dinsdag 28 juni 2016

Vogelvoeten deel II

de tenen van een jonge meerkoet
De vogelvoeten, zoals die van de Zygodactyl waar ik op 21 juni over schreef, blijven mij toch wel verbazen. Een koekoek die geheel onverwacht tot deze categorie behoort en het mij niet echt duidelijk is geworden waarom hij deze opstelling van tenen heeft, verbaasde mij. En al lezend over het onderwerp viel mij de bijzondere aanpassing van de voeten van de meerkoet op. Deze watervogel heeft in tegenstelling tot de meeste watervogels zoals de eendachtige en meeuwen geen zwemvliezen maar gewoon tenen met een kleine aanpassing. De meerkoet behoort tot de orde van de rallen en kraanvogels, ook zo'n bijzondere "familieband" want een kraanvogel heeft niet zoveel op en langs het water te zoeken. Dus waar zit die link of verbintenis dan? Maar daarover later meer.

Aan de meerkoet tenen(en ook aan de tenen van een fuut) zitten zogenaamde lobben die aan weerszijde van elke teen zitten. Bij een achterwaartse beweging van de poot gaan de flappen wijd uit staan. Wordt de poot naar voren bewogen, dan klappen de flapjes weer dicht om zo weinig mogelijk weerstand te hebben. Hoewel ik een meerkoet altijd wat moeizaam door het water zie glijden. Daar waar een eend soepeltjes door het water glijdt, ploegt de meerkoet een beetje. Maar de meerkoet heeft dan wel weer het voordeel dat hij zich weer een stuk gemakkelijker op het land voortbeweegt de lobben zorgen er dan weer voor dat hij een goede grip heeft op een gladde ondergrond. Een derde voordeel van deze vreemde combi van tenen en lobben is, dat een meerkoet weer makkelijker over waterplanten, moeras- en oeverbegroeiing kan bewegen. Daar zien we hem dan ook meestal wel rondhangen.

ziet er een beetje buitenaards uit
Deze duiker, want dat is hij, kan tot zeven meter diep duiken en daar zo'n 30 seconden mee bezig zijn en dat is ook een prestatie want de stuwkracht komt dus ook vanuit deze voeten zonder zwemvliezen. Ik weet niet of het wel eens is opgevallen maar een meerkoet schiet uit het water als hij weer bovenkomt. Dat komt namelijk door het enorme drijfvermogen wat zo'n beestje heeft, veel lucht tussen de veertjes. Hij moet dus extra hard werken om diep te duiken. Van oorsprong zijn meerkoeten echte moerasvogels, met poten die bijzonder geschikt zijn om te lopen op drijvende vegetatie (kraggen) en wortels van riet- en lismoerassen. 

Toch weer een aparte aanpassing die voor deze vogel heel erg nuttig is. De fuut die vrijwel dezelfde tenen heeft, beweegt zich in het water juist zeer elegant voort, duikt soepel onder en komt zelfs gracieus boven, een deftige vogel, ja dat is wel de beste benaming voor deze vogel en tegelijkertijd ook weer een reden om de volgende keer daar wat dieper op in te gaan.

Wil je meer weten van deze zwarte dobber met witte bles, klik dan op de link,

vrijdag 24 juni 2016

Waterslager

De maanden april tot en met juni zijn de topmaanden voor de vogelliefhebber. Het is ook tevens de moeilijkste en uitdagendste periode omdat je dan vogels op naam probeert te brengen op basis van hun zang want zien doe je ze nog amper. Liedjes herkennen is dan topsport, zeker als het gaat om vogels die steeds iets nieuws weten te bedenken zoals de bosrietzanger of nachtegaal.

zingende nachtegaal, een voorbeeld voor een "waterslager".
Vogels die steeds hetzelfde liedje zingen zijn makkelijk te herkennen en te onthouden, denk maar eens aan de vink, winterkoning en roodborst en nog makkelijker zijn tjiftjaf en koekoek. Daar zit de uitdaging niet in maar ze tellen natuurlijk gewoon mee voor de soortenlijst van de maand. Ik probeer elke maand de honderd soorten wel te overschrijden en dat lukt me aardig. Het gaat dan niet alleen om zangvogels, nee waterwild telt dan ook gewoon mee.

Die nachtegaal is ondanks zijn gevarieerde liedje vooral te herkennen aan zijn hele harde en loepzuivere klanken. Maar goed blijven luisteren is wel het devies. Het is een prachtig helder geluid wat je vooral in de hele vroege ochtend en late avond kunt horen. In de Oranjepolder moet je wel geluk hebben maar hij zit er wel, helemaal achterin bij de oude vuilstort "De Hillen", en dat is toch vlakbij de Biesbosch, broeden een paar koppels. Dat wij zo houden van de zang van de nachtegaal komt ook nog eens duidelijk naar voren bij de kanariekwekers die hun beste zangkanaries leren de nachtegaal na te doen.

Een batterij waterslagers
Deze kanaries worden dan "waterslagers" genoemd. In de zang van een waterslager zitten zo'n twaalf verschillende klanken die hij in een krachtig geslagen liedje laat horen. En net als bij de nachtegaal is dat een kort, krachtig en zeer gevarieerd lied. De beste waterslagers zijn te herkennen aan een duidelijk accent van klokkend en borrelend water.

Afgelopen week hebben we zeker 33 keer de nachtegaal kunnen horen zingen en dat is amper de helft van wat er werkelijk zit te zingen. Niet in de Oranjepolder en niet in de Biesbosch maar in het nachtegalenbolwerk, de duinen van Ouddorp. Een waar vogel eldorado, ook voor zangvogels zoals sprinkhaanzanger, groenling, bosrietzanger, winterkoning, kneu, zanglijster, heggenmus, vinken en zwartkoppen.

Wil je meer weten van de zangvogel met een gouden keeltje, klik dan op de link;
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/detailpagina/q/vogel/147

dinsdag 21 juni 2016

Vogelvoeten, trippel trap

Vogelaars zijn vooral geïnteresseerd in soorten, soortenlijstjes, zang, gedrag, mooie plaatjes en  vooral zeldzame en bijzondere soorten. Ik ken niet veel vogelaars die het met elkaar hebben over de vogelvoeten. En ik moet zeggen dat daar mijn interesse ook niet direct ligt maar we moeten het er toch eens over hebben. Want, wat je niet zo verwacht, is dat daar veel interessants en opmerkelijks over te vertellen is. Om te beginnen, de vogelvoeten zijn grofweg in 4 categorieën in te delen(met name ingedeeld op basis van het aantal en stand van de tenen) De watervogels met hun zwemvliezen laten we dan even achterwege, daar zitten trouwens ook gewoon tenen aan en vaak in dezelfde samenstelling en positie als bij "landvogels".

Van deze vier categorieën wil ik graag naar de meest bijzondere vogelvoet, de Zygodactyl kijken omdat deze vogelvoet op een hele andere manier gebruikt wordt dan de andere drie soorten vogelvoeten. Met de andere drie wordt gelopen, gehipt, takken vastgepakt om op te kunnen zitten of gezwommen(als er een zwemvlies tussen zit) etc. en met de vierde categorie poot wordt natuurlijk ook geklommen of worden prooien vastgepakt maar deze voet wijkt echt af van de andere drie voeten.

Deze vogelvoet, de Zygodactyl, heeft namelijk een beweegbare teen die voor verschillende doeleinden wordt gebruikt. Zygodactyl betekent overigens "gepaarde tenen". Zo kunnen vogels uitgerust met dit type voet goed klimmen, denk maar aan spechten(behalve de drieteenspecht, teentje minder natuurlijk) en papegaaien. Papegaaien gebruiken hun poten zelfs als "handjes", ze kunnen er prima dingen mee vasthouden. Deze opstelling van de tenen zorgt voor extra grip. Ook sommige uilen(kerk- en steenuil) hebben deze poten en kunnen dus heel goed prooien vastgrijpen. De visarend hoort hier overigens niet bij, ook al kan deze vogel een teen naar achteren bewegen om een prooi vast te pakken en de tenen zo dezelfde positie hebben als bij een Zygodactyl. In de normale stand van de tenen van de visarend staan er drie naar voren en een naar achteren.

koekoek, de vreemde eend in de bijt?
Maar de meest bijzondere vogel die deze voeten heeft en daarom kom ik ook op dit verhaaltje, is de koekoek. Ik kan maar niet bedenken waarom juist deze vogel ook dezelfde opstelling van tenen heeft en tot de categorie Zygodactyl hoort. Hij klimt namelijk niet en vangt ook geen prooien waar hij klauwen voor nodig heeft.

Nee, het is mij een raadsel waarom. Het enige wat ik kan verzinnen is dat het koekoeksjong, wat vaak veel te groot is voor het nest van de waardvogel deze teenopstelling gebruikt of zelfs nodig heeft om zich vast te kunnen houden aan het nestje, maar dat is een gok.

Dus deze vogel is niet alleen zeer bijzonder vanwege zijn broedparasitisme, nee hij is dat ook nog eens om zijn Zygdactyle voetjes. En dan hebben we nog niet eens gehad over de jonge uitgevlogen koekoek die zonder dat hij ooit ook maar even contact heeft gehad met zijn ouders, in het najaar naar dezelfde plek in Afrika weet te vliegen waar zijn ouders ook naartoe vliegen. Ik vraag me dan wel eens af wat er gebeurt als ze elkaar dan tegenkomen, of ze elkaar herkennen of elkaars geur of stemgeluid herkennen. En hoe gaat die eerste kennismaking dan, "hoi pa, ik ben je zoon, krijg ik wat zakgeld?"

vrijdag 17 juni 2016

Jagers, wildbeheerders? (deel II)


Zie je ze zitten, verscholen achter het camouflagenetje
Vorig jaar, op een warme zomeravond in augustus zag ik ze bezig. Ze zaten bij ons in de Oranjepolder op een krukje achter een camouflagescherm verstopt. De jachtgeweren in de aanslag, geladen met hagelpatronen met groffe hagel. Genoeg lood om een houtduif in een keer om te leggen. Ik moest aan ze terugdenken omdat ik ze afgelopen week weer zag, nu waren ze bij hun `clubhuis`, een schamel keetje aan het eind van de Groenendijk op Oosteind., schuin tegenover de boerderij van Harry Loonen die begin van dit jaar helaas is overleden.

genoeg brood strooien voor niet te missen kanonnenvoer
Het eenden jachtseizoen is alweer een tijdje gesloten (loopt van 15/8 t/m 31/1 voor de eenden-jacht) maar ze liepen toch met hun geweren over de weg naar hun auto. Waarschijnlijk hebben ze in hun clubhuis gekeken wie de grootste had. Ik heb niet veel respect voor deze mannen en dat komt doordat ik afgelopen winter zag waar ze mee bezig waren. De jagers, een ervan is een dikke oude man die volgens mij ook nog lui is, zag ik achter hun camouflage schermpje zitten. De geweren geladen en in de aanslag. Ik zag de oude dikke man opstaan en een tiental sneeën brood over De Donge uitstrooien. Dit is in de Flora en Fauna wet gewoonweg verboden! Het idee was duidelijk, het was natuurlijk de bedoeling dat de eenden, hongerig op het brood af zouden komen zodat hij vanaf zijn krukje een mooie woerd om kon leggen. Hij was dus ook nog eens te gierig om een fatsoenlijke lokeend te kopen. Hij wilde er vooral geen moeite voor doen, laat staan de eend een sportieve kans geven. Ik vond deze wildbeheerder een regelrechte slappeling en volgens mij verdient hij in zijn wereldje met deze actie ook weinig respect.

vroeger kreeg een eend nog de kans om te vluchten
Nu houden de jagers volgens mij sowieso vooral de schijn op, dat zij met hun jachtpartijen het wild beheren en de wildstand gezond en op peil houden. Ik twijfel steeds meer aan deze motivatie. Ik zal een voorbeeld noemen. Zoals we allemaal weten is de ganzenstand flink toegenomen en ontstaat er volgens de boeren en overheid overlast. Als de aantallen te groot worden, is de provinciale overheid bereid om een afschotvergunning af te geven. Maar niet eerder dan dat er goede en betrouwbare tellingen zijn gedaan. SOVON telt de ganzen in bijvoorbeeld Gelderland en wat blijkt, de KNJV, de club waar die dikke luie jager waarschijnlijk ook lid van is, telt 60% meer grauwe ganzen en maar liefst 200% meer nijl- en canadese ganzen in hetzelfde gebied. Rara wat het idee hierachter is. De onafhankelijke Universiteit van Wageningen constateerde deze discrepantie in de tellingen.

iets voor de dikkerd aan De Donge.
hoeft hij ook niet meer te richten. 
En ach, twee jaar geleden werd het al duidelijk wat voor soort volk bij de KNJV is aangesloten. De directeur van deze club werd toen aangehouden en bekeurd omdat hij met een lokfluit ganzen naar agrarisch gebied probeerde te lokken om ze op die manier "legaal" af te kunnen knallen. Het wordt echt tijd dat deze club in het rijtje van "verboden criminele organisaties" wordt opgenomen zoals "The Mongols", "Satudara" etc. Deze figuren zijn ook gek van wapens met het enige verschil, zij richten ze ook op elkaar.



Wil je meer weten van de eendenjacht, gedragscode, klik dan op de link van de Flora en Fauna wet;
http://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/beschermde-planten-dieren-en-natuur/beschermde-dieren/jagen

dinsdag 14 juni 2016

koekoek-koekoek-koekoek.

De koekoek is de vogel die in dit 100-ste blog mag "schitteren". In de afgelopen elf maanden heb ik nu honderd korte verhaaltjes over vogels in de Oranjepolder geschreven.

Toen ik zondagmorgen in alle vroegte door de Oranjepolder liep hoorde ik de top zomergast, de koekoek roepen. Dat is weer een hele tijd geleden dat ik die bij ons in de polder heb gehoord. De Oranjepolder is voor de koekoek niet heel erg interessant. Er zijn maar een paar plekken waar waardvogels hun nesten bouwen die voor de koekoek ook interessant zijn. Maar een roepende koekoek betekent wel dat hij hier zijn territorium heeft of wil vestigen. Ik wacht in spanning af, want......

Koekoeksjong uitgevlogen vlakbij de Kwestieuze brug(zo'n vijfendertig jaar geleden)
 
voor €.86,- kan ik het
hele jaar naar de koekoek
luisteren
langs Het Kromgat tel ik maximaal vijf kleine karekiet territoria. rietzangers zitten er amper en heggenmussen kun je ook op een hand tellen. Deze drie soorten zijn de favoriete waardvogels voor de koekoek. De koekoek van deze ochtend moet zich met zijn vrouwtje dus richten op de kleine karekiet als ze hier hun ei kwijt willen. Want dat doen ze, eenmaal de keuze gemaakt voor de kleine karekiet, dan wordt voor altijd het nest van een kleine karekiet opgezocht om hun ei in te leggen. Deze keuze erven ze van hun ouders en hun eieren lijken dan ook op de eieren van de waardvogel. Per waardnest worden een of twee eieren gelegd en men schat dat ze per seizoen een tiental eieren of meer leggen

Heel lang geleden, en dan heb ik het over een jaar of vijfendertig geleden, ontdekte ik een net uitgevlogen koekoeksjong bij de Kwestieuze brug en ben toen als een speer naar huis gefietst om mijn fototoestel te halen. Terug sprinten en een foto maken lukte ook nog. De foto heb ik nog steeds, de brugleuning was toen nog knalrood. Dat was voor mij de eerste en laatste keer dat ik koekoeksjong in de Oranjepolder heb gezien. Af en toe hoor ik er een, en deze van vanmorgen was de eerste van dit jaar en zoals eerder gezegd, zou dit territoriale gedrag tot een broedgevalletje kunnen leiden?

Hoe gaat het eigenlijk met de koekoek in Nederland? Nou, niet eens zo slecht,de afgelopen dertig jaar is er een lichte afname in de stand. Met name in de duingebieden gaat het wat minder en in de natte gebieden is de stand stabiel. Dat herken ik ook wel want als we in het voorjaar in alle vroegte, en dan heb ik het over een uur vijf, zes in de Biesbosch zijn, horen we  maar genoeg ge-koekoek om ons heen.

Daar barst het ook van de waardvogels zoals kleinen karekiet, rietzangers en kwikken. Daar kun je ongezien heel wat eieren droppen.

Lees ook het bijzondere verhaal van de op "heterdaad betrapte koekoek" in mijn blog van 3 mei.

Wil je meer weten van deze ultieme zomervogel, klik dan op de link;
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/detailpagina/q/vogel/117

vrijdag 10 juni 2016

Cetti's ook in de Oranjepolder?

cetti's zanger                                                        (foto; vogelencyclopedie)
De voor een paar jaar geleden nog zeer zeldzame cetti's zanger rukt op in Nederland. Nog maar een paar jaar geleden waren wij helemaal blij als we een cetti's zanger in de Biesbosch hadden gehoord. Ik heb het dan over 2010 en 2011. Sindsdien is het aantal cetti's zangers elk jaar zowat verdubbeld. Het zijn er nu zoveel dat de schattingen inmiddels de duizend broedparen halen. En het blijft niet alleen bij het cetti's bolwerk, de Biesbosch. Je komt deze van oorsprong in Zuid Europa en het Middelandse Zee gebied levende vogel vrijwel overal tegen in Nederland. Echt tegenkomen doe je ze ook weer niet want ze leven erg verborgen en je hoort ze voornamelijk roepen. Als je er een keer een ziet  heb je wel heel erg veel geluk gehad.

verspreidingsgebied cetti
Ik weet dat in 2013 er al een melding was van een roepende cetti's in de Oranjepolder en afgelopen weekend kreeg ik een mailtje van een lid van de IVN Oranjepolder werkgroep, of het kon dat afgelopen zaterdag een cetti's in de Oranjepolder zat te zingen. En dat verwondert mij in het geheel niet. De Oranjepolder ligt hemelsbreed slechts een paar kilometer van de Biesbosch vandaan en die zijn met een paar ferme vleugelslagen zo te overbruggen.

Ook vandaag werden we verrast door het geluid van een roepende cetti''s, of liever gezegd, we hoorden er maar liefst drie in het uitgestrekte duingebied van de Kwaden Hoek bij Ouddorp. Daarvoor hoorden we al cetti's zangers bij Steenbergen, Dinteloord, Lage Zwaluwe, Moerdijk en Drimmelen. Allemaal plaatsen aan overkant van het water, aan de Zuidkant van de Biesbosch. En Oosterhout past dan ook prima in dit rijtje.

Langzaam maar zeker, nou zo langzaam gaat dat ook weer niet, verovert de cetti's heel Nederland. Over niet al te lange tijd, is het een van de meest voorkomende en succesvolste broedvogels van Nederland en heeft iedereen zijn eigen cettí's in de tuin zitten. Ik zie ook gelijk een gat in de markt, als de slimme commerciële jongens hier induiken, zoals Kees van Leijsen van Groenrijk en de winkel van de Vogelbescherming dan kunnen we binnenkort een cetti's zangers nestkastje kopen en een emmertje met een speciaal insectenmengseltje voor je eigen cetti's. En het duurt echt niet lang meer want dan staat hij op de eerste plaats in het lijstje van de Nationale tuinvogeltelling.

Dat deze vogel bijzonder succesvol is, blijkt onder andere uit de aantallenschatting van SOVON en de Vogelbescherming. Die gaan er in 2013 nog vanuit dat er in heel Nederland tussen de 500 en 750 broedparen voorkomen. Tegenwoordig komen er in de Biesbosch alleen al zo'n kleine duizend voor.

Op het kaartje hiernaast zie je dat de Biesbosch het episch centrum is van de cetti's zanger in Nederland maar het aantal gele vlekjes elders neemt snel toe. Overal waar water en struikjes en lage begroeiing te vinden is, is straks de cetti's te vinden, let maar op!

Sommige soorten zijn uitgestorven maar andere vogels komen daarvoor in de plaats, zo zie je maar weer. De kuifleeuwerik is dit jaar voor het eerst in de geschiedenis niet meer waargenomen in Nederland, daar hebben we dan de cetti's voor teruggekregen. Niet slecht maar ik mis die kuif wel.

Wil je meer weten van deze cetti de veroveraar, klik dan op de link;
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/detailpagina/q/vogel/31

dinsdag 7 juni 2016

Kneuter in de polder

mannetjes kneuter
Een opvallende verschijning, een mannetjes kneu in prachtkleed. De felrode borst viel op toen hij aan een rietpluim hing en de zaadjes er probeerde uit te pulken. Een echte zaadeter die, heel wat andere namen heeft en ook wel vlasvink of hennepvink wordt genoemd. Ik liep met de hond door de polder en dacht in een ooghoek een jonge roodborsttappuit te ontwaren. Die had ik daar immers de afgelopen week vrijwel dagelijks zien zitten. Ik hoorde ook de alarmroepjes van de roodborst-tapuiten en ging er dus eigenlijk klakkeloos vanuit dat ze dat ook waren. Ze zaten daar vandaag ook wel, maar dichterbij gekomen zag ik dat er ook een geheel andere vogel tussen zat. Het bleek dus een kneuter te zijn want zo werd deze vogel vroeger in de volksmond ook wel genoemd. Aan deze vogel is niets kneuterigs te vinden. Het is een flinke vinkachtige vogel, bruin, grijze kop met een rood petje, beige kleurige borst met felrode "opdruk". Kortom een opvallende verschijning.

Ik was toch wel verbaasd om hem zo tegen te komen want dit is geen standaard Oranjepoldervogel. Het is een vogel van het agrarisch cultuurlandschap met houtsingels en ruigtekruiden. Nou die zijn amper in de Oranjepolder te vinden. Alleen langs het Kromgat komt dit gebied een beetje in de buurt bij het ideale kneuen landschap. Wat dat aangaat is het eigenlijk een te kneuterig poldertje.

De kneu of kneuter heet in het Engels een "common linnet" en waar kennen we die naam ook alweer van? De band van Ilse de Lange heet zo en zij noemen zich dus de kneuters. Waarom moet het ook allemaal in het Engels, het klinkt zo toch veel leuker, Ilse de Lange en de kneuters. Vroeger hadden we Corry en de rekels, en een rekel zag ik vorige week in de polder lopen en dat was zeker geen zanger of artiest. Hoewel, hoe hij die muis wist te verschalken, was op zich kunst met een grote "K".
Ilse de Lange en de kneuters


De kneuter heeft het de laatste jaren behoorlijk moeilijk gekregen. Het agrarische landschap is drastisch veranderd, kruidige akkerranden, ruigten en struikgewas zijn verdwenen door de intensieve landbouwmethoden en laat de kneu nu van alles wat weg is houden. De aantallen zijn in nog geen twintig jaar van ongeveer 130.000 broedparen teruggelopen naar minder dan 30.000 broedparen.

Vandaar dat ik het in de Oranjepolder zo'n bijzondere verschijning vond.

Wil je meer weten van de kneuter, klik dan op de link;
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/detailpagina/q/vogel/115

vrijdag 3 juni 2016

Roodborsttapuit

waaks mannetje
Soms zou ik willen dat de boeren niet zo netjes waren en de akkers en weides er wat rommeliger bij lieten liggen. De Oranjepolder was altijd al een net poldertje maar de oude weidepaaltjes bleven gelukkig staan. Langs de Otterweg stonden al jaren en jaren weidepaaltjes langs de akkers en de grasvelden nutteloos te zijn, want koeien lopen er al jaren niet meer. Nee, die staan voortaan een heel jaar op stal, schijnt economischer te zijn. De paaltjes stonden er tot afgelopen april van dit jaar. Toen moest alles ineens opgeruimd worden. Grote stapels oude, half verrotte paaltjes lagen op een hoop. Deze paaltjes hadden in de afgelopen jaren maar een functie, zangposten voor de roodborsttapuit en uitkijkpunt voor gele kwikken. De roodborst-tapuit is daardoor dus uit dit deel van de polder ook gewoon verdwenen. Maar gelukkig heb ik het koppeltje weer teruggevonden, ze zijn zomaar zonder aankondiging verhuisd!

een van de pas uitgevlogen jonge roodborsttapuiten heeft
net van moeders wat verse insecten te eten gekregen.
Ze zijn verhuisd naar de weides naast de schaatsbaan. Daar zag ik ze vandaag zitten. Niet zomaar, nee alarmerend, zowel mannetje als vrouwtje en het mannetje had een plukje insecten in zijn snavel. Wat verderop ontdekte ik waarom, er zaten namelijk drie jonge roodborsttapuiten op de afrastering van de schaatsbaan. Het zijn dappere vogels die zich niet zomaar uit het grasveld laten slaan. Volgens mij is dit deel van de polder ook nog eens een betere plek omdat hier wel een paar koeien in de wei staan en dat staat garant voor meer insecten en dus rijk gedekte tafel.

Wat verderop langs Het Kromgat zit ook een koppeltje en bij de Millenniumplas zit het derde koppel roodborsttapuiten. Bij elkaar zijn er dat heel wat meer dan ik ooit in de Oranje-polder heb gezien. Of dat komt dat ik wat beter oplet of dat er inderdaad meer zitten dan gewoonlijk, durf ik werkelijk niet te zeggen. Feit is wel dat het volgens SOVON goed gaat met deze soort, na een klein dipje een paar jaar geleden, hebben ze de stijgende lijn weer te pakken.

mooie ontwikkeling van de soort
Het zijn prachtige vogels die in het Engels stonechat heten. Deze naam past heel erg goed bij deze vogel en geeft ook goed aan hoe zijn alarmroepje klinkt, het klinkt namelijk net alsof je twee steentjes tegen elkaar tikt. En dat alarmroepje is tevens een prima signaal om ze snel te vinden want dat geluidje hoor je al van verre en verraad precies de plek waar ze uithangen. Dus, ga naar de Oranjepolder nu ze er nog zitten.

Wil je meer weten van deze onopvallende verschijning, klik dan op de link;
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/detailpagina/q/vogel/183