dinsdag 30 oktober 2018

Jan van gent als bijvangst.

volwassen/adulte jan van gent
Een bijvangst van het meeuwen spotten van de laatste tijd is de jan van gent. Langs de Zeeuwse zeedijken en dammen, op de boot zo'n dertig kilometer uit de kust van Scheveningen, overal doken ze op.

Het zijn supersnelle vliegers en ineens zijn ze er, schieten tussen de groepen meeuwen door en zijn ze vaak te snel af. De grote stukken makreel die overboord gingen, werden vaak door de jan van genten voor de snavels van de grote meeuwen weggekaapt.

2e kalenderjaar jan van gent.


Jan van genten zijn echte zeevogels en komen vrijwel nooit boven land of het moet om te broeden zijn. Dan zitten ze met tienduizenden bij elkaar op een grote rots zoals bij Bass rock voor de oostkust van Schotland. Ik heb ze daar tijdens een vakantie al eens gezien, de rots zag wit van de jan van genten en vogelstront. Boven de rots krioelde het van de jan van genten en van daaruit is het maar een pesteindje vliegen naar de Nederlandse kant van de Noordzee. Als de wind goed staat, noord of noordwest, liefst kracht 5 of meer dan worden deze zeezeilers naar ons deel van de Noordzee geblazen. Het is dan niet moeilijk om ze te spotten, ze zijn namelijk groter dan de meeste meeuwen en met hun spitse vleugels, plotselinge wendingen en duikvluchten vallen ze direct op.

juveniele jan van gent(voorjaar 2018)
Jan van genten zijn met name in de herfst, met een piek in oktober hier te zien, en er verblijven dan naar schatting een kleine 36.000 jan van genten in het Nederlandse deel van de Noordzee. In de winter trekken ze verder weg en blijven de hele winter op zee.

De jonge of juveniele vogels zijn bruin en nog niet zo mooi getekend zoals adulte vogels zijn. Daar doet zo'n jonge vogel toch een kleine vijf jaar over. Ik heb ze de afgelopen weken op zee in alle kleden kunnen zien.

De jonge vogels doen verder niet onder voor de volwassen exemplaren en zijn net zo dominant en brutaal in een groep meeuwen als hun volwassen voorbeelden. Wat dat betreft weten ze zich wel staande te houden, maar wat wil je als je er zo uitziet als op de foto hiernaast. Dan ga je als meeuw toch wel even uit de weg als deze griezel op je af komt vliegen. Ze hebben wel iets pre historisch in hun voorkomen.

Een mooie dag om een keer alle jaarkleden van de jan van gent van dichtbij te zien. Wil je meer weten van deze prachtige zeevogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/jan-van-gent

vrijdag 26 oktober 2018

Veelvraten.

meeuwen duiken op stukken toegeworpen makreel.
Dat een meeuw een flinke schrokop kan zijn, dat wist ik al. Ik had meeuwen in het voorjaar al eens een ei uit een nest zien wegkapen, een eendenkuikentje zien pakken en opeten en de afgelopen weken op zee meermaals grote stukken vis zien opschrokken. Die beesten weten er wel weg mee en zijn niet erg kies-keurig of het nu mantelmeeuwen of zilver-meeuwen zijn, geelpoten of pontische zijn, het zijn beesten waar je als klein vogeltje voor uit moet kijken.
Maar dat meeuwen echte roofvogels zijn, heb ik eigenlijk de afgelopen twee weken pas goed van dichtbij meegemaakt. Twee weken geleden zag ik op volle zee, zo'n dertig kilometer voor de kust van Scheveningen, een mantelmeeuw een laagvliegende koperwiek uit de lucht plukken en heelhuids naar binnen werken.

zie hier maar eens veilig langs te komen.
Het beestje volgde de kustlijn op weg naar het zuiden, hij was op trek en had al een paar duizend kilometer achter de rug toen het noodlot toesloeg. De mantelmeeuw slikte de vogel gewoon levend en wel, met veren en al door.

