dinsdag 28 februari 2017

Met de mantel bedekt.

prachtige volwassen kleine mantelmeeuw
Wat een mooi begin van de dag!  Op dinsdag eenentwintig februari liep ik met de hond door de polder en zag ik ze vliegen. Niet figuurlijk maar ik zag ze letterlijk vliegen, kleine mantel-meeuwen. Ik kreeg er zelfs even kippenvel van want ik wacht dit seizoen alweer een tijdje op de eerste waarneming van kleine mantels in het binnenland. Ze zijn hier in onze omgeving een paar maanden volledig afwezig geweest en je kunt ze dan alleen nog langs de kust vinden. In de winter trekken ze zuidwaarts en een klein deel blijft hier, hoewel er dat ook steeds meer worden met die slappe winters van tegenwoordig. Wegtrekken is tegenwoordig niet noodzakelijk.

Maar zelfs aan de kust moet je moeite doen om ze te zien. Ik weet nog dat ik vorige maand in Zeeland naarstig op zoek was naar deze meeuw want ik had hem hard nodig voor de maandlijst van honderd. Mijn doel is om elke maand minstens honderd verschillende vogelsoorten te zien en ik kan vertellen, dat valt niet altijd mee. Er zijn namelijk maanden dat er gewoon weinig zijn, of ze zitten in Afrika of ze zijn er wel maar laten zich niet zien en niet horen.

en deze is bijna volwassen
Vanmorgen kwamen de mantels aanvliegen en toen de zweefvlucht omlaag in een lange bocht veranderde, zag ik de prachtig donkere dekveren van de vleugels. Ze gingen samen met een paar storm meeuwen in een open grasveld zitten. Wat een verschil, niet alleen qua grootte maar ook qua tekening en kleur. Net als de grote mantelmeeuw hebben ze een mooie antraciet grijze rug en grote gele snavel. Alleen heeft de grote mantel niet zulke "mooie benen" als de kleine mantel. Van die laatste zijn ze mooi geel gekleurd, terwijl de grote mantel minder mooie roze, vleeskleurige poten heeft. De grote mantel is ook echt groot en is een regelrechte bullebak vergeleken bij de veel elegantere kleine mantel. Nee, geef mij die kleine mantel maar, het complete plaatje van deze vogel is toch veel mooier.

De lijst van honderd soorten per maand, wordt de komende tijd een makkelijker te realiseren doel. Vanaf nu komen er wekelijks weer soorten bij en die laten zich ook allemaal uitbundig horen. Ja, gouden tijden breken weer voor even aan.

vrijdag 24 februari 2017

De goeie gaan altijd als eerste.


"De goeie gaan als altijd als eerste", wordt in Oosterhout weleens gezegd en dat is in dit geval ook zo. Er is een bijzondere vogelaar gestorven. Pierre Van de Calseyde is vandaag begraven en hiermee heb ik afscheid genomen van een goede vogelvriend. Pierre leerde ik heel wat jaren geleden in de IVN natuurtuin kennen. We stonden aan de vooravond van een enorme uitdaging, het bouwen van een eigen onderkomen. We gingen het gebouw zelf bouwen zonder geld, bouwvakkers en kennis. Maar we liepen over van energie en ambitie, zo ook Pierre. Hij was met de gidsencursus bezig en had onze natuurtuin uitgekozen om zijn kennis van de natuur naar een nog hoger peil te brengen. We lieten hem in de aanloop naar de bouwwerkzaamheden klinkers en tegels sjouwen, hij trok na een halve dag sjouwen wit weg maar gaf niet op en liet zich niet kennen. Dit misbruik was maar van korte duur want Pierre wist met zijn warme persoonlijkheid in no time een plekje in het team af te dwingen. Werd daarmee ook een van de gangmakers en zorgde ervoor dat onze werklust nooit afnam.

Later kwamen we elkaar weer tegen bij de vogelwerkgroep en genoten we van de excursies naar Surae, Mastbos, de Biesbosch en Zeeland. En ook binnen de vogelwerkgroep ontwikkelde Pierre zich tot een onmisbare schakel en zorgde voor veel humor. Hij werd en was dat tot kort geleden nog, een promotor van mijn blog. Waar het paste, wees hij met veel enthousiasme anderen op mijn vogelblog. Maar dat niet alleen, hij stimuleerde mij ook keer op keer met zijn mailtjes waarin hij mij aanmoedigde om er een boek over te schrijven. Veel te hoog gegrepen maar zijn enthousiasme werkte aanstekelijk.

Pierre schreef eens,
          Man toch! Jij moet schrijver worden en die verhalen publiceren in een boek. Er bestaan
          zoveel tenen-tergende vogelboeken met onleesbare vogelwijsheid dat een boek zoals jij
          zou publiceren aan velen de goesting tot vogelen zou opwekken en tevens vogelwijzer van   
          zouden worden. Je bent gewoon een meesterverteller.
          Weer dank voor dit verhaal.
          Pierre

Een groot compliment van een ongelooflijk aardige man, een pure vogelaar die die ik zeker zal missen. Wat was het fijn om hem gekend te hebben.

dinsdag 21 februari 2017

Koer-lie, koer-lie.

koer-lie, koer-lie klonk zijn lied
Eergisteren liep ik mijn maandelijkse watervogeltelling ronde door de Oranjepolder en De Blokken. Een rondje van veertien kilometer waar ik inmiddels precies weet waar ik moet kijken en tellen. Ik maak op deze ronde vrijwel nooit verrassingen mee en weet ook wat ik waar kan verwachten. Toch blijft dat een fijne wandeling die nooit verveeld en is een mooie aanleiding om naar buiten te gaan en te bewegen. Er hing nog wat nevel die overgebleven was van de dag ervoor waardoor er niet overal vrij zicht was. Maar de vogels lieten zich op diverse plaatsen horen, zo ook een scholekster en een wulp, koer-lie, koer-lie riep hij herhaaldelijk. Deze wulp is voor deze polder en de watervogeltellingen een nieuwe soort. Dit is inmiddels het derde seizoen dus dat geeft wel hoe bijzonder deze waarneming is.

Het klinkt gek dat wulpen en ook alle andere steltlopers meetellen in een watervogeltelling. Trouwens ook meeuwen, reigers, aalscholvers en zelfs ijsvogels horen in deze categorie thuis. Het is dan ook opletten geblazen, niet alleen goed in de waterlopen, plassen en sloten kijken maar ook in de weides, bomen en zelfs hoogspanningsmasten want daar zitten vaak aalscholvers na de visvangst te "drogen".

Een wulp is de grootste steltloper van West Europa en komt overal bij ons in de buurt voor behalve in de Oranjepolder. In de zomer vliegen ze over als ze van en naar hun slaapplaats en foerageergebieden gaan. In de Willemspolder zitten er in de winter ook altijd wel een stuk of veertig en bij Wagenberg soms wel het dubbele. Wat deze eenzame of verdwaalde wulp hier deed weet ik niet maar ik was er blij mee.

Dat wulpen het in Nederland moeilijk hebben is geen nieuws. Alle steltlopers hebben het lastig in Nederland in tegenstelling tot veel andere landen waar bijvoorbeeld de wulp het steeds beter doet.

Nemen ze bij ons jaarlijks met een paar procent af, in andere landen nemen ze jaarlijks juist weer met een paar procent toe. Ik denk dat met name de agrarische wereld met hun intensieve beheer van de akkers en weides hier een ingrijpende rol in spelen. En wat te denken van het laag gehouden waterpeil wat natuurlijk ook van doorslaggevende betekenis is. Te droge velden zijn niet interessant voor steltlopers, kijk maar eens wat dat met de grutto's doet.

Wil je meer weten van deze steltloper met zijn enorme lange snavel, klik dan op;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=253

vrijdag 17 februari 2017

Vinkenslag gehoord.

Vanmorgen hoorde ik de eerste vink van het jaar zingen. Hij maakte zijn vinkenslag zelfs helemaal af. Vaak hoor je in het vroege voorjaar de vinken zingen maar die maken dan hun slag nog niet helemaal af. Deze vroege vogel dus wel en dat in februari. Nu hebben we wel een paar voorjaarsachtige dagen achter de rug, dus deze vink kan daardoor op het verkeerde pootje zijn gezet.

Onwillekeurig moest ik terugdenken aan een ontmoeting die ik in december in de polder had. Ik liep daar met mijn tellijst voor de watervogeltelling toen ik aangesproken werd door een man van mijn leeftijd. Hij vroeg wat ik aan het doen was en na een kort gesprek bleek hij een oude bekende van mij te zijn. Wij hadden samen op de lagere school gezeten en samen hadden we vroeger ook vogeltjes gevangen, we hadden het destijds voornamelijk op vinken voorzien.

vinkenslag in beeld
Ik denk dat ik toen een jaar of negen of tien was. We zaten dan bij hem thuis in de bijkeuken en loerden over de rand van het deurkozijn naar de kolenzeef die een meter of tien verder opgesteld stond. We strooiden dan wat brood onder de zeef die schuin omhoog gehouden werd door een houtje met daaraan een touwtje van en meter of tien vastgebonden. Wij hadden het andere eind van het touwtje vast en trokken het houtje er onderuit als er vinken, groenlingen, mussen, merels of wat er op dat moment niets vermoedend onder de zeef zat te eten. Wat "onbruikbaar" voor de handel was, lieten we weer los. Deze manier van vinken vangen werd ook wel "op het vinkentouw" zitten, genoemd.
De mannetjes vinken gingen in de volière en als die een mooie vinkenslag konden maken werden ze door de vader van mijn schoolvriendje verkocht. Deze vinken werden dan gebruikt in wedstrijdjes waar de vink die de mooiste en meeste vinkenslagen in een vastgestelde tijd maakte, verkozen werd tot de winnaar van de wedstrijd. De vinkenslag kun je al vanaf februari horen maar de eerste van het jaar is toch altijd weer bijzonder.
(hiernaast een foto van een vinkenslagwedstrijd)

Wil je de vinkenslag horen, klik dan op de link  https://www.youtube.com/watch?v=VxkKhJqsqQA

dinsdag 14 februari 2017

Handige Harry in de tuin

Handige Harry
Het was al een paar keer opgevallen, De pindanetjes verdwenen uit de tuin en de vetbollen lagen op de grond. Ik zie dagelijks de "grote" vogels in de tuin bezig, twee tortels, twee á drie houtduiven, een paar eksters, soms ook een paar gaaien en wel drie kauwen. Die laatsten vliegen in een streep door naar de pindakaaspot en helicopteren als een kolibrie voor de pot en weten zo steeds een hapje te nemen wat dan op de schutting verder opgegeten wordt. Ze likken hun snavel erbij af, lippen kan ik niet zeggen want die hebben ze niet.

Vandaag kwam daar weer een handigheidje bij, ze pakken het touwtje van het pindanetje vast, tillen het netje op en houden het touwtje met hun pootje vast, dat herhalen ze totdat ze gemakkelijk bij de pinda's kunnen. Dat kunstje ken ik van de putters, die daar hun naam aan te danken hebben. Puttertjes werden vroeger in kooitjes gehouden
puttertje van Fabritius
en moesten om te kunnen drinken, zelf hun "emmertje" water putten door het touwtje met een met water gevuld vingerhoedje omhoog te hijsen. Op het schilderij "Het puttertje van Fabritius" is goed te zien hoe dat er dat vroeger uitzag. Onze kauw, die volgens mij het schilderij van Fabritius nooit gezien heeft, en niet ook weet hoe de putter aan zijn naam komt, heeft dat dus helemaal zelf uitgedacht, de handige Harry!

Er zijn meer vogels die van handigheidjes hebben bedacht, zanglijsters die een smidse aanleggen om slakkenhuisjes te breken, eksters die walnoten van een meter of vier vijf naar beneden laten vallen om zo bij de voedzame inhoud te komen, meeuwen doen datzelfde met schelpen die ze uit zee opvissen, kraaien die noten op de rijbaan laten vallen en wachten totdat ze kapotgereden worden en zo de inhoud op kunnen eten. Zo zullen er zeker nog meer voorbeelden van vogels die handigheidjes bedenken te noemen zijn.

Maar in de verkiezing van de "handigste Harry" is wat mij betreft de kauw de grote winnaar. Het vraagt toch wat meer behendigheid en inzicht om én het netje op te hijsen, én vast te houden, én opnieuw te hijsen totdat je erbij kunt. En dan hebben we niet eens over de kolibrie kunsten die ze ook nog wel een vertonen.

Meer informatie over Handige Harry kun je lezen als je klikt op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=97

vrijdag 10 februari 2017

Hoor wie gilt daar

links in de rietkraag klonk het gegil.
Nog even genieten van een winterse speldenprik. Vanmorgen viel er wat motsneeuw en lag de temperatuur zo rond het vriespunt. Kwart voor acht begint het nu licht te worden en gaan we de goede kant op. De wandeling van twaalf kilometer ging een kleine tweeëneenhalf uur duren, dat wist ik zeker want ik loop deze route ongeveer een keer per twee weken. Nog niet veel vogels zijn wakker en het blijft dan ook nog een tijdje stil als ik langs het riviertje De Donge langs 's-Gravenmoer loop. Her en der dobberen de meerkoeten en eenden in kleine plukjes op het water en er zitten redelijk wat kuifeendjes bij.

Op zich is er niet veel nieuws te vertellen want dit is zo'n periode waarin nog niet veel gebeurd. Ik zag wel grote groepen kolganzen, knobbelzwanen en kleine zwanen in de velden zitten maar dat is zoals gezegd, geen nieuws. Tot ik de roep van een waterral hoorde. Een gillend geluid dat een keer of vier vijf herhaald wordt , steeds iets zachter dan de voorgaande kreet. Het geluid sterft zeg maar uit. Vogelaars noemen het wel eens het geluid van een gillend speenvarken en daar lijkt het inderdaad een beetje op. Langs De Donge hoor ik dat geluidje meestal in de in de winter en ik vermoed dat dit dus wintergasten zijn.

waterral(foto Wikipedia)
Waterrallen uit het noorden en oosten van Europa trekken in de winter naar het milde klimaat bij ons in het westen. Die van ons blijven of trekken naar Engeland en Frankrijk. Een andere trek dan we gewoonlijk kennen van veel vogels, die van noord naar zuid trekken. In de winter verblijven behoorlijk wat rallen bij ons en je kunt ze eigenlijk overal wel horen daar waar een flinke rietkraag langs het water staat. Een waterral zien is even een ander verhaal, ze leven zeer verborgen en laten zich niet of nauwelijks zien. Met wat geluk kun je ze in een flinke vorstperiode voor de riet- kraag langs over het ijs zien lopen maar dan heb je echt geluk gehad.

Ik heb ze nu al tientallen keren gehoord en pas twee keer gezien. Die keren zitten dan ook op mijn netvlies gebrand en dat is mij dus langs De Donge helaas nog niet gelukt, ook vanmorgen weer niet. Een keer zag ik een waterral in Westkapelle, vlak achter de zeedijk. Hij scharrelde voor de rietkraag langs en had mij niet in de gaten en ik had mijn fototoestel niet bij de hand. Zo stonden we beiden niet op te letten.

Wil je meer weten van dit gillende ralletje, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=238

dinsdag 7 februari 2017

Winter, een aflopende zaak!?

Oranjepolder in februari
Het is inmiddels weer februari en de winter vordert gestaag. We hebben nog niet met extreme kou te maken gehad en dat is maar goed ook want er zijn nogal wat vogels die daar slecht tegen kunnen. Denk maar aan de ijsvogels en blauwe reiger. Wat mij betreft blijft het zo en ik zie dat er ook vogels bij zijn die er net zo over denken. Met name de ekster op het plein voor ons huis en de roeken in de Oranjepolder zijn al begonnen met het verslepen van wat takken. Ik denk dat de renovatie van de nesten van het afgelopen jaar inmiddels in gang is gezet.

Voorzichtig zingt de heggenmus, knikken de futen naar elkaar, roffelt de specht voorzichtig op een boomstam en paren de wilde eenden. Gedrag dat vooral bij het voorjaar hoort en dat stemt je vrolijk. Ik vermoed dat de kleine zwanen zich in de Gecombineerde Willemspolder voor de lange terugreis naar huis groeperen want hun aantal zit nu al boven de tweehonderd. Allemaal voorzichtige voortekenen van een nieuw seizoen.

Dat groeperen van vogels is een echt winterdingetje. Spreeuwen, eenden, putters, meeuwen, meerkoeten en ook waterhoentjes zoeken elkaar in de winter op. Waarom dat ze dat precies doen is mij niet geheel duidelijk. Ze trekken niet gezamenlijk naar warme streken maar blijven gewoon in Nederland. Geeft samenscholen een gevoel van veiligheid omdat een groot deel van de natuurlijke bescherming weg is? Het kan bijna niets anders zijn, want een groot nadeel hiervan is dat een groot deel van het schaarsere voedsel nu gedeeld moet worden met de vele soortgenoten.

waterhoentje in Het Kromgat
In de Oranjepolder zijn het zo'n kleine twintig waterhoentjes die dicht bij elkaar over het lage dijkje van Het Kromgat scharrelen. Samen zwemmen en wegrennen als ik er met de hond aankom. Even plotseling verdwijnen als er een dun laagje ijs ligt en god weet waar ze dan ergens uithangen. Als het ijs dooit, zijn ze direct terug alsof er niets gebeurd is. Een wonderlijk fenomeen! Nog even en ieder gaat zijns weegs, koppeltjes zoeken een eigen gebiedje uit om daar aan het nageslacht te werken. Het is duidelijk, de winter is een aflopende zaak.

donderdag 2 februari 2017

Laatste nieuws kleine zwanen

Op 24 januari schreef ik in mijn blog over de kleine zwaan 208E wit. Deze zwaan is uitgerust met een zeer innovatieve 3D geprinte GPS halsband. De halsband wordt (figuurlijk) in de lucht gehouden door zonnecellen zodat we nog in lengte van dagen voorzien worden van informatie over het reilen en zeilen van 208E wit. Elk uur maakt de halsband contact met internet en verstuurt de halsband alle verzamelde data. De eerste resultaten komen nu binnen en via de nieuwsbrief van Wim Tijsen werd ik blij verrast met de aandacht die deze zwaan daarin kreeg. Op het kaartje staat in het oranje het door Brabant en Zeeland afgelegde traject aangegeven.

Eerste bewegingen nieuwe witte GPS halsbanden NIOO
Bron: NIO
Van drie gezenderde kleine zwanen komt nu informatie binnen(201E t/m 209E zijn met een 3D geprinte GPS zender uitgerust).

Groen = 201E momenteel bij Nederweert (LB)
Blauw = 206E momenteel bij Nijkerk (GLD)
Oranje = 208E momenteel bij Oosterhout(NB)

Opvallend in dit patroon is te zien dat de vogels  door de invallende winterkoude, weer terugkeerden na eerst noordwaarts gevlogen te zijn. Dat is bij 201E en 206E goed te zien. Terwijl 208E, "onze" kleine zwaan, twijfelde  om naar Engeland over te steken en toch weer terugkeerde naar de kust en uiteindelijk dus weer naar Brabant.
Ik heb nog eens in de levensloop van 208E gekeken en inderdaad, ze(het is namelijk een vrouwtje) trekt na 2 januari weg uit Brabant en landt in Bruinisse, vervolgens verder Zeeland in, de Noordzee op om vervolgens na de vorstperiode op 20 januari weer terug te komen in Oosterhout en hier te blijven tot op de dag van vandaag.

De groep kleine zwanen groeit gestaag en dagelijks komen er kleine plukjes bij. Ik telde gisteren maar liefst 213 kleine zwanen in de weilanden van de Willemspolder. Ik vermoed dat als de club compleet is(als dat al kan) gezamenlijk de terugreis wordt aanvaard. Zoals dat elk jaar gaat, gaat dat ergens in de loop van deze maand gebeuren. Dus pak je kans en ga ze nog even bekijken, want het duurt zeker een maand of acht, negen voordat ze weer terug zijn.