donderdag 31 oktober 2019

De weg kwijt?

Deze grote zee eend zag ik begin dit jaar in Zeeland
Voor zeevogels ga je naar zee. Klinkt logisch maar wat sta je dan raar te kijken als je in het binnenland een zeevogel zoals de grote zee eend tegenkomt. Nu had ik dat al eens eerder meegemaakt, in de Biesbosch, aan het eind van de Deeneplaatweg, kijkend richting van de Moerdijkbruggen. Daar zwommen een paar jaar geleden op het Hollands Diep zomaar zes grote zee eenden. Heel bijzonder om te zien en net te ver weg voor een goede foto maar in de telescoop prima te onderscheiden van de "gewone" zwarte zee eend. De witte flanksteep en witte oogstreep vallen dan het meest op. In een vlucht zee eenden is de grote zee eend juist aan deze witte veren goed te herkennen. De witte flankstreep is in de vlucht een wit vleugelvlak en dat hebben de gewone zwarte zee eenden niet.

 even de veren schudden
Vandaag had ik weer zo'n aparte ontmoeting alleen was dat deze keer bij de Ventjagersplaten, schuin tegenover het eilandje Tiengemeten. Tussen de duizenden meerkoeten en eenden zwom een grote zee eend, goed te herkennen aan de bekende witte streep onder het oog en witte streep in de flank van de verder helemaal zwarte vogel. Net toen ik afdrukte richtte de vogel zich op en schudde eens flink met de veren. Iets wat ze regelmatig doen.

De grote zee eend broedt ver naar het Noorden en overwintert op zee. Hier zijn ze vooral langs de Noordzee kust te zien en niet in het binnenland. Dat ik er nu een bij de Ventjagersplaten zag is bijzonder en een gelukje te noemen.

De gewone zwarte zee eend is wel vaker in het binnenland te zien. Zo zaten er een paar dagen geleden nog een viertal zwarte zee eenden op het spaarbekken de Petrusplaat in de Biesbosch.

Ventjagersplaten in de winter
De Ventjagersplaten, onderdeel van het Haringvliet is een Natura 2000 gebied en dat wist ik niet. Het is een enorm natuurgebied vol met zogenaamd "waterwild". Met name in het najaar en winter zitten hier alle eenden soorten, heel veel zwanen, lepelaars, reigers, zelfs zwartkopmeeuwen en jagen de zeearenden door het gebied. Hoewel, die meeuwen zitten hier in het broedseizoen en niet in de winter.

 Wil je meer weten van deze bijzondere wintergast, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grote-zee-eend

dinsdag 29 oktober 2019

Je ziet ze niet, ze zitten in 't riet.

mannetje rietgors in het voorjaar
De rietgors is nog zo'n vogel die aan het eind van het jaar uit het zicht raakt. Net als de huismus in mijn tuin zie ik deze vogels alweer een paar weken niet meer. De huismussen lijken een beetje op de rietgorzen, zeker in het najaar als de rietgors zijn zwarte petje kwijtraakt. De huismussen blijven hier, het zijn standvogels en een deel van de rietgorzen trekt zuidwaarts. Maar een behoorlijk aantal blijft in de winter dus hier en dat is raar. Want, waar blijven die vogels dan?

Ze zijn er dus wel, maar je vindt ze amper nog. De Zonzeelse polder en de Noordwaard met zijn dikke rietkragen en kleine bosjes is ideaal voor deze rietgorzen en daar zitten er in het voorjaar en zomer dan ook maar genoeg. Het bekende korte liedje, bestaand uit drie lettergrepen hoor je hier overal.

Behalve in de winter dan, dan blijft het bij een zacht piepje of helemaal geen geluid. Een deel trekt dus weg maar er moeten er dus ook zijn die blijven
Zonzeelse polder in de vroege ochtend
en die houden dan hun snavel en blijven diep in de dekking van het riet. Tenminste ik denk dat er dus nog een aantal zijn. Het lastige is om ze in de wintermaanden te zien. Ook in de Noordwaard doe ik verwoede pogingen maar tot op heden ben ik de afgelopen maand slechts een