donderdag 1 november 2018

De brutalen hebben de halve wereld.

blauwe reiger krabt zich eens achter de "oren".
In een vorig blog kwamen de kleine zilverreigers aan bod en schreef ik ook nog over de grote zilverreiger en koereiger. Deze reigers zijn stuk voor stuk schuwe vogels die je altijd op een afstandje ziet. Je ziet geen van deze drie reigers in bewoond gebied naar voedsel zoeken. Dat doen ze eigenlijk allemaal zonder uitzondering in de open polders, langs rivieren en in de Delta.

De blauwe reiger is daar een uitzondering op en die kwam zelfs bij ons in de tuin om de vissen uit de vijver te halen. Hij bleef dan soms onver-schrokken op de schutting zitten en moest je zelfs naar buiten en op hem toelopen om hem te verjagen en dan vloog hij nog met tegenzin op.

Hoe komt het toch dat dit familielid van de drie eerder genoemde witte reigersoorten zo onver-schrokken is? Nu verblijven die drie witte reigers niet een heel jaar bij ons in de buurt en dat doet
die blauwe wel en komen de witte reigers nog niet zo lang in Nederland voor als die blauwe, dat is allemaal waar. Maar als het om voedsel vergaren gaat, gaan de meeste vogels wel over de angstdrempel en daarom denk ik dat het een kwestie van tijd is dat ook de grote zilverreiger in de tuin op bezoek komt.

Want waarom zouden de witte reigers een makkelijk hapje uit de weg gaan? Ze hebben wat dat betreft een goed voorbeeld aan hun blauwe familieleden. En zo zie je maar dat als dieren lang genoeg in de buurt van mensen leven en wij op onze beurt in de buurt van de dieren er toch een zeker vertrouwen naar elkaar toe ontstaat. Steeds een stapje dichterbij en op een gegeven moment is het vanzelfsprekend geworden dat we in elkaars nabijheid leven en laten leven. Hoewel ik mijn buks soms wel wilde pakken om zo'n blauwe reiger mijn tuin uit te schieten als er weer eens een prachtig zelfgekweekte ronde glinsterende goudvis opgeslokt werd.

Ja, ik ben benieuwd of ik het nog mee ga maken hoe dit mini stukje evolutie zich ontwikkelt?

Geen opmerkingen: