dinsdag 30 maart 2021

Roekenkolonies in 2021.

een aantal roekennesten in Waspik
De eerste ronde roekennesten tellen zit er weer op. Over twee weken loop ik de tweede ronde. Deze ronde zijn alleen de nesten(in aanbouw) geteld en over twee weken check ik of deze afgebouwde nesten ook worden bewoond door de roeken. 

Het viel mij dit jaar op dat de roekenkolonies erg in "beweging" zijn. Vier kolonies zijn verlaten en drie nieuwe kolonies zijn erbij gekomen. Je kunt niet spreken van het opschuiven van bestaande kolonies want de nieuwe kolonies liggen helemaal niet in de buurt van de "oude" verlaten kolonies. Het blijken dus reislustige types te zijn. 


De aantallen roeken van een paar oude bestaande kolonies neemt gestaag af. Zo is kolonie op de hoek van de A27-A59, Knooppunt Hooipolder van een goede honderdtachtig nesten in 2011, gedaald naar tachtig nesten. De kolonie in Waspik aan de Waspikseweg is gedaald van tweehonderd nesten naar amper negentig nesten. 

En de nieuwe kolonies zijn nog klein en kwetsbaar maar erg belangrijk. Het is daarom ook maar de vraag of die de komende jaren doorgroeien? Overall blijft het totaal aantal nesten hier in de regio min of meer stabiel. Maar vergelijk je de aantallen van nu met de aantallen van een kleine tien jaar geleden dan zijn we toch ruim honderd nesten kwijtgeraakt.

ze zijn er klaar voor
De afname van het aantal vogels hier in de regio loopt ook gelijk met de landelijke trend. Maar wat is hier nieuw aan, zoals met zoveel vogelsoorten nemen de aantallen gestaag af. Ik merk dat dat vooral in het "buitengebied" aan de hand is. De verregaande mechanisatie, verdroging van het landschap, schaalvergroting, sleepslangen en intensieve landbouw spelen daar onherroepelijk een rol in. 

Je kunt amper een vogelsoort van het agrarisch gebied noemen waar het in de afgelopen jaren steeds beter mee is gegaan. De patrijs, kievit, grutto, scholekster, roek, veldleeuwerik, ringmus, gele kwikstaart, graspieper, wulp, wilde eend, ze hebben het allemaal zwaar. Ik kan eigenlijk maar twee soorten noemen waar het wat beter mee gaat en dat zijn de roodborsttapuit en de zwarte kraai

De roeken nemen sinds 1990 jaarlijks met bijna 5% af! Een jaartje of dertig dat deze dalende lijn te zien is, betekent dat we het over serieuze aantallen hebben en het eind is nog niet in zicht. Ik ben benieuwd wat voor veranderingen in de agrarische sector we nog meemaken waardoor de vele soorten wat meer kansen krijgen.

Wil je meer weten van deze knapste kraaiachtige, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roek

vrijdag 26 maart 2021

Walsende spreeuwen.

een fractie van wat over ons heen kwam
Echt hele grote zwermen spreeuwen heb ik al heel wat jaren niet meer gezien. De laatste redelijk grote zwerm was in 2017, die in het centrum van Oosterhout. Aan de Leijsenhoek vielen 's-avonds tegen de schemer, en daar kon je de klok op gelijk zetten, een kleine 4.500 spreeuwen in de laurierstruiken om daar de nacht door te brengen. 

De buurtbewoners hadden daar een hekel aan en stonden vaak op hun balkonnetje in hun handen te klappen om ze te verjagen. De spreeuwen hadden daar geen boodschap aan en doken diep in de struiken en hielden na een minuut of twee stil en vielen met z'n allen als een blok in slaap. Uiteindelijk hebben die handenklappers het wel voor elkaar gekregen dat de Gemeente alle laurierstruiken gekapt heeft. Weg spreeuwen!

de Noorderplaat en onze positie 
bij het uitvliegen van de 30.000 spreeuwen
Ik moest hier afgelopen zaterdag om 6.15 uur weer aan denken want toen waren wij in de Noordwaard om de roerdomp te horen en terwijl we daar naar stonden te luisteren, rolde een enorme deken van spreeuwen over ons heen. Ik durf een voorzichtige schatting te maken en kom dan op een ruime dertigduizend, ja 30.000!! spreeuwen. Het zouden er ook meer kunnen zijn. Het waren zo ongelooflijk veel vogels en het geluid van de laag overvliegende vogels, net boven de boomtoppen op vijftien meter ofzo, was ook zo indrukwekkend. En bij Woudrichem, iets verder naar het oosten werden iets eerder maar liefst 54.000 spreeuwen geteld.

Zonder ook maar een geluidje te maken vlogen ze over en we hoorden enkel alleen het geluid van de vleugelslagen. Het leek wel het geluid van een op de snelweg voorbij zoevende vrachtauto. De vogels vlogen in een richting en maakten geen mooie zwermende bewegingen. 

Het was duidelijk dat de vogels net uit de slaapplaats in de Noorderplaat op weg waren naar de foerageergebieden. De massale vlucht 's-avonds boven de slaapplaats ziet er heel anders uit, dan zwermen de vogels in de meest fantastische formaties over en duiken uiteindelijk het riet in. Dat hebben we daar nog niet gezien. 

Ik ken die enorme groepen zwermende spreeuwen alleen van zo'n veertig jaar geleden. Toen zag je die enorme groepen nog wel eens in de polder tussen Raamsdonk en 's-Gravenmoer. Die groep was zo groot dat je hem van kilometers ver zag. Je moet denken aan de golfbewegingen van spreeuwen die je nu nog wel eens op TV ziet. En ook boven Rome vliegen ook honderdduizenden spreeuwen en zo moeten we het eigenlijk nu heden ten dage doen, met TV beelden want het echte werk is er niet meer bij.

Wil je meer weten van deze dansende luchtacrobaten, klik dan op de link;https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/spreeuw

dinsdag 23 maart 2021

Zwarthalzige kwikstaart(Temminck 1852)

een van de twee rouwkwikken
Vanaf eind februari trekken de zeldzame rouwkwikstaarten over, het zijn er maar een stuk of honderd. Dat doortrekken doen ze dan tot in april en dan zien we ze weer een tijd niet. De beste kans heb je aan de kust en soms heb je het geluk om er een in het binnenland tegen te komen. En laat dat laatste nu afgelopen vrijdag zijn gebeurd. Tijdens de inventarisatieronde in de Noordwaard zagen we zelfs twee rouwkwikken bij elkaar zitten op de oever van de Ganzenwei. Bijzonder en meestal een toevalstreffer. Het lastige is dat de rouwkwikken niet echt opvallen nu er ook nog eens veel witte kwikstaarten aanwezig zijn. Je bent dan al snel geneigd om er gemakshalve maar van uit te gaan dat het witte kwikken zijn en daarmee loop je het risico dat je de rouwkwik over het hoofd ziet.

zwarthalzige kwikstaart
De rouwkwik is ook weer zo'n vogel die, als je de kenmerken kent, toch echt verschilt van de witte kwikstaart. De zwarte rug valt dan nog het meest op en de twee witte strepen op de vleugel zie je door die donkere rug extra goed. De witte kwik heeft die strepen ook maar die heeft ook vrij lichte vleugels waardoor de strepen minder opvallen. De zwarte pet die beide kwikstaarten hebben, valt bij de witte kwik nog het beste op omdat die een scherpe aftekening naar de nek heeft terwijl de overgang van de pet naar de nek bij de rouwkwik veel vager is. 

Maar dat is dan alleen als de vogels volwassen zijn, uitgesproken getekend zijn en volledig uitgekleurd zijn. Daar tussenin heb je "tich" variaties en zelfs kruisingen en worden dus evenzoveel vergissingen gemaakt. Dus een goede foto is voor mij een must om mij te verzekeren van een correcte waarneming.

witte kwikstaart
De rouwkwikken broeden met slechts enkele paren in ons land en dan moet je ze in het noorden gaan zoeken. De rouwkwikstaarten broeden vooral in Engeland en Ierland en zijn daar net zo algemeen als de witte kwik bij ons. Ik denk dat ik al heel wat rouwkwikken gemist heb door een te gemakzuchtige houding, "ach het zal wel een witte kwik zijn".

