze weer weg om ergens te gaan broeden. En daar moest ik vandaag dus aan denken want waar broeden ze dan? Maandagochtend 21 juli zag ik namelijk in de boswachterij een adulte kleine plevier met een jong. Deze jonge vogel kon al wel vliegen dus ik twijfel of deze plevier hier ook geboren was.

nu met een alerte ouder
In theorie zou het natuurlijk wel kunnen want het gebied voldoet aan alle eisen en dat is denk ik ook de reden dat de kleine plevieren hier elk jaar een tussenlanding maken. Deze jonge kleine plevier bleef gewoon zitten en de oudervogel was wel alert en hield mij scherp in de gaten. Af en toe een alarmroepje maar ze week geen millimeter van haar jong. Ik heb toch maar even contact gezocht met de boswachter want hij kent het gebied als geen ander. Volgens de boswachter hebben de plevier hoogstwaarschijnlijk ergens ander geboren en is het jong met de ouders gewoon meegevlogen.

Kleine plevieren broeden in Nederland maar niet zo heel erg veel. Maximaal tweeduizend broedparen maar eerder minder. Het is dus best bijzonder om jonge kleine plevieren te zien en dat dat dan ook nog eens in Dorst is, is bijzonder. 

jonge kleine plevieren in de 
Eijerwaard, 23 jul 2025
In de Biesbosch is de situatie vergelijkbaar met het bos in Dorst en ook daar zag ik hele jonge kleine plevieren lopen en deze waren nog zo klein dat het 100% zeker is dat ze ook hier geboren zijn. De pleviertjes waren zo klein dat ze nog niet konden vliegen. In de Eijerwaard van de Noordwaard heb je een vergelijkbare situatie met een lage, schrale en kruidenrijke vegetatie en langzaam droogvallende slikjes. Hier liepen drie kleine plevieren met een van de ouders op het slikje en de jongen waren zelfs nog wat kleiner dan een pingpongballetje. Volgens mij waren deze donsjongen nog maar een paar dagen uit het ei. Dus broeden in deze gebieden kan wel.

Wil je meer weten van deze kleine pionier, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-plevier

donderdag 24 juli 2025

Een zwerm appelvinken.

bleke juveniele appelvink
In de Boswachterij zie ik af en toe appelvinken. Dat gaat in de winter altijd wat makkelijker dan in deze tijd van het jaar als de bomen vol in blad staan. Maar vanmorgen lukte het ondanks het volle bladerdak prima. Maar dit was dan ook een zeldzame ontmoeting. Ongeveer vijfentwintig appelvinken zaten luidruchtig in een amerikaanse eik en in de toppen van de omliggende lariksen. De lariksen waren aardig kaal en boden geen schuilplaats voor de appelvinken. Ze zaten vol in het zicht en aten volgens mij de piepkleine eikels van de eikenboom. 

Steeds heen en weer vliegend van boomtop naar boomtop maakt het voor mij lastig om goed duidelijk te krijgen om hoeveel vogels het nu eigenlijk ging. In ieder geval een grote groep die groter was dan ik ooit eerder had gezien. Wat opviel was dat het overgrote deel van de appelvinken jonge vogels van dit jaar waren. Dit verzamelgedrag ken ik niet van appelvinken, meestal zie er maar een paar bij elkaar. 

adulte appelvink man, mrt 2025
Appelvinken zijn lastige vogels om te spotten, ten eerste omdat ze geen uitbundige zang hebben en de aandacht niet trekken. Het vrij zacht hoge piepje van de appelvink kun je makkelijk missen ook omdat zoveel vogels wel eens een hoog vrij zacht geluidje maken. En ten tweede omdat de appelvink vrijwel altijd hoog in de boomtoppen verscholen zitten. Heel af en toe zie je ze wel eens op de grond naar zaden zoeken. Maar in deze tijd van het jaar zitten ze graag hoog.

De jonge appelvinkjes zagen er een beetje bleekjes uit. en moeten nog op kleur komen. Ik denk dat het uitkleuren naar een volwassen kleed nog wel een paar maanden kan duren. 

juveniele appelvink, 21 jul 2025
Een volwassen appelvink in het vroege voorjaar ziet er spectaculair uit, Niet alleen vanwege de staalblauwe kegelsnavel maar ook het gevarieerde en prachtige gekleurde verenkleed. Met als mooi accent de staalblauwe buitenvlaggen van de hand- en armpennen. Ook de spierwitte rechte eindband van de staart valt erg op. Ik zag deze volwassen vogels in prachtkleed in de tuin op vakantie in Lauwersoog.

