woensdag 22 juli 2015

Veerkracht


Ik kom alweer vele, vele jaren in de Oranjepolder en ook al is het maar een klein poldertje, er is altijd wel iets moois waar te nemen. Zo zag ik afgelopen week in een pas gemaaide wei tientallen Roeken met jongen zitten en toen moest ik weer even aan het afgelopen voorjaar denken.

Want aan de Otterweg, een prachtige naam die doet vermoeden dat hier ooit otters in de brede sloot naast de weg spartelden, tel ik alweer een jaar of vijf de Roekenkolonie. Ik geef de aantallen nesten twee keer per voorjaar door aan SOVON. De eerste keer het aantal nieuwe nesten(takken sjouwen), de tweede keer het aantal bewoonde nesten(er zitten dan Roeken te broeden of vliegen heen en weer met voedsel). Zo wordt duidelijk hoeveel koppels ook daadwerkelijk tot broeden komen.

In die periode is het altijd een drukte van jewelste, een hoop gekakel(en dat dan van roepende Roeken),  is dan al van verre te horen. Het heeft ook iets gezelligs voor mij, dat gebabbel maar wie weet gaat het er verbaal hard aan toe. Wie krijgen de beste plekjes, kom je niet te dicht bij, afblijven dat zijn mijn takken en meer van dat soort gesprekken kunnen het ook zijn.

Dit jaar was het anders, ik telde begin maart 17 nesten, weer een minder dan het jaar ervoor. Het gaat elk jaar ietsje minder met deze kleine kolonie, dit in tegenstelling tot de kolonie in het oksel  van de snelwegen A59 en A27 bij Knooppunt Hooipolder waar ik nu maar liefst 91 bewoonde nesten heb geteld.

Op 31 maart kreeg ik een verontrustend mailtje van Joost, de kolonievogel coördinator van SOVON , het bericht dat de lentestorm van een dag ervoor wel eens grote schade toegebracht kon hebben aan de nesten van de Roeken. Of ik een tussentijdse telling kon doen om zo mee te helpen aan het inzicht hoe groot de schade aan de kolonies was. Joost schatte in dat op hoogte van een meter of acht de windkracht tussen 7 en 9 moet hebben gelegen. Veel schade dus. Ik telde nog maar 11 nesten, 6 waren dus compleet verdwenen. Dat is een gevoelige klap voor deze kleine populatie

Bij Hooipolder waren “slechts” 12 nesten verdwenen. Ik gaf de aantallen door en besloot 2 weken later nog eens te gaan kijken en zag daar een ongelooflijk staaltje “veerkracht”. 17 nesten, allemaal bewoond net alsof er niets was gebeurd.

Hoe zou dat nu gegaan zijn, is de broeddrang zo groot dat 2 keer zo hard gewerkt wordt om de boel weer op tijd op orde te krijgen, is het bouwen van een toch niet gering nest een “eitje”, worden de “pechvogels” aangemoedigd door de buren?  Allemaal vragen die het vogelen zo leuk maakt, je blijft leren.

Geen opmerkingen: