vrijdag 31 juli 2020

Toch nog kwartels.

2 kwartel territoria
De aanhouder wint, zullen we maar zeggen. De vierde poging om in de Noordwaard kwartels te inventariseren leverde een aantal roepende kwartels op. In tegen-stelling tot de gebruikelijke inventarisatie momenten, laat in de avond bij gunstige weersomstandigheden als het schemert, was het deze keer prijs in de zogenaamde "na nacht". Oftewel tegen de ochtend als het nog donker is en de zon nog een uurtje of wat op zich laat wachten. Dat is ook een zeer geschikt moment.

In deze tijd van het jaar betekent dat dat je 's-morgens om een uur of vier op je post moet zijn. Deze week was in eerste instantie een diepe teleurstelling toen ik op een van de beste plekken aankwam. De polder Eijerwaard was namelijk helemaal platgemaaid. Alle kruidige planten en grassen die normaal gesproken een perfecte bescherming voor de kwartels zijn, lagen fijn gemaaid te drogen. Bijna klaar om afgevoerd te worden. Wat dat voor de kwartels in dit gebied betekent laat zich raden.

Vorig jaar is hetzelfde gebeurd, ook toen was alles verstoord. Rijkswaterstaat heeft als eigenaar van het gebied een heel ander beeld bij de Noordwaard en heeft maar een doel voor ogen, een snelle doorstroming van het overtollige water in het gebied. Alle overlegorganen met de thema's Gebiedsvisie Biesbosch, Gebiedsvisie NL Delta, Gebiedsvisie Noordwaard en Toekomstvisie Parkschap NP de Biesbosch hebben nog maar weinig bereikt en dat is jammer. Maar dit terzijde.

uitgesproken kwartelland
De kwartelinventarisatie in de zogenaamde na nacht leverde deze keer wel een aantal roepende kwartels op. Gelukkig maar want het seizoen om deze vogels te inventariseren loopt op zijn eind.

Morgenochtend ga ik de laatste kwartel-inventarisatie van dit seizoen doen. De polder de Zalm is dan aan de beurt. Ik heb in de afgelopen jaren slechts een keer een roepende kwartel in het gebied gevonden en ik hoop dat die er morgen ook weer zit. De algemene indruk is dat dit jaar minder kwartels in onze gebieden zitten. Ook in de Lage Vuchtpolder zitten flink minder kwartels. De zes roepende kwartels op een ochtend van een paar jaar geleden heb ik bij lange na niet gehaald. Het hoeft daarom nog niet slechter te gaan met de vogel maar het is wel jammer dat je ze nu opeens stukken minder hoort. Laten we hopen dat volgend jaar een beter kwarteljaar is.

Wil je meer weten van de "kwik-me-dit", klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kwartel

dinsdag 28 juli 2020

Kijk wie kruipt daar?

is dit een taigaboomkruiper?
Afgelopen week zag en hoorde ik in de Boswachterij Dorst zoals gewoonlijk de boomkruipers weer volop roepen. Herkenbaar geluid en dat hoor je eigenlijk het hele jaar door wel. Dit in tegenstelling tot veel andere zangvogels die je alleen net voor en in de broedperiode hoort. Ik ga er dan ook altijd blind vanuit dat het de "gewone", bij ons algemeen voorkomende boomkruiper is. Ik ga er ook vanuit dat de andere soorten boomkruipers zoals de taigaboom-kruiper en de kortsnavelboomkruiper hier niet voorkomen.

Maar met dit soort aannames moet je voorzichtig zijn, er kan namelijk altijd wel eens een keer een uitzondering in het gebied zitten. Net zoals de temminck strandloper die afgelopen maand in de Bleeke Heide zat of de maand ervoor, de orpheus spotvogel bij Het Merkske. Hele ongebruikelijke soorten voor de gebiedjes in kwestie. En dat overkwam mij afgelopen week dus ook in de buurt van het oude zwembad Surea. Ik dacht namelijk een boomkruiper te zien en maakte een foto.

zoek de verschillen
Een korte check van deze foto liet een toch wat anders uitziende boomkruiper zien maar dat zegt nog steeds niets. Binnen een soort kunnen veel verschillende variaties voorkomen. De koploper hierin zijn kemphanen die niet alleen in kleur maar ook in postuur enorm van elkaar kunnen verschillen.

lange snavel=gewone boomkruiper
Mijn "nieuwe" boomkruiper had een paar kenmerken die wel eens bij de taigaboomkruiper zouden kunnen passen. De snavel was korter, de rugtekening was zeker niet gelijkmatig getrapt zoals van de "gewone" boomkruiper en hij had in het geheel geen witte toppen aan de handpennen.

Dus de specifieke kenmerken van een boomkruiper leken te ont-breken en de kenmerken van de taiga, met name de kortere snavel en rommelige vleugel streep klopten veel beter. Toch houd ik nog enige reserve bij deze waarneming want zo'n taigaboomkruiper komt wel in Nederland voor maar niet in deze periode. Gelukkig heb ik een goede foto bij mijn waarneming kunnen voegen en de waarneming op onzeker gezet. Ik laat het dan graag aan de deskundigen over om de waarneming te beoordelen. Zonder goede foto had ik deze waar-neming niet gemeld want daar heb je niets aan. "Meten is Weten" zeggen ze wel eens en zo zie ik deze onzekere waarneming ook. Wel weer heel leerzaam en leuk om mee bezig te zijn.

Wil je meer weten van deze taiga bewoner, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/taigaboomkruiper

vrijdag 24 juli 2020

Krijsend de nacht in.

de avond valt in de Oranjepolder
Avond na avond, tijdens het late wandelingetje met de hond, vliegen de blauwe reigers over. Ze zijn op weg naar de slaapplaats achter de voetbalvelden van SCO. Het is dan een uur of half elf en al behoorlijk aan het schemeren. De reigers houden, tijdens de laatste vlucht van de dag, steeds contact met elkaar. Korte kreten kondigen hun komst aan.
En dat is dan weer makkelijk om ze te spotten want erg hoog vliegen ze niet, waardoor ze niet zo heel makkelijk te zien zijn. Ze vliegen ter hoogte van de boomtoppen waardoor ze opgaan in de achtergrond van het groen. Met de verrekijker spotten lukt wonderlijk genoeg wel erg goed. Niet dat ik de vogels van dichtbij wil zien maar die kijker haalt op de een of andere manier veel meer licht binnen dan ik dat met het blote oog kan.

blauwe reiger
Hierdoor kan ik dus zien om hoeveel vogels het gaat. Het aantal reigers verschilt overigens per avond en het aantal schommelt tussen de 17 en 24 exemplaren. Ik overzie slechts een kwart van de mogelijk gekozen aanvliegroutes dus het uiteindelijke aantal reigers zal nog een stuk hoger liggen. Het kan dus dat ze de ene keer uit de Oranjepolder komen en de dag erna uit de Willemspolder.

Behalve dat de manier van contact houden opvalt, valt nog wat op en dat is het gekozen tijdstip waarop de vogels naar bed gaan. Het overvliegen naar de slaapplaats gebeurt maar in een hele korte tijdsspanne, binnen vijf tot maximaal tien minuten is alles voorbij. Je zou bijna gaan denken dat ze daar met elkaar afspraken over maken maar het ligt denk ik iets anders.

Alles heeft in de vogelwereld te maken met de opkomst en ondergang van de zon. Zij laten hierdoor hun dag- en nachtritme bepalen. Er waren in de afgelopen week avonden bij dat er wel acht blauwe reigers vlak bij elkaar overvlogen en allemaal riepen ze wel een keer. Elke kreet klonk weer net iets anders maar allemaal waren het overduidelijk reigerkreten, van die lelijke krijsgeluiden. Kort en krachtig en hard, blij dat ze naar bed kunnen want in deze tijd zijn het maar korte nachtjes.

Wil je meer weten van deze spookachtige overvliegende schimmen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/blauwe-reiger

dinsdag 21 juli 2020

Late valken.

jonge torenvalk net buiten het nest
Vorige week schreef ik al dat de broedperiode van de groene specht niet zo strak hoeft te verlopen als de broedperiode van bijvoorbeeld de gierzwaluw. Ze hebben als standvogel gewoon wat meer tijd om de zaakjes zoals de voortplanting te regelen. Een andere stand-vogel die ook wat meer rek in die periode heeft is de torenvalk. Zo'n torenvalken koppel die daar wat ruim mee omgaat, is het koppel valken dat nu broedt in de Oranjepolder.

Het begin van deze jaarlijkse cyclus verliep voor dit koppel niet zoals gepland. Voor het tweede jaar op rij was dezelfde hoogspannings-mast als broedplek uitgekozen. Ook nu was een gebruikt kraaiennest het doel. Vorig jaar was dat ook het geval en zat een koppel kraaien op amper vijf meter ook te broeden.
de thuisbasis
Dat zorgde voor constante spanningen en conflicten. Ik denk dat de kraaien dit jaar geen zin hadden in de dagelijkse burenruzies en nog voordat de torenvalken konden beginnen met broeden werden ze door de kraaien al verjaagd.

ook een jonge torenvalk van dit jaar
(maar een veel volwassener dier)
Maar wat ik niet zo direct had verwacht, is dat de valken volhardend zijn en als ze hun zinnen eenmaal op een nestlocatie hebben gezet, ze ook alles zullen doen om die te claimen. Het duurde alleen een week of zes langer voordat ze zover waren en dat ze het oude nest in gebruik konden nemen. De kraaien waren al klaar en waren vertrokken zodat de burenruzies ook achterwege konden blijven. Deze verlate broedpoging is dus voor torenvalken als standvogel niet echt een probleem. Die rek zit er dus gewoon in.

De torenvalken zijn nu zover, het is zowat eind juli, dat de donsjongen bijna groot genoeg zijn om over een week uit te vliegen. Het kan ook nog een weekje later zijn maar op 1 augustus zijn ze vliegvlug en dat is bijna zes weken later dan normaal. Zo zie je maar dat die standvogels veel flexibeler zijn dan de trekvogels. Die hebben "harde deadlines" waar ze mee moeten dealen. Op tijd arriveren, partner zoeken, eieren leggen, uitbroeden en vertrekken in amper drie maanden. Daar zit zoveel speling echt niet in.

Wil je meer weten van de "klamper", zoals de torenvalk in Oosterhout heet, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/torenvalk

vrijdag 17 juli 2020

Het is groen en het lacht.

jonge groene specht(15 juli jl.)
Dit is wel, als het om groene spechten gaat, de luidruchtigste periode van het jaar. Je hoort ze overal roepen of lachen want daar lijkt het geluid van de groene op. De jonge vogels zijn uitgevlogen en door middel van die harde roep houden ze contact met elkaar. De jonge vogels, onbevreesd als ze zijn, vliegen door de wijk, landen op de stoep of zitten op de grasvelden in de buurt. Ze verkennen de boel en zoeken al zelfstandig voedsel.

Wat mij hieraan opviel is dat deze jonge vogels over een grote periode in het voorjaar en de zomer uitvliegen. Toch brengen ze maar een legsel per jaar voort en wat mij daaraan dus opviel was, dat het ene koppel vroeg begint en het andere pas laat in het seizoen aan de slag gaat. In de Oranjepolder zag ik jaren geleden op 6 juni 2010 een jonge groene specht, deze week een vergelijkbaar exemplaar en het is nu dus 15 juli! De laatste uitgevlogen jonge groene specht die ik wel eens heb gezien dateert van 29 augustus 2016. Kortom, de broedperiode van deze "standvogel" is dus erg groot en is grofweg uitgespreid over een periode van drie maanden.

jonge groene specht(29 augustus 2016)
Ik denk dat bij standvogels het allemaal niet zo nauw komt en er meer tijd genomen wordt om een legsel voort te brengen, ze hoeven immers toch niet weg er zit gewoonweg geen druk op.

Bij trekvogels zit dat dus heel anders en let het allemaal wel erg nauw. De aankomst hier is strak geregeld, het broedproces afgestemd op het voedselaanbod(het uitvliegen van of beschikbaar zijn van bepaalde insecten), het opgroeien en voldoende kracht verzamelen om de lange reis naar de overwintergebieden te maken. Het moet allemaal kloppen anders is alles voor niets geweest. Een heel ander leven dus. Ik denk dat je hiermee de broedperiode naast de vogeltrek wel als grootste verschil in de vogelwereld kunt aanduiden. Standvogels versus trekvogels. Daartussenin zitten nog jaarvogels, dwaalgasten en deeltrekkers.

Nee, dan hebben die standvogels het toch een stuk makkelijker, tenzij we dus weer eens een echte strenge winter krijgen want dan sneuvelen ze bij bosjes, ijsvogel, winterkoning, groene specht om er maar een paar te noemen.

Wil je meer weten van dit lachebekje, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/groene-specht

dinsdag 14 juli 2020

'karekiet-koekoeken'

roepende koekoek in een boomtop
De meeste koekoeken hebben hun eieren gelegd en er zijn zelfs al koekoeken weggetrokken naar de overwinteringsgebieden. Dat gaat altijd sneller dan ik zou willen want het geluid van een roepende koekoek maakt mij altijd vrolijk. Het geluid hoort zo bij het voorjaar en de zomer. Ze zijn hier vanaf half april en half juli begint die trek al op gang te komen. Als laatste vertrekken de jonge koekoeken maar die roepen nog niet en waarom zouden ze ook want een partner zoeken, doen ze toch pas over een jaar als ze weer terug zijn. Jonge koekoeken kunnen wel tot in september hier rondhangen voordat ze vertrekken.

Afgelopen zondag zag ik zo'n jonge koekoek, of liever gezegd, hoorde ik zo'n jonge koekoek. Niet het bekende koekoek geluid maar "psriee", "psriee", "psriee" etc. Toen ik het geluid hoorde leek het even op het geluid wat grote lijsters ook maken als ze opvliegen. De jonge koekoek vloog op uit een wilgje in de rietkraag naar de overkant van de Donge bij 's-Gravenmoer. Daarna vloog hij nog en paar keer op en bleef maar roepen. Dat geluid is dus de bedelroep van de jonge koekoek en aangezien de vogel de hele tijd in de buurt van de rietkraag bleef vermoed ik dat een karekiet de waardvogel van deze koekoek is.

kleine karekiet(waardvogel)
Die karekiet vloog ook bij de rietkraag rond en ik denk dat deze twee met elkaar te maken hebben. Als deze koekoek een vrouwtje is, zal ze volgend jaar ook een karekietennest zoeken om haar ei in te leggen. Als dit een mannetje is, kan hij een karekieten-koekoekenvrouwtje opzoeken maar alle andere vrouwtjes zoals een heggenmussen-koekoekvrouwtje of rietzanger-koekoekvrouwtje behoren ook tot de mogelijkheden. De vrouwtjes hebben die vrije keuze dus niet en hun eieren lijken dus ook sterk op die van het waardvrouwtje. Dus als dit een vrouwtje is, is volgend jaar ergens een karekietengezin de sjaak.

Het jong van afgelopen zondag heb ik verder niet goed kunnen bekijken, daar was hij te druk voor. Maar een jong is wel te herkennen aan de lichte of vrijwel witte vlek op het achterhoofd. Geeft verder niet, deze eerste ontmoeting met een roepend of bedelend koekoekenjong was weer prachtig en leerzaam.

Wil je meer weten van deze broedparasiet, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/koekoek

vrijdag 10 juli 2020

steltloper op z'n retour.

kanoeten en rosse grutto's
(deze vogels verblijven vaak in elkaars gezelschap)
De steltlopers die in het voorjaar hier aan-kwamen, zijn alweer even doorgetrokken en broeden nu in het noorden van Scandinavië of nog veel verder in Rusland en het arctisch gebied. Toch zijn er nu alweer steltlopers die terugkeren van de broedgebieden en hier weer aan de kust verblijven.

Het zou kunnen dat de legsels daar mislukt zijn of mogelijk zijn dit de eerste vogels die daar aangekomen waren en die zijn dan ook het eerste klaar en kunnen weer terug naar hier.
bij deze kanoet zijn nog wat sporen van het zomerkleed te zien
Ik zag er deze week in Zeeland maar genoeg rusten of fanatiek in de modder roeren om zo een lekker maaltje van larven, garnaaltjes en piertjes te vinden. Aansterken dus.

Opvetten is nu het devies want de verre tocht naar Afrika moet nog beginnen. Net 4.000 km achter de rug en nog eens 4.000 km voor de boeg.

Deze week vielen mij de vele steltlopers in Zeeland op, het hele assortiment steltjes is al aanwezig. Groenpootruiters, zwarte ruiters(in zomerkleed), bonte strandlopers(in zomerkleed), zilverplevieren(juveniele vogels), kanoeten, rosse grutto's, regenwulpen, bontbekplevieren, strandplevieren, maar die broeden hier net als de tureluurs, grutto's, kluten, wulpen, scholeksters en niet te vergeten de kieviten.

rosse grutto ook in zomerkleed
Ze zijn dus maar een maand of twee, drie in het broedgebied aanwezig en toch wordt het land of gebied waar de vogel geboren wordt, het "thuisland" van de vogel genoemd. Ook al brengt de vogel de overige negen maanden van het jaar elders door en dat zijn leven lang.

Zo zijn de gierzwaluwen en koekoek amper 3 maanden in ons land en de rest van het jaar verblijven ze in Afrika en zijn het dus "onze" vogels en is hier hun thuisland.

Nederland is met onder andere de Wadden en de Delta een pitstop op de lange route(de East Atlantic flyway) en een korte periode om weer op krachten te komen.

Wil je meer weten van deze enorme vogelmigratie, klik dan op de link;
http://globalflywaynetwork.com.au
(Australische site met tracking gegevens van 4 soorten steltlopers waaronder de kanoetstrandloper)

dinsdag 7 juli 2020

Wel eens een kwartel horen roepen.

ruige graslanden, daar houden ze van
De eerste kwarteltelling was geen succes maar dat is nu eenmaal het lot van een vogelaar. Je hebt niets zeker en daarbij moet je gewoon ook wat geluk hebben. En dat is maar goed ook want daardoor blijft het een interessante bezigheid. In de zomer en dan met name in de avond, worden de kwartels actief en roepen ze steeds maar weer hun bekende liedje "kwik-me-dit", "kwik-me-dit", kwik-me-dit".

Een makkelijk en goed hoorbaar en bekend deuntje. En er zijn maar weinig plekken waar je dit lied kunt horen en dan moeten alle omstandigheden ook nog meezitten. Het meeste succes is te behalen op een warme zomeravond, weinig wind en vooral rust in het gebied. De biotoop let wel nauw, intensief beheerde graslanden, daar moeten ze niets van hebben. De voorkeur gaat uit naar kruidenrijk, ruig grasland. Een kwartel zien is andere koek, dat gaat niet een, twee, drie lukken. Ze leven nog veel meer verborgen dan patrijzen in de zomer. Die zie je vooral in het voorjaar en het winterhalfjaar.

de avond valt in de Noordwaard, het moment waarop
 de kwartels "kunnen" gaan roepen.
Het uitgestrekte gebied van de Noordwaard heeft een paar plekjes waar je de kwartel kunt horen en daar ben ik de komende weken actief aan het zoeken. Vorige maand maakte ik midden op de dag mee dat daar een kwartel in het veld zat te roepen, een mazzeltje. Het kan zijn dat deze vogel nog maar net gearriveerd was en in zijn enthousiasme of zelfs van blijdschap zijn lied liet horen.

Kwartels arriveren zo laat omdat ze op hun weg naar ons land al een eerste legsel hebben grootge-bracht. Dat doen ze ongeveer halverwege de route naar Nederland. Als ze dus hier arriveren is dat om hun tweede legsel en soms hun derde legsel uit te broeden. Bijzondere actie die je bij mijn weten bij geen enkele andere soort ziet.

Wil je meer weten van deze nachtbraker, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kwartel

vrijdag 3 juli 2020

Zomerse kolganzen?

zomerse kolganzen in Lage Zwaluwe
In deze tijd, de tweede helft van juni arriveren de kolganzen in het uiterste noorden van Rusland.
Het broedseizoen begint dan pas want eerst moet daar de sneeuw weg zijn en dat duurt in Siberië nu eenmaal wat langer dan bij ons(als er bij ons al een keer wat sneeuw valt).

Vanaf april trekken de kollen hier weg en zie je ze steeds minder en in mei is het gedaan. En zo hoort het ook te zijn, ganzen trekken in de zomer weg uit Nederland en broeden dan ergens ver weg. In de zeventiger jaren gold dat eigenlijk wel voor alle ganzensoorten, brandganzen, grauwe ganzen, toendra rietganzen en kolganzen zag je dan niet meer in ons land en pas in de herfst kwamen ze dan langzaamaan terug om hier te overwinteren.

Na de zeventiger jaren bleven steeds vaker ganzen "overzomeren", met name de grauwe gans had al snel door dat je hier ook prima kon broeden en overleven zonder een risicovolle reis te ondernemen.
dit is nog een winterse kolgans, ook in Lage Zwaluwe

Ook de brandganzen trekken bijna niet meer weg en in de Biesbosch zitten ook nu nog flinke aantallen. Toendra rietganzen en kolganzen trekken nog wel massaal weg maar er is nu ook al een heel klein groepje kolganzen in Lage Zwaluwe die hier probeert te overzomeren. Ze zitten daar in een groep grauwe ganzen bij het Gat van den Ham. Mogelijk zijn dit nazaten van ontsnapte lokganzen maar evengoed zijn het gewoon achterblijvers die het hier wel best vinden. Een stuk of negen kollen hebben zich aangepast maar broeden hier in Lage Zwaluwe (nog) niet.

Het zou dus kunnen dat dit groepje pioniers hier mettertijd ook gaat broeden en dan zien we ze dus net als die andere ganzen het hele jaar rond in ons land. In ieder geval zijn het de afgelopen maanden de eerste kolganzen die ik hier in een zomerse omstandigheid heb gezien.

Wil je meer weten van deze kleine overzomeraar, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kolgans