vrijdag 28 februari 2020

Bosuil met stormschade.

afgebroken nestbeuk
De hevige stormen van de afgelopen weken hebben her en der hun vernietigende sporen nagelaten. Omgevallen bomen in de Oranje-polder, langs het Kromgat, de bossen van Dorst en zeker ook in de Biesbosch waar trouwens al veel bomen dor en dood zijn. Maar er is een gesneuvelde boom waar ik toch wel heel veel spijt van heb en die staat in Surae, in het beuken bos. Deze boom bezoek ik alweer meer dan een jaar en niet omdat ik van deze ene specifieke beuk hou maar ik bezoek hem omdat in deze boom een bosuil woont.

De boom had een enorme gevorkte kroon, De stam vertakte op een metertje of vier-vijf in twee dikke takken. De twee takken waren twee bomen op zich en vorig jaar brak een van die stammen af waardoor de bosuil vol in het zicht kwam te zitten. De stam was van binnenuit weggerot en maakte dat de stam hol was, ideaal voor de bosuil die er zijn nest van had gemaakt.

Elke boswandeling ging langs de nestboom van de bosuil en hij zat daar altijd trouw in zijn nest, keek mij aan en verblikte of verbloosde niet als ik even bleef staan. Soms een fotootje, soms alleen maar kijken en genieten van deze bijzondere bosbewoner.



Slechts enkele vogelliefhebbers wisten van deze plek af en we hielden die dan ook angstvallig   "geheim" omdat we die idiote toestanden zoals bij de roestboom van de ransuil probeerden te voorkomen. Een roestboom is heel wat anders, ransuilen komen hier om in de winter samen te slapen en in het voorjaar trekt elke ransuil naar zijn eigen territorium maar bij deze bosuil zit dat anders.

strix aluco, bosuil
Hij of zij zit hier het hele jaar, is erg honkvast en heeft hier ook jaren achtereen een broedplek of nest gehad. Dus zo'n plek is met teveel bezoekers snel verstoord. Gelukkig is dat niet gebeurd en is het misschien ook maar goed dat de vogel noodgedwongen een nieuwe, goed verborgen plek is gaan zoeken.

Ik heb al in de buurt rondgekeken of ik de bosuil ergens op een tak van een boom zag zitten maar helaas is hij niet te vinden. In de afgebroken stam zie ik ook niets zitten alleen zitten daar wat vogelpoepvlekken op. Misschien heeft hij hier nog even vertwijfeld en verbaasd rondgekeken en is toen vertrokken naar een nieuwe stek.

Wil je meer weten van deze prachtige bosvogel klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bosuil

dinsdag 25 februari 2020

Aantrekkingskracht.

Bijschrift toevoegen
Er zijn behoorlijk wat vogels die de kust en het zoute water verkiezen boven het zoete binnenland. Neem nou een rotgans, die heeft niets te zoeken in het binnenland en toch kom je hier wel eens een verdwaald exemplaar tegen zoals afgelopen januari tijden de slaapplaatstelling bij Het Gat van den Ham. Toen stak een rotgans uit de Biesbosch de Amer over om ergens in de buurt van Lage Zwaluwe op een akker te foerageren. Het zijn hier zeldzaamheden en incidenten te noemen, terwijl je er aan de kust over struikelt.

Afgelopen week ben ik voor het eerst op de ring-dijken van de twee grote spaarbekkens in de Biesbosch vogels gaan kijken. Grote zoetwater-bakken met drinkwater voor de Randstad, niet voor ons toegankelijk en daardoor ook rustgebieden voor vogels. Tijdens de laatste slaapplaatstelling, afge-lopen maand, sliepen bijvoorbeeld 70.000 meeuwen op de spaarbekkens de Gijster en Honderd Dertig. Wat die allemaal in dat drinkwater achterlaten, wil je eigenlijk niet weten want dan drink je geen kraanwater meer.

de Gijster en de Honderddertig vanuit de lucht.
Op deze spaarbekkens verblijven, gek genoeg, behoorlijke aantallen kustvogels. Je verwacht het niet maar middelste zaagbekken, kuif-duikers, geoorde futen, parelduikers houden wel van dit diepe en schone zoetwater. Het is ook de enige plek in het binnenland waar je al deze soorten op een ochtendje kunt tegen-komen.

De middelste zaagbekken hadden het hier duidelijk naar de zin en trokken gezamenlijk met grote zaagbekken op. Zeker twaalf middelste zaagbekken dobberden op het grote water, kuifduikers en geoorde futen zaten
middelste zaagbekken op de Gijster
verspreid en ver uit de kant op de plas. Alsof je aan de kust of minstens bij de Grevelingen bent. De hoop bestond nog even om een mooie roodkeelduiker of zwarte zee eend te spotten maar dat lukte jammer genoeg niet. Zelfs voor de doorgewinterde Biesbosch vogelaar zijn dit de kersen op de taart.

Het bezoek aan de spaarbekkens werd passend afgerond met een mooie klapekster die langs de dijk van het spaarbekken op een hek zat. Pik binnen, het is nog winter.

Wil je meer weten van de drinkwatervoorziening in de Biesbosch, klik dan op de link;
https://www.spaarbekkens.nl/

vrijdag 21 februari 2020

Boomleeuwen jodelen weer.

de vlakte waar de boomleeuweriken zich thuis voelen.
Het is half februari, halverwege de winter en de eerste Afrikagangers zijn alweer terug en de "bulk" van de zangers is onderweg. De goede tijden breken weer aan en kan ik mijn oren en trommelvliezen weer maximaal inzetten tijdens mijn wandelingen. Vogels kijken is een heerlijke hobby, veel buiten zijn, bewegen en dat in de mooiste natuur hier in de buurt. Of dat in Dorst, Zonzeel of de Biesbosch is, maakt niet uit.

Maar nog mooier is het om in die prachtige natuur de geluiden van de vogels te horen en te herkennen. Een vak apart en het duurde ook jaren voor ik de geluiden goed onder de knie had en ik leer nog steeds bij. Elk jaar zoek ik wel een paar soorten uit waarvan de zang nog niet op mijn harde schijf is geëtst. Afgelopen jaar heb ik wat tijd gestoken in de zang van de braamsluiper en die zit nu in mijn systeem.

boomleeuwerik op een metertje of vier
Een van die hele vroege arrivés is de boom-leeuwerik. Geen Afrikaganger maar korte afstandstrekker die hier het hele jaar in de "buurt" blijft vandaar dat hij nu al te zien is. Afgelopen week waren de eerste alweer terug in Dorst en voluit zingen is er nog niet bij. Af en toe een korte riedeltje, zeg maar dat het kleine zangoefeningen zijn om de stem-banden wat losser te maken.

Ze scharrelen in het gras en onder de bomen waar nog wat zaadresten liggen en hebben geen oog voor mij als ik ze langzaam nader. De grote vlakte in de boswachterij is de beste plek om ze nu te zien en over een weekje kun je ze hier ook uitbundig horen "jodelen". Vaak in de top van een solitaire berk zodat het geluid lekker ver over de grote vlakte draagt en tot op grote afstand te horen is. Net als de geelgors is deze leeuwerik een liefhebber van de zandgronden en zitten wij hier aan de westrand van zijn verspreidingsgebied. Wat verder naar het westen, Etten-Leur en verder, komen de boomleeuweriken amper voor en het gekke is dat je ze aan de kust, in de duinen weer volop kunt horen. In de duinen van Oostkapelle bijvoorbeeld, zit een flinke populatie.

Wil je meer weten van de boomleeuwen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/boomleeuwerik

dinsdag 18 februari 2020

De drie musketiers.

nog maar eens een poging wagen
(2e kalenderjaar vogels)
Ook deze winter zijn er weer heel wat zee-arenden bij ons op bezoek. Vooral jonge of juveniele zeearenden zwerven wat in het rond. In de Noordwaard kan het daarom zomaar gebeuren dat je de zeearenden op ver-schillende plekken over ziet komen vliegen. Soms alleen, soms in tweetallen en zoals afgelopen week zelfs een drietal. Ik vermoed, op basis van mijn eigen inschatting, dat het om een stuk of vier jonge vogels gaat.


juveniele zeearend, 2e kalenderjaar
Daarnaast wordt het gebied alweer een paar jaar door vier volwassen vogels bewoond. Of de vier jonge vogels "eigen kweek" zijn, weet ik niet maar een van de club van drie van afgelopen zaterdag is een vogel die afge- lopen jaar in Dordrecht is geboren. Die heeft dus nog wel wat te leren.

Dat zag ik vrijdag en zaterdag gebeuren en het leek er zelfs op dat de drie samen optrokken om samen hazen te gaan vangen. Nou is dat voor een beetje lompe zeearend een haast onmogelijke opgave. Want vergeleken met een lenige en snelle haas is de zeearend echt niet snel genoeg laat staan wendbaar genoeg.
de "drie musketiers" moeten even overleggen
Een zeearend is het sterkst in de lucht en kan met gemak een nijlgans op volle snelheid uit de lucht plukken. Hij spant zich amper in, versnelt even en vliegt boven de nijlgans die hij dan eenvoudigweg vastpakt en doodt. Een haas vangen, is een ander verhaal en ondanks de spectaculaire bewegingen boven de akker, lukte het de drie musketiers niet. "Een voor allen, allen voor een", ging deze keer niet op. De samenwerking is nog niet optimaal genoeg.

Het waren zeker twee juveniele vogels die waarschijnlijk te onervaren waren maar wel een leerzame ochtend hadden. Op die manier worden de jachtvaardigheden wel weer wat verder ontwikkeld. Ook bij de Krammer en Volkerak overwinteren meerdere zeearenden.
lachen die hazen de zeearend uit?
Afgelopen winter waren dat maar liefst negen vogels en zo wordt Nederland langzamerhand door de zeearenden ingepalmd. Er is nog volop ruimte voor een paar koppels, voedsel genoeg alleen een goede nestboom is lastig te vinden.

Ze hebben de voorkeur voor een grote, oude en breed vertakte boom waar een enorm nest in gebouwd kan worden. Een nest kan makkelijk een diameter van 1.70 meter hebben, formaatje tweepersoonsbed of minimaal een twijfelaar.

Wil je meer weten van deze luchtschepen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zeearend

zaterdag 15 februari 2020

Knappe roodhalsgans.

on-geringde roodhalsgans
Toch een van de zeldzaamste ganzen van de winterperiode is de roodhalsgans. Zelfs de zeldzame dwerggans en kleine rietgans die in ons land in de winter maar af en toe gezien worden door enkele vogelaars, zijn in grotere aantallen aanwezig dan de roodhalzen.

Roodhalzen zijn in de winter op de vingers van een hand te tellen. Vaak worden ze dan in het noorden gezien en af en toe zakt er eentje wat verder naar het zuiden af. En die ene afzakker zit nu alweer een paar weken vlak bij ons in de Zonzeelse polder en wisselt die plek regelmatig af met een dagje Noordwaard in de Biesbosch.

Hij trekt op met een flinke club brandganzen en kolganzen. Met veel moeite heb ik de roodhals op mijn foto's minutieus bekeken of hij geen ring droeg en dat was "gelukkig" niet het geval. Stel dat hij die wel aanhad dan had ik met een zogenaamde collectievogel te maken. Dat ik daar 100% zeker van wilde zijn, komt omdat in de Biesbosch ook een roodhals werd gemeld met een zwarte ring aan de rechterpoot en dat is dan mogelijk een ontsnapt exemplaar.

hij zit hier in deze groep
Deze roodhals is in zijn broedgebied, het arctische deel van Rusland, het afgelopen najaar met de kolganzen meegekomen om hier te overwinteren. Hij heeft dus de verkeerde afslag genomen want de roodhalzen over-winteren normaalgesproken in de buurt van de Zwarte Zee. Qua afstand zal het waarschijnlijk niet zo heel erg veel uitmaken en gezien de milde winters hier, kun je bijna over vergelijk-bare omstandigheden praten.

De roodhals die hier zit, is een volwassen exemplaar, eentje die de trip naar het zuiden mogelijk al vaker gemaakt heeft. Dus wat hem bezield heeft om dan naar hier te komen is niet te zeggen.

Dat het trouwens een volwassen beest is, kun je zien aan de witte strepen op de vleugels. Bij jonge vogels zie je 4,5 of 6 witte strepen, terwijl een volwassen vogel maar twee witte strepen heeft. En die zijn luid en duidelijk op de foto te zien.

Wil je meer weten van deze zeer speciale gans, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roodhalsgans

dinsdag 11 februari 2020

Zwarte zeekoet

2020, zwarte zeekoet in zomerkleed
Elke winter loont een tripje naar de Brouwers-dam, er is altijd weer iets speciaals te zien. Zijn het, het ene jaar, ijsduikers, parelduikers of ijseenden, is het, het andere jaar een zeldzame kleine alk of zwarte zeekoet.

Dit jaar is wat zeldzaamheden aan zee betreft een topjaar te noemen, want alle bovenge-noemde bijzonderheden zijn aanwezig. De parelduikers zijn nu met maar liefst 16 exemplaren wel het ruimst vertegenwoordigd, ijseenden met vier stuks en de zwarte zeekoet, zwemt daar alleen en in zijn zomerkleedje rond. De zwarte zeekoet zie ik met wat geluk elk jaar wel een keer. Het ene jaar in winterkleed, zoals het in deze tijd ook hoort, en heel af en toe in zomerkleed zoals dat dit jaar het geval is.  Dat zomerkleed is vermoedelijk van afgelopen jaar en is de vogel niet naar winterkleed geruid. Een prachtig beest dat meer tijd onder water dan boven water doorbrengt.

2018, zwarte zeekoet in winterkleed
En dat laatst maakt het dan weer extra lastig om hem eens goed te bekijken, laat staan om hem eens uitgebreid op de foto te zetten. Heb je hem net in je zoeker staan, verdwijnt de vogel alweer onder het wateroppervlak om vervolgens tientallen meters verder weer boven te komen. Natuurlijk net op een plek waar je hem niet verwacht.

Het is best lastig om de zwarte zeekoet in de verschillende kleden te onderscheiden. De vogels zien er in de winter totaal anders uit dan in de zomer en als zo'n vogel dan een keer niet naar het winterkleed ruit, zijn de rapen gaar. Zeker als beide kleden tegelijkertijd aanwezig zijn. Kijk maar eens naar de foto's en je begrijpt de verwarring. Nog even en deze bijzondere wintergast vertrekt weer naar zijn zomerverblijf en dat hoeft niet een zo ver weg te zijn, want ze broeden al in de buur van Denemarken.

Wil je meer weten van deze soms zwarte en soms grijze voel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-zeekoet

vrijdag 7 februari 2020

Zwervende geelgorzen.

geelgors in de winter is net zo geel als in de zomer
De geelgors is een echte bewoner van de hoge zandgronden, hoe droger, hoe beter. Trek gerust een lijn van Tilburg naar Groningen en ten oosten van deze lijn komen ze voor. Geel-gorzen komen nauwelijks in onze omgeving voor, hier is het te nat, teveel kleigronden met hun specifieke beplantingen om interessant te zijn voor geelgorzen.

Des te interessanter is de grote groep geel-gorzen die vlakbij Breda, bij de Bleeke Heide van Chaam is neergestreken. Het is nu zeg maar de meest westelijke plek in Nederland waar je geelgorzen kunt zien, zeker in die aantallen want het zijn er makkelijk honderd of meer.
Geelgors in de Maashorst

Deze groep van zeker honderd geelgorzen trekt daar op met meer dan tweehonderd groenlingen. De akkers waar ze op foerageren zijn vorig jaar beplant geweest met, zoals ik dat nu inschat, een groenbemester. De deels vergane plantenresten hebben nog voldoende zaadjes voor de vogels en ze vliegen dan ook steeds op en neer van de kleine eikenboompjes naar de akkers. Ook de groenlingen doen mee en dagelijks, en dat alweer enkele weken achtereen, worden daar handenvol zaadjes verorberd. Ik ben daarom des te benieuwder naar het moment van vertrek. Hoelang gaat dat nog duren?

De geelgorzen trekken niet ver weg en gaan volgens mij terug naar oosten en noordoosten. Met name Drenthe is een geelgorzen bolwerk geworden

De laatste jaren nemen de aantallen daar toe, terwijl in de rest van ons lande de aantallen afnemen. Echte doortrekkers naar Scandinavië of Duitsland zitten hier niet. Het zijn geen echte trekvogels, het zijn eerder zwervers in eigen land.

Wil je meer weten van deze kanarie van de kouwe grond, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/geelgors

dinsdag 4 februari 2020

Oog in oog met....

Oog in oog met een parelduiker.
Het was alweer even geleden dat ik de parel-duiker had gezien, dat was namelijk op 11 november 2017. Het blijft altijd lastig om deze wintergast te spotten en je moet er vrijwel altijd voor naar de kust. Ze worden ook wel land- inwaarts gezien maar eigenlijk nooit bij ons in de buurt. Gisteren had ik het geluk om er aan de kust weer eens een paar te zien. Ik denk dat het er in totaal een stuk of zes waren.

In de winter ziet deze duiker er, net als de andere duikers die in de winter voor onze kust verblijven, hetzelfde uit. Een langgerekt grijs met wit lichaam en een scherpe dolkachtige snavel. Het komt dan aan op accenten zoals een witte plek ter grootte van een flink ei op de flanken bij de parelduiker tot een buiten proportionele dolksnavel bij de ijsduiker waar de rest van het lichaam ook anderhalf keer zo groot is als van een parelduiker en roodkeelduiker.

de "ei grootte" witte flank is goed te zien.
In de vlucht is het een ander verhaal, dan valt de roodkeelduiker weer op door de op- en neergaande beweging van het lichaam en doorhangende hals van de vogel. Dat hebben de andere duikers dan weer niet. En zo komt het aan op de details als het om herkenning van de soort gaat.

In de zomer wordt het allemaal weer een stuk makkelijker, dan zijn de duikers prachtig gekleurd en scherp getekend. Maar om je te kunnen vergapen aan deze prachtige vogels moet je wel op pad. Zo zag ik prachtig gete-kende ijsduikers in west Canada, parelduikers in hun krijtstrepen pak in Schotland en roodkeelduikers met donkerrode stropdas in Finland en Schotland. Wat een verschil met het min of meer saaie winterkleed, dan moeten ze het toch hebben van hun postuur en gedrag want dat is ook de moeite waard.

Wil je meer weten van de p-p-p-p-parelduiker, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/parelduiker