dinsdag 28 april 2020

Herken de steltloper?

witgat(L), groenpootruiter(R)
tureluur(L), oeverloper(R)
Steltlopers zien en herkennen is en blijft een uitdaging. En die uitdaging is in de winter het grootst omdat de winterkleden bijna zonder uitzondering grijs, wit, zwart getekend zijn. In deze periode zie je de eerste vogels alweer naar hun zomerkleed kleuren en dan worden ze opeens een stuk makkelijker te herkennen. Zo zag ik afgelopen week al een zwarte ruiter in zomerkleed. En als ze dichtbij zitten is het helemaal niet zo'n probleem meer maar dat is meestal niet het geval.

Het moeilijkst in deze periode is de aankomst in winterkleed uit de overwintergebieden. Je hebt ze dan even niet gezien en moet je echt het geheugen weer even opfrissen. Met name de vogels die veel op elkaar lijken zoals zwarte ruiter en tureluur in winterkleed is in het begin weer even lastig. De zwarte ruiter met zijn lange
kemphaan(L), Steltkluut(R)
regenwulp(L), grutto(R)
dunne snavel die wat dieper in het water staat en daar vooral grondelt, de tureluur is wat kleiner met een kortere iets dikkere snavel staat meer op de oever en grondelt eigenlijk niet. Het zijn de kleinste details die het 'm doen.

Ook de groenpootruiter, die nu zo massaal in de Biesbosch aanwezig is, lijkt bijvoorbeeld op een bosruiter. Maar als die bosruiter bij een andere vogel zoals tureluur of kievit staat, zie je direct het verschil. Maar staat diezelfde bosruiter in zin eentje ver weg dan wordt het lastig. De vooral gezaagde rugdekveren vallen dan bij de bosruiter op en dat zie je bij de groenpootruiter weer niet.

Gelukkig zijn er ook steltlopers die een uniek kenmerk hebben, bijvoorbeeld de oeverloper met zijn witte punt tussen de beige borst en bruine vleugelrand, een wulp met zijn lange kromme snavel, de steltkluut op zijn lange rode stelten, de kemphaan in toernooikleed en de grutto met zijn enorme lange en rechte snavel. Die vallen dus wel mee maar dan de rest?

in zomerkleed wordt het een stuk makkelijker
Voor de eerder genoemde lastige steltjes neem ik voortaan de steltlopers bijbel mee. Inmiddels begint mijn auto op een kleine bibliobus te lijken en liggen er makkelijk 6 vogelboeken in. Want alles uit het hoofd weten en herkennen van met name steltlopers is een illusie.

Nee dan zijn de vogelgeluiden weer een stuk makkelijker, alhoewel je je daar soms ook aardig in kan vergissen. Veel vogels hebben hun eigen identieke lied en als dat liedje eenmaal tussen de oren zit, gaat het wel. Grasmus, zwartkop, kneu, tuinfluiter, gekraagde roodstaart, noem ze maar op, hebben allemaal hun eigen liedje.

vrijdag 24 april 2020

Gouden pluimen.

Bijschrift toevoegen
Het blijft altijd een bijzondere waarneming om een geoorde fuut in de Biesbosch te zien. Meestal zitten ze in onze omgeving op de spaarbekkens, groot en diep water. Vreemd, want in de broedtijd zijn ze daar juist niet te vinden. En heel soms zie je ze, zoals vandaag, in ondieper water en ook nog eens lekker dichtbij. Je moet echt het geluk hebben om ze zo tegen te komen.

De afgelopen weken worden ze ook regelmatig gemeld in de Dordrechtse Biesbosch. Daar ligt een nieuw ontwikkelt natuurgebied en daar worden nu wel zes koppeltjes waargenomen. De omstandigheden zijn daar ideaal met veel zegge en beschutte eilandjes en oevertjes.

Ik ken ze vooral van hun winterkleed en niet zozeer van het zomerkleed waar ze nu in rond zwemmen.
Maar als iets makkelijk is, dan is dat wel een geoorde fuut in zomerkleed. Dat is zo opvallend en spectaculair dat je je daar niet in vergissen kunt. De enige vogel waarmee je de geoorde fuut zou kunnen verwarren, is de kuifduiker maar die vind je niet in het binnenland. In de winter kun je ze wel samen tegenkomen, maar dat is dan wel aan de kust. Opvallend aan de geoorde fuut is het opvallende hoge voorhoofd en het kleine opgewipte snaveltje. Dat heeft alleen deze kleine fuut.

De oorpluimen lijken wel verguld, zo intens geel kunnen die zijn in het zachte zonlicht van het voorjaar. Ik hoorde ze ook roepen, ook weer een nieuwe gewaarwording. Dat had ik namelijk nog niet eerder gehoord.
Zodra het broedseizoen achter de rug is vertrekken ze alweer richting de kust. Het is geen echte trekvogel en de meeste vogels blijven dan ook hier. Ik ken wel een goede plek om grote aantallen in winterkleed te bekijken, dan moet je niet eens zo ver rijden naar Oude Tonge waar ze massaal op de Grevelingen bij elkaar zitten. Ze zwemmen, duiken en jagen dan in grote groepen op het grote water. Jagen is overigens een groot woord, ze foerageren gezamenlijk, dat is een betere omschrijving. Maar dat ze het gezamenlijk doen, vergelijkbaar met aalscholvers dat is zeker.

Wil je meer weten van deze prachtige fuut met zijn gouden hoofdtooi, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/geoorde-fuut

dinsdag 21 april 2020

Norse grasmus.

grasmusje met een plat kopje
Hij is al vaker het onderwerp van gesprek in mijn blog geweest, de grasmus. Ik zag ze afgelopen week weer terugkomen en vrijwel direct hoorde ik ook het gekras want anders kun je het zingen van deze vogeltjes niet noemen. Bij Zonzeel zaten ze ook op de draden en de paaltjes, vol in het zicht.

Ik denk dat ze nog te vermoeid waren om direct weg te duiken. Ik had zo mooi de gelegenheid om ze eens wat nader te bestu-deren en ze verschillen ook echt wel van elkaar. Zeg maar dat de ene grasmus de andere niet is. En dat is toch wel bijzonder omdat veel vogelsoorten identieke mannen of vrouwen kennen, kijk maar eens naar een winterkoning. De vogelsoort met de meeste onderlinge verschillen die mij zo te binnen schiet is de kemphaan, een totaal andere vogelsoort. Van zangvogels is mij die grote variatie niet zo bekend. Maar zogezegd, ook grasmussen verschillen dus onderling.

hier eentje met een bolle kop
Ik ken grasmussen vooral ook van dat bolle kopje maar dat hebben ze dus ook niet allemaal, er zat er een lekker te krassen met een plat kopje. En toen viel het mij ook op dat een grasmus, die behalve een slechte zanger is, ook nog eens een wat nors kijkend vogeltje is. Zouden zijn slechte zangkwaliteiten ook zijn humeur beïnvloeden? Het zit dit vogeltje in alle opzichten niet echt mee want ook zijn verenpakje is niet uitbundig gekleurd of mooi getekend, kortom het hele vogeltje stelt niet veel voor.

En toch maakt dit vogeltje mij elk jaar in april weer blij met zijn gekras. Weer een leuke soort die je maar in een paar maanden van het jaar te zien en te horen krijgt. Ik schreef in eerdere blogs al over deze vogel dat het steeds beter met ze gaat. De aantallen groeien gestaag en ik hoor ze op korte afstand van ons huis. Loop ik nog maar net de polder in dan hoor ik ze in de eerste struiken en singeltjes langs Het Kromgat al. Lekker!

Wil je meer weten van deze norse zanger, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grasmus

vrijdag 17 april 2020

Zwarte roodstaart maakt vreemde keuze.

zwarte roodstaart
Wat kunnen vogels soms toch vreemde keuzes maken. Neem nou de zwarte roodstaart. Ik ken deze vogel al heel wat jaren uit de tijd dat ik in Eindhoven werkte. Elke ochtend als ik op het industrieterrein uit de auto stapte werd ik begroet door het krassende geluid van deze vogel.

En elke ochtend vanaf half april zat hij dan op de dakrand van de grote grijze dozen van de fabrieken, kantoren, bouwmarkten en winkels. Hij had het daar prima naar zijn zin want jaar na jaar zag ik het beestje daar.

Om een zwarte roodstaart te zien kun je maar beter naar een industrieterrein rijden en niet naar de oorspronkelijke habitat van deze vogel. Dat zijn namelijk rotspartijen met spleten om in te broeden. Alhoewel een tripje naar een ver buitenland in deze tijd niet verkeerd is, als je maar niemand tegenkomt. Maar wat bezield deze vogel dan toch om de mooie, schone en stille natuur te verruilen voor een vervuilde, lawaaiige omgeving?

een zwarte roodstaart op een takje groen.
Ook hier in onze omgeving is de zwarte roodstaart op het industrieterrein te vinden. Vrolijk krassend op een dakrand van een enorme grijze metalen doos van een transport-bedrijf zit er ook zo een. Hij moet daar in die metalen en betonnen wereld zijn voedsel zoeken. Insecten en later in het seizoen ook bessen.

Ik kan me voorstellen dat in de schemer veel insecten rond het kunstlicht van alle lampen en lantaarns vliegen maar is dat de tijd dat de zwarte roodstaart foerageert? Overdag heeft een insect ook maar weinig te zoeken in deze doodse wereld. Bijzonder hoe zo'n vogel dan toch voor deze leefomgeving kiest en zich ook nog eens weet te handhaven.

Zijn neef de gekraagde roodstaart is hier in geen velden of wegen te vinden. Die heeft een betere keuze gemaakt en zit graag in de bossen, agrarisch gebied en ook in natte wilgenbossen. Maar daar later meer over.

Wil je meer weten van deze vogel met zijn bijzondere leefomgeving, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-roodstaart

dinsdag 14 april 2020

De niet zo bonte vliegenvanger.

de vliegenvanger zingt zijn hoogste lied
Nu het voorjaar in volle gang is, knoppen lopen uit, vlinders vliegen door de tuin en de vogels keren terug uit het zuiden, is het goed opletten geblazen anders mis je veel van al dat moois. Dat de vogels terugkeren, houdt mij het meest bezig en dagelijks kijk ik omhoog en spits ik de oren, loerend op de aankomst van weer een nieuwe jaarsoort. Afgelopen week was wat dat betreft een mooie week met de bonte vliegenvanger, huiszwaluw, kwartel en zwarte roodstaart om er maar een paar te noemen.

Met name die bonte vliegenvanger is toch wel een aparte soort. Jaren en jaren kwam ik het beestje hier niet tegen en had ik geluk als ik er een in het oosten van ons land tegenkwam. Maar het gaat beter en beter met dit vogeltje en daardoor kom ik hem nu ook in de bossen van Dorst tegen. Alweer enkele seizoenen is hij een vast bewoner van het bos. Ik wist dat de bonte vliegenvanger al veel langer op de golfbaan broedde maar verder was het toch een lastige soort in deze omgeving.

waaks vlakbij het nest
Afgelopen week, ter hoogte van het oude zwem-bad, hoorde ik het liedje en viel het kwartje ook meteen. Dat moest 'm zijn. Een korte zoektocht in het struikgewas en daar zat hij op een hoogte van twee meter op een tak. Alarmeren en duidelijk aangevend dat ik de grens van zijn territorium was overgegaan. En op de een of andere manier ontdekte ik al vlot zijn nest, een piepkleine opening in een dode berk. Ze broeden in holtes van bomen maar kiezen ook makkelijk voor een nestkastje.

Maar deze vogel kiest dus voor een nestje in een boom. Goed om dit plekje te onthouden en heel af en toe eens te gaan kijken hoe het met deze vliegenvangers gaat.

Wil je meet weten van deze niet zo bont gekleurde vliegenvanger, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bonte-vliegenvanger

vrijdag 10 april 2020

Uilengebroed in de Noordwaard.

koppel steenuilen
De afgelopen week heb ik steeds het geluk gehad om tijdens mijn rondje Noordwaard een koppel steenuiltjes te zien. Het is sowieso geen alledaagse ontmoeting want uilen leven toch vooral verborgen en zijn met name in de schemer en 's-nachts actief. Toch zoeken met nam de steenuilen de leefomgeving van mensen op.

Ze hebben een voorkeur voor rommelige boerenerven en boomgaarden. Het koppel wat ik de afgelopen weken steeds zie, hebben een hele andere keuze gemaakt. Ze hebben hun oog laten vallen op een elektriciteitshuisje langs een doorgaande weg. In de nok van het huisje is een opening gemaakt waardoor ze naar binnen kunnen. Dat dit huisje daarvoor geschikt is gemaakt, heeft te maken met het project "ruimte voor de rivier". In de jaren 2013-2015 zijn veel boerderijen met schuren afgebroken en zijn vrijwel alle bomen gekapt. Alles om ervoor te zorgen dat het teveel aan water snel door kan stromen. Snel erin en snel eruit en dan kun je geen obstakels gebruiken.

mannetje steenuil op de uitkijk
Veel uilen en andere roofvogels zijn daardoor hun nestplaatsen en leefgebied kwijtgeraakt. De Vogelwerkgroep Biesbosch heeft door de hele Noordwaard nestkasten geplaats, bosuil kasten, valkenkasten, kerkuil kasten en broedgelegen-heden voor steenuilen. In een ander elektriciteits-huisje dat op een veel rustigere plek staat en eigenlijk een veel geschiktere plek is, zit al jaren geen uil en zelfs geen kauw die ook graag in zo'n nis broedt.

Dat hier zomaar steenuilen zitten is nog niet zo vanzelfsprekend want als je grofweg een lijn trekt tussen Cadzand en Assen deel je ons land in tweeën en ten westen van die lijn komen amper steenuilen voor. De Noordwaard is eigenlijk een grensgeval als je naar deze lijn kijkt die ons land in tweeën deelt. Ze zitten vooral ten oosten van deze lijn, zeg maar op de zandgronden van ons land. En niet eens weinig ook, volgens SOVON leven er in de oostelijke helft van ons land dik 8.500 broedparen. Toch moet je er, om ze te zien, altijd moeite voor doen. In Oosteind heb je nog de beste kans want daar zitten toch zeker acht broedparen in de nestkasten van IVN Mark & Donge. En al die kasten hangen in de buurt van erven en boomgaarden.

Wil je meer weten van dit piepkleine uiltje, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/steenuil

dinsdag 7 april 2020

Heggenmus op zijn post.

17 maart, een mooie voorjaarsdag
Dit jaar hebben de heggenmussen zo het zich nu laat aanzien, voor onze tuin gekozen. Al jaren broeden ze in de coniferenhaag van onze buren aan de andere kant van onze tuin. Elk voorjaar zingt het mannetje daar dat het een lieve lust is. Hij zit dan vol in het zicht en is zelfs niet schuw als ik langs hem loop. Dat is in de rest van het jaar wel anders want een heggenmus is over het algemeen een zeer schuwe vogel die je na het broedseizoen amper te zien krijgt. Ze leven zeer verborgen, laag bij de grond, het liefst in de begroeiing uit het zicht.

En het blijft vaak niet bij een of twee heggenmussen in onze tuin, er zitten er soms wel vier. En dat is nou typisch iets van heggenmussen, een vrouwtje verzamelt een aantal mannetjes om zich heen die allemaal helpen met het voeren van de jonge vogels. Zo sociaal zijn niet veel vogels, de meeste mannetjes moeten niets hebben van soortgenoten in hun territorium en zeker niet in de broedtijd. Bij de heggenmussen is dat dus anders geregeld en die zorgen dus heel erg slim voor risicospreiding. En die risicospreiding, (er zijn altijd voldoende voedselverzorgers), zorgt er dan ook voor dat het percentage succes uitgevlogen jongen hoog ligt.

goed opletten
Het is trouwens niet voor niets de meest succesvolle broedvogel van ons land. En ondanks de perfecte samenwerking en de ideale omstandigheden zoals verstedelijking, groeit de populatie niet veel meer. We zitten zogezegd zowat aan ons heggenmussen plafond.

Zoals gezegd, scharrelen de heggenmussen dit jaar bij onze klimop rond en verkennen ze samen de beste plekjes en dan doen ze ook weer op de voor heggenmussen bekende manier, stiekempjes. Of het uiteindelijk tot broeden gaat komen is nog even afwachten want dat gebeurt pas eind volgende maand. Tot die tijd houden ze ons nog in spanning.

Wil je meer wet en van deze grotendeels stiekeme tuinvogel, klik dan op de link;

https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/heggenmus

vrijdag 3 april 2020

Wegmijmeren in de polder.

een echte sloot zoals het hoort in de Lage Vuchtpolder
Afgelopen week ben ik al weer een paar keer in de Vuchtpolder gaan wandelen. Erg vroeg zodat ik er alleen rondliep en dat lukte ook. Koud, helder en vooral stil. Niet stil waren de vele vogels maar alle verstorende omgevings-geluiden als auto's en vliegtuigen wel.

Het viel mij daar in de polder op dat ik geen vliegtuigen hoorde en ik waande mij daardoor in de jaren zestig van mijn jeugd. Zo beleefde ik vroeger de polder achter de Havenweg tot aan Raamsdonksveer. Nog geen industrie terrein, rondweg of woonwijken alleen maar polder met halverwege de ruïne van de Slotbossetoren. Ik mijmerde verder.

een assortimentje polderzangers
De Vuchtppolder is voor een flink deel in bezit van Staatsbosbeheer en behoort tot de ecologische hoofstructuur. Dat klinkt relatief veilig maar wat is nog veilig of zeker in deze tijd? In ieder geval levert deze manier van natuurbeheer erg veel op. Het aantal vogelsoorten neemt volgens mij jaarlijks nog toe en een flink aantal zeldzame en bijzondere weidevogels hebben hier hun stekje reeds gevonden.

Hier broeden grutto's, wulpen, tureluurs en kwartels. Maar ook de zangers doen het er prima. Met name het aantal graspiepers is indrukwekkend te noemen. Volgens mij zij het er tientallen(linksboven op de foto), Ook veldleeuweriken hoor je hier aardig wat.(veldleeuweriken rechtsboven op de foto) De blauwborst was ik nog niet eerder tegengekomen dus dat was een aangename ontmoeting en ook de groep kneuen was een verrassing.
Afgelopen jaar was de Vuchtpolder ook het territorium van een boomvalk koppel en ik snap goed dat ze zich hier gevestigd hebben. Door de diversiteit en afwisseling is in dit gebied volop voedsel te vinden. Door de vele slootjes vliegen hier volgens mij genoeg libellen rond waar de boomvalken weer van profiteren. En niet alleen is er voor boomvalken genoeg te vinden ook andere minder bekende en zeer verborgen levende vogels hebben het hier erg naar de zin.

En daarom kijk ik toch het meeste uit naar de terugkomst van de kwartel en het heerlijke geluid "kwik-me-dit" weer volop in de polder klinkt. Met name de kwartels zijn erg in hun nopjes met de ruige weides met veel kruiden en vooral veel dekking.

Wil je meer weten van de natuurlijke Lage Vuchtpolder, klik dan op de link;
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lage_Vuchtpolder