Vandaag kwam daar nog zo'n spectaculaire actie bij. Op de zeedijk bij Westkapelle zag ik de meeuwen van alle soorten in alle kalenderjaren voorbij vliegen, op zoek naar een hapje eten. Dat gaat vrij rustig, ze speuren de kustlijn en zeedijk af en duiken naar beneden als ze iets eetbaars vinden.

Zo op het oog niets bijzonders, tot het moment dat plotseling meerdere meeuwen de vleugelslag versnelden en achter een kleine vogels aangingen. Het leek wederom om een lijster-achtige te gaan. Wat beter gekeken, bleek het om een stormvogeltje te gaan, een zeldzaam vogeltje dat door de krachtige noordnoordwesten wind naar onze kust was geblazen.

De meeuwen achtervolgden de vogel en kregen hem ook te pakken, werd aan de vleugel vastgepakt en meegetrokken. Het leek einde oefening te worden voor dit stormvogeltje. Ik had met hem te doen en schreef hem met pijn in het hart al af. Treurig want het was mijn eerste stormvogeltje ooit.
Tot een oplettende vogelaar riep, "hij is los, kom op jongen, maak dat je wegkomt, je kan het." Het klinkt misschien gek maar ik was oprecht blij en stak mijn vuist in de lucht. 1-0 voor mijn eerste stormvogeltje.
Een onstuimig zeetje, precies wat de vogelaar graag ziet.

dinsdag 23 oktober 2018

Ontelbaar veel eenden.

zomaar een slikrandje waar een groep eenden, vooral smienten, met de kop in de veren zit
De komende zes maanden worden, rond de 15e van de maand, in de Noordwaard onderdeel van de Biesbsoch, alle vogels geïnventariseerd. We doen dat met een vast groepje tellers en tellen dan ruim een halve dag een groot deel van de "nieuwe" Biesbosch, het gaat dan namelijk om de oude landbouwpolders die begin 2016 plaats hebben moeten maken voor het project "ruimte voor de rivier". En daar gaat het in prioriteit ook om, het zo snel mogelijk bergen en weer afvoeren van grote hoeveelheden water die via de grote rivieren uit Duitsland worden aangevoerd. Op die manier houden ze op die momenten in Gorinchem en Dordrecht ook droge voeten.

op de voorgrond een pijlstaart man en verder wat krakeenden
Op de tweede plaats komt de natuur en dat gaat volgens mij nu alweer bijna drie jaar perfect samen. Ik zie tijdens de tellingen de aantallen watervogels alleen maar toenemen en ontwikkelt het gebied zich nog steeds, en gelukkig nog steeds in het voordeel van de vogels. De aantallen watervogels zijn zowat ontelbaar geworden. Tienduizenden eenden en vele duizenden ganzen hebben van de Noordwaard hun thuis gemaakt. De slikranden en modder-platen worden bezet door vrijwel alle eenden soorten die Nederland kent, de uitgestrekte graslanden met alle ruigte die er mag groeien zijn het domein van vrijwel alle ganzensoorten die Nederland kent, uitzondering is de rotgans die de kust boven de Noordwaard verkiest. Alhoewel ik die rotgans ook al een keer in de Noordwaard ben tegengekomen.

ook de soepeenden tellen mee.
Op zaterdag de dertiende hebben we alle polders in de grote Noordwaard afgestruind en kwamen we naast al die eenden en ganzen ook weer een paar hele bijzondere vogels tegen en dat zijn voor ons dan ook de krenten in de pap. In de Muggenwaard, een groot nat gebied met daaromheen een grote strook ruig grasland, zagen we een smelleken jagen. Een kleine valkachtige roofvogel die zigzaggend laag over de velden op zoek was naar prooi. Je moet goed opletten of je mist de kleinste roofvogel van Europa finaal.

Wat verderop vloog laag boven de polder Donderzand een rode wouw. Deze vogel was duidelijk op trek en we wisten van zijn komst. Via de groepsapp was de vogel een klein uurtje eerder al aangekondigd waardoor we extra alert waren en regelmatig de hemel afspeurden. Deze havikachtige vogel broedt ook in een klein aantal in Nederland maar komt in het oosten, Duitsland, Polen en Denemarken algemeen voor en mogelijk breidt de populatie zich langzaam westwaarts uit. Dat zou toch mooi zijn?

De komende maanden inventariseren we tot we de tel kwijt raken. De aantallen die we gaan zien spreken tot de verbeelding. Wat is het toch geweldig dat een grote ingreep in de natuur ook goede kanten heeft.

vrijdag 19 oktober 2018

Meeuwen zijn gevaarlijk..

foeragerende kleine en grote mantelmeeuwen
Op de een of andere manier wekken de meeuwen mijn interesse meer dan andere groepen vogels zoals bijvoorbeeld eenden en ganzen. Van de andere kant wil ik mij ook weer niet teveel verdiepen in deze groep vogels want ik ken een paar meeuwen specialisten en daar is volgens mij iets mis mee. Deze vogelaars weten alles van meeuwen maar hebben in het proces naar deskundigheid iets overgehouden. Ze zijn, zeg maar, een beetje kierewiet.

En daar zit mijn angst een beetje, want wat houd ik er aan over als ik straks, over een paar jaar of meer, ook alles van meeuwen weet. Nu denk ik van de andere kant dat ik mij niet al teveel zorgen hoef te maken want ik denk dat het mij niet gaat lukken om meeuwenexpert te worden.


juveniele geelpootmeeuw
In de wereld van de meeuwen heb je namelijk niet alleen te maken met het onderscheid van de verschillende meeuwensoorten maar heb je ook te maken met de vele verschillende verenkleden in de eerst drie tot vier levensjaren van een meeuw. Veel van die jaarkleden komen dan weer overeen met de kleden van een ander soort. Het verschil zit dan weer in de grootte van de vogel, de snavelvorm met wel of geen uitgesproken gonys en kleur van de poten om maar wat te noemen.

En alsof het nog niet gekmakend genoeg is, hebben vogels uit het noorden die in het najaar bij ons rondhangen, ook nog eens een verenpakket dat in een ander rui stadium is dan onze meeuwen. Dit alles zorgt er onherroepelijk voor dat er ergens in je hoofd iets knakt, onherstelbaar is en zorgt voor een verslaving aan meeuwen spotten. Je wil het gewoon weten. Dat laatste begint nu bij mij langzaam maar zeker de kop op te steken en raak ik steeds gefascineerder in die meeuwenwereld. Aankomende zondag is net als twee weken geleden een studiedag op zee gepland. Ruim 25 km uit de kust gaan we vanaf een schip de meeuwen weer aan een nader onderzoek onderwerpen. Ver op zee komen vrijwel alle meeuwen voor en kun je op een dag drieteenmeeuwen, pontische meeuwen, geelpootmeeuwen, zwartkopmeeuwen, kokmeeuwen, kleine- en grote mantelmeeuwen en misschien een vorkstaartmeeuw voorbij zien vliegen.

een buissnavelige
En het zal die dag al verwarrend genoeg zijn met daarbij ook nog eens de kans op een noordse stormvogel. De noordse stormvogel ziet er uit als een meeuw maar is dat niet, Dit is een vogel uit de orde van de buis-snaveligen en is familie van de stormvogels. Een bijzondere gast die graag in de buurt van schepen komt waar met name visafval overboord gegooid wordt. En dat gaan we dan ook doen, dus wie weet.

Maar het moet nu toch wel duidelijk zijn, dat ik toch een zeker risico ga lopen en dat het helemaal mis kan gaan met mij. Zoveel combinaties en variaties die ook nog eens niet stil zitten en door elkaar vliegen, als dat maar goed afloopt.

Stel dat het goed afloopt en ik met mijn meeuwenkennis weer een stap dichterbij kom en meeuwen ga herkennen, dan kom ik er nog eens op terug.

dinsdag 16 oktober 2018

Kleine zilvers.


8 kleine zilvers(6 op de foto) bij elkaar.
Twee keer per jaar staat de vogelwereld op zijn kop. Dat weten we inmiddels wel, in het voorjaar en het najaar vliegen vogels over de hele wereld heen en weer. Vogels die normaal gesproken aan de kust te zien zijn, zie in die periode even in het binnenland.

Lekker makkelijk want dan hoef je niet ver te rijden om deze vogels te bekijken en zulke vogels zijn bijvoorbeeld de koereiger en de kleine zilverreiger. Die laatste zat afgelopen maand in flinke aantallen in de Biesbosch. In de Noordwaard net buiten Werkendam zaten ze soms in groepen bij elkaar.

Het zijn er maar een paar honderd die vooral in de Delta rusten en vandaar verder doortrekken naar het zuiden. Een mooie waarneming voor de Biesbosch want daar zijn ze maar even te zien.

grote (broer) zilverreiger
Als je de kleine zilverreiger zo alleen in de slootkant ziet staan, valt het niet zo op dat hij werkelijk klein is. Staat deze kleine reiger in de buurt van een grote mantelmeeuw of bergeend dat zie je pas wat een klein vogeltje het eigenlijk is. Die zijn, al zou je het niet zeggen, een stuk groter dan deze reiger.

In de vlucht is deze reiger nog het makkelijkst te herkennen aan zijn "voeten", die zijn namelijk geel en de rest van de poten zijn zwart. Andere reigers hebben niet van die opvallende "schoenen". Trouwens, 
koereigertje in de Biesbosch
in Engeland wordt de kleine zilverreiger wel eens de "lady with the golden slippers" genoemd, een hele mooie toepasselijke naam.
De koereiger is ook zo'n bijzondere bezoeker van de Noordwaard. Afgelopen maanden waren die ook regelmatig te zien, niet in die grote aantallen maar een paar kon je er altijd wel vinden. De koereiger is zelfs nog ietsje kleiner dan de kleine zilverreiger en heeft een wat lomper silhouet en hij kijkt ook wat norser.

Wil je meer weten van deze mooie spierwitte reiger, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-zilverreiger

vrijdag 12 oktober 2018

Gevaarlijke vogeltrek.

het oververmoeide zwartkopje rust uit op een kist vis
Bij de vogeltrek heb je altijd een wat roman-tisch beeld. Vogels die in het najaar vanuit het hoge noorden naar het warme zuiden vliegen. De ene soort navigeert op de stand van de sterren en de maan, de ander volgt het magnetisch veld en weer anderen volgen de infrastructuur zoals kustlijn en grote rivieren.

Dat zo'n tocht niet zonder gevaar is kunnen we ook nog wel bedenken maar daar krijgen we eigenlijk maar weinig van mee. Het grootste gevaar is de jacht en vogelvangst met netten in zuid Europa en minder bekend is de dreiging van rovers, uitputting en weersomstandig-heden.

Dat komt natuurlijk ook omdat wij daar niet echt bijzijn als het op deze tocht misgaat en daarom schrijf ik er nu een keer over omdat ik het verschijnsel van zeer nabij heb gezien.

een echte zeevogel, jan van gent
Vanaf een schip op de Noordzee keken we naar zeevogels zoals jan van genten, grote jagers, zeekoeten, noordse stormvogels en pijlstormvogels toen een jonge zwartkop op het dek landde. Het beestje was oververmoeid, overwon zijn angst en bleef rustig tussen ons inzitten. Hij bleef de hele dag aan boord en at de voedselrestjes van het dek, zat zelfs even op de neus van mijn rechterschoen. Ook een roodborst, koperwiek en winterkoning kwamen kort aan boord om even op adem te komen. De roodborst was waarschijnlijk op weg naar Engeland om daar te overwinteren. De routebeschrijving van de winterkoning kende ik niet en de koperwiek kon later zomaar op de 2e Maasvlakte landen.

meeuwen op zoek naar een lekker hapje
En toen besefte ik dat er voor heel veel vogels geen schip in de buurt is als ze over zee vliegen, op weg naar het zuiden waar het weer lekker, en voedsel in overvloed is. Ondertussen vlogen kramsvogels, gele kwikken en piepers over de boot. Kwieke vleugelslagen, zo fit als een hoentje en nog geen tekenen van vermoeidheid ook op weg naar het zuiden.

Een koperwiek vloog laag over het water, recht op een groep foeragerende grote mantel-meeuwen af en dat was een onherstelbare fout. Een mantelmeeuw wist de koperwiek uit de lucht te plukken en dook ermee het water in, de natte koperwiek verdween in de gulzige bek van de meeuw en werd zo een hapje tussendoor.

Het is goed om de trek ook eens van andere kant te zien maar liever niet te vaak, want ik had toch wel met ze te doen.

dinsdag 9 oktober 2018

Mag het een "pontje" meer zijn?

grote pontische meeuw
Een van de hotspots in Nederland om meeuwen te spotten is de zeedijk bij Westkapelle. In mijn vorige blog schreef ik daar al wat over en toen ging het met name over de vrij zeldzame geelpootmeeuw. Naast deze zeldzame meeuw zagen we daar nog een zeldzame meeuw, de pontische meeuw.
Wat jaren geleden werd de pontische meeuw als ondersoort van de geelpootmeeuw beschouwd maar die zienswijze is veranderd en wordt deze meeuw als zelfstandige soort gezien. Deze meeuw komt van oorsprong voor rond de Kaspische zee en Zwarte zee en trekt met name aan het eind van de zomer rond en is bij ons in het land te zien.

Deze meeuw is voor mij een lastige en moeilijk te herkennen. De meeuwenexcursie heeft mij wel weer wat meer kennis opgeleverd maar het blijft de komende tijd vooral de boeken er op naslaan. De pontische meeuw is vrij groot maar heeft een kleine
3e winter pontische meeuw
kop en donker oog. De op het eerste gezicht gelijkende zilvermeeuw heeft een veel grotere kop en geen oranjerode oog ring. Een volwassen zilvermeeuw heeft een hele lichte iris en dat heeft de pont dus niet. Dus daar ga ik mij de komende tijd meer op richten als ik weer eens wat meeuwen bij elkaar zie staan.

Tijdens de meeuwenexcursie ontdekten we zowel geelpootmeeuwen als pontische meeuwen in verschillende kalenderjaren. Met name de jonge onvolwassen meeuwen zijn erg moeilijk uit elkaar te houden. Dan komt er nog wat bij, noordelijke vogels uit Scandinavië ruien eerder dan onze meeuwen waardoor de kleden van de vogels in de verschillende kalenderjaren ook nog eens een verschillend rui stadium laten zien en hou dat maar eens uit elkaar.

Wil je meer weten van deze van oorsprong oost Europese meeuw, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/pontische-meeuw

vrijdag 5 oktober 2018

Het geslacht Larus.

volwassen geelpootmeeuw(Larus michahellis)
Een van de lastigste, zo niet dé lastigste groep vogels, zijn de meeuwen. Het aantal meeuwensoorten is nog wel te overzien maar de onderlinge verschillen zijn soms minimaal, zeker als de vogels nog in hun eerste, tweede, derde en soms ook vierde levensjaar zitten. Er zijn meer vergelijkbare overeenkomsten dan verschillen te ontdekken en je moet er dan ook een studie van maken om die verschillen te kunnen ontdekken.

