vrijdag 27 april 2018

De snorrende sprinkhaanzanger.

sprinkhaanzanger zingt uit volle borst
De gele rietkragen die je nu overal nog ziet, worden de komende weken overwoekerd door de jonge frisgroene scheuten van dit jaar. Maar dat oude riet is erg waardevol. Er zijn namelijk redelijk wat vogels die met name van dat overjarige riet houden. Jammer genoeg missen we bij ons in de Oranjepolder die oude robuuste rietkragen. Het kleine stukje oud riet zie je alleen nog achter de volkstuintjes aan de Domeinweg. En daar zit dan ook de blauwborst en af en toe ook een kleine karekiet.

Bij Hooge Zwaluwe ligt de Zonzeelse polder, een gebied dat beheerd wordt door Het Brabants Landschap en daar kun je de brede overjarige rietkragen nog volop zien. Daar liep ik een paar dagen geleden en zag zoals verwacht blauwborsten, rietzangers en rietgorzen.

Maar wat ik niet direct verwachtte, waren de snor, die het liefst aan de buitenkant of de "natte" kant zit, en de sprinkhaanzanger die weer aan de andere, "droge" kant van het riet zit. Het ratelende geluidje hoor je al van verre en dan is het even goed speuren tussen de riethalmen om het beestje te zien zingen.

leefgebied van snorren en in de randen
van de sprinkhaanzangers  
Niet alleen de locatie van de vogels bepaalt met wie je te maken hebt, ook de toonhoogte van de zang van een snor en sprinkhaanzanger maakt dat je het verschil goed kunt onder-scheiden.

Zij zingen vergelijkbaar maar zitten nooit in elkaars gebiedje. De snor klinkt wat lager en de zang is wat ronder van klank terwijl de sprinkhaanzanger wat scheller of blikkeriger klinkt. Het vraagt wat ervaring maar dan is het verder ook makkelijk om ze te onderscheiden.

Beide vogelsoorten zitten dus vlakbij elkaar in de Zonzeelse polder en dat is prettig om ze te vergelijken en te leren kennen.

Wil je meer weten van de sprinkhaanzanger, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/ sprinkhaanzanger

dinsdag 24 april 2018

Witgat in het Kromgat.

witgatje(tringa ochropus) 
Een ongewone bezoeker langs Het Kromgat vanmorgen, een witgatje. Een witgat is een steltloper die graag langs de oevers van waterpartijen naar voedsel scharrelt. Je kunt ze echt overal tegenkomen, van de leemputten in de Boswachterij Dorst tot de ondiepe stroompjes in de Biesbosch en sinds vandaag ook langs de regenwaterafvoer Het Kromgat.

Al het overtollige regenwater uit de wijk wordt de polder, via Het Kromgat, uitgemalen. Daardoor staat er altijd wat trek op het stroompje en dat is niet iets waar een witgatje de voorkeur aan geeft. Hij of zij houdt meer van plasjes, moerassen en zelfs van natte bossen.

Het is ook nog eens een steltloper die in bomen nestelt en niet als de kieviten en scholeksters op de grond in akkers en weilanden. Al met al een bijzondere vogel voor de Oranjepolder te noemen.

waar Het Kromgat overgaat in De Donge.
Het is een onopvallende donker gekleurde steltloper die, als je hem ziet, opvalt door het steeds opwippende achterste. De vogel is behoorlijk schuw en vliegt makkelijk op en dat is dan weer wel fijn want dan zie je hem tenminste. De witte stuit is dan opvallende en heel herkenbaar. Daarom had ik hem vanmorgen ook zo makkelijk in de smiezen.

Een witgatje is geen Nederlandse broedvogel en is dus slechts een doortrekker. Dit witgatje zal dus, na wat foerageren in onze regio, doorvliegen naar het oosten of noorden. Het dichtstbijzijnde broedgebied ligt over de grens in Duitsland. De laatste witgatjes zijn over een paar weken vertrokken en dan zien we ze deze zomer niet meer. Ik vermoed dat de eerste pas weer in september ons land bezoeken als ze op weg zijn naar het zuiden om te overwinteren.

Wil je meer weten van deze doortrekkende bezoeker, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/witgat

donderdag 19 april 2018

Blauwborst laat van zich horen.

blauwborst mannetje
Een echte Biesboschvogel en de laatste jaren zeker ook een Oranjepoldervogel is de blauwborst. Een echte rietzanger die wel houdt van wat ouder of overjarig riet. Tijdens de laatste twee broedvogel inventarisaties(BMP) in de Biesbosch zijn de aan-tallen blauwborsten weer aanzienlijk.

Vermoedelijk is de toename van het aantal blauwborsten in de oude rietpolders in de Biesbosch te danken aan de herstelwerkzaamheden van de klepduikers. Het waterpeil is weer hoger, en het oude riet met hier en daar een struikje is ideaal voor deze zangertjes.

In de Oranjepolder zijn de leefomstandigheden voor blauwborsten weer een stuk anders. Geen robuuste, natte, oude rietvelden maar wat drogere rietkragen die van tijd tot tijd ook nog eens gemaaid worden. Toch zie en hoor je hier met enige regelmaat een blauwborst zingen.

Rond de zandopslag bij de waterzuiveringsinstallatie en achter de volkstuintjes liggen wat rietplakkaten die door de blauwborsten goedgekeurd zijn. Het zijn geen toevalstreffers want ik zie en hoor ze hier nu alweer enkele jaren achtereen. De omgevingsfactoren moeten kloppen om tot broeden te komen en blijkbaar voldoet dit gebied aan de minimale eisen.

In de oude rietpolders in de Biesbosch zijn de leefomstandigheden in mijn ogen veel idealer. Met name de rustfactor lijkt mij bepalend en die heb je daar maximaal. Dat kun je van de Oranjepolder niet zeggen, met name de agrariërs die regelmatig de boel op zijn kop zetten en de toenemende recreatiedruk in ons gebiedje is niet gering.

Wil je meer weten van deze prachtig gekleurde rietvogel, klik dan op;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/blauwborst

dinsdag 17 april 2018

Vogels tellen mee.

Noorderplaat Biesbosch
In deze periode worden de broed-vogels in de Biesbosch met een vaste regelmaat geïnventariseerd. Een hele interessante tijd waar je de "binnenkomst" van veel zang-vogels mee kunt maken.

En met binnenkomst bedoel ik zangvogels die na een lange en gevaarlijke tocht uit Afrika terugkeren naar de broed-gebieden. In de Biesbosch heb je een paar van die rietpolders waar veel vogels samenkomen om te broeden.

De rietgors en rietzanger zijn zowat de eerste die je daar in grote aantallen kunt horen, vrij kort daarna, ruim twee weken, hoor je blauwborsten en snorren. Kleine karekieten komen weer wat later die hoor je nu nog niet of zo eens een enkeling. Over een paar weken is het gezang in het riet bijna oorverdovend en zit alles uit volle borst te zingen.

roerdomp, iets minder
zeldzaam
zeldzaam porseleinhoen
Soms maak je iets bijzonders mee, roepende baardmannetjes, een over-vliegende visarend en een "hoempende" roerdomp. Maar afgelopen vrijdag maakte ik iets uitzonderlijks mee, er zat niet ver weg, het zal een metertje of 20 zijn geweest, een porseleinhoen te roepen.

Het geluid is zo anders dan andere rallen, want hij behoort tot de familie van de rallen. Het geluid lijkt nog het meest op een zweepslag die steeds een aantal keren wordt herhaald. Na een korte pauze worden de zweepslagen weer herhaald, onmiskenbaar het porseleinhoen en niet te verwarren met de andere rallen.

Heel bijzonder om mee te maken en een kers op de taart die het vroeg opstaan volledig goed maakt. Want dat is overigens wel een voorwaarde om het porseleinhoen te horen, het is nog vrijwel donker als je daar in die natte rietpolder rondloopt. Een uur later hoor je hem niet meer.

Wil je meer weten van deze ral die op de rode lijst staat, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/porseleinhoen

donderdag 12 april 2018

ooievaars

Afgelopen woensdag
3 september 2017 in de Oranjepolder
Of het nu vogels waren die nog op trek waren of vogels waren die nog niet broeden en gewoon wat rondvlogen weet ik niet. Afgelopen woensdagochtend vroeg kwamen ze laag overgevlogen en landden zelfs vlak achter mij in het eerste weiland van de Oranjepolder.

Twee on-geringde ooievaars doe ook direct in het gras begonnen te pikken, ze leken wel uitgehongerd. Veel ooievaars zijn al aan het broeden maar de ooievaars op weg naar het noorden, broeden een stuk later dan de Hollandse vogels. Ook wel logisch want in het noorden begint het voorjaar en dus ook het broedseizoen een paar weken later.

Maar hoe kom je daar nu achter? De meeste noordelijke ooievaars trekken via de Bosporus naar het noorden, dus wie zijn dit dan geweest?
In de afgelopen weken trekken vrijwel dagelijks kraanvogels en ooievaars over Nederland. De kraanvogels komen dit jaar ook behoorlijk westelijk over en zijn regelmatig in de Biesbosch te zien. Maar die trek moet eerdaags toch wel voorbij zijn want anders wordt het broedseizoen in het noorden wel heel erg kort.

De najaarstrek van de ooievaars van het afgelopen najaar hebben we in de Oranjepolder ook mooi mee kunnen maken. Op drie september kwamen maar liefst 19 ooievaars in de Oranjepolder foerageren. Niet schuw en redelijk benaderbaar lieten ze zich fotograferen. De twee van deze week waren alweer weg toen ik weer terug in de polder was.

Wil je meer weten van deze statige poldervogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/ooievaar

dinsdag 10 april 2018

Echtpaar buizerd.


links, vrouwtje en rechts, mannetje buizerd
De twee buizerds in de Oranjepolder  hebben het goed naar de zin. Beide vogels zitten in de nestboom of vliegen in de buurt rond, elkaar goed in de gaten houdend.

Het is overduidelijk een koppel en zo te zien mogen ze elkaar graag. Het mannetje vloog op een ochtend naar het nest en had volgens mij een prooi voor het vrouwtje bij. Zij vloog haar man achterna en landde ook op het nest, er werd wat gefladderd, en naar elkaar geroepen waarna het mannetje wat verderop op een tak toekeek hoe het vrouwtje het cadeau op at.
Toen ik dat tafereeltje zo gadesloeg, viel mijn oog op een tweetal ringmussen die aan de onderkant van het buizerd nest druk heen en weer vlogen. Zou dit een tweede geval van commensalisme zijn?

De ringmus profiteert van de aanwezigheid en bescherming van de buizerd en kan zo zonder enige bedreiging in deze boom gaan nestelen. De buizerd heeft hier geen last van en gedoogt de zogenaamde profiteurs.

samen op een tak
Daar leek het dan op maar het is onwaar-schijnlijk omdat ringmussen graag in los kolonieverband broeden. Het zal denk ik om insecten gaan, een makkelijke maaltijd bij elkaar sprokkelen in een nog vrij koude periode.

Niet veel verder, hemelsbreed vijfhonderd meter, broedt een tweede koppel buizerds. Zij hebben het bosje tussen de voetbalvelden van SCO geclaimd. Hun territorium grenst aan dezelfde weilanden waar het echtpaar van hierboven heerst. Grensconflicten zijn mij nog niet opgevallen maar ik zou er niet van staan te kijken als ze elkaar nog eens in de veren vliegen.

Wordt dus zeker nog een keer vervolgd.



donderdag 5 april 2018

Weidevogelinventarisaties.


Noordwaard

De eerste Weidevogelinventarisatie in de Noordwaard, Biesbosch, is weer achter de rug. De Keizersguldenwaard, wat voor mij een geheel nieuw gebied is, was vandaag aan de beurt. Niet helemaal onbekend voor mij, alleen heb ik hier nog niet eerder geïnventariseerd.

Het was even zoeken naar het beste overzicht en het voorkomen van dubbeltellingen maar er was goed uit te komen. Ik had niet gedacht dat we nog zoveel weidevogels en verschillende soorten zouden zien. Een echte meevaller dus.
mannetje zomertaling

Het hoogtepunt was toch wel de prachtige zomertaling die zich van achter een laag dijkje steeds even liet zien. Veldleeuweriken en graspiepers lieten zich goed horen, tureluurtjes die in het halfhoge gras heen en weer schoten alsof ze verscholen achter graspollen onzichtbaar probeerden te zijn. Redelijk wat koppels slobeenden die paarsgewijs aan de oevers ineengedoken zaten te rusten om straks fit genoeg aan het broedseizoen te beginnen. Her en der een koppeltje scholeksters en een verdwaalde gele kwik, nou ja, verdwaald, deze vogel hoort hier gewoon thuis maar het is een vroege waarneming in deze tijd van het jaar.

mannetje zomertaling in de
avondzon
En dan natuurlijk de topper van de polder, de kievit. Daarvan zitten zeker 20 broedparen verspreid in het gebied. Van een paar kieviten heb ik het vermoeden dat de vogels al zaten te broeden, ze zaten op de grond en bleven onbeweeglijk zitten. Veel andere vogels lopen heen en weer of baltsen in de lucht maar deze kieviten niet. Daarom denk ik dat deze vogels al op eieren zaten.

De grote groep van meer dan dertig kluten zie ik nog niet zo direct in dit gebied gaan broeden maar vorig hebben kluten wel in de Noordwaard gebroed alleen niet in dit deel. Vorig jaar werd wel op het eilandje in de Hardenhoek gebroed, dus mogelijk vertrekken deze vogels nog naar dat gebied en wordt hier alleen maar gefoerageerd.

Wil je meer weten van de weidvogels, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/over-ons/standpunten/standpunt-weidevogels

maandag 2 april 2018

De roeken zijn geteld!

 Een roekenkolonie in aanbouw.
Hier in onze regio worden deze week weer alle roekenkolonies geteld. Voor mij zijn dat in en rond Oosterhout inmiddels 15 roekenkolonies. Het lijkt alsof er meer kolonies bijkomen maar ik zie ook dat de kolonies kleiner zijn. Zeg maar dat de grote kolonies uit elkaar vallen of opsplitsen in kleinere groepen.

Hemelsbreed zitten ze heus niet ver van elkaar en ik weet vrijwel zeker dat de bewoners van de diverse kolonies elkaar tijdens het foerageren ook regelmatig ontmoeten. Dus overstappen of verhuizen naar een andere familie zal zeker wel eens gebeuren. Dat lijkt mij ook goed om inteelt te voorkomen en zo blijft de soort ook sterk.

De grote kolonies zijn kleiner geworden en dat zijn de kolonies aan de Statendamweg(bij de Gamma), de kolonie aan de Waspikseweg en de kolonie bij Knooppunt Hooipolder. Deze drie grote kolonies zijn echt een stuk kleiner geworden. Bij elkaar zitten daar nu 29 broedparen minder.

Maar wat ook opvalt is dat er nu zomaar drie kolonies bijgekomen zijn. Het zijn drie kleine kolonies van respectievelijk zijn 21, 18 en 12 nesten groot en op deze locaties heb ik de afgelopen zes jaar niet eerder een roekenkolonie gezien.

Als je de aantallen kolonies van de afgelopen jaren met elkaar vergelijkt zie je dat de aantallen redelijk stabiel blijven.

Een kolonie is geheel verlaten, maar ongeveer hetzelfde aantal nesten is nu in de Kerklaan van Raamsdonk neergestreken. Het zou dus kunnen dat deze kolonie verkast is naar een wat rustigere plaats, want deze kolonie zat tot vorig jaar langs de A59 bij Raamsdonk. Hoe zou dat dan werken, is er in de hiërarchie van de kolonie een roek die de knopen doorhakt? Of is het een collectief besluit om elders te gaan broeden of is er dan toch een opperroek, een soort burgemeester of teamleider die dat bepaald heeft?

Dat is toch leuk om over na te denken. Het is volgens ook net zo iets als een groep spreeuwen die door de lucht scheert, er is niet een specifieke spreeuw die dat bepaalt maar de groep die gezamenlijk en tegelijkertijd een keuze maakt.

Wil je meer weten van kolonievogels, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roek