zaterdag 29 mei 2021

Oogverblindend mooie steltkluut.

een mooie volwassen steltkluut(v)
Elk jaar weer spannend, is de steltkluut in de buurt of niet. Vorig jaar in ieder geval niet. Tenminste niet in de gebieden waar ik kom. De steltkluut is soms in redelijke aantallen in de buurt te zien en dan heb ik het niet over tientallen maar zo her en der een koppeltje en soms nog een paar meer. Dit jaar drie stuks op doortrek of heel misschien toch broedend in de Bleeke Heide en een mogelijk broedend paar in de Biesbosch.

Vorig jaar geen een bij ons in de buurt en dat kan ook een keer gebeuren. Dat wil niet zeggen dat ze er niet zijn of dat het plots slecht met ze gaat. Het kan ook gebeuren dat door de omstandigheden zoals het droge en warme voorjaar van vorig jaar de steltkluten weinig ondiep water konden vinden en door die omstandigheden een stekje verder weg moesten zoeken.
steltkluten langs de Nijl

Dit jaar is in maart redelijk wat water gevallen en zijn de omstandigheden mogelijk wel een stuk gunstiger voor deze ongelooflijk mooie steltloper. 

Je kunt aan de vogel zien dat dit eigenlijk geen vogel voor het koude Nedeland is. Nee, deze vogel hoort thuis in een lekker warm land met veel zon zodat de prachtige kleuren nog eens extra geaccentueerd worden. De felroze poten, het spierwitte lichaam en zwarte bovendek maken de vogel in het volle zonlicht oogverblindend mooi. En de vogel beweegt er ook naar, bedachtzaam worden de lange poten in het ondiepe water geplaatst en de bewegingen zijn gracieus.
steltkluut op een nestbeginsel
Ik ken de vogels van vakanties in het zuiden en zeker ook van de reis door Egypte waar we de steltkluten op de zandbanken van de Nijl zagen foerageren. Daar passen ze veel beter dan in dit veel te drukke land en vooral koude klimaat. 

Neemt niet weg dat ik super blij ben met de aanwezigheid van enkele van deze prachtvogels in onze omgeving. Veel noordelijker dan ons land komen ze trouwens niet. Volgens mij zitten we hier in het meest noordelijk deel van het verspreidingsgebied van de steltkluut.

Ik ben wel heel benieuwd of de koppels in de Biesbosch en Bleeke Heide tot broeden komen. Het lijkt er nu wel op dat er een serieuze poging gedaan wordt. De beide steltkluten zit alweer enkele dagen op dezelfde oever op dezelfde plekje in het gras wat op broedgedrag duidt. Normaal zie je ze eigenlijk alleen maar door het water lopen.

Wil je meer weten van deze bijzondere en zeldzame zomergast, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/steltkluut

dinsdag 25 mei 2021

Volgens schema, de bosrietzanger.

zingende bosrietzanger 21 mei jl.
Die noordenwind van de afgelopen maand heeft veel vogels op hun terugreis naar de noordelijk broedgebieden parten gespeeld. De soms harde tegenwind zorgde ervoor dat sommige vogels wel twee weken langer onderweg waren naar hier. Grasmussen, kleine karekieten, zomertortels en braamsluipers hadden het zwaar. 

Maar dat gold niet voor de bosrietzanger want die komt altijd laat terug en die heeft dat slechte weer mooi gemist. Die heeft de terugreis, vergeleken met de ploeteraars van vorige maand, in een recordtijd afgelegd. Er wordt niet voor niets gezegd, "de laatste zullen de eerste zijn". Vanaf half mei kun je de bosrietzanger hier verwachten en dat was dus ook zo. Je kunt er, als de slechte weersomstandigheden geen roet in het eten gooien, de klok op gelijk zetten. 

de 1e bosrietzanger op 16 mei jl.
Op het hek van schaatsclub IJsco hoorde ik de eerste en enkele tellen later zag ik hem ook zitten. Het kuifje iets opgericht, kopje omhoog in de lucht gestoken en de snavel wijd open want er moet luid en duidelijk gezongen worden. Ik denk dat het deze bosrietzanger net zo zal vergaan als de braamsluiper bij ons om de hoek. Na een weekje zingen en vergeefs een vrouwtje proberen te lokken, is het tijd om verder te trekken naar betere jachtgronden. 

Hier in de buurt is voor deze vogels niet veel te halen en ik vermoed dat het eerder een tussenstop is om uit te rusten, op te vetten en de stembanden te smeren, dan wat anders. Zo komt de vogel uiteindelijk in topconditie aan in het uiteindelijke broedgebied en daar gaat het de vrouwtjes bosrietzanger om. Een kerel in topconditie heeft natuurlijk de voorkeur boven een uitgeputte, wat vermagerde en schorre man die net aankomt uit Zuid Afrika. Eigenlijk best logisch dat zo'n wereldreiziger zichzelf in alle anonimiteit een weekje rust gunt om op te knappen en op te frissen.

Ik ben bosrietzangers overal in Nederland tegengekomen, het is echt geen vogel van alleen maar duingebied of alleen maar polders met bosjes en rietkragen. Ze komen zowel aan de kust als in het binnenland voor en hun broedgebied is net wat droger dan dat van de kleine karekiet, alhoewel ik de kleine karekiet ook middenin de Boswachterij Dorst in de rietkraag van een klein vennetje tegenkom.

Als ze niet zingen, moet je echt goed opletten. het makkelijkst zijn nog de handpennen die van de bosrietzanger veel langer zijn dan de handpennen van de kleine karekiet. 

Wil je meer weten van deze langeafstandstrekker, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bosrietzanger

vrijdag 21 mei 2021

porseleinhoen

porseleinhoen in de Zonzeelse polder
Tussen 3.00 en 4.00 uur je bed uit maar dan heb je ook wat. Zo gaat dat deze weken, vroeg opstaan om die ene bijzondere rietvogel te horen. Zien is een ander verhaal want het porseleinhoen laat zich in deze tijd het liefst niet zien. Verborgen in de rietkragen zit het porseleinhoen te roepen, niet zomaar een roepje, nee het is een perfecte imitatie van het klappen van een zweep. 

Een paar jaar geleden nadat de klepduikers van de oude rietpolders in de Biesbosch waren hersteld en het waterpeil weer perfect op peil werd gehouden ontstond een fantastisch nieuw leefgebied voor een paar zeldzame rietbewoners. Roerdompen vonden het gebied al snel en hoempten daar dat het een lieve lust was. Ze riepen het uit van blijdschap leek het wel, niet veel later hadden de porseleinhoenen het gebied ook ontdekt en lieten daar met veel overgave hun zwepen zwiepen. Prachtig.
Biesbosch tegen de ochtend

Wat was ik blij toen ik de eerste keer in de Vijfambachten die zweep hoorde, dat was dus vijf jaar later, in april 2018. Ik kende het geluid alleen van de Sliedrechtse Biesbosch waar ik in 2013 tijdens een BMP-inventarisatie het geluid voor het eerst hoorde. Het was destijds een geluid dat indruk maakte en nooit meer uit mijn geheugen is verdwenen. 

Direct na de eerste zweepslag, wist ik met wie ik te maken had. Die BMP periode heb ik op meerdere plekken het porseleinhoen gehoord en vanaf toen hoor ik ze ieder broedseizoen roepen.

porseleinhoen in augustus
Het ene jaar zitten er meer te roepen dan het andere jaar. We zitten nu middenin het seizoen en de eerste heb ik begin deze maand alweer gehoord. De komende weken zal dat hopelijk vaker gebeuren. Ik kijk er nu al naar uit want het is toch wel de top waarneming van een telling. 

Zodra het BMP seizoen achter de rug is, is het ook gedaan met de waarneming van een roepend porseleinhoen. De rest van het voorjaar en zomer hoor ik ze niet meer. Ik kom ook niet meer inde gebieden waar ze broeden dus is het wachten tot het eind van de zomer.

Zo in augustus komen ze wat vaker tevoorschijn en lopen ze nog al eens voor de rietkragen langs en zijn ze goed te zien. Je moet er wel scherp op zijn want op de een of andere manier vallen ze amper op als ze dat doen. De schutkleur past perfect tegen de achtergrond van de rietkraag en ze vertrouwen daar ook erg op en zijn soms niet eens schuw.
Wil je meer weten van dit prachtige hoentje, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/porseleinhoen

dinsdag 18 mei 2021

Braamsluiper om de hoek.

`onze` braamsluiper
De braamsluiper ken ik vooral van de kust en veel minder van het binnenland. Toch zitten ze hier ook en af en toe loop je er een keer tegenaan. Afgelopen jaar in de Biesbosch bij de Bandijk en een jaar of vijf terug ook wat dieper in de Biesbosch, aan de rand van de Noorderplaat. En een keer bij de Bleeke Heide dat was twee jaar geleden.

Dat ik ze hier wat minder tegenkom is mogelijk omdat het liedje niet zo opvallend is en al gauw opgaat in de het koor van vinken, mezen en groenlingen waar bijvoorbeeld de wijk mee vol zit. Vorige week hoorde ik de braamsluiper bijna bij ons om de hoek.
de prachtige duinen van Goeree
De dagen na mijn ontdekking hoorde ik de braamsluiper zelfs als ik de keukendeur opendeed zo dichtbij zat deze stiekemerd. Hij heeft het hier toch bijna een week volgehouden en toen heeft hij de moed om een vrouwtje te ontmoeten maar opgegeven. Ik denk dat hij toen maar doorgevlogen is naar de kust want daar zijn de kansen op een ontmoeting en nieuwe relatie een stuk groter.

In de duinen van Goeree om maar eens een topstek te noemen, zitten makkelijk tientallen braamsluipers.
De braamsluiper weet van geen ophouden.

Alleen al op onze wandeling van begin deze maand door het gebied hoorden we makkelijk tien braamsluipers dat geeft dan ook wel aan hoeveel er in het hele gebied zitten.

In noordoost Nederland kun je ook nog aardig wat braamsluipers tegenkomen net als langs de kust. De populatie in Nederland is niet zo groot dus ik moet er normaal gesproken wel voor op pad en dan met name tussen half april en half mei want dat is de periode dat ze volop zingen. Daarna wordt het stil en sluipt hij weer door de bramenstruiken en ander struikgewas.
Ik ben benieuwd of ik volgend voorjaar deze vogel weer tegenkom.

Wil je meer weten van deze sluiper, klik dana op de link, https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/braamsluiper

vrijdag 14 mei 2021

De schaarse bosruiter.

bosruiter, voor een keer goed zichtbaar
De bosruiter is toch wel een van de lastigste steltlopers van het seizoen. Ze zijn er maar even en dan moet je ook nog eens op de goede plek zijn om ze te spotten. Ze scharrelen altijd net wat meer in de begroeiing dan bijvoorbeeld een tureluur die je vaak al van ver langs de waterrand ziet lopen. De bosruiter is hier alleen te zien tijdens de trek en die is nu volop gaande en echt grote groepen zoals grutto's kun je wel vergeten.

Wat mij opvalt is dat de bosruiter wel in het binnenland in kleine groepjes te zien is en minder langs de kust te vinden is. Bij ons broedt hij al meer dan twintig jaar niet meer en dat deden ze in het verleden ook in het binnenland. Nu wist ik dat deze ruiter in het binnenland van Scandinavië en veel verder noordwaarts tot in Siberië broedt en niet hier. Maar tijdens de trek verwacht je hem dan toch ook langs de kust te zien. Met z'n allen op weg naar huis met hetzelfde doel, broeden! 

afgelopen vrijdag, vele duizenden steltlopers
Ik moest hieraan denken toen ik afgelopen vrijdag in Zeeland met grote verbazing naar de enorme hoeveelheid steltlopers stond te kijken. Alle soorten steltlopers in soms duizelingwekkende aantallen vlogen rond. Hele wolken vogels gingen de lucht in en maakten een sierlijke vlucht boven ons om daarna weer als massieve groep, schouder aan schouder op de kleine eilandjes neer te dalen. 

Opvetten en voldoende energie opslaan om het tweede deel van de reis in goede conditie af te maken, dat is is het doel. Je moet namelijk bij aankomst direct aan de bak en dat kost minstens zoveel energie als die lange reis maken. 

verscholen bosruiter
De broedtijd van de bosruiter begint al in mei en beide vogels broeden dus de dag dat ze weer verdergaan is eerdaags. Ze moeten nog een flink eindje vliegen en dan ook nog hun partner opzoeken en aan de slag gaan. Een nest bouwen stelt niet veel voor las ik. Ze maken een kuiltje in de dichte begroeiing maar dat kan ook in een boomstronk of zo zijn. Daar gaat niet veel tijd inzitten. Maar de dagen dat we ze nog kunnen zien zijn slechts op de vingers van een tot max twee handen te tellen. Dus er op uit zou ik zeggen. 

Wil je meer weten van deze elegante maar schaarse doortrekker, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bosruiter



dinsdag 11 mei 2021

Huismus op het vinkentouw

mus op het vinkentouw
Mijn gras, mijn gras gaat het alweer een paar maanden. Mijn grasveldje is vrijwel geheel opgegeten door de emelten. Deze larven van de langpootmug houden heel erg van mijn gras en doen er zich volgens mij meer dan tegoed aan. Kale plekken en verkleuringen maken het tot een rampgebied. Ik ben er niet zo in thuis maar kwam er door de vogels in de tuin achter dat het emelten zijn.

Eerst hadden de merels deze lekkernij ontdekt en niet veel later de spreeuwen en in hun kielzog kwamen de huismussen mee. Nu hebben die huismussen dikke, korte snaveltjes waarmee je amper in de gazonbodem kunt roeren en dus alleen maar konden toekijken. Oftewel, ze hadden het nakijken. 

Maar je moet die huismussen niet onderschatten, ze observeerden die spreeuwen nauwgezet en zagen hoe snel en hoe makkelijk de spreeuwen grote hoeveelheden van deze vette wormpjes te pakken kregen. Ik schat in dat er per dag een halve kilo, op goede dagen, als ze allemaal aan het foerageren zijn, een hele kilo van deze wormpjes geconsumeerd worden.

de sufferd, waar is mijn emelt?
Doordat de spreeuwen zoveel vangen, worden ze ook wat nonchalanter en laten wel eens een emelt vallen. De huismussen zijn nu zover dat ze eerst de restjes van de spreeuwen opaten en er nu toe overgegaan zijn tot het stelen van de emelten. De spreeuwen zijn behoorlijk naïef en laten het zelfs gebeuren dat de huismus de emelt gewoon afpakt en dat gebeurt niet een keer maar vrijwel constant. De spreeuwen hebben dit spel niet eens in de gaten en laten het gewoon gebeuren. Deze manier van symbiose heb ik nog nooit eerder gezien. Een dier heeft het voordeel van het gedrag van een ander dier. Zo kan ik het gerust noemen denk ik.

Ik ken wel voorbeelden van vormen van symbiose in de natuur en die heb ik zelf ook waargenomen in Afrika waar de ossenpikkers de teken en andere insecten van de rug plukken van gazelles. De ossenpikker en de gazelle worden er allebei beter van(mutualisme genoemd), hier wordt alleen de mus er beter van en dan heet deze vorm van symbiose, parasitisme. Want de spreeuw ondervindt hier het nadeel en een voordeel voor de spreeuw is niet te benoemen
gelukt, een malse emelt gaat er altijd in.
Het schouwspel is fascinerend, de huismus is razendsnel en is de spreeuw heel vaak te snel af. Zodra de mus een emelt afgepakt heeft, rent hij onder de grote bladeren van de ligularia of achter in de tuin uit de buurt van de spreeuw en eet zijn buik vol om direct daarna de aanval weer op de volle spreeuwenbek te openen. 

