dinsdag 31 maart 2020

Stonechat is de naam.

mannetje, alert op zijn zangpost.
Op 17 maart waren de roodborsttapuiten weer terug in de Oranjepolder. Elk jaar ontdek ik op vrijwel dezelfde plaatsen een paar van deze mooie zangvogeltjes. En wat mij deze keer opviel, is dat zij mij vertelden dat ze er alweer waren.

Op een afstand van een metertje of 30-40 hoorde ik de bekende alarmroepjes die alleen een roodborsttapuit heeft. De "ketsende" steentjes van de alarmroep klonken zelfs hard en dat is eigenlijk best gek want de vogel geeft hiermee aan dat er onraad is maar juist met dat geluid vestigt de vogel alle aandacht op zich. In Engeland wordt deze zanger vanwege dit typische alarmkreetje "stonechat" genoemd en dat is echt een prima naam voor hem.

Als hij stilhoudt en even uit het zicht zou blijven, zou ik van zijn aanwezigheid geen weet hebben. Dat lijkt mij een betere manier om onheil af te wenden en waarschijnlijk werkt dit alarmeren in de vogelwereld prima maar er zijn meer bedreigingen om rekening mee te houden. Ook winterkoninkjes en roodborsten laten door middel van hun alarmroepjes precies weten waar ze zitten. En zo zijn er nog veel meer die dat doen, het is een algemeen gebruik in de vogelwereld om te zeggen "hier zit ik en ik voel me niet op mijn gemak". Of deze manier altijd even effectief is, betwijfel ik dus.

vrouwtje met jong in de Orannjepolder(2019)
Soortgenoten weten bij deze alarmkreten precies hoe de vork in de steel zit, en mijden het geclaimde gebied en zoeken een stekje verderop, broedende vrouwtjes weten dat ze zich op het nest moeten drukken en onzicht-baar moeten blijven en het saaie bruine verenkleed helpt daar prima bij.

De man met zijn rode borst, witte kraag en zwarte kop, zit het liefst op een weipaaltje, draad of klein boompje. Vol in het zicht, zingen of alarmeren 't maakt hem niet uit als hij maar gezien en gehoord wordt.

En dat laatste lukte hem vanmorgen prima, blij dat hij weer terug is. Laat de stenen maar ketsen.

Wil je meer weten van deze kleine druktemaker, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roodborsttapuit

dinsdag 24 maart 2020

Als de raven.


overvliegende raaf
Ik zou bijna willen zeggen dat een droom uit-gekomen is. Overvliegende en "krokkende" raven in de boswachterij Dorst. Afgelopen donderdag middag in de boswachterij was het zover, ze waren er en hoe! Overvliegend, zij aan zij vlogen ze in formatie mooie figuren door de lucht, af en toe buitelend en ze mochten elkaar duidelijk. Het is zonder twijfel een koppel dat dit bos uitge-kozen heeft om te leven en te broeden. Gezien de tijd van het jaar zouden ze al een nest gebouwd moeten hebben en ook in gebruik genomen moeten hebben. Dat is mij nu nog niet geheel duidelijk en een leuke klus voor de komende dagen. Uitzoeken waar en of ze ergens broeden.
het koppel
Als dit koppel hier niet verstoord wordt en zich definitief vestigt is dat gelijk voor het leven. Raven zijn erg plaats trouw en trouw aan elkaar. Dus dat kan wel wat moois voor de toekomst betekenen. Afgelopen jaar heb ik bij Huis Ter Heide regelmatig naar raven gezocht maar niet gevonden. Dat komt denk ik ook door de onbekendheid met het gebied. Ik kom daar sporadisch, terwijl het een super interessant gebied is met mooie bijzondere soorten. Komende maand ga ik daar zeker weer naartoe voor mooie zomergasten en voor de raaf hoef ik nu dus niet zo ver meer.

Nog maar enkele jaren geleden was het moeilijk voor te stellen dat raven de bossen van Surae als leefgebied uit zouden kiezen. Het was te kleinschalig, te druk met wandelaars, joggers, ski-stokclubs, honden, mountainbikers en noem het allemaal maar op maar niets is dus minder waar.
Ik was de laatste tijd tijdens mijn rondje Dorst al wat meer met de raven bezig want er werd af en toe een raaf gemeld door niet de minste vogelaars. Luisteren en de lucht afspeuren dus.

Naar nu blijkt leven hier in de omgeving meer raven, de bossen van Chaam, ´t Merkske, Waalwijk en Huis Ter Heide om maar eens een paar plekjes te noemen.

Ik was steeds in de veronderstelling dat raven met name in het oosten van ons land voor-kwamen. Overigens ook pas na de herintroductie van de soort sinds 1976 en dat was op de Veluwe. Daar zagen we ze afgelopen september nog en het heeft dus vele jaren geduurd eer de populatie weer een beetje op niveau was. En daar plukken wij nu de vruchten van en zitten ze met wat geluk voortaan bijna om de hoek. Ik meen dat er nu ruim 150 broedparen zijn en 1 daarvan zit mogelijk de komende jaren in Dorst.

Wil je meer weten van deze grootste kraaiachtige van ons land en Dorst, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/raaf

vrijdag 20 maart 2020

De schreeuw van de cetti's.

een cetti's zoals ik ook graag op de foto zou willen zetten
Afgelopen zaterdag, tijdens de watervogel-telling in de Oranjepolder, klonk achter de velden van SCO de onmiskenbare zang van de cetti's zanger. Of liever gezegd de schreeuw van de cetti's want het is een korte explosieve zang die makkelijk de 90 decibel haalt. Ik vergelijk het volume van de zang van de cetti's met de zang van de winterkoning die ook zo hard kan klinken. Het was weer even geleden dat zijn zang in de Oranjepolder klonk.

Afgelopen najaar voor het laatst en de hele winter was het stil Ik dacht nog dat de vogel de moed had opgegeven en naar een gebied was getrokken waar de kans op een ontmoeting met een soortgenoot groter was.

cetti's nestje met 4 rode eieren(foto Bram Ubbels)*
Leuk om hem hier weer te horen en ik ben benieuwd of hij dit voorjaar weer dagelijks te horen is. Leuker is om hem te zien maar die kans is uiterst klein, de vogel leeft zeer verborgen en zelfs als hij dichtbij zit te zingen zie je hem niet. Hij is de hele dag actief om het territorium af te bakenen en vliegt heen en weer in zijn territorium om indringers weg te jagen. en dan nog zie ik hem dat niet doen.

Het nest lijkt op dat van een merel, best een groot nest, met een diepe kom, voor zo'n kleintje. De eieren hoop ik ook nog een keer te zien, die zijn diep rood en kennen we bij onze van oorsprong inheemse soorten amper. Met deze wetenschap(via internet) ga ik de komende weken op pad want ik wil nu wel eens weten waar en of hij met zijn gezang een vrouwtje in zijn territorium heeft verborgen. Ik weet dat de cetti's zijn nest vlak boven de grond in dicht struikgewas maakt, braamstruiken, schietwilgen en riet zijn de plekken waar de cetti's van houdt. Eind april moet het dan gebeuren en worden de eerste eitjes gelegd en tel daar de broedtijd bij op dan komen de jongen half mei uit en zijn de ouders zeer actief met voedsel zoeken. Het moment om te zoeken en hopelijk te vinden.

Wil je meer weten van deze bijzondere schreeuwlelijk, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/cetti-s-zanger


*FEENSTRA M. 2020. Een broedgeval van Cetti’s Zanger (Cettia cetti) van nabij gevolgd en enkele aanwijzingen voor het lokaliseren van nesten. Sovon.nl/soortinformatie/cetti’s zanger

dinsdag 17 maart 2020

Knobbels gecrasht.

gezin knobbels afgelopen jaar in de Oranjepolder
Afgelopen week zag ik een dode knobbel-zwaan in een weiland liggen, jammer voor de vogel maar dat gebeurt nu eenmaal. Op zich is dat geen nieuws want dieren gaan ook dood. Afgelopen zondag kwamen daar nog eens twee andere dode zwanen bij en toen dacht ik, hier klopt iets niet. Vlak bij elkaar drie dode zwanen in een gebied waar niet heel erg veel zwanen leven, is toch gek.

Op de weg terug naar huis viel het kwartje, de drie dode zwanen lagen in twee weilanden vlak onder de kabels van de hoogspanningsmasten die in de Oranjepolder staan. 

Ik herinnerde mij de vroege zondagochtend van vorig jaar, toen ik door de Zonzeelse polder liep en een zwaan tegen de hoogspanningskabels zag vliegen. De zwaan vloog naar het oosten en keek recht tegen de net opkomende zon in en werd zo verblind. De zwaan stortte naar beneden en kon met veel kracht weer hoogte pakken en kwam er zo nog net goed vanaf. Een zwaan is met tien tot twaalf kilo geen snelle vogel met een vlotte vleugel-
slag het onheil op het laatste moment kan ont-
op de achtergrond knobbelzwanen in Zonzeel
wijken. Een knobbelzwaan moet hard werken om in de lucht te blijven en lekker omhoog schroeven op de thermiek zoals een buizerd dat kan, is er voor de zwaan niet bij.

Ik vermoed dat deze drie zwanen in de afgelopen paar weken in de Oranjepolder verongelukt zijn. De zwanen zijn met de extreme harde wind van de afgelopen weken tegen de draden gevlogen of zijn tegen de draden geblazen. Geen snelle manoeuvres die het onheil konden afwenden, maar de wind die het stuur over genomen had en het lot beslist had. Op zich vind ik dat geen onlogische gedachte want hier in de polder heeft de zwaan niet veel te duchten van "rovers" zoals vossen of jagers. Dus het is niet aannemelijk dat die hier de hand in hebben gehad. Het jachtseizoen is afgelopen weekend gesloten, dus in theorie had het gekund maar nogmaals, dat is niet aannemelijk.

een jong knobbeltje in de oranjepolder(2019)
Nee, naar mijn idee zit ik wel op het goede spoor en zijn het drie pechvogels geweest. Ik zag overigens ook aan het verenkleed dat het volwassen dieren waren. De jongen van afge-lopen jaar beginnen nu pas hun juveniele kleed kwijt te raken en worden deze zomer ook mooi wit. De bruine veren van de jonge vogels zijn nu nog net te zien en die hadden deze drie onfortuinlijke zwanen niet.

En dit drama zou in de nabije toekomst zomaar eens een enorm vervolg kunnen krijgen met die nieuwe windmolens en 380Kv masten in onze polder. Ik hoop het niet maar bij de gedachte hieraan word ik niet vrolijk.

Wil je meer weten van deze deftige reus, klik dan op de link;
 https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/knobbelzwaan

vrijdag 13 maart 2020

Wintertaling uitzwaaien?

wat een prachtbeestje
Afgelopen week zag ik, tijdens een zeer spaarzaam momentje dat de zon scheen, een wintertalinkje zitten. Wat was dat een mooie momentje, de zon én een wintertaling tegelijk zien. De kleuren schitterden en fonkelden mij tegemoet en ik dacht warempel dat het voorjaar begonnen was. Een paar uur later was ik dat gevoel alweer kwijt en bijna vergeten toen de wind aantrok en de wolken binnenschoven en alles weer "normaal" werd.

Volgens mij is die wintertaling het hier ook wel beu en popelt ook om terug naar huis te gaan. Er zijn niet zoveel eenden soorten die hier overwinteren.
zomertalingen in maart in....... de boswachterij Dorst

Behalve de wintertaling zijn het in de winter smienten en pijlstaarten en die staan nu zo'n beetje op het punt van vertrekken. Hele, hele kleine aantallen blijven hier en broeden hier ook maar het overgrote deel vertrekt. Andere eenden zoals kuif-, tafel-, krak-, slob- en wilde eenden zijn hier een heel jaar aanwezig. En deze maand is ook de maand dat de winter-taling afgelost wordt door de zomertaling.

Die zomertaling is misschien nog wel mooier dan de wintertaling maar dat komt ook wel een beetje doordat de aantallen uiterst klein zijn. Een zomertaling zien is echt niet zo makkelijk als een wintertaling waarvan je soms duizenden vogels bij elkaar op het water ziet dobberen.
De wintertaling is een eend die met name in het hoge noorden zijn thuis heeft en dat is eigenlijk best gek als je weet dat deze eenden 7 maanden van het jaar bij ons zijn en krap 5 maanden "thuis" zijn om te broeden. Is de vogel als hij dan in de 7 "wintermaanden" bij ons is, thuis of zijn ze dat in die paar broedmaanden in het noorden? In ieder geval zijn we ze straks weer een tijdje kwijt dus de komende weken nog even extra opletten en genieten van dit kleinste maar fijnste eendje.

Wil je meer weten van deze kleine wintergast, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/wintertaling

dinsdag 10 maart 2020

Schreeuwende reigers.

blauwe reiger nog niet in broedhouding
Het was pas half februari toen ik de eerste schermutselingen aan de overkant van Het Gat van den Ham zag. De blauwe reigers daar schreeuwden en joegen elkaar de nestbomen uit. Het zal wel om de beste plekjes zijn gegaan.

Aan de overkant zitten dicht bij elkaar in het populierenbosje ongeveer elf nesten. Even dacht ik nog dat het een aalscholverkolonie was omdat in de eerste plaats de nesten laag in de bomen, net boven het water waren gebouwd dat doen aalscholvers namelijk. En in de tweede plaats omdat op de takken van de bomen vlak bij de nesten een kleine twintig aalscholvers zaten. Ik zie die aalscholvers daar eigenlijk altijd wel op de kribben in de rivier zitten. Verwarrend allemaal want de ene keer zaten de aalscholvers in de bomen en de andere keer waren het blauwe reigers. Nu is dat, en dat wist ik niet, op zich ook weer niet vreemd omdat ze ook wel in elkaars nabijheid broeden.
een deel van de kolonie

In zo'n blauwe reigerkolonie kan ook een aalscholver of meerdere aalscholvers het nest bouwen. Maar half februari werd het toch wel duidelijk, op de nesten zaten uitsluitend blauwe reigers en ook het gedrag was duidelijk, het waren de eerste stappen om aan een nieuw broedseizoen te beginnen. Takken werden gerangschikt, concurrentie werd met veel agressie verjaagd en vrijwel de hele tijd werden de nesten door reigers bezet gehouden.

Geen enkele aalscholver hield zich hier in de buurt op die bleven op veilige afstand op de strekdam aan de rivier. Aalscholvers zijn nu ook al druk met voorbereidingen of zelfs broeden en als dat het geval was, had ik ze nu kunnen zien. We voeren met een boot dicht langs de kolonie en konden goed zien hoe het ervoor stond. Wat ik mij nu nog wel afvraag is of deze aalscholvers dezelfde beesten zijn die een paar kilometer verderop op de slaapplaats bij De Onderplaat aan de overkant van Drimmelen slapen? Dat is niet duidelijk en ik denk dat ik dat ook nooit zeker zal weten.

Wil je meer weten van de blauwe langpoot, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/blauwe-reiger

vrijdag 6 maart 2020

Blij dat ze weer zingen.

veldleeuwerik in de polder Lepelaar in de Biesbosch
Blij dat de leeuweriken weer zingen want dat betekent dat het voorjaar er aankomt. De boom-leeuweriken zingen sinds een week of twee in de boswachterij Dorst en de veldleeuweriken zingen weer wat langer in de Noordwaard en ook aan de kust.

Het lastige van deze beestjes is, dat ze er al wel langer zijn en soms wel de hele winter door alleen laten ze zich dan niet horen. Als ze niet zingen blijven ze ook vaak uit het zicht en zitten ze meestal op de grond
 
Her zijn beide prototype leeuwerik in gedrag en in uiterlijk en dat betekent dat ze ook met elkaar te verwarren zijn. Beide vogels hebben een korte stompe kuif en als ze allebei opzetten lijken ze sprekend op elkaar. Ook de tekening op de rug  is vrijwel hetzelfde. Allebei hebben ze een verendek met een typisch leeuwerikenpatroon van afhangende strepen. Het onderscheid wordt het makkelijkst gemaakt als je de biotoop van de afzonderlijke soorten kent en nu dan ook door de zang want die is zeer verschillend. Dus blij dat ze weer zingen.
boomleeuwerik in Dorst
 
De boomleeuweriken jodelen een beetje, het geluid lijkt een beetje op "lyu lyu lyu oedl oedl oedl" terwijl de veldleeuwerik een prachtige melodieuze heldere zang heeft die aanzwelt als de vogel omhoogklimt. Het is een zomers geluid ook al zitten we nog in maart. Het zijn geen Afrika-gangers ook al wordt dat soms gedacht. Ze gaan hooguit naar Spanje maar Frankrijk vinden ze ook goed en ik denk dat ze daarom al zo vroeg in het broedseizoen weer hier zijn. Ze hoeven maar een paar dagen te vliegen en komen dan redelijk fit bij ons aan.

de veldleeuwerik zet z'n kuif op



De veldleeuwerik is ook zo'n "luie" vogel en trekt ook niet verder dan Frankrijk. En er zijn zelfs veldleeuweriken die de hele winter, als de omstandigheden een beetje gunstig zijn, de hele winter hier blijven. In januari vlogen ze in de Kwade Hoek op Goeree rond. 
Een super nat gebied, net als de Noordwaard, en dat heeft de voorkeur terwijl de boomleeuwerik liever op de hoge droge zandgronden zit. Die zul je snel niet in de Noordwaard tegenkomen.
 
Wil je meer weten van de boomleeuwerik, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/boomleeuwerik
Wil je meer weten van de veldleeuwerik, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/veldleeuwerik
 

dinsdag 3 maart 2020

Van zeldzaam naar algemeen?

pontische meeuw op de Noordzee afgelopen oktober
Ook al blijft het voor mij een hele bijzondere waarneming om een pontische meeuw te zien, en wordt de soort onder een flink deel van de vogelaars nog steeds als zeldzaam gezien, is de vogel inmiddels redelijk algemeen te noemen.

Dat de pontische meeuw zeldzaam wordt genoemd, komt denk ik vooral door de onbe-kendheid met de hele specifieke kenmerken die de vogel heeft en wordt al snel gedacht dat het om een andere soort gaat. De vrij algemene zilvermeeuw heeft er nog het meeste van weg. Vooral in de Biesbosch levert wat speurwerk wel eens een mooie pont op.

koptekening 4 x pontische meeuw 2e winter
De afgelopen maand heb ik in de Biesbosch op verschillende plekken ponten in de diverse kleden kunnen spotten. Alle kenmerken moeten voor mij kloppen en ik probeer ook elke vogel op de foto te zetten om deze foto door een validator van waarneming.nl(lees Merijn Loeve) te laten beoordelen.

En ik moet zeggen dat ik erg blij ben met de "score" van deze maand, de soort was goed gedetermineerd en ook de jaarkleden klopten. En met dat laatste ben ik erg blij want dat is dan ook het meest lastige onderdeel van de vogel herkenning.
adulte pontische meeuw afgelopen week in de Biesbosch

Neem nou alleen al de koptekening die per vogel verschillend kan zijn(zie foto R.J. van der Leij). Zonder goede meeuwengids(M.Loeve) is het lastig om de vogels te herkennen en die gids behoort alweer even tot mijn standaard uitrusting en is wat meeuwen herkennen mijn steun en toeverlaat geworden.

Zolang de vogels het volwassenkleed niet hebben bereikt(tot 5 jaar) zijn er behoorlijk wat verschillen per individu te ontdekken. Kijk alleen maar eens naar de snaveltekening hierboven en dat alleen al maakt het lastig om de soort te benoemen. Het kan dan weer wel helpen om het individu te leren herkennen. Want dat is natuurlijk ook erg leuk, heb ik nu met een andere of weer dezelfde vogel te maken?  Vooral de eindband van de staart en dan met name de buitenste pennen aan weerszijde zijn per vogel uniek en kun je vergelijken met een vingerafdruk. In de Biesbosch wordt het jaar na jaar interessanter en ook lastiger want er komen zo zoetjes aan steeds meer ponten in de winter in onze regio voor.

dit is zo'n Poolse pont(oktober 2019 Noordzee)
Amper vijf jaar geleden was het een sensatie dat een koppel zwartkopmeeuwen op het eiland van de Hardenhoek tot broeden kwam. Nu, of eigenlijk afgelopen broedseizoen, hebben maar liefst 57 zwartkop broedparen op het eiland gezeten en ik denk dat het niet heel erg lang gaat duren totdat ook de ponten dat gaan doen. Het kan hard gaan! Er zijn namelijk al broed-gevallen van ponten bekend in Polen en Duitsland, dus ze verspreiden zich van de Kaspische Zee langzaamaan naar het westen. Een kwestie van aftellen dus.

Wil je meer weten van deze hele bijzondere maar ook weer bijna gewone wintergast, klik dan op de link;

vrijdag 28 februari 2020

Bosuil met stormschade.

afgebroken nestbeuk
De hevige stormen van de afgelopen weken hebben her en der hun vernietigende sporen nagelaten. Omgevallen bomen in de Oranje-polder, langs het Kromgat, de bossen van Dorst en zeker ook in de Biesbosch waar trouwens al veel bomen dor en dood zijn. Maar er is een gesneuvelde boom waar ik toch wel heel veel spijt van heb en die staat in Surae, in het beuken bos. Deze boom bezoek ik alweer meer dan een jaar en niet omdat ik van deze ene specifieke beuk hou maar ik bezoek hem omdat in deze boom een bosuil woont.

De boom had een enorme gevorkte kroon, De stam vertakte op een metertje of vier-vijf in twee dikke takken. De twee takken waren twee bomen op zich en vorig jaar brak een van die stammen af waardoor de bosuil vol in het zicht kwam te zitten. De stam was van binnenuit weggerot en maakte dat de stam hol was, ideaal voor de bosuil die er zijn nest van had gemaakt.

Elke boswandeling ging langs de nestboom van de bosuil en hij zat daar altijd trouw in zijn nest, keek mij aan en verblikte of verbloosde niet als ik even bleef staan. Soms een fotootje, soms alleen maar kijken en genieten van deze bijzondere bosbewoner.



Slechts enkele vogelliefhebbers wisten van deze plek af en we hielden die dan ook angstvallig   "geheim" omdat we die idiote toestanden zoals bij de roestboom van de ransuil probeerden te voorkomen. Een roestboom is heel wat anders, ransuilen komen hier om in de winter samen te slapen en in het voorjaar trekt elke ransuil naar zijn eigen territorium maar bij deze bosuil zit dat anders.

strix aluco, bosuil
Hij of zij zit hier het hele jaar, is erg honkvast en heeft hier ook jaren achtereen een broedplek of nest gehad. Dus zo'n plek is met teveel bezoekers snel verstoord. Gelukkig is dat niet gebeurd en is het misschien ook maar goed dat de vogel noodgedwongen een nieuwe, goed verborgen plek is gaan zoeken.

Ik heb al in de buurt rondgekeken of ik de bosuil ergens op een tak van een boom zag zitten maar helaas is hij niet te vinden. In de afgebroken stam zie ik ook niets zitten alleen zitten daar wat vogelpoepvlekken op. Misschien heeft hij hier nog even vertwijfeld en verbaasd rondgekeken en is toen vertrokken naar een nieuwe stek.

Wil je meer weten van deze prachtige bosvogel klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bosuil

dinsdag 25 februari 2020

Aantrekkingskracht.

Bijschrift toevoegen
Er zijn behoorlijk wat vogels die de kust en het zoute water verkiezen boven het zoete binnenland. Neem nou een rotgans, die heeft niets te zoeken in het binnenland en toch kom je hier wel eens een verdwaald exemplaar tegen zoals afgelopen januari tijden de slaapplaatstelling bij Het Gat van den Ham. Toen stak een rotgans uit de Biesbosch de Amer over om ergens in de buurt van Lage Zwaluwe op een akker te foerageren. Het zijn hier zeldzaamheden en incidenten te noemen, terwijl je er aan de kust over struikelt.

Afgelopen week ben ik voor het eerst op de ring-dijken van de twee grote spaarbekkens in de Biesbosch vogels gaan kijken. Grote zoetwater-bakken met drinkwater voor de Randstad, niet voor ons toegankelijk en daardoor ook rustgebieden voor vogels. Tijdens de laatste slaapplaatstelling, afge-lopen maand, sliepen bijvoorbeeld 70.000 meeuwen op de spaarbekkens de Gijster en Honderd Dertig. Wat die allemaal in dat drinkwater achterlaten, wil je eigenlijk niet weten want dan drink je geen kraanwater meer.

de Gijster en de Honderddertig vanuit de lucht.
Op deze spaarbekkens verblijven, gek genoeg, behoorlijke aantallen kustvogels. Je verwacht het niet maar middelste zaagbekken, kuif-duikers, geoorde futen, parelduikers houden wel van dit diepe en schone zoetwater. Het is ook de enige plek in het binnenland waar je al deze soorten op een ochtendje kunt tegen-komen.

De middelste zaagbekken hadden het hier duidelijk naar de zin en trokken gezamenlijk met grote zaagbekken op. Zeker twaalf middelste zaagbekken dobberden op het grote water, kuifduikers en geoorde futen zaten
middelste zaagbekken op de Gijster
verspreid en ver uit de kant op de plas. Alsof je aan de kust of minstens bij de Grevelingen bent. De hoop bestond nog even om een mooie roodkeelduiker of zwarte zee eend te spotten maar dat lukte jammer genoeg niet. Zelfs voor de doorgewinterde Biesbosch vogelaar zijn dit de kersen op de taart.

Het bezoek aan de spaarbekkens werd passend afgerond met een mooie klapekster die langs de dijk van het spaarbekken op een hek zat. Pik binnen, het is nog winter.

Wil je meer weten van de drinkwatervoorziening in de Biesbosch, klik dan op de link;
https://www.spaarbekkens.nl/

vrijdag 21 februari 2020

Boomleeuwen jodelen weer.

de vlakte waar de boomleeuweriken zich thuis voelen.
Het is half februari, halverwege de winter en de eerste Afrikagangers zijn alweer terug en de "bulk" van de zangers is onderweg. De goede tijden breken weer aan en kan ik mijn oren en trommelvliezen weer maximaal inzetten tijdens mijn wandelingen. Vogels kijken is een heerlijke hobby, veel buiten zijn, bewegen en dat in de mooiste natuur hier in de buurt. Of dat in Dorst, Zonzeel of de Biesbosch is, maakt niet uit.

Maar nog mooier is het om in die prachtige natuur de geluiden van de vogels te horen en te herkennen. Een vak apart en het duurde ook jaren voor ik de geluiden goed onder de knie had en ik leer nog steeds bij. Elk jaar zoek ik wel een paar soorten uit waarvan de zang nog niet op mijn harde schijf is geëtst. Afgelopen jaar heb ik wat tijd gestoken in de zang van de braamsluiper en die zit nu in mijn systeem.

boomleeuwerik op een metertje of vier
Een van die hele vroege arrivés is de boom-leeuwerik. Geen Afrikaganger maar korte afstandstrekker die hier het hele jaar in de "buurt" blijft vandaar dat hij nu al te zien is. Afgelopen week waren de eerste alweer terug in Dorst en voluit zingen is er nog niet bij. Af en toe een korte riedeltje, zeg maar dat het kleine zangoefeningen zijn om de stem-banden wat losser te maken.

Ze scharrelen in het gras en onder de bomen waar nog wat zaadresten liggen en hebben geen oog voor mij als ik ze langzaam nader. De grote vlakte in de boswachterij is de beste plek om ze nu te zien en over een weekje kun je ze hier ook uitbundig horen "jodelen". Vaak in de top van een solitaire berk zodat het geluid lekker ver over de grote vlakte draagt en tot op grote afstand te horen is. Net als de geelgors is deze leeuwerik een liefhebber van de zandgronden en zitten wij hier aan de westrand van zijn verspreidingsgebied. Wat verder naar het westen, Etten-Leur en verder, komen de boomleeuweriken amper voor en het gekke is dat je ze aan de kust, in de duinen weer volop kunt horen. In de duinen van Oostkapelle bijvoorbeeld, zit een flinke populatie.

Wil je meer weten van de boomleeuwen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/boomleeuwerik

dinsdag 18 februari 2020

De drie musketiers.

nog maar eens een poging wagen
(2e kalenderjaar vogels)
Ook deze winter zijn er weer heel wat zee-arenden bij ons op bezoek. Vooral jonge of juveniele zeearenden zwerven wat in het rond. In de Noordwaard kan het daarom zomaar gebeuren dat je de zeearenden op ver-schillende plekken over ziet komen vliegen. Soms alleen, soms in tweetallen en zoals afgelopen week zelfs een drietal. Ik vermoed, op basis van mijn eigen inschatting, dat het om een stuk of vier jonge vogels gaat.


juveniele zeearend, 2e kalenderjaar
Daarnaast wordt het gebied alweer een paar jaar door vier volwassen vogels bewoond. Of de vier jonge vogels "eigen kweek" zijn, weet ik niet maar een van de club van drie van afgelopen zaterdag is een vogel die afge- lopen jaar in Dordrecht is geboren. Die heeft dus nog wel wat te leren.

Dat zag ik vrijdag en zaterdag gebeuren en het leek er zelfs op dat de drie samen optrokken om samen hazen te gaan vangen. Nou is dat voor een beetje lompe zeearend een haast onmogelijke opgave. Want vergeleken met een lenige en snelle haas is de zeearend echt niet snel genoeg laat staan wendbaar genoeg.
de "drie musketiers" moeten even overleggen
Een zeearend is het sterkst in de lucht en kan met gemak een nijlgans op volle snelheid uit de lucht plukken. Hij spant zich amper in, versnelt even en vliegt boven de nijlgans die hij dan eenvoudigweg vastpakt en doodt. Een haas vangen, is een ander verhaal en ondanks de spectaculaire bewegingen boven de akker, lukte het de drie musketiers niet. "Een voor allen, allen voor een", ging deze keer niet op. De samenwerking is nog niet optimaal genoeg.

Het waren zeker twee juveniele vogels die waarschijnlijk te onervaren waren maar wel een leerzame ochtend hadden. Op die manier worden de jachtvaardigheden wel weer wat verder ontwikkeld. Ook bij de Krammer en Volkerak overwinteren meerdere zeearenden.
lachen die hazen de zeearend uit?
Afgelopen winter waren dat maar liefst negen vogels en zo wordt Nederland langzamerhand door de zeearenden ingepalmd. Er is nog volop ruimte voor een paar koppels, voedsel genoeg alleen een goede nestboom is lastig te vinden.

Ze hebben de voorkeur voor een grote, oude en breed vertakte boom waar een enorm nest in gebouwd kan worden. Een nest kan makkelijk een diameter van 1.70 meter hebben, formaatje tweepersoonsbed of minimaal een twijfelaar.

Wil je meer weten van deze luchtschepen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zeearend

zaterdag 15 februari 2020

Knappe roodhalsgans.

on-geringde roodhalsgans
Toch een van de zeldzaamste ganzen van de winterperiode is de roodhalsgans. Zelfs de zeldzame dwerggans en kleine rietgans die in ons land in de winter maar af en toe gezien worden door enkele vogelaars, zijn in grotere aantallen aanwezig dan de roodhalzen.

Roodhalzen zijn in de winter op de vingers van een hand te tellen. Vaak worden ze dan in het noorden gezien en af en toe zakt er eentje wat verder naar het zuiden af. En die ene afzakker zit nu alweer een paar weken vlak bij ons in de Zonzeelse polder en wisselt die plek regelmatig af met een dagje Noordwaard in de Biesbosch.

Hij trekt op met een flinke club brandganzen en kolganzen. Met veel moeite heb ik de roodhals op mijn foto's minutieus bekeken of hij geen ring droeg en dat was "gelukkig" niet het geval. Stel dat hij die wel aanhad dan had ik met een zogenaamde collectievogel te maken. Dat ik daar 100% zeker van wilde zijn, komt omdat in de Biesbosch ook een roodhals werd gemeld met een zwarte ring aan de rechterpoot en dat is dan mogelijk een ontsnapt exemplaar.

hij zit hier in deze groep
Deze roodhals is in zijn broedgebied, het arctische deel van Rusland, het afgelopen najaar met de kolganzen meegekomen om hier te overwinteren. Hij heeft dus de verkeerde afslag genomen want de roodhalzen over-winteren normaalgesproken in de buurt van de Zwarte Zee. Qua afstand zal het waarschijnlijk niet zo heel erg veel uitmaken en gezien de milde winters hier, kun je bijna over vergelijk-bare omstandigheden praten.

De roodhals die hier zit, is een volwassen exemplaar, eentje die de trip naar het zuiden mogelijk al vaker gemaakt heeft. Dus wat hem bezield heeft om dan naar hier te komen is niet te zeggen.

Dat het trouwens een volwassen beest is, kun je zien aan de witte strepen op de vleugels. Bij jonge vogels zie je 4,5 of 6 witte strepen, terwijl een volwassen vogel maar twee witte strepen heeft. En die zijn luid en duidelijk op de foto te zien.

Wil je meer weten van deze zeer speciale gans, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roodhalsgans

dinsdag 11 februari 2020

Zwarte zeekoet

2020, zwarte zeekoet in zomerkleed
Elke winter loont een tripje naar de Brouwers-dam, er is altijd weer iets speciaals te zien. Zijn het, het ene jaar, ijsduikers, parelduikers of ijseenden, is het, het andere jaar een zeldzame kleine alk of zwarte zeekoet.

Dit jaar is wat zeldzaamheden aan zee betreft een topjaar te noemen, want alle bovenge-noemde bijzonderheden zijn aanwezig. De parelduikers zijn nu met maar liefst 16 exemplaren wel het ruimst vertegenwoordigd, ijseenden met vier stuks en de zwarte zeekoet, zwemt daar alleen en in zijn zomerkleedje rond. De zwarte zeekoet zie ik met wat geluk elk jaar wel een keer. Het ene jaar in winterkleed, zoals het in deze tijd ook hoort, en heel af en toe in zomerkleed zoals dat dit jaar het geval is.  Dat zomerkleed is vermoedelijk van afgelopen jaar en is de vogel niet naar winterkleed geruid. Een prachtig beest dat meer tijd onder water dan boven water doorbrengt.

2018, zwarte zeekoet in winterkleed
En dat laatst maakt het dan weer extra lastig om hem eens goed te bekijken, laat staan om hem eens uitgebreid op de foto te zetten. Heb je hem net in je zoeker staan, verdwijnt de vogel alweer onder het wateroppervlak om vervolgens tientallen meters verder weer boven te komen. Natuurlijk net op een plek waar je hem niet verwacht.

Het is best lastig om de zwarte zeekoet in de verschillende kleden te onderscheiden. De vogels zien er in de winter totaal anders uit dan in de zomer en als zo'n vogel dan een keer niet naar het winterkleed ruit, zijn de rapen gaar. Zeker als beide kleden tegelijkertijd aanwezig zijn. Kijk maar eens naar de foto's en je begrijpt de verwarring. Nog even en deze bijzondere wintergast vertrekt weer naar zijn zomerverblijf en dat hoeft niet een zo ver weg te zijn, want ze broeden al in de buur van Denemarken.

Wil je meer weten van deze soms zwarte en soms grijze voel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-zeekoet

vrijdag 7 februari 2020

Zwervende geelgorzen.

geelgors in de winter is net zo geel als in de zomer
De geelgors is een echte bewoner van de hoge zandgronden, hoe droger, hoe beter. Trek gerust een lijn van Tilburg naar Groningen en ten oosten van deze lijn komen ze voor. Geel-gorzen komen nauwelijks in onze omgeving voor, hier is het te nat, teveel kleigronden met hun specifieke beplantingen om interessant te zijn voor geelgorzen.

Des te interessanter is de grote groep geel-gorzen die vlakbij Breda, bij de Bleeke Heide van Chaam is neergestreken. Het is nu zeg maar de meest westelijke plek in Nederland waar je geelgorzen kunt zien, zeker in die aantallen want het zijn er makkelijk honderd of meer.
Geelgors in de Maashorst

Deze groep van zeker honderd geelgorzen trekt daar op met meer dan tweehonderd groenlingen. De akkers waar ze op foerageren zijn vorig jaar beplant geweest met, zoals ik dat nu inschat, een groenbemester. De deels vergane plantenresten hebben nog voldoende zaadjes voor de vogels en ze vliegen dan ook steeds op en neer van de kleine eikenboompjes naar de akkers. Ook de groenlingen doen mee en dagelijks, en dat alweer enkele weken achtereen, worden daar handenvol zaadjes verorberd. Ik ben daarom des te benieuwder naar het moment van vertrek. Hoelang gaat dat nog duren?

De geelgorzen trekken niet ver weg en gaan volgens mij terug naar oosten en noordoosten. Met name Drenthe is een geelgorzen bolwerk geworden

De laatste jaren nemen de aantallen daar toe, terwijl in de rest van ons lande de aantallen afnemen. Echte doortrekkers naar Scandinavië of Duitsland zitten hier niet. Het zijn geen echte trekvogels, het zijn eerder zwervers in eigen land.

Wil je meer weten van deze kanarie van de kouwe grond, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/geelgors