maandag 28 maart 2016

Bijzondere eetgewoontes

Eetgewoontes van vogels, daar valt veel over te vertellen maar ook veel over te vragen

Op het pad langs het Kromgat zag ik nogal wat lege zwanenmossel schelpen liggen. Opgevist, opengebroken en leeggegeten, lagen de schelpen op het pad. Welke vogel krijgt dit nu voor elkaar? Dat vroeg ik mij al een tijdje af, en is het wel een vogel? En als het dan een vogel is, welke vogel duikt deze grote schelpen dan op die soms wel tussen de vijftien en twintig centimeter lang zijn en behoorlijk wat gewicht hebben. Ik zie er eigenlijk alleen de reiger voor aan, maar zoveel van deze grote tweekleppige mossels eten, dat geloof ik ook weer niet.

leeggegeten zwanenmossel schelpen
Ik heb ze in het verleden thuis ook in de vijver gehad, voorwaarde was wel een modderige bodem, want ze moeten zich rechtop kunnen zetten, water innemen en met kracht aan de andere kant of achterkant naar buiten stuwen. Per dag pompt zo'n mossel een litertje of vijftig rond. Deze beweging zorgt er dus voor dat het water gefilterd wordt, het voedsel opgenomen kan worden en de mossel een paar millimeter of een centimeter of wat vooruit gestuwd wordt. Het is zijn manier van voortbewegen. Zijn het dan aalscholvers, meeuwen of reigers die deze zoetwatermossels eten?  Ik weet het niet. Kleinere vogels zoals een meerkoet of waterhoen zie ik niet in staat om deze grote zware mossels op te vissen daar zijn ze niet sterk genoeg voor. Hoewel zo'n meerkoet tot heel wat in staat is en vast wel kleine zwanenmosseltjes eet. Je ziet ze onderduiken en lang onder water blijven om wat voedsel van de bodem te halen. Dat gebeurt echt met kracht want ze komen door hun enorme drijfkracht gewoon omhoog geschoten en "stuiteren" nog wat na op het wateroppervlak.

Oranjepolder, zwanenmossel paradijs
Deze zwanenmossel is trouwens zeer gevoelig voor verontreinigingen in het water en ze worden dan ook gebruikt als waarschuwingssysteem om vroegtijdig vervuiling in het water te signaleren. Het water bij ons in de Oranjepolder moet dan wel erg schoon zijn als je de grote hoeveelheid schelpen langs de slootkanten ziet liggen. Maar ik ben er denk ik inmiddels wel uit, het zijn geen vogels die deze grote mossels opvissen en aan de slootkanten opeten, nee, het zijn waarschijnlijk bruine ratten.

Bruine ratten, net als muskusratten en otters, hebben de zwanenmossel op het menu staan maar die laatste twee komen volgens mij niet voor in de Oranjepolder. Dat er veel ratten zitten is wel duidelijk als ik de vele stokjes met fel oranje vaantjes langs de waterkant zie staan. Die vaantjes markeren de plek waar een rattenklem onder het wateroppervlak verborgen staat. De rattenvanger heeft er flink wat werk mee.

Onlangs is de hele dijk nog onderzocht op zwakke plekken want die zullen er zo langzamerhand wel zijn. Die ratten kunnen behoorlijk graven en als ze dat in de dijk doen ontstaan daar de zwakke plekken. Als zo'n dijkje door zou breken, staat Dommelbergen nog niet direct onder water, nee daar is wel wat meer water voor nodig maar het is wel een slordig gezicht en lastig wandelen en fietsen in de polder.

Ik houd het er daarom maar op dat de kleine zwanenmosseltjes door meerkoeten en reigers gegeten worden maar de echte joekels waar er nu veel van langs het pad liggen, door bruine ratten opgevist en opgegeten zijn.

Wil je meer weten van zwanenmosselen dan geeft Wikipedia wel de meeste info, klik op de link;
 https://nl.wikipedia.org/wiki/Zwanenmossel


vrijdag 25 maart 2016

Koperwieken en sijzen

deze koperwiek is klaar voor vertrek
Twee grote groepen, een van meer dan vijftig koperwieken en een flinke groep van meer dan dertig sijzen zagen we vanmorgen vlak bij de grote beverburcht in de Oranjepolder. De sijzen zaten in een elzenproppenboom de laatste zaadjes van het afgelopen jaar op te peuzelen en de  koperwieken zaten in een paar populieren wat verderop te zingen dat het een lieve lust was. Die hadden duidelijk het voorjaar al in de bol. Het is tijd om te vertrekken zongen ze elkaar toe en voor mij klonk het lied wat ze zongen, "we luiden voor jou de winter uit"!

Maximaal nog een maand zijn ze hier te zien maar dan zijn ze toch echt weg en zitten ze allemaal in het hoge Noorden in het Finse deel van de naaldbossen van ScandinaviĆ«. Er broeden in het geheel geen koperwieken in Nederland maar wel sijzen. De meeste sijzen trekken weg naar de sparrenbossen van het hoge Noorden. Maar de groep sijzen die wel in Nederland broedt, en dat zijn er niet zo heel veel, doet dat dan op de Veluwe en meer in het Oosten van ons land. De meeste sijzen vertrekken al in maart, daar waar de koperwieken hier nog een maandje blijven hangen.

mannetjes sijs
Ik ben wel erg blij met deze waarneming maar, wat mij betreft luister ik nu in deze tijd van het jaar liever naar de voorjaars-vogels die het liedje "daar zijn we weer" zingen. De temperatuur en de hoeveelheid zonneschijn van de afgelopen week gaven je al een voorjaarsgevoel, maar er ontbrak nog wat aan. En dat zijn de klanken van de voorjaarsvogels die na een afwezigheid van een maand of vijf weer aan het terugkomen zijn.

Gat van Paulus, Brabantse Biesbosch



Ze zijn onderweg en op waarneming.nl staan de eerste waarnemingen al vermeld van bijvoorbeeld de roodborsttapuit, blauwborst en zelfs van de boerenzwaluw. Het is altijd weer een sport om van een soort een nog vroegere melding te registreren. Zo was mijn vroegste waarneming van een boerenzwaluw op 30 maart in 2013 bij het Gat van Paulus in de Brabantse Biesbosch. Ik ben benieuwd of er dit jaar een vroegere waarneming geregistreerd kan worden.

Wil je meer weten van vroege waarnemingen, klik dan op de link; http://waarneming.nl/

dinsdag 22 maart 2016

rietgors

mannetjes rietgors
De eerste rietgors in de Oranjepolder van dit jaar kwam ik tegen achterin de Oranjepolder op weg naar de Hillen. De oude vuilstort van de Gemeente Oosterhout. Het is vandaag 19 maart en de rietgorzen zijn alweer een tijdje goed te zien en te horen met name in de rietkragen langs De Donge. Ook al is het een jaarvogel en trekken er altijd een heleboel door via ons land, veel van de Nederlandse broedvogels trekken in de winter ook weg naar het Zuiden. Je ziet ze daarom in de wintermaanden maar sporadisch.

Langs De Donge zag en hoorde ik ze al een paar weken geleden. Maar vandaag dus de eerste in de Oranjepolder en dat is de eerste rietvogel die zich aandient van een hele reeks van soorten zoals rietzanger, blauwborst, kleine karekiet, nachtegaal en als laatste dit komende voorjaar in de Oranjepolder, de bosrietzanger.
 
Er leven zo'n 100.000 broedparen in Nederland, met name in het nattere Westen en veel minder in het drogere Oosten van ons land. Daar is hij door de lage grondwaterstand vrijwel geheel verdwenen. Het gaat overigens redelijk goed met de soort, je ziet al vele jaren en gestage en redelijk stabiele groei. In Vlaanderen daarentegen neemt de soort sterk af. En ik kan zeggen dat ik ze hier vrijwel langs elk water waar een beetje rietkraag langs staat, hoor en zie. Zeker langs De Donge tussen 's-Gravenmoer en Oosterhout zitten de nodige koppels.

Het mannetje is vrij makkelijk te herkennen met zijn zwarte kop, witte snor en witte "halsband". Ook het zwarte driehoekige sikje is kenmerkend. Het vrouwtje is wat moeilijker te herkennen en heeft qua uiterlijk nogal wat weg van een huismus. Het vrouwtje heeft een lichte en vrij lange oogstreep en is daar nog het makkelijkst aan te herkennen. De donkere strepen op de flanken en stuit vind ik niet zo opvallend.

Geen rietvogel maar wel een vogeltje dat veelvuldig in de Oranje-polder langs Het Kromgat voorkomt is de tjiftjaf en die zag ik eind januari hier al rondscharrelen maar vandaag liet hij zich voor het eerst er aan mij horen. Ja ja het komt op gang.

Wil je meer weten van de rietgors, klik dan op de link;
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/detailpagina/q/vogel/176

vrijdag 18 maart 2016

Jagers; wildbeheerders??

Afgelopen week hoorde ik op het nieuws dat er in een vrij groot gebied in Friesland dode roofvogels waren gevonden, met name buizerds en kiekendieven waren daar gestorven door vergiftiging. Er zijn dus nog steeds mensen die roofvogels als een bedreiging zien. Roofvogels, een bedreiging van de wildstand waardoor de jagers de vriezer niet vol genoeg krijgen? Of vogelliefhebbers die op deze manier de weidevogels willen beschermen. Ik snap er niet veel van. Maar deze kwalijke streken brengen dan moedwillig schade aan de roofvogel stand aan maar dat gebeurt daarnaast jammer genoeg ook nog eens door onwetendheid. Door bijvoorbeeld het gebruik van medicijnen voor het genezen van dieren kunnen namelijk ook (roof)vogels sterven.

slachtoffers van vergiftigd aas, gevonden bij een jager in Friesland
Net zoals in de afgelopen decennia in India het geval was. Het is daar de gewoonste zaak van de wereld om gestorven runderen naar open gebieden buiten de stad te slepen en ze daar te laten liggen als voer voor aaseters. De aasgieren verwerkten zo'n kadaver in slechts enkele uren tot een schoon karkas, geen stank, geen ziektekiemen. Maar wat was het geval, sommige runderen waren ooit voor een kwaal met Diclofenac behandeld en laat dat nou een medicijn zijn waar de gieren niet tegen konden. Slechts een keer aas eten van een kadaver dat behandeld was met dit medicijn en de gier stierf. Zo waren in korte tijd vrijwel alle gieren in India uitgestorven en bleven de kadavers liggen. Verwilderde honden aten de resten op, maar de rottende resten en hondenbeten veroorzaakten allerlei andere ziekten, waardoor twintigduizend mensen per jaar stierven en het aantal verwilderde honden inmiddels is uitgegroeid tot vijfentwintig miljoen. Zo zie je maar dat er
wat moet je hier nu van zeggen?
niet veel hoeft te gebeuren om een kwetsbaar en uitgebalanceerd ecosysteem te vernietigen. Nu moet met man en macht gewerkt worden om de gieren door middel van fokprogramma's terug te krijgen en te stoppen met het behandelen van dieren met Diclofenac.In India is Diclofenac als dieren geneesmiddel inmiddels verboden. Wat een ongelofelijk goede en slimme beslissing is dat, ook al is het nu te laat, geweest!

Maar het ergste van alles is, dat Diclofenac ook in de EU is toegelaten als dierengeneesmiddel met alle gevolgen van dien. In de afgelopen tien jaar zijn in Spanje alleen al 2355 rode en zwarte wouwen, 2146 vale gieren, 636 monniksgieren, 348 aasgieren, 114 Spaans keizerarenden en 40 lammergieren gestorven door Diclofenac. Ik houd mijn hart vast als dit zo blijft doorgaan. Je hoort hier niemand over en we weten niet eens wat er binnen de EU nog meer met de roofvogels is gebeurd als gevolg van het Diclofenac gebruik in de dierengeneeskunde.

Zijn we goed en wel de DDT periode vergeten, dient zich de volgende bedreiging in de vorm van Diclofenac alweer aan. De roofvogels moeten zo goed op hun tellen passen want de (be)dreigingen liggen overal op de loer. En dat terwijl de roofvogel tot ieders verbeelding spreekt en tijdens je wandeling in de natuur een van de top waarnemingen is. Ik hoop trouwens wel dat die jagers in Friesland ook hun verstand gaan gebruiken en voor die rare hobby van ze geen giftig aas meer gebruiken.

Naast het doden van roofvogels worden ook nestbomen omgezaagd. Ik hoop dat ik het mis heb, maar bij SCO is een grote nestboom van een buizerd omgezaagd. De grote boom is als enige boom in het hele gebiedje omgezaagd, was niet ziek en was geen bedreiging. De omgezaagde boom wordt ook niet opgeruimd en blijft daar gewoon liggen, lijkt op een zinloze actie.

Ik heb een vraag gesteld aan de Gemeente Oosterhout waarom juist deze boom is omgezaagd maar ik heb er nog geen reactie op gekregen. Er zitten in dit poldertje geen kwetsbare weidevogels zoals de grutto, er zit geen kippenboer die bang is dat zijn kippen gestolen worden, er wordt wel gejaagd maar voornamelijk op houtduiven. Of zou het dan toch een jager zijn die bang is dat de konijnen, fazanten, patrijzen te zwaar bejaagd worden door de buizerd waardoor hij niet genoeg kan schieten?

Zodra het duidelijk is waarom deze boom omgezaagd is, kom ik daar graag op terug.
Wordt vervolgd!

dinsdag 15 maart 2016

Broedgevalletjes

Voordat er ook maar een nest gebouwd is en voordat er ook maar een ei gelegd is, is het broedseizoen gestart met het zoeken naar een geschikte partner en bij sommige vogels hoeft er niet gezocht te worden want die zijn levenslang elkaars partner zoals bijvoorbeeld zwanen en roeken. En zo zijn er nog wel meer voorbeelden van eeuwige trouw te noemen. In de Gecombineerde Willemspolder lag een dode zwaan in een brede vliet die de gehele polder doorkruist en een meter of twintig van deze dode zwaan dobberde een andere zwaan, springlevend maar in diepe rouw gedompeld. Dat laatste is mijn uitleg want ik kan de emoties van een rouwende zwaan niet aflezen aan zijn houding. Maar het zag er wel triest uit.

Bij ons op het plein zien we vrijwel dagelijks vier van die "eeuwig" trouwe koppeltjes heen en weer vliegen. Het zijn kauwtjes die twee aan twee in dit gebiedje verblijven. Ze zijn nog niet zo ver dat er ook al een geschikte nestplaats gekozen is, dat gaat in de komende weken gebeuren. Het is echt opvallend en aandoenlijk hoe dicht ze bij elkaar blijven en twee aan twee voedsel zoeken. Hoe dat bij de zangertjes gaat weet ik eigenlijk niet. Alleen vinken zie ik twee aan twee door de tuin scharrelen. Dat is een makkelijke vogelsoort omdat man en vrouw qua uiterlijk nogal verschillen van elkaar.

dit koppeltje is er klaar voor
Ik denk dat de meeste vogels nog moeten wachten met de volgende fase, het bouwen van een nest. Kauwen zijn holenbroeders en blijven ook graag bij elkaar in de buurt.

Zangers wachten totdat er voldoende beschutting van bladeren is of zoeken klimop en coniferen op en zijn daardoor ook minder kwetsbaar en is er minder dreiging van nestrovers zoals kraaien en eksters.

Als we in mei die "rovers" bezig zien, tuinen afstruinen naar jonge vogels of nesten, dan snap je wel dat het nodig is om meerdere legsels per seizoen te hebben en zes tot tien eieren per keer te leggen. Uiteindelijk gaat het er om dat een koppel een keer in hun leven een tweetal nakomelingen grootbrengt om de soort voort te laten bestaan. Een groot deel van de rest van al die nestjes en jongen sneuvelt dus en is meestal voedsel voor de anderen. Je kunt je waarschijnlijk de grote groepen jonge eendjes wel herinneren als deze net uit het ei zijn gekomen en naar de waterkant waggelen. Een paar dagen later zie je dan meestal nog maar een paar jonkies, de meeste, soms wel acht tot tien broertjes en zusjes zijn dan opgegeten. Jammer maar waar en zo zit de natuur nu eenmaal in elkaar.

Het klinkt hard, maar het is maar goed dat het zo werkt want anders zouden er veel te veel vogels zijn. Of niet omdat er dan weer veel te weinig voedsel is. Want een kraai, roek, reiger, buizerd en kauw om er maar een paar van die polder bewoners te noemen, leven echt niet van muggen alleen of van zaden van een kaardenbol of distel, nee die hebben vers vlees op het menu staan, van vogeltjes, pieren, muizen, mollen tot eieren aan toe.

Wil je meer weten van bijvoorbeeld eeuwige trouw bij kauwen, klik dan op de link;
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/detailpagina/q/vogel/97

vrijdag 11 maart 2016

Duivennesten

een beetje storm blaast dit nest gewoon weg
Vanmorgen de eerste tekenen van nestbouw in onze achtertuin. Een dikke houtduif kwam aanvliegen met een takje in zijn snavel. Handig scharrelde hij van tak naar tak op weg naar de kroon van de acacia die door de jaren heen begroeid is geraakt met klimop. Geheel aan het zicht onttrokken is hij of zij daar een krakkemikkig nest aan het bouwen.

Het zijn geen bouwmeesters zoals eksters dat zeker wel zijn. Eksters bouwen enorme nesten en vaak nog een reserve nest op een paar meter van het `hoofdnest` vandaan. Nee, een houtduif vlecht van wat takjes een slordig ogend kommetje waar je soms gewoon doorheen kunt kijken. Ik verwonder mijzelf altijd, dat er een ei in blijft liggen en dat er dan na een paar weken ook nog een klein duifje uitkomt.

rondom het nest zie je het grasveld onder de boom
Dat de houtduif in onze tuin nu al met takjes sjouwt is wel erg vroeg, dat doen ze normaal gesproken pas in mei en daar gaan ze dan mee door tot in de herfst. Wat je nu al wel veel ziet is de hofmakerij van de mannetjes duif, de doffer. De mannetjes buigen de kop diep voor het vrouwtje, heffen de staart op en spreiden de veren. Daarbij maken ze ook baltsgeluiden.

Als uiteindelijk het vrouwtje een paar wil vormen, gaan de dikkerds op zoek naar een geschikte nestplaats. Het kan ook zijn dat het nest van het jaar ervoor opnieuw wordt gebruikt. Het hele broedseizoen blijven ze het nest onderhouden, takje erbij, takje opnieuw vastzetten ga zo maar door. Maar dat is wel nodig ook, als je de bouwkundige staat een beetje bijhoudt, zie je dat er niet veel nodig is om de boel uit elkaar te laten waaien en een onbewoonbaar verklaring ligt dan op de loer. Maar goed in mei is het dan zover, de bouw is afgerond, het koppel is onafscheidelijk en dat is soms echt een aandoenlijk tafereeltje zoals ze dan dicht naast elkaar zitten en elkaar kopjes geven.

Uit het ei komt dan een oerlelijk jong dat ongelooflijk snel groeit en binnen een paar weken bijna net zo groot is als de ouders. Let dan vooral op de witte vlek die houtduiven hebben en die bij jonge vogels ontbreekt. Eenmaal uitgevlogen komen ze niet meer terug op het gammele nest. De jonge vogels, een stuk of twee kunnen dan erg dwingend om voedsel schooien. Dit ritueel herhaalt zich zo'n drie keer per seizoen.
 
Al met al zorgt dit broedgedrag ervoor dat we in Nederland zo'n half miljoen broedparen hebben. Dat lijkt erg veel maar dat is de laatste jaren flink afgenomen door de veranderingen in de landbouw, efficiƫnter oogsten en andere gewassen zoals mais in plaats van granen. In de Oranjepolder zie ik in de zomer het aantal flink groeien en schat ik het totale bestand houtduiven op achthonderd of meer.


Wil je meer weten van deze gezellige dikkerds, klik dan op;
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/detailpagina/q/vogel/89

dinsdag 8 maart 2016

Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is.

Snavels, daar kun je nog eens veel over zeggen en van vinden. Elke vogelsoort heeft zo zijn eigen type snavel, gemaakt voor zijn eigen manier van voedsel zoeken en bewerken. Ik kom op dit onderwerp omdat ik verspreid door de Oranjepolder drie dode vogels zag liggen. Twee dode kraaien en een dode zilvermeeuw, twee soorten met fors uitgevoerde snavels. Bijzonder omdat ik het idee heb dat er in deze winter voldoende voedsel te vinden was en omdat er anders nooit zomaar drie dode vogels liggen. Nu sterven vogels op een gegeven moment ook, dat kan en hoort er gewoon bij.

Trouwens het was onze hond die ons attent maakte op deze kadavers, hij probeerde zich eens lekker in de verre staat van ontbinding verkerende resten te rollen en de voor hem aangename geur mee naar huis te nemen. Een vreemde gewoonte van honden trouwens en kans op een behoorlijke stank bij ons in huis. Ook als er een dode stinkende vis op de kant ligt, is dat bijna onweerstaanbaar voor een hond.

zeg nou zelf, hier kun je toch niet mee zingen?

Niet elke snavel is geschikt om te zingen. Trouwens ik weet eigenlijk niet of een vogel een bepaald type snavel nodig heeft om te kunnen zingen maar de combinatie snavel en een gouden keeltje is volgens mij wel een hele logische. Moet je eens voorstellen dat een zeearend met een snavel als een betonschaar zou zingen als een nachtegaaltje of als een zanglijster. Op de een of andere manier klopt die combi niet. Een zangertje heeft een fijn gemodelleerd snaveltje zodat de heldere klanken fijntjes klinken en ons gehoor strelen. Nee, de vogels met van die joekels van snavels, vaak krom, grof en gehoekt, komen niet verder dan krassende geluiden, groffe klanken alsof er gescholden wordt, of er op zijn minst iets geroepen wordt wat wel eens onaardig kan zijn en niets lijkt dan ook maar een beetje op zingen of op een vriendelijke opmerking en compliment.

Die groffe snavels hebben dan ook een totaal ander doel, ze moeten of zaden kraken, prooien doden, taaie prooien openscheuren om bij het malse binnenste van een kadaver te komen. Dat zware taaie werk zorgt er volgens mij ook voor dat je dan weinig zin hebt om een verfijnd melodieus liedje te zingen. Dus naast een mooie verentooi heeft elke soort dus een toepasselijke snavel. mooi dat de natuur daar allemaal rekening mee heeft gehouden.

Ik vond een plaatje met daarop een aardige indeling van zo'n zestien verschillende snavel modellen en dat plaatje geeft een prima overzicht van de meest voorkomende snaveltypen. Neem bijvoorbeeld het type "picking", daar vallen weer een hele reeks snaveltypen onder. Zo is de snavel van een tureluur recht en een centimeter of zeven lang. Hij kan daarmee diep genoeg in de modder zoeken naar insecten en wormpjes, een wulp heeft weer een langere snavel van wel vijftien centimeter lang om in diezelfde modder naar dieper levende diertjes te zoeken. Een bonte strandloper heeft een snaveltje van twee tot drie centimeter en zit ook in diezelfde modder te wroeten. Allemaal snavels die tot het type "picking" behoren, verschillend van lengte en daardoor zijn deze vogels geen voedsel concurrenten. Geweldig hoe dat toch allemaal in elkaar zit.

Samengevat kun je wel stellen dat insecteneters tot de eredivisie van de zangkunsten met fijne snaveltjes behoren. Denk maar eens aan een paar toppers als winterkoning, roodborst, bosrietzanger, blauwborst, heggenmus, nachtegaal, lijster en merel. Zaadeters zoals vink, putter, sijs en groenling zijn ook aardige zangers maar wel met een stuk eenvoudigere liedjes en die rangschikken we dan in de Jupiler league. En de laatste categorie, een soort zondagamateurs zijn de snaterende eenden, dat heeft niets meer met zingen te maken maar ja zeg nou zelf, twee van die platte lepels, daar kun je toch niks meer mee als een beetje modder zeven? 

vrijdag 4 maart 2016

De Candezen kwamen en zijn gebleven

De canadezen zijn goed ingeburgerd in ons vogellandje, net als de cetti's zangers en nijlganzen zijn ze hier in de afgelopen decennia met slechts enkelingen gekomen, of losgelaten, of ontsnapt uit collecties. Inmiddels zijn deze exoten (ja, want zo worden ze genoemd), en ze komen echt niet altijd uit een warm exotisch land, onze vogels geworden. Deze vogels hebben zich werkelijk prima aangepast aan onze omstandigheden, je kunt gerust zeggen dat ze zeer goed ingeburgerd zijn. Van her en der een koppeltje zijn ze inmiddels uitgegroeid tot een serieuze groep ganzen. Ik zag deze canadezen afgelopen weekend in de Biesbosch, in de polder Kroon en Zalm bij elkaar zitten in een weiland. Ik schat dat het er toch gauw tweehonderd waren, een serieuze groep.

koppel waakzame canadese ganzen met hun jongen in het Pompveld bij Dussen
Het is ook een mooie gans met een mooie tekening en typische roep, die lijkt op een blaffend geluid. Al in de vijftiger jaren van de vorige eeuw werden in Nederland broedgevallen waargenomen maar tot ver in de tachtiger jaren werden de ganzen bejaagd en afgeschoten. Toen dat stopte is het snel gegaan met de uitbreiding van deze soort en zijn er nu flink meer dan drieduizend broedparen. Ook al is het een exoot en hoort hij niet in Europa thuis, ben ik er blij mee en is deze soort een verrijking van onze vogelstand. Dat geldt in mindere mate voor de nijlgans. Dit is ook een exoot maar toch echt wel van een ander kaliber. De nijlgans is namelijk erg agressief en dat is de canadees in het geheel niet. De nijlgans is in het broedseizoen weinig verdraagzaam, jaagt alles wat te dicht in de buurt komt weg, pikt soms andere nesten in, zelfs van kraaien en buizerds. Dat gedrag kan er zelfs toe leiden dat de kleintjes van andere watervogels worden verdronken. Niet sympathiek!

Vanwege dat gedrag heb ik niet veel op met deze onverdraagzame gans. In Nederland hebben we inmiddels zo'n vijftienduizend broedparen en gelukkig stabiliseert de groei. Toch staat deze succesvolle broedvogel op de rode lijst van de IUCN vanwege de sterke achteruitgang in Afrika waar deze gans volop wordt bejaagd. De IUCN is overigens de internationale organisatie voor natuurbescherming. Zij houden oa. wereldwijd de ontwikkelingen in de soortgroepen bij.

International Union for Conservation of Nature
Dat de canadees niet op deze lijst staat, snap ik dus wel, hij is te sympathiek en doet niemand kwaad. De "nijl" is dus een heel ander verhaal, onsympathiek, wel erg mooi maar ernstig bedreigd in Afrika. Misschien moeten we ze massaal terugbrengen naar Egypte om de stand daar op peil te houden?

Wil je meer weten van de candese gans, klik dan op de link;
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/detailpagina/q/vogel/29

dinsdag 1 maart 2016

Gezocht; Corvus Frugilegus. alias "zwarte Cor".

de gezochte Corvus frugilegus.
ook wel "zwarte Cor" genoemd
Het seizoen dat de roeken koloniƫn geteld worden, is weer begonnen. Ik tel er nu zes in de omgeving van Oosterhout. De kolonie in de Oranjepolder aan de Otterweg tel ik nu voor het zesde jaar en deze kleine kolonie wordt elk jaar weer iets kleiner. Niet zo erg als je weet dat de kolonie bij Hooipolder, die amper drie kilometer verder gevestigd is, groeit en zelfs de honderd bewoonde nesten nadert. En aan de zuidkant van de polder, op minder dan een kilometer, heb je de kolonie bij de Gamma, ook goed voor tweeƫnveertig nesten.

Het kan dus ook nog zo zijn dat roeken van de Otterweg kolonie verhuizen naar een van de twee nabij gelegen kolonies. Die denken misschien wel, hoe meer zielen hoe meer vreugd, en het is door de schaalgrootte ook nog eens veiliger. Ik weet eigenlijk niet hoe trouw een roek aan zijn kolonie is? Ze zijn wel trouw aan elkaar en vormen dus een paartje voor het leven. Ook zijn ze trouw aan hun standplaats maar of dat dan de kolonie is of het gebied waarin ze verblijven dat weet ik eigenlijk niet. Wat dat betreft zijn het net mensen, ik moet er ook niet aan denken dat ik uit mijn kolonie Oosterhout met zijn Oranjepolder weg moet.

Het kaartje van Faunabeheer laat de verspreiding van kolonies in Brabant zien en wat direct opvalt is dat in West-Brabant geen roeken voorkomen, behalve dan twee kolonies net boven Etten-Leur. Ook in de Biesbosch komt deze vogel amper voor. Toch wel leuk dat een aantal van de meest Westelijke roeken kolonies van Brabant in onze omgeving zitten.

Roekenkolonies in Noord-Brabant in 2009
(Bron: Provincie Noord-Brabant).
Roeken worden, ook al zijn ze beschermd bejaagd, meestal betreft het dan bij schade aan fruitpercelen. Faunabeheer verleent verder ontheffingen voor opzettelijke verontrusting, zeg maar verjagen, in plaats van bejagen, maar zo langzamerhand ontstaat ook het besef dat roeken heel nuttig zijn in de bestrijding van emelten en ritnaalden(een voor gewassen schadelijke insectenlarve).
Faunabeheer, onderzoekt ook methoden om roeken effectief van de akkers te verjagen zonder dat afschot plaatsvindt. Vroeger hingen boeren een kraai of roek aan een stok op de akker of plaatsten ze een gaskanon op een akker om de roeken te verjagen maar uit onderzoek is gebleken dat de roeken vaak al na een dag doorhadden dat dit geen echte bedreigingen waren. Wat wel effectief is gebleken is het verjagen van roeken door geluid. Men laat dan bijvoorbeeld dertig seconden lang een angstkreet van een roek horen en de roeken vluchten direct, ook na een of meer dagen blijft deze methode effectief. Het geluid wordt dan door roeken honderd tot tweehonderd meter ver gehoord. Toch een veel betere manier en veel beter dan bestrijden en verjagen met dode dieren? Wat wel erg jammer is, is dat de roek sinds het jaar 2000 als broedvogel gestaag afneemt. Het aantal broedparen is bijvoorbeeld in 2012/2013 van 55.750 naar 51.000 broedparen gedaald.

Wil je meer weten van "zwarte Cor", klik dan op de link;
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/detailpagina/q/vogel/180