Gisteren was zo'n meeuwenstudiedag aan de zeedijk bij Westkapelle. Onder leiding van een echte meeuwen-specialist, zeg maar gerust een autoriteit op het gebied van meeuwen gingen we op zoek naar de verschillende soorten. Behalve zilver-, kok-, kleine mantel-, grote mantel- en stormmeeuwen zochten we ook naar geelpootmeeuwen en pontische meeuwen. Deze twee laatste soorten zijn erg lastig te herkennen omdat er bij ons gewoonweg niet heel erg veel zitten en je nauwelijks ervaring opdoet in het determineren van deze soorten.

De vogels komen aan het eind van de zomer naar ons land
juveniel mannetje geelpootmeeuw
en kunnen dan de hele winter hier blijven hangen. Ook zijn er al een paar broedgevallen in Nederland bekend, maar die zijn op de vingers van twee handen te tellen. Er worden wel steeds meer geelpootmeeuwen waargenomen maar of dat komt omdat er ook echt meer naar ons land komen is maar de vraag. Het kan ook zomaar zijn dat de kennis van meeuwen steeds grote wordt en er daarom steeds meer gezien worden.

De meeuw is wat grof, dikker dan de kleine mantelmeeuw, lichter gekleurd maar donkerder dan de zilvermeeuw en doet nog het meest denken aan een zilvermeeuw met gele poten. En dan heb ik het over het volwassenkleed. Heb je het over jonge meeuwen van zeg maar een of twee jaar dan heb je echt de hulp van een specialist nodig. Het zal daarom nog wel een tijdje duren voordat ik in staat ben om de geelpoot zonder probleem uit een groep te pikken.

Wil je meer weten van deze mooie maar vooral onzichtbare meeuw, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/geelpootmeeuw

dinsdag 2 oktober 2018

Aalen boven het bos.

aalscholver in de vlucht
Wat niet zo bekend is, is dat aalscholvers ook in grote groepen naar het zuiden vliegen. Maar dat doen ze eigenlijk alleen als het flink vriest. Ze kiezen eerst voor een verblijf aan de kust en als het echt te gek wordt dan gaan ze echt weg. Met die wetenschap ergens weggeborgen in mijn achterhoofd liep ik vanmorgen door de Boswachterij op zoek naar mooie bosvogels zoals de bosuil, goudhaan en goudvink.
Het werd licht, er hing een mooie lage nevel over het oude zwem-bad, de grote groep canadese ganzen had geen haast en de beesten dobberden nog wat rond. Ze overnachten hier in het zwem-bad en trekken in de ochtend naar de foerageergebieden, zelfs tot in de wijk Reeshof bij Tilburg toe.

En toen ik daar zo van stond te genieten, kwam de eerst groep van 17 aalscholvers overgevlogen, strak in een "V" vliegend. Niet veel later nog een groep, dit keer waren het wel 50 aalscholvers, ook weer in een "V" in dezelfde richting vliegend. Ik denk dat deze aalscholvers richting kust gaan om daar de komende maanden te "overwinteren". Zou deze vroege trek een koude periode aankondigen of is dit gewoon een standaard gedrag wat mij nu pas goed opvalt?

volop grote canadese ganzen in het bos
Ik hoop dat het laatst het geval is want op een vroege koude periode zit ik niet te wachten. En de aalscholvers ook niet want die beginnen namelijk in december al met de voorbereidingen van het broedseizoen en dan moet het wel een beetje leuk weer zijn.

Over niet al te lange tijd zie je dan aalscholvers met een witte broedvlek op de flanken vliegen als voorbereiding op een nieuw seizoen.

Maar goed, de waarneming van bijna 70 overvliegende aalscholvers maakte deze vroege boswandeling weer speciaal. En zo is het eigenlijk elke keer wel en is er iets bijzonders in het bos te beleven.