Dit zien we nu al dagen gebeuren en de spreeuw leert hier niets van terwijl de huismus steeds vindingrijker wordt en dus ook steeds succesvoller wordt. Zo zie je maar dat een dikke stompe snavel niet perse een nadeel hoeft te zijn. Je gebruikt gewoon je verstand en de scherpe snavel van een ander om een lekker vorkje mee te prikken.

Je moet met deze "handicap" ook vindingrijker zijn dan een ander. Zo zie je op zee ook wel eens grote jagers achter meeuwen aanvliegen, net zolang totdat die meeuw zijn vers gevangen visje uitspuugt om aan die jager te ontkomen. Zo eet deze vogel ook lekker makkelijk een maaltje mee want zelf duiken naar een visje is er niet bij. En ook hier wordt de meeuw er niet beter van en is dit ook weer een vorm van parasitisme. 

donderdag 6 mei 2021

Weerzien met de kwak.

het echtpaar kwak bij het nest met 1 jong
De kwak is een van die reigers die je vrijwel nooit "zomaar" tegenkomt, daar moet je echt voor op pad. En dan nog zijn er maar een paar bekende plekken waar je ze kunt treffen. Een zeldzame soort dus. Dit in tegenstelling tot zijn neef de blauwe reiger die tot in de tuin komt om de vijver leeg te vissen. Dit zijn wel de twee uitersten als het om reigers gaat.

Nog zo'n opmerkelijk verschil is dat de kwak in de winter in Afrika zit en de blauwe reiger gewoon hier blijft. Dat is misschien net zo risicovol als de verre en gevaarlijke tocht naar het zuiden maken. In een strenge winterperiode leggen veel reigers het loodje omdat ze niet aan voedsel kunnen komen. 

Al heel wat jaren geleden hadden we zo'n strenge winterperiode en was vrijwel al het open water bevroren en lag er op de velden ook nog een laagje sneeuw. Dus de blauwe reigers konden geen vis en ook geen muizen of mollen vangen. Een echte hongerwinter dus. In de Oranjepolder vond ik destijds, op mijn vroege wandelingen met de hond, verspreid door de polder wel vier dode uitgehongerde blauwe reigers. 
blauwe reiger in voedselrijke periode

In april zijn de kwakken terug en gaan direct over tot het voorbereiden van het broedseizoen. Ze zoeken elkaars gezelschap op of gaan in de blauwe reiger- en aalscholverkolonie aan de slag. Dit is ook weer slim, want samen ben je sterk en minder kwetsbaar. Het lastige voor ons is dat ze op die manier ook weer redelijk anoniem kunnen zijn en al snel over het hoofd worden gezien. In de Biesbosch is het mij in de afgelopen twaalf jaar pas drie keer gelukt om een kwak te zien. Magertjes dus. 

volwassen kwak

Tegenwoordig moet ik voor een kwak heel wat kilometers rijden maar elk jaar zie ik ze toch weer even in dezelfde kolonie zitten, het worden er niet meer maar ook niet minder. Deels sneuvelt de aanwas in de loop van het jaar en natuurlijk overleven er ook een aantal en die nemen de plaats in van de oude vogels die ook een keer doodgaan. Zo verjongt de club wel maar groeit naar mijn idee niet. Tenminste, ik denk dat het zo gaat maar zeker weten doe ik dat niet.

Wil je meer weten van deze schuwe en zeldzame reiger, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kwak

dinsdag 4 mei 2021

Kleine meeuwen tellen mee.

De meeuwenspecialisten onderscheiden twee groepen meeuwen, kleine meeuwen en grote meeuwen. De kleine meeuwen staan wat minder in de spotlight, ook omdat ze vaak maar twee tot max drie kleden hebben. Eerste, tweede en derde kalenderjaar ook adult genoemd, veel meer is het niet. De grote meeuwen hebben soms wel vijf kleden en dat maakt het extra moeilijk en vraagt veel kennis want de soorten onderling lijken in sommige onvolwassen kleden "verrekes" op elkaar. Veel verwarring dus.

dwergmeeuw 1e en 2e kalenderjaar(adult)
Maar die kleine meeuwen zijn minstens even mooi en ook zeker interessant om uitgebreid te bekijken. Naast de kleinste meeuw, de dwerg- meeuw, hoort ook de kokmeeuw, zwartkop- meeuw, stormmeeuw en de drieteenmeeuw tot de groep "kleine" meeuwen. 

Zo zag ik afgelopen week de prachtige dwergmeeuwtjes aan de kust bij Westkapelle. Die hebben slechts twee kleden. In het tweede kalenderjaar worden ze volwassen, dit in tegenstelling tot de grote mantelmeeuw die daar vijf jaar over doet met alle verschillende kleden die daar bij horen. 

stormmeeuw 1e en 3e kalenderjaar(adult)
Ik zag in Westkapelle zowel volwassen of adulte dwergmeeuwtjes als onvolwassen of eerste winter dwergmeeuwtjes. Nog steeds goed te herkennen en niet te verwarren met bijvoorbeeld kokmeeuwen die ook zo'n donker kapje op hun kop hebben.

Ook de stormmeeuwen zaten daar in de diverse kleden of levens stadia. En ook bij deze meeuw geldt dat het volwassen of adulte kleed het mooist is. Vaak zijn die eerste en tweede kalenderkleden wat rommelig om te zien en zie je de verschillende verenpakketjes door elkaar op een vogel zitten.
zwartkopmeeuw 3e kalenderjaar(adult)

Kijk maar bij die ruiende jonge stormmeeuw(op de foto links) waar op de rug de eerste volwassen veren groeien en de rest nog bij een vorig kleed horen. In het derde kalenderjaar wordt de stormmeeuw volwassen en doet hij er dus weer een jaartje langer over dan de dwergmeeuw.

Ook een van de mooiere kleine meeuwen is de zwartkopmeeuw. Deze meeuw, je zou het niet zeggen als je hem zo ziet zitten, is net zo groot of is net zo klein als een kokmeeuw. Deze van oorsprong oost Europese meeuw komt hier de laatste jaren in steeds grotere aantallen voor en je hoort en ziet hem regelmatig, ook hier in de buurt.
winterse drieteenmeeuw

Gisteren zijn bijvoorbeeld de meeuwennesten in de Biesbosch geteld en daar werden op het eiland in de Hardenhoek 149 zwartkopmeeuwen nesten geteld. Veel vond ik maar in verhouding tot de 3291 kokmeeuw nesten is het natuurlijk niets.
Deze geheel witte meeuw met zijn echt zwarte kopje, witte oogringen en knalrode snavel en poten is een prachtbeestje om te zien.

Zo zie je maar dat die kleine meeuwen ook prachtig zijn en zeer de moeite waard zijn om te bekijken.

vrijdag 30 april 2021

Op weg naar de bergen?

Oranjezon met rechts de bewuste struik
Hij zat al een paar dagen op amper zeven kilometer van ons vakantiehuisje toen ik besloot om toch maar eens naar die bergfluiter te gaan kijken.Vaak is dat een kansloze missie om in de duinen naar een piepklein bruin vogeltje te gaan zoeken. Oranjezon is een fantastisch mooi natuurgebied maar ook erg uitgestrekt en het gebied heeft zo'n vogeltje veel te bieden, dus waarom zou je in dezelfde struik blijven zitten? En in dat uitgestrekte natuurgebied van Oranjezon werd hij dus al een paar dagen gezien en gehoord maar waar?

De bergfluiter past goed in het rijtje fitis, tjiftjaf, fluiter, bladkoning, pallas boszanger enz. enz. Ook klein, bruin/groen, met/zonder een oogtreepje en de een heeft een klein geel streepjes op de vleugel en de ander weer niet. Een dik snaveltje of een dun
de beweeglijke bergfluiter
snaveltje,licht gekleurde of donker gekleurde pootjes. Het zijn de details die de soort bepalen en doe dat maar eens als ze niet zingen. 

Want dat dan weer wel, ieder vogeltje heeft zijn eigen liedje. De makkelijkste van het stel is wel de tjiftjaf met zijn ge-tjiftjaf-tjiftjaf-tjiftjaf.

Thuis had ik voor de zekerheid naar het geluidje geluisterd want wie weet, zit die bergbewoner daar in een duindoornstruik lekker te jodelen en valt bij mij het kwartje niet. Ik had er niet veel vertrouwen in, dat weet ik wel want hoe vaak is mij dat niet overkomen, dat ergens iets bijzonders is waargenomen en als ik dan ter plekke ben is hij net weg. Dat zou nu ook weer kunnen gebeuren.

De bergfluiter is een zeldzame dwaalgast, op weg nar de bergen en zijn lied lijkt erg veel op het lied van de fluiter. 
de zwijgzame fitis
Het lied van de fluiter klinkt wat langer door dan het lied van de bergfluiter en ik moet eerlijk zeggen dat ik op het geluid alleen al het onderscheid niet zou kunnen maken. Als ik de beide liedjes goed beluister hoor je inderdaad dat de bergfluiter wat korter zingt en klinkt het geluid wat warmer dan het langere aanhoudende en metaalachtig klinkende lied van de fluiter. 

Maar in het veld klinkt dat altijd net weer even anders. Het uiterlijk van de bergfluiter heeft nog het meeste weg van de fitis en daar kun je mooi de fout mee ingaan als de vogel niet zingt.

Maar goed, hij zat er. Luid en duidelijk, zingend en wel in een struik vlak voor mij. Goed zichtbaar maar erg beweeglijk en lastig te fotograferen. De fitis die ook in die struik zat, zorgde voor verwarring omdat die niet zong en regelmatig in beeld kwam en mij voor de gek hield. Gelukkig was de bergfluiter niet zwijgzaam anders was dit weer een van die kansloze missies geweest.

Wil je meer weten van deze verdwaalde bergbewoner, klik dan op de link;
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bergfluiter

dinsdag 27 april 2021

Twee bonte vliegenvangers?

De bruine variant bonte vlieg(m)
De bonte vliegenvanger is weer nadrukkelijk aanwezig in de boswachterij Dorst. Volgens mij een week of twee later dan de voorgaande jaren. Ik twijfel er nog steeds aan of het zo is, maar de koude maand april kan hier mede oorzaak van zijn. De vogels blijven op hun terugreis wachten tot het weer wat beter wordt en dat kan de juiste windrichting zijn of een wat aangenamere temperatuur. Een wat aangenamere temperatuur betekent ook meer insecten en dus meer eten. En eten hebben ze na die enorme reis in grote hoeveelheden nodig.

Zouden ze toch doorvliegen met een sterke noordenwind tegen dan kost dat extra energie en als er dan ook nog eens weinig te eten is, dan is de kans op overleven ineens een stuk kleiner. Maar goed, ze zijn er weer en zo te zien en te horen gaat het goed met ze en kan het broedseizoen beginnen. Nu wist ik al wel dat de mannetjes bonte vliegenvangers in twee uitvoeringen rondvliegen maar echt de verschillen duidelijk kunnen zien, was mij nog niet eerder goed gelukt.

De zwarte variant bonte vlieg(m)
De mannetjes kunnen in een wat bruinere vorm voorkomen en in een echte zwarte vorm. De zwarte variant is eigenlijk een meer noordelijke vogel maar komt dus ook hier voor, of het is een doortrekker. 

De witte accenten op het voorhoofd, de vleugels en staartpennen zijn bij beide mannetjes, bruin of zwart, hetzelfde. De bruinere variant lijkt sterk op een vrouwtje maar de twee kleine witte stipjes op het voorhoofd, net bovenaan de snavelbasis, maken het verschil. Een vrouwtje mist die witte stipjes en dat is dan weer makkelijk als je een zwijgzaam mannetje ontmoet.

De mannetjes van afgelopen week, waren te druk met het bezetten van het territorium en de vrouwtjes te lokken, dat ze mij vrijwel compleet negeerden.. Dat betekende dat ik de bonte vliegenvanger tot op minder dan twee meter kon benaderen. Ze zijn zo druk met dit belangrijke werk dat het ondanks het mogelijke gevaar, ze gewoon doorgaan.

Bonte vliegenvanger(v)
En om het helemaal makkelijk te maken, zitten in het zelfde broedgebied ook nog grauwe vliegenvangers. De mannetjes lijken eerder op de vrouwtjes bonte vliegenvangers en dat schept verwarring. Alleen als je de grauwe uitgebreid kunt bekijken zie je de dunne streepjes op de borst en kop.

Er zitten dus geen twee soorten bonte vliegenvangers, of ondersoorten in de boswachterij Dorst maar twee verschillende uitvoeringen van een soort. En met wat geluk kom je ze alle twee op een wandeling tegen.

Wil je meer weten van deze kleine druktemaker, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bonte-vliegenvanger

donderdag 22 april 2021

Draaihalzerij.

De duinen van Ouddorp in alle vroegte
De mooiste waarnemingen doe je op de meest onverwachte momenten. Een bijzondere nieuwe soort spotten omdat je naar een plek gaat waar "tig" andere vogelaars met telescopen en enorme fototoestellen opgesteld staan is eigenlijk helemaal niet leuk. Dat maakte ik eind vorig jaar nog mee in Ouddorp toen we toevallig uitliepen bij dik tachtig vogelaars die in de Coronatijd bij elkaar stonden te kijken naar de goudlijster. Een goudlijster in Nederland zien is extreem bijzonder en ik snap ook wel dat iedereen deze zeldzaamheid wil zien maar de manier waarop staat mij niet aan.

De draaihals!
Ik moest hier aan terug denken omdat ik deze week in Ouddorp was voor een vroege wandeling in de duinen. Om 5.30 uur was ik op pad gegaan omdat ik bij het eerste licht in de duinen wilde zijn. De vroege nachtegalen zetten dan hun beste pootje voor en onthalen je dan met een fantastisch concert. En zij niet alleen, ook de roerdompen en sprinkhaanzangers doen mee, om van de rest maar te zwijgen want het gaat er dan als een oordeel, zoveel zingende vogels laten zich van hun beste kant horen. Op die wandeling hoor en zie ik dan ruim zeventig soorten vogels en dat aantal is bijna nergens te evenaren.

Ik had al een dik uur door de duinen gelopen en de zon kwam net op en het zachte strijklicht bescheen de duindoornstruiken en de buntgraspollen glinsterden van de dauw. Dit is echt het mooiste moment van de dag en ik weet zeker dat de vogels dat ook vinden. Uitbundig zingen, poetsen en voedsel zoeken daar begint de dag mee. 

een prachtige kneu(v)
In een struik zat een mannetjes kneu te zingen, een roodborsttapuit zat te tikken omdat ik te dichtbij kwam, fitissen neurieden hun treurige lied, boom- en veldleeuweriken zongen uit volle borst en dit is een van de weinige plekken die ik ken waar ze samen te horen en te zien zijn. Het vogelparadijs is wakker.

In een struik zat een vogel zich uitgebreid te poetsen en ik zag direct dat dit niet een van de vaste duinbewoners was. Na een uitgebreide studie ontdekte ik dat het een van de kleinste Nederlandse spechten was. Een draaihals had dit duingebied uitgekozen om even bij te komen van zijn lange reis uit het zuiden want broeden doen ze hier in de duinen niet.

Voor mij een superwaarneming want zoals ik al schreef, zijn dit de mooiste waarnemingen. Onverwacht, alleen en zelf uitzoeken waar je nu mee te maken hebt. De draaihals ziet er heel anders uit dan de andere spechten en is veel minder uitbundig gekleurd. Hij heeft een verenpakket met overwegend bruintinten en een donkere kop-rugstreep. Niet spectaculair en niet opvallend.

Wil je meer weten van deze super zeldzame specht, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/draaihals

dinsdag 20 april 2021

Ik wou dat ik een wouw zag.

Noorderplaat in de vroege ochtend
Niets is zo onvoorspelbaar als de vogeltrek. De vogeltrek op zich staat vast, zelfs de periode waarin een vogel vanuit Afrika in Nederland aankomt en dat kan zelfs tot op de week precies voorspelt worden (tenminste als we een normaal voorjaar hebben). Maar de exacte koers wordt door een onvoorspelbare factor bepaald en dat is bijvoorbeeld de windrichting. Een harde westenwind of een harde oostenwind bepalen dan de exacte route naar het verkozen broedgebied. 

Zo zie je bijvoorbeeld tijdens de kraanvogel trek dat de vogels bij westenwind over Duitsland en het Nederlandse grensgebied noordwaarts vliegen. Maar bij een stevige oostenwind of noordoostenwind kunnen deze kranen zomaar over ons hoofd naar het noorden vliegen. Dus tijd en richting staan vast maar de exacte koers is variabel.

Deze situatie maakte ik afgelopen week in de oude rietpolder, de Noorderplaat in de Biesbosch mee. De vroege BMP telling(Broedvogel Monitoring Project) van SOVON stond namelijk op het programma.

zwarte wouw(Y.Seminario)
De dag ervoor was een zwarte wouw aangekomen in de Noordwaard en zou hoogstwaarschijnlijk daar de nacht doorbrengen, Deze vogel is van Afrika op weg naar de broedgebieden in het noorden van Europa. Waarschijnlijk heeft de wind de koers bepaald en ervoor gezorgd dat hij bij ons in de buurt verzeild is geraakt.

Ik had in diverse landen in en buiten Europa vaker zwarte wouwen gezien maar nog nooit in Nederland. De vroege tocht, nog in het donker, voer langs de polder waar de zwarte wouw mogelijk overnacht heeft. Opletten dus! Al gauw was duidelijk dat we de vogel niet zouden zien, hij zat niet in de Ganzewei en in ons telgebied leek niets wat voorbij vloog op een zwarte wouw. De roofvogels vlogen die ochtend in flinke aantallen want we tikten makkelijk de tien bruine kiekendieven aan, drie zeearenden, twee visarenden, twee haviken en een buizerd vlogen voorbij.

Buitenkooigat met aan de overkant de
Ganzenwei waar de zwarte wouw sliep
Laag over het riet zagen we een donkere roofvogel jagen. Heel anders dan een kiekendief die je met zijn kenmerkende vlinderachtige en trage vlucht makkelijk herkent. Stugge vleugelslag, vastberaden vliegend, donker en kop met een lichtere kleur dan het lijf naar beneden zocht de vogel naar een prooi. De twijfel sloeg toe, dit leek wat weg te hebben van een kiekendief maar dan anders. Toen de vogel voorlangs vloog was de gevorkte staart het verlossende kenmerk, dit is de zwarte wouw die hier sinds gisteren verbleef. 

Eindelijk mijn eerste zwarte wouw in Nederland. Ik had de vogel met wart extra inspanning al eerder kunnen zien want vorig jaar vloog er ook een over alleen zag ik die niet ook al werd ik via een appje ingeseind dat de vogel er aankwam. Wat geduld betaalt zich uiteindelijk uit in een mooie zeldzame waarneming, zo zie je maar.

Wil je meer weten van deze bijzondere verschijning, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-wouw

vrijdag 16 april 2021

Toch nog een klapekster gespot.

Klapekster in april
Een klapekster spotten is niet vanzelfsprekend. Dat was het in het verleden in de winter wel. In de bossen van Dorst, Strijbeekse Heide, Bleeke Heide en Biesbosch waren altijd al de geijkte plekken om een klapekster tegen te komen. Maar de laatste paar jaar moet ik daar steeds meer moeite voor doen. Dit jaar stond de teller nog op nul en had ik mijn pijlen alweer op de komende winter gericht. Later in het jaar zou ik dan een nieuwe kans krijgen om de vogel bij te schrijven op de jaarlijst van 2021.

Meestal lukt dat wel en loop ik er zo nog wel een keer tegenaan. Maar de steeds maar aanhoudende winter waar we nu alweer weken in verzeild zijn geraakt (die ikzelf zo gigantisch beu ben), zorgde ervoor dat de drang om te vertrekken voor sommige vogels nog niet zo groot is. 

Polder Lepelaar in de vroege ochtend
In de bossen van Dorst zitten bijvoorbeeld nog steeds flink wat kleine en grote barmsijzen. En zo zat er dus, tegen alle verwachtingen in, nog een hele late klapekster in de Polder Lepelaar in de "natte" Biesbosch.

Een zeldzaamheidje zo half april en in Nederland kun je ze amper op een paar vingers van een hand tellen. Zo weinig zijn er nu bij ons nog aanwezig. Ik ben benieuwd of dit een mannetje of vrouwtje is geweest want de ze broeden eigenlijk al vanaf eind maart en we zitten nu half april. 

Karakteristieke houding van de klapekster
Zou dit een jonge vogel van afgelopen jaar zijn en nog aan zijn of haar eerste broedseizoen gaan beginnen? En broeden in Nederland zit er niet in want het laatste broedgeval dateert alweer van ruim twintig jaar geleden. 

Een raadselachtige waarneming want ik kan hem niet goed plaatsen in deze tijd van het jaar. Voor de jaarlijst een mooie extra waarneming maar daarbij hoort ook enige bezorgdheid of de vogel toch wel fit genoeg is voor de verre thuisreis.

Wil je meer weten van deze witte winterse verschijning, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/klapekster

dinsdag 13 april 2021

Heerlijk hoempende roerdompen.

goed gecamoufleerde roerdomp
Eind maart riep, op een vroege ochtend aan de rand van de oude rietpolder De Vijfambachten in de Biesbosch, de roerdomp. De eerste van het broedseizoen en zeker niet de laatste want er staan de komende tijd vijf vroege broedvogel inventarisaties op het programma. De ene keer in de Vijfambachten en Ruwen Hennip, de andere keer in de grote rietpolder, de Noorderplaat. 

Elke telling levert wel een paar roepende roerdompen op. Af en toe vliegt er een op en naarmate het broedseizoen vordert, neemt die kans op een zichtwaarneming toe. Straks als de jongen groter worden, zijn de ouders druk met foerageer- vluchten en is de kans op een zichtwaarneming groter. 

De roerdompen in de oude rietpolders gedijen hier prima. Na het herstel van de water in- en uitlaat en een goed beheer van de polder en waterstand, is hier een roerdompen paradijs ontstaan. De telling in de Noorderplaat van afgelopen weekend, door een collega teller, leverde maar liefst zeven roepende roerdompen op. Volgens mij een record. 

roerdomp in paalhouding
Elk jaar probeer ik iedere individuele roerdomp op basis van zijn gehoemp te "herkennen". Het schijnt zo te zijn dat elke roerdomp zijn eigen liedje zingt of hoempt. De combinatie van hoempen; hard-zacht, lang-kort en aantal keren hoempen in de verschillende combinaties maakt het mogelijk om elke individuele roerdomp te herkennen. Echt lukken wil het nog niet. In de Noorderplaat zat een roerdomp, in het meest westelijke stuk van de rietpolder, die elke keer drie hoempen liet horen en elke hoemp duurde even lang. Dat was dus zijn "handtekening". 

Onderzoekers die zich hier op hebben toegelegd, hebben jaren nodig om in een bepaald gebied de vogels op hun baltsroep te herkennen. Dus ik heb niet de illusie dat ik de roerdomp van vorig jaar in het westelijke deel van de Noorderplaat weer herken. Ik ga het natuurlijk wel proberen, al zal het een moeilijke klus worden, want dit jaar zitten daar dus zeven roerdompen en zie hem er dan maar eens tussenuit te pikken.

Dat in deze polder nu zeven vogels zitten te roepen, is bijzonder want volgens mij is dit gebied te klein voor zoveel vogels. Een roerdomp heeft een flink territorium nodig en het seizoen is nog jong dus het kan zijn dat er nog een paar vogels het gebied uitgedrukt worden. Geen probleem want in de Biesbosch er zijn nog genoeg lange en brede rietkragen beschikbaar.

Wil je meer weten van deze bijzonder schuwe rietvogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roerdomp

vrijdag 9 april 2021

Is de grote barmsijs echt groot?

kleine barmsijs
Op 1 april en dat is geen grap, maar ook in de week daarna, vlogen in de Boswachterij Dorst nog tientallen kepen, sijzen en barmsijzen rond. Ik had er eigenlijk al niet meer op gerekend dat deze wintergasten nu nog hier zouden zijn maar het kan natuurlijk ook zo zijn dat deze sijzen en kepen op doorreis zijn en vanuit wat zuidelijker gelegen gebieden op weg zijn naar huis. De hele winter kom je hier wel eens een paar sijzen, barmsijzen en een incidentele keep tegen maar zoveel dat er nu zitten heb ik de hele winter nog niet meegemaakt. 

De vogels hadden een uitgesproken voorkeur voor de berken met hun bloeiende katjes. Ik denk dat ze daar voldoende voedsel uit weten te halen om de lange reis naar huis te kunnen maken. Nadeel van deze vogels is dat ze graag in de toppen van de bomen foerageren, erg druk en opvliegerig zijn. Het valt daarom niet mee om elke individuele vogel goed te bekijken. Elke keer vloog de groep op , maakte een rondvlucht en landde weer in de toppen van de boom ernaast of wat verder en nogal eens net iets te ver voor mij.

grote barmsijs(m)
Toch lukte het om de barmsijzen steeds even beter te bekijken. Het kan ook zijn dat ik steeds dezelfde sijs een tiental keren heb bekeken. Er zit wel degelijk verschil in de soorten, de `gewone` sijs heeft altijd wat geels in het kleed. De vrouwtjes wat minder dan de bijna kanariegele mannetjes sijzen. De verschillen tussen de barmsijzen liggen een stuk subtieler. De grote barmsijs die tussen de kleine barmsijzen zat, viel wel op door de felrode kleur op een bleek, bijna wit-grijs verenkleed. De grote barmsijs is niet zozeer zichtbaar groter maar wel anders gekleurd dan de kleine barmsijs die echt wat warmer bruin gekleurd is.

De kleine barmsijzen waren samen met een groep kepen al van verre te horen en te zien. Steeds een korte vlucht en luidruchtig foeragerend in de toppen van de berken en lariksen in een tijd dat het broedseizoen voor hun over minder dan twee weken begint. Opmerkelijk om ze dan hier nog te zien. In gedachten wenste ik alle sijzen, groot en klein een goede thuisreis toe. 

Wil je meer weten van de grote en kleine barmsijs, klik dan op de link,
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grote-barmsijs
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-barmsijs