Maar die zeldzame ontmoeting met een rouwkwik wordt daardoor wel een bijzondere ontmoeting. Nog een paar weken extra opletten want je weet maar nooit.In 1852 werd de rouwkwikstaart door de wetenschapper Temminck, zwarthalzige kwikstaart genoemd. Die naam klinkt niet net als rouwkwik trouwens want van die naam wordt je ook niet vrolijk terwijl je dat van het vogeltje juist wel wordt.

Wil je meer weten van deze zeldzame doortrekker, klik dan op de link; 
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/rouwkwikstaart

vrijdag 19 maart 2021

Uitzwaaiers!



klaar om te vertrekken
Afscheid nemen van de wintergasten valt zwaar. Het klinkt misschien dramatischer dan het is maar ik zal ze echt missen, de kleine zwanen, wilde zwanen, kolganzen, sijzen, kramsvogels en koperwieken om er maar eens paar te noemen. Ik kijk er in het najaar altijd zo naar uit om ze weer te zien en voordat je er erg in hebt, vertrekken ze weer naar hun zomerverblijven. En ik weet ook wel dat die vertrekkende wintergasten opgevolgd worden door de zomergasten oftewel, de broedvogels die er aan komen. Dus echt in een zwart gat val ik ook weer niet, nee het tegenovergestelde is waar. Het voorjaar is een drukke tijd voor een vogelaar.

Net in deze weken heb je zelfs een kleine overlap, de ene soort is nog net niet vertrokken en de andere is net gearriveerd. Het zijn topmaanden qua aantallen en soorten. De vertrekkende zwanen en ganzen vallen natuurlijk ook gewoon op omdat het ten eerste grote vogels zijn en ten tweede reizen ze meestal in grote groepen en dat valt op.

net gearriveerde (IJslandse) grutto's
De meeste zomergasten arriveren vrij onopvallend, ze zijn vaak klein en reizen niet altijd in grote groepen. Een enkele uitzondering is de grutto die wel in grote groepen arriveert en hier komt opvetten en uitrusten. Maar een blauwborst, gele kwikstaart of fitis arriveert niet met zoveel kabaal. De komende weken arriveren steeds meer vogels en worden de vertrokken vogels ruimschoots gecompenseerd door de broedvogels. 

Het duurt nu weer tot eind september, half oktober voordat we de eerste wintergasten weer zien en dat is toch een flinke periode waarin veel kan gebeuren. Ik hoop van harte dat met name de zwanen een mooie zomer hebben en straks weer met vele jongen hier de winter door komen brengen. Ik kijk er nu al naar uit.

dinsdag 16 maart 2021

Middelste bonte specht is een olievlek.

middelste bonte specht(m)
De middelste bonte specht was tot voor een paar jaar geleden een specht van het oosten en het zuiden van ons land. En nog wat langer geleden een vogel die hier niet eens voor kwam. Hier in het westelijke deel van het land kwam hij niet voor tot op een paar jaar geleden toen er in het Ulvenhoutse bos een paar mibo's gezien werden. Dat bleken blijvertjes te zijn en ook in andere bossen rond Breda en zelfs ook in Rijsbergen vestigden de middelste bonte zich. Het was dus een kwestie van tijd totdat ook de boswachterij Dorst werd aangedaan. Toch duurde dat een aantal jaren en in februari 2019 hadden we de eerste hier te pakken.

En nu, een paar jaar later zitten in Dorst zeker drie koppels middelste bonte spechten. Twee territoria ken ik nu twee jaar en deze week ontdekte ik een foeragerend koppel op een nieuwe plek. 

mibo in Dorst
Deze twee mibo's (afkorting voor middelste bonte specht) waren druk met het zoeken naar voedsel en waren na anderhalf uur nog steeds in dit gebied aanwezig. Wat ook opvalt is dat deze specht ook op horizontale takken foerageert, daar waar vrijwel alle andere spechten juist op de verticale boomstammen en takken zitten. Ondanks zijn zwijgzame en schuwe karakter is hij daardoor redelijk goed waar te nemen. 

Het zijn echte standvogels en ze kunnen jarenlang in hetzelfde gebied verblijven. Ze trekken in de winter ook niet weg en weten zich goed staande te houden. Het loont dus om de plekken waar je een mibo hebt gezien te onthouden en er later nog eens terug te komen. Het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje vraagt specifieke kennis en je hebt een goede kijker of camera nodig om dat verschil te zien. 

De verschillen zitten met name in de rode pet, bij een mannetje is de tekening scherp tussen pet en voorhoofd en ook de overgang van de rode pet naar de zwarte nek is scherp. Bij een vrouwtje is dat een ander verhaal, daar is de overgang minder scherp en soms vlekkerig. 

Dus pas later dan 1997 in Nederland
(kaartje wikipedia)
Zeker de overgang naar de nek kan vaag en onscherp getekend zijn. Om hier een beetje vaardigheid in te krijgen is oefenen, oefenen en nog eens oefenen is het devies. Foto's helpen dan en leveren zo een mooi stukje huiswerk op

Zo verspreidt de soort zich langzaam maar zeker als een olievlek naar het westen van Brabant. Als een middelste bonte specht in de Biesbosch wordt gemeld is dat groot nieuws en gaan de Biesbosch vogelaars direct op pad. Daar is hij pas een enkele keer gemeld, zo bijzonder is hij in deze omgeving nog. 

Inmiddels komen in Nederland al bijna duizend broedparen voor. Toch weer een succesje voor een mooie vogelsoort in een tijd dat je eigenlijk altijd maar slechte berichten over de vogelstand hoort. 

Wil je meer weten van deze relatieve nieuwkomer in Oosterhout, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/middelste-bonte-specht

donderdag 11 maart 2021

Uitgehongerde grutto's

een klein deel van de uitgehongerde grutto's
Nog maar net een paar dagen na het weekje sneeuw en echte winterse temperaturen, arriveerden de eerste grutto's in de Noordwaard. Een jaarlijks terugkerend fenomeen in de laatste weken van februari en begin maart. De vogels komen massaal aan en kunnen na die lange tocht maar een ding en dat is eten, eten, eten. Je ziet ze dan vrijwel constant met de snavel in de prut roeren. De slikplaten in de Noordwaard zijn ideaal voor deze uitgehongerde vogels. Ze moeten voldoende aansterken om daarna de broedgebieden op te zoeken en er zitten ook nog eens flink wat IJslandse grutto's tussen en die moeten nog een stukje verder vliegen. 

Onze grutto's zijn meestal wat later omdat die uit
alarmerende grutto

Afrika moeten komen en de IJslandse grutto's gaan niet verder dan zuid Europa en zijn dus eerder hier maar moeten dan nog een heel eind naar het noorden. Onze grutto's zijn dan weliswaar wat later maar die zijn dan ook gelijk op hun eindbestemming. Een flink deel moet nog wel door naar Friesland en het Groene hart maar dat is een fluitje van een cent.

Als grutto's zo samen staan is het lastig om de IJslandse van de onze te onderscheiden. Nu heeft met name de IJslandse man een veel roder kleed dan de Hollander en dat valt best op maar als ze wat grijzer gekleurd zijn wordt het al een stuk lastiger en gaat het om subtiele verschillen en die moet je dan goed op het netvlies hebben en dan moet de vogel ook bereid zijn om mee te werken en niet als een bezetene door de groep en de modder te paraderen. 

Wil je meer weten van onze nationale vogel(sinds 2015), klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grutto

dinsdag 9 maart 2021

Het 1e kievitsei voor ons?

Kievit vrouwtje
Het is wel heel vroeg in het weidevogelseizoen maar de kieviten hebben er ondanks de lage temperaturen zin in. Op 2 maart zag ik in de Willemspolder de kieviten al uitbundig baltsen. Toegegeven, te vroeg in het seizoen voor een eerste kievitsei. Alhoewel er wel een jaar geweest is waarin het eerste ei op de laatste dag van februari gelegd en gevonden is. Het droge en zonnige weer van de afgelopen dagen nodigde in ieder geval uit om eens een rondje over een boerenkoolperceel te lopen. De boerenkool was eind 2020 geoogst en het veld lag te wachten op een fikse strontinjectie om daarna omgeploegd te worden.

De kieviten weten van niets want die hadden het voorjaar in de bol en hadden tussen de stoppels maar liefst zeventien nestjes gemaakt en er wordt wel gezegd, kuiltjes gedraaid. 
volle bak

De verse kuiltjes moeten nog bekleed worden maar dat is voor een kievit een karweitje van niets. Het eerste kievitsei is al gevonden in Wilnis dus het begint bij ons, de weidevogel beschermers van Raamsdonk toch wel te kriebelen. Want wij willen het eerste ei in Brabant vinden.

Onderling contact, een nieuwe groepsapp, stokken en schilderstape en een lekker zonnetje maakte voor ons de aftrap van een nieuw seizoen compleet. We vonden de nesten bij een eerste controleronde afgelopen vrijdagochtend vrij eenvoudig. Bij elk nest werd een bamboestok met een vlaggetje van schilderstape geplaatst. Dat maakte verdere controlerondes een stuk makkelijker, je vind de nesten dan snel terug en je hoeft zo minder door de akker te sjouwen. 

kievit- en scholekster nesten
Nu gaat het er om of die kieviten een ei willen leggen want dat kunnen wij helaas niet beïnvloeden. Vanaf nu wordt dagelijks een controleronde gelopen en worden de zeventien nesten "geschouwd".

Afgelopen jaar werd het eerste ei in Brabant op 9 maart gevonden en die datum komt al aardig dichtbij en wij hopen natuurlijk dat de Gecombineerde Willemspolder de eer krijgt. En vandaag de 9e maart is dat eerste Brabantse kievitsei nog steeds niet gevonden. De komende dagen hebben we te maken met veel regen en harde wind dus ik vermoed dat de kieviten de eieren nog even niet in de kuiltjes leggen en nog even wachten. De temperatuur is daarentegen prima en haalt de tien graden dus dat is geen stoorzender.

vrijdag 5 maart 2021

Het stiekeme jagertje.

mannetje smelleken
Ik ken geen grotere stiekemerd onder de roofvogels dan het smelleken. Dat komt deels ook omdat het een klein onopvallend roofvogeltje is en alleen maar in het winterhalfjaar hier verblijft. Slechts een paar honderd vogels overwinteren in ons land die oorspronkelijk uit Scandinavië en Rusland komen.

Afgelopen dinsdag en woensdag zag ik een smelleken in de Willemspolder. Dinsdag was het kwartje niet direct gevallen. We zagen het jagertje vliegen toen we onze hond in de polder uitlieten en de dag daarna viel hij weer op maar nu ging hij ook nog eens op een hek zitten zodat ik hem goed kon bekijken en direct herkende.

En daarbij komt ook nog dat ik in de winter minder op pad ga om vogels te kijken dan in het zomer halfjaar. Het smelleken is kleiner valkje dan een torenvalk en jaagt ook niet zo opvallend als een torenvalk, die vol in het zicht in de lucht hangt te bidden. De grotere neven zoals de boomvalk is hier juist in de zomer en is in de winter afwezig. De slechtvalk is echt groot en valt alleen al door zijn imposante postuur direct op. De slechtvalk is het hele jaar hier en jaagt niet eens zover van onze polder vandaan en broedt zelfs vlakbij bij op de koeltoren van de Amercentrale. Het smelleken zit graag op de grond en kan daar uren onbeweeglijk zitten turen.

het smelleken met lei blauwe rug
Wat ik niet wist is dat het smelleken graag in de nabijheid van blauwe kiekendieven verblijft. Die jagen net als het smelleken laag boven de grond en jagen zo nogal wat kleine vogeltjes op en dat zijn de prooien van het smelleken. Veldleeuweriken, graspiepers en vinken belanden zo op de menukaart van dit kleine stiekeme jagertje. En het is dus geen toeval dat in de Willemspolder deze winter ook weer twee blauwe kiekendieven overwinteren, een mannetje en een vrouwtje die dus onbewust aan het werk zijn voor een goedgevulde dis van dit mannetje smelleken.

De meeste smellekens overwinteren in het kustgebied en in veel mindere mate bij ons in het binnenland. Ik ken alleen polder De Kroon en Zalm in de Noordwaard als vast overwinteringsgebied van dit jagertje. Op dit moment zit de Willemspolder vol met prooi want je hoort nu overal de veldleeuweriken, graspiepers en witte kwikstaarten roepen en soms ook zingen(veldleeuweriken).

Woensdag durfde dit smelleken zelfs achter een opvliegende watersnip aan te vliegen en ik denk dat hij die ook wel kan hebben ondanks zijn grootte. De snip zit qua grootte net tussen een veldleeuwerik en merel in.

Wil je meer weten van deze noordelijke valk, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/smelleken

dinsdag 2 maart 2021

Ook een zonnecel gaat dood.

54X met GPS zender(17 feb 2021)
Toch nog even terugkomen op de gezenderde kleine zwanen die ook nu weer in de Willemspolder rondhangen. Vanaf begin januari toen de groep kleine zwanen gestaag groeide van een kleine zestig vogels naar ruim tweehonderd op de zestiende van vorige maand, zaten daar ook een paar zwanen met halsbanden en bij en zelfs twee met een GPS zender. 

De ene zwaan had de code 54X op de halsband staan en is dus alweer een wat oudere vogel. Het cijfer "X" kan duiden op een Belgisch ringproject door de Universiteit van Brussel en dat project dateert alweer van 2017. Ik heb nog wat onderzoek naar de herkomst gedaan maar kom er maar niet achter wie dit is. Begin dit jaar, op de twintigste januari zijn in oost Brabant weer kleine zwanen voorzien van een GPS zender en een witte halsband maar die hebben als laatste letter een "E". 

P67 ook met GPS zender(17 feb 2021)
De andere kleine zwaan in de polder had een metalen pootring met de cijfers "P67" en een witte halsband met GPS zender die ik niet kon aflezen. Die GPS zenders krijgen hun energie van de mini zonnecellen die op de halsband zitten en die halsbanden zorgen voor een zeer gedetailleerde registratie van de bewegingen die de vogel maakt. Zo is zelfs uit de verzamelde data af te lezen wat de vogel doet, slapen, vliegen en zelfs foerageren. Ik dacht dat die GPS halsbanden onbeperkt data zouden aanleveren maar dat is naar nu blijkt toch niet zo. 

Wim Thijsen meldde onlangs dat de GPS zenders van een jaar of drie geleden inmiddels "dood" zijn. De vogels lopen en vliegen nog met deze halsbanden rond maar leveren geen data meer aan. Dus ook die zonnecellen hebben een einddatum en overleven de zwanen zo hun eigen elektronica. Deze halsbanden hebben hun diensten bewezen en kunnen nog wel op de "ouderwetse" manier afgelezen en gemeld worden op www.geese.org. 
de snavels allemaal de zelfde kant uit
Een makkelijkere manier om kleine zwanen te identificeren is het snavelpatroon te vergelijken. Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden maar dat was amper tien jaar geleden nog een hele betrouwbare manier om kleine zwanen te herkennen. Het is wel een complexe registratie maar dan heb je ook wat.

Elke kleine zwaan heeft zo zijn eigen snavel-patroon oftewel zijn eigen gele snaveltekening. Dat snavelpatroon is te vergelijken met onze vingerafdruk, die is ook uniek. Kijk maar eens naar het snavelpatroon van de twee foto's hierboven.