De grote groep appelvinken van vanmorgen zagen er nog niet zo mooi uit als een adulte appelvink maar waren als groep indrukwekkender dan die ene man in prachtkleed. De vogels waren de hele tijd in beweging en vlogen de hele tijd van top naar top. Lastig om ze rustig te bekijken

Wil je meer weten van deze Nederlandse prachtvink, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/appelvink

maandag 21 juli 2025

Het heeft even geduurd.

Het is altijd leuk om een dwaalgast te spotten. Afgelopen week zag ik dankzij een familiebezoek in Oost-Brabant een roodkopklauwier en dat was pas de tweede keer dat ik deze mooie vogel zag. Een foto maken was er jammer genoeg niet bij. In 2013 zat bij Udenhout ook een roodkopklauwier en die zat op een plek die op mijn route van het werk naar huis lag. Aan het eind van mijn werkdag hoefde ik maar een kleine omweg te maken om hem te zien. 

Op een wei paaltje zat de klauwier vol in het zicht. Hij verbleef hier ook al een paar dagen en was volledig op zijn gemak. En wat dat betreft was de roodkopklauwier van afgelopen week een hele andere vogel. Hij zat nu ook alweer een aantal dagen op dezelfde plek vlakbij Uden maar was een stuk drukker dan de vogel uit 2013.


mannetje grauwe klauwier
Nu waaide het ook flink en vloog de vogel met regelmaat uit de struik en verdween dan even in de vegetatie. Vlak daarna keerde hij dan weer terug naar de struik en bleef rusteloos zolang ik daar stond. Misschien dat door de sterke wind insecten opvlogen en dat de klauwier hier steeds een uitval naar deed. Dat kon ik niet goed zien want de afstand was daar ook te groot voor. Roodkopklauwieren die we tegenwoordig hier zien, komen oorspronkelijk uit Zuid- en/of Oost-Europa. 

Nog niet zo heel lang geleden was de roodkopklauwier een Nederlandse broedvogel. Het laatste broedgeval dateert alweer van 1997 en dat is voor mij nauwelijks voor te stellen. Ik had niet het idee dat ze hier ooit gewoon voorkwamen en ook broedden Wat is het dan toch jammer dat deze prachtige vogelsoort ook verdwenen is en jammer genoeg in het rijtje van ortolaan en kuifleeuwerik bijgeschreven is. 

De grauwe klauwier doet het gelukkig een stuk beter en neemt het aantal territoria gestaag toe. Niet snel en niet spectaculair maar alles beter dan een teruggang van een soort. Grauwe klauwieren komen zelfs hier in de buurt op verschillende plekken voor en elk jaar worden hier ook jonge vogels geboren. Hoopgevend zullen we maar zeggen.

Voor de roodkopklauwier geldt dat dus niet en blijft het bij een zeldzame waarneming die enkele keren per jaar wordt gedaan. Nu weer eens in de buurt en bij toeval op een plek waar ik die dag moest zijn. Kan niet beter.

Wil je meer weten van deze prachtige dwaalgast , klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roodkopklauwier

donderdag 17 juli 2025

Met een beetje hulp.

jonge zwarte stern
In het voorjaar zag ik wekenlang zwarte sternen rondvliegen in de Noordwaard. Een goed teken want het is een soort waar het al vele jaren niet heel erg goed mee gaat. Met name de hele specifieke voorwaarden die de zwarte stern aan zijn broedgebied stelt spelen de soort parten. De zwarte stern broedt het liefst op drijvende planten zoals krabbenscheer en die verlandingsplant is steeds minder beschikbaar. 

Ik denk dat met name de manier waarop wij met de waterlopen in ons land omgaan een belangrijke reden is. Sloten worden vaak en diep uitgebaggerd terwijl de krabbenscheer in ondiep water het beste gedijd. Naast het intensieve waterbeheer heeft de verzuring en het overvloedige mestgebruik voor een veel te hoog stikstof en fosfaat gehalte gezorgd. En dan hebben we nog niet eens gehad over de dieren die het de plant ook niet makkelijk maken. Brasems bijvoorbeeld wroeten in de bodem en beschadigen zo de wortels van de plant.

bedelen om voedsel
Het gevolg is dat door het "verkeerde" waterbeheer er voor zwarte sternen steeds minder geschikte broedgebiedjes overbleven en de soort het steeds moeilijker kreeg. Op verschillende plaatsen worden tegenwoordig de zwarte sternen geholpen met kleine vlotjes waarop gebroed kan worden. 

Op de Asterdplas in Breda zijn dit voorjaar ook een aantal broedvlotjes geplaatst en daar is het nu afwachten of ze bij de zwarte sternen in de smaak vallen. Het zou toch prachtig zijn als deze bijzondere stern weer in de buurt gaat broeden? Jaren geleden sprak in oude boer in de Willemspolder en die vertelde dat heel vroeger zwarte sternen in de kleine ondiepe watertjes tussen 's-Gravenmoer, Raamsdonk en Waspik ook zwarte sternen hebben gebroed. Of dat ook zo was, durf ik ik niet te zeggen. Ik ken daar wel een plasje waar ook krabbenscheer groeide

deze kan al vliegen
Een bekende plek waar de zwarte sternen op vlotjes broeden, is de Zouweboezem bij Ameide-Lexmond. Daar worden elk voorjaar, ook alweer jaren en jaren, vlotjes weggelegd en die worden door de zwarte sternen dankbaar in gebruik genomen. Later namen grauwe ganzen de vlotjes in beslag waardoor er nu gaas omheen is gezet en de sternen hun gang weer kunnen gaan.  De sternen doen het daar zo goed dat inmiddels bijna 50 broedparen voor nakomelingen zorgen. Ik zag daar jonge bedelende sternen in verschillende leeftijden. Sommigen zijn nog maar net uit het ei terwijl grotere jongen al voorbij vlogen.

Wil je meer weten van deze zoetwaterstern, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-stern

dinsdag 15 juli 2025

10 jaar Vogels in de Oranjepolder

        
  
"onze" ransuil 17 sep 2015
Het is vandaag alweer 10 jaar geleden dat ik met mijn blog over vogels ben begonnen. Het eerste stukje in 2015 ging over een ransuil die onze tuin had uitgekozen om de zomer door te brengen. Vanaf mei tot half oktober zat hij dagelijks in onze acacia achterin de tuin. Elke avond vertrok hij in de beginnende schemer richting de Oranjepolder en in de vroege ochtend als ik dan even naar hem ging kijken zat hij weer op dezelfde tak en keek hij mij nieuwsgierig aan. Wat was dat een bijzondere waarneming en wat was dat een mooie aanleiding om een blog te gaan schrijven.

Vanaf dat moment schreef ik elke week twee stukjes over vogels in de Oranjepolder. Van lieverlee kwamen daar ook stukjes bij over vogels in het bos, de Biesbosch en ook over zeevogels langs de Nederlandse kust. Vanaf dat moment stond in de naam van mijn blog tussen aanhalingstekens: (en soms ver daarbuiten). In totaal heb ik nu bijna 1.100 stukjes geschreven en Inmiddels is mijn blog in de afgelopen tien jaar bijna 150.000 keer bekeken. 

ransuil, Oranjepolder 7 maart 2007
"Onze" ransuil heb ik na die zomer in 2015 nooit meer gezien en hij zal waarschijnlijk ook niet meer leven. Ransuilen worden gemiddeld maar een jaar of drie tot vijf. Maar wie weet heeft hij of zij hier in de polder nog voor nakomelingen gezorgd en zie ik af en toe een van die nakomelingen? Er leven in ieder geval na al die jaren nog steeds ransuilen in onze polder ondanks dat het steeds slechter met deze mooie uil gaat. Ik hoor en zie nog elk jaar ransuilen in de Oranjepolder. Hier vlakbij vinden ze dus voldoende muizen en vinden ze ook geschikte nesten. 

Boswachterij Dorst, 28 nov 2017
Het zullen wel gebruikte kraaiennesten zijn die de voorkeur hebben en als ik ook zie hoeveel kraaien hier in de polder zitten is er ook keuze genoeg. Begin dit jaar zat een ransuil nog te roepen in een populier aan de Otterweg. Hemelsbreed nog geen kilometer van onze tuin vandaan en het zou mij dan ook niet verbazen dat zo af en toe een ransuil over onze tuin vliegt.

Voorlopig schrijf ik nog even door en beschrijf ik in mijn blog mooie waarnemingen, verwonderingen en verbazingen over vogels hier in de buurt, de Oranjepolder, ons bos en zeker ook de Biesbosch. Het was een leerzame periode en ik hoop dat de komende jaren de net zo leerzaam zullen zijn. Maar belangrijker is eigenlijk dat het met de vogels goed gaat. In mijn blog zal ik vooral de positieve ontdekkingen beschrijven.

Wil je meer weten van deze prachtige uil, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/ransuil