dinsdag 30 november 2021

Jonge kollen in de polder.

jonge kolgans, zonder kol en buikstrepen
Ergens in de vorige maand las ik dat dit geen goed broedseizoen voor kolganzen is geweest. Er zouden dit jaar veel minder jonge ganzen zijn geboren en normaal gesproken als ik zoiets lees, neem ik dat voor kennis aan en denk er verder niet over na of zoiets. Jammer voor de soort denk ik dan.

De eerste jonge kolgans telling eind september leverde 8% jonge vogels op, vorig jaar ging het uiteindelijk om 21% jonge vogels maar dat was wel verder in het seizoen vastgesteld. De telling dit jaar gaat over het begin van het seizoen en de meeste succesvolle familiegroepen van de Russische toendra zijn nog niet allemaal gearriveerd. Deze vroege telling is volgens mij niet representatief voor het hele afgelopen seizoen. Het is nog vroeg en wie weet krijgen we straks toch nog een positief bericht dat het wel een redelijk of goed seizoen is geweest.

Zonzeelse polder, vol met ganzen
Maar afgelopen week werd ik aan dat artikeltje herinnerd door de kolganzen zelf. In de Zonzeelse polder zaten makkelijk 350 kolganzen en nog veel meer brandganzen. Toen ik de groep eens goed onder loep nam om naar ringen of halsbanden te speuren ontdekte ik een flink aantal jonge kolganzen. 

Ze lijken dan eerder op een grauwe gans dan op een kolgans. Ze missen de zwarte buikstrepen en hebben nog niet zo'n uitgesproken witte kol rond de snavel. Het lijkt er dus op dat begin november al wat meer jonge kolganzen zijn gearriveerd.
adulte kolgans met
halsband Z59
Volgens SOVON(vogelonderzoek Nederland) zijn ook al geringde ganzen gezien in Zweden en Finland. En daar wacht ik dan op want die zie ik ook jaarlijks in de Zonzeelse polder. De kolgans op de foto links is een mannetje geboren in 2008 en is tot 2019 met grote regelmaat gespot en gemeld. Na 2019 is van deze vogel geen melding meer geregistreerd en dat zou mogelijk kunnen betekenen dat hij niet meer leeft. Deze gans zou dan een jaar of elf zijn geworden en ik denk dat dat ook een prima leeftijd voor een gans is. Veel ouder wordt de doorsnee gans niet. 

Het is dan wel belangrijk dat elk jaar een gezonde aanwas ons land aandoet zodat de soort op lange termijn kan blijven bestaan. Zoals het er nu uitziet wordt dit jaar nog niet het meest succesvolle kolganzenjaar. Laten we hopen dat nog genoeg jonge kollen arriveren.

Wil je meer weten van deze echte wintergans, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kolgans

vrijdag 26 november 2021

Meeuwen met een ringetje.

2e kalenderjaar Poolse pontische meeuw P842
Het winterseizoen is de uitgelezen periode om extra aandacht te besteden aan geringde vogels. Vooral ganzen en zwanen zijn dan in grote aantallen hier in de buurt en daar zitten redelijk wat geringde vogels tussen. De ringen en halsbanden van deze vogels zijn vrijwel altijd goed af te lezen, zeker als het halsbanden betreft, die zijn namelijk vrij groot en hebben bijna altijd goed contrasterende letters. Het zijn meestal twee tot vier letter/cijfer combinaties. Maar het leukste van het aflezen is het daarna melden van de halsbanden of pootringen op de sites zoals www.geese.org of de app birdring die een koppeling maakt naar het mailadres van de ringer van de vogel.

2 geringde zilvermeeuwen
Naast ganzen en zwanen worden ook veel meeuwen geringd. Dat gebeurt in Noorwegen, Rusland, Polen, België en ook in Nederland. En al die vogels zijn hier te zien, van de kust tot in het binnenland. 

Bij de waterzuiveringsinstallatie in de Oranjepolder foerageren altijd grote groepen meeuwen en daar zitten dus ook geringde vogels tussen. Ik had ze daar al vaker gezien maar nooit goed genoeg om de ringen goed af te kunnen lezen. Afgelopen week lukte dat wel want ik had mijn fototoestel bij me en dan kan ik net ver genoeg inzoomen om een scherpe foto van de ring te maken. 

Deze keer zat op de rand van een bezinkbassin een adulte Duitse zilvermeeuw en een in Nederland geringde derde kalenderjaar zilvermeeuw. Beide ringen zijn bij de ringer gemeld en nu is het wachten op een reactie want dat maakt het interessant, hoe oud is de vogel, man/vrouw, waar is de vogel geringd en waar is hij in tussentijd allemaal gezien? 

Duitse zilvermeeuwen en Poolse pontische meeuwen krijgen gele ringen met zwarte letter/cijfer combinaties, terwijl Nederlandse en Belgische meeuwen nogal eens een witte of blauwe pootring krijgen.

juveniele zilvermeeuw
Ik weet niet in hoeverre de kleurstelling vastgesteld wordt voor bijvoorbeeld landen, soorten of jaargangen. Het kan zijn dat deze combi's willekeurig worden vastgesteld maar wat ik tot zover te weten ben gekomen, is de "meeuwenwereld" en wereld van ons kent ons en is er volgens mij regelmatig overleg en uitwisseling van kennis. En die samenwerking is belangrijk, want die meeuwen kijken niet naar landsgrenzen en vliegen als ze er een beetje zin in hebben door heel Europa.

Wil je meer weten van geringde meeuwen, klik dan op de link; https://www.sovon.nl/nl/actueel/nieuws/meeuwenringen-aflezen

dinsdag 23 november 2021

Een Scandinavische zilvermeeuw.

Scandinavische zilvermeeuw
De kleine mantelmeeuwen mogen dan vrijwel allemaal vertrokken zijn, de andere meeuwen zijn nog volop aanwezig. Vooral de "aparte" meeuwen die je niet een, twee, drie herkent, zitten nu nog hier en dat maakt het extra interessant om ze eens goed te bekijken. 

Afgelopen zaterdag bijvoorbeeld, tijdens de maandelijkse watervogeltelling ontdekte ik op verschillende plekken in de Noordwaard, in de Biesbosch mooie adulte pontische meeuwen en een paar dagen geleden zat tussen de zilvermeeuwen hier in de polder nog een mooie adulte Scandinavische zilvermeeuw. Ook geelpootmeeuwen zijn nog in de buurt.

De Scandinavische zilvermeeuw die hier zat, heeft een aardig eindje zweven achter de rug wat dat doen ze meer dan met de vleugels slaan. Ze kunnen zo op een ogenschijnlijk makkelijke manier grote afstanden afleggen. Ze broeden in het hoge noorden van Scandinavië tot aan het Kola schiereiland in noordwest Rusland. 
zilver-(boven) en Scandinavische
zilvermeeuw(onder)
Herkenning van deze meeuw is niet makkelijk, er moeten een paar dingen opvallen die je triggeren om je verder te verdiepen in zo´n gespotte meeuw. Bij mij gaat het dan met name om de flauwgele poten die je vrijwel nooit bij een `gewone` zilvermeeuw ziet. De hebben praktisch allemaal, vleeskleurige poten. De meeuw van deze week had die flauwgele poten maar zat op de grond en liet zijn ingeklapte vleugels niet goed zien. 

En die vleugel is bij de determinatie belangrijk want daar in de uiteinden van de handpennen zit de sleutel die de determinatie correct kan maken. Als je de boeken er op naslaat wordt dat als volgt beschreven: `De pseudo-spiegel ziet er uit als een kleine, lichte vlek in het zwarte gedeelte van de binnenvlag van de veer, en is volledig omsloten (geïsoleerd) door het zwart.` Dat gaat dan weer net even te ver voor mij en beperk ik mij tot de koptekening en de kleur ven de poten en soms een pootring.
hybride zilvermeeuw, Scandinavische zilvermeeuw
gefotografeerd aan de Brouwersdam
In de buurt van Moermansk worden deze meeuwen geringd en die kun je met wat geluk hier aan de kust weer tegenkomen en aflezen. Ik las deze week ook weer een paar ringen van zilvermeeuwen af, waaronder een Duitse ring. Ik wacht nog op de levensloop van deze vogel want dat maakt het ringen aflezen zo interessant. 

Behalve de zilvermeeuwen en hun ondersoorten zoals de Scandinavische zilvermeeuw heb je ook nog hybrides zoals op de foto links, waar een zilvermeeuw x Scandinavische zilvermeeuw staat afgebeeld. Helaas lukt het mij niet om die kleine details te herkennen maar daar heb je dan weer een goede hulp bij nodig zoals Waarneming.nl die de definitieve determinatie voor je doen. Deze vogel zag ik overigens aan de kust, bij de Brouwersdam.

Wil je meer weten van die andere meeuwen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/zeemeeuwen-wie-durft-ze-te-leren-kennen

vrijdag 19 november 2021

Prachtige strandleeuweriken.

foeragerende strandleeuweriken
Strandleeuweriken stonden jaren geleden al op mijn verlanglijstje. Ze zagen er prachtig uit met die "horentjes" op hun kop en dat felgeel/zwarte aangezicht. Al tien jaar achter elkaar gaan we meerdere keren per jaar op vakantie naar Zeeland en zeker in het winterhalfjaar let ik extra op als ik op een leeg stuk strand kom waar ook wat wilde begroeiing staat zoals in de Kwade Hoek en Het Zwin. Het lukte mij pas in 2017 voor het eerst om er een paar te zien.

Twee weken geleden zaten op het strand op Texel een flink aantal strandleeuweriken en zo is het sindsdien elk jaar weer even een klein feestje om ze te zien. Op de een of andere manier weet ik ze nu elk jaar wel een keer te zien. Dit keer werden we op Texel verrast door grote groepen sneeuwgorzen, fraters en strandleeuweriken en ik denk dat dit ook naast de Kwade Hoek de enige plek in Nederland is waar je zulke grote aantallen zeldzame wintergasten kunt vinden.

Een mooie volwassen strandleeuwerik man
Net als die andere kleintjes zitten deze strand-leeuweriken geen moment stil. Ze scharrelen in een straf tempo steeds een paar centimeter verder over het strand en dan vliegen ze weer een stukje op en mengen ze zich met de sneeuwgorzen en fraters waardoor het er niet makkelijker op wordt. En paar goede foto's maken is dan ook erg lastig. 

De strandleeuweriken broeden boven de boomgrens en dat is best gek als je naar hun naam kijkt. En ze beginnen vroeg met broeden waardoor wij ze hier maar een paar maanden kunnen zien. En dan moet je dus ook nog eens geluk hebben want de aantallen zijn niet erg groot, met een paar honderd vogels per jaar houdt het echt wel op.

Als de vogels weer thuis op de arctisch toendra zijn, schakelen ze qua dieet weer net zo makkelijk over op insecten en past hun maag zich daar op aan. In de winter eten ze met name zaden en dat zie je ze dus op het strand ook constant doen. Dat scharrelen en pikken in het licht begroeide strandzand laat dat ook zien, Zeekraal en andere kustplantjes hebben hun zaden laten vallen en vormen het dieet voor de komende maanden.

Wil je meer weten van deze prachtig gekleurde badgast, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/strandleeuwerik

dinsdag 16 november 2021

Eindelijk weer eens fraters.

een mooi rijtje fraters

Heel soms lukt het om een zeldzame wintergast zoals een frater te zien. Ze zijn hier nooit in grote aantallen om te overwinteren of om door te trekken naar zuidelijkere gebieden. Er zijn altijd wel een paar vaste plekjes waar ze langskomen maar het is geen zekerheid dat ze er ook steevast zitten. Het ligt ook vaak aan de winters in het broedgebied, als die maar streng genoeg is, worden ze wel gedwongen om naar hier te komen. In een goed jaar kunnen een kleine duizend fraters ons land aandoen maar dat gebeurt maar zelden.

opvliegende frater
Jaren geleden was dat bijvoorbeeld langs het dijkje bij Battenoord, op de kwelders en zandbanken in de Kwade Hoek en de onderaan de dijk van de Oesterdam en zo zullen er nog een paar goede plekjes zijn. Afgelopen weekend hadden we onverwacht het geluk om een opvallend grote groep fraters te zien. In de Sluftermonding op Texel foerageerde een groep van ongeveer dertig fraters op de drooggevallen zandbanken waar ook nog wat schrale begroeiing op stond. Driftig pikkend in het schelpenzand en steeds opvliegend trokken ze voorbij, nauwelijks tijd genoeg om ze goed te bekijken.

De determinatie van deze fraters kwam bij ons maar laat op gang, de sneeuwgorzen waar ze mee optrokken maakte het lastig, zeker in combinatie met het slechte licht van de vroege ochtend, afstand en de beweeglijkheid van deze kleintjes. Ze zijn, als je wat beter en langer kijkt, minder wit, meer gestreept op de flanken en vooral dat hele kleine gele snaveltje is anders dan die van de sneeuwgorzen. 
sluftermonding afgelopen weekend
Je gaat op sommige momenten nog even denken aan ijsgorzen maar die hebben weer een hele nadrukkelijke koptekening dus die vallen dan weer wat makkelijker af. Als je vogels maar eens in de paar jaar ziet, is herkenning niet vanzelfsprekend.

Maar goed, we zijn er aan uitgekomen en de foto's, hoe slecht ook, geven uitsluitsel. Na de laatste keer in 2018 was dit weer eens een mooie waarneming van een zeldzaam wintervogeltje. En zo zijn er nog wel een paar die ik graag weer eens wil zien. De pestvogel staat daarmee wel op plaats nummer een!

Wil je meer weten van deze kleine wintergast, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/frater

vrijdag 12 november 2021

Jager opgejaagd.

kleine jager op het strand
De vier verschillende jagers die hier voor de kust voorkomen zie je niet of nauwelijks in het binnenland. Ze brengen hun hele leven, met uitzondering van het broedseizoen, op zee door. Als je niet op zee komt, wordt het lastig om ze te zien. Vanaf de zeedijk bij Westkapelle wil het met de juiste wind nog wel eens lukken om een jagende of passerende jager te zien. Ook de Maasvlakte en de pier bij IJmuiden zijn prima plekken om een jager te spotten.

De grote jager is dan nog wel de makkelijkste van de serie, deze grote donkere vogel valt goed op en is ook prima als jager te herkennen. De kleine jager is wel het algemeenst en de middelste jager is voor mij de lastigste. Alhoewel in 2018 vlogen twee middelste jagers op de Westkapelse zeedijk op enkele tientallen meters voorbij. 

er zit nog leven in
De kleine jager heb ik in september op volle zee in flinke aantallen gezien en vorige week zat er zelfs een op het strand. De kleine jager van afgelopen week moet wel iets mankeren want dit is zeer zeker geen normaal gedrag. Wij dachten dat deze vogel ziek was want anders doet hij zoiets niet. 

De vogel was wel alert maar bleef zitten waardoor ik nog even dacht dat de vogel een mechanisch defect had, een gebroken vleugel of zoiets. Totdat een hondenuitlater de vogel opstootte en hij onze kant uitvloog. Geen fysieke problemen dus, maar wat dan wel? 

een gezonde kleine jager
 in volle actie
Een ziekte, vergiftiging of misschien zelfs wel een maag vol plastic, ik sta nergens van te kijken en dat deze vogel het gaat redden, is uiterst twijfelachtig. Geen florissant vooruitzicht voor deze vogel die we op deze manier goed konden bekijken en als je hem zo naast die zilvermeeuw ziet zitten is de naam kleine jager in deze verhouding niet geheel op zijn plaats. Ook ten opzicht van de grote jager is hij echt niet klein te noemen. Er zit natuurlijk wel wat verschil in maar dan hebben we het over een centimeter of vijftien in spanwijdte.

Wil je meer weten van deze uitgesproken zeevogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-jager

maandag 8 november 2021

Op de toendra van de Bleeke Heide.

toendra rietganzen
Ja, de wintertijd staat weer op de klok en dat betekent dat de wintergasten weer volop aanwezig zijn. Het begon met de kepen, koperwieken en kolganzen en daar zijn nu de toendrarietganzen bijgekomen. En niet zo'n beetje ook want bij de Bleeke Heide slaapt een groep van bijna driehonderd toendra's. Vlak nadat het licht is geworden stijgen ze op en verdwijnen ze naar de foerageergebieden en waar die voor deze groep ergens liggen weet ik niet. 

In de Biesbosch slapen ze ook wel en die ganzen foerageren vaak in de polders bij Drimmelen en Lage Zwaluwe. Daar zitten ze op de achtergebleven aardappel- en maïsresten en daar kunnen ze de winter wel mee doorkomen. 

wintertafereeltje
Als dit later in de winter allemaal op is, schakelen ze net zo makkelijk over op het proteïnerijke raaigras waar de boer trouwens niet blij van wordt. Niet zozeer dat het gras opgegeten wordt, maar vooral om de enorme hoeveelheid mest die ze achterlaten. Daar houden de koeien namelijk niet van als dat op hun bordje ligt.

De toendrarietganzen zijn wat kleiner dan de grauwe ganzen en de poten zijn meer roze/oranje dan de fel oranje grauwe ganzen poten. En ze hebben een kleine donkere snavel met een geel/oranje vlekje, de kop is chocoladebruin en dat maakt het tot een compact en mooi getekend gansje. Ik moet er in het winterhalfjaar altijd wel wat moeite voor doen om ze te zien want ze zijn niet zo talrijk als al de andere ganzensoorten.

slaapplaats Bleeke Heide
De naam zegt het al, ze komen van de Siberische toendra naar hier. Dat wil zeggen een deel komt naar hier, het overgrote deel gaat naar Zweden en alleen als het daar te bar wordt, trekken ze verder naar hier. Deze ganzen zijn samen met de kolganzen de enige twee soorten die in het voorjaar allemaal wegtrekken naar de broedgebieden in het noorden. Ja, ook enkele kleine groepjes dwerg- en kleine rietganzen doen dat ook maar dan zijn zo weinig vogels dat het amper te noemen is, andere ganzensoorten zoals brandganzen doen dat deels en een flink deel daarvan blijft hier tegenwoordig in de zomer hangen en broedt hier ook.

Wil je meer weten van deze gans uit het hoge noorden, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/toendrarietgans

dinsdag 2 november 2021

Ondergewaardeerde kluut.

prachtige blauwe poten
Een beetje onvoorspelbaar is de kluut zeker. De ene keer zitten er in de Biesbosch, in de Noordwaard of bij het Zeeuwse Tureluur volop maar een weddenschap afsluiten dat ze er zitten doe ik niet. Ik zie ze op beide plekken meestal in flinke groepen, vlak bij elkaar en stilstaand. Af en toe foeragerend maar meestal staan ze toch roerloos in het water. Soms wel vijftig of zestig van die zwart-witte vogels.

Tijdens de weidevogeltellingen in het voorjaar in de Noordwaard zie ik her en der wel wat koppeltjes kluten in het uitgestrekte kruidenrijke grasland maar dat is niet altijd zo. In de Keizersguldenwaard broeden ze weleens als de nesten in de Hardenhoek door hoog water weggespoeld zijn zoals dat in 2018 gebeurd is. Toen waren nog wat vogels voldoende in conditie gekomen voor een tweede leg op een veiligere plek dan het eiland in de Hardenhoek.

zo zie ik ze meestal
Het zijn prachtige vogels en ik betrap me er op dat ik ze nauwelijks de aandacht geef die ze verdienen. Ze zijn minstens zo mooi als de steltkluten die vanwege hun schoonheid zowat een sterrenstatus hebben verworven. De "gewone" kluut heeft prachtige blauwe poten en ik ken eigenlijk geen vogels met zulke prachtig gekleurde poten. Dat is trouwens niet helemaal waar, er is nog een vogel met zulke prachtige blauwe poten en dat is de is de blauwvoetgent maar die leeft op de Galapagoseilanden.

tussen de grutto's
De scherpe zwart-witte tekening en het fijne snaveltje maken het verder af en zo heb je een prachtige stelloper die minstens zo mooi is als de steltkluut. Die laatste is een stuk zeldzamer en ik denk dat het daaraan ligt, hoe zeldzamer hoe bijzonderder de vogel is. Ik heb een paar weken geleden met het juiste licht, de schoonheid van de kluut opnieuw leren waarderen en dat blijf ik voortaan ook doen.

Wil je meer weten van deze water zevende steltloper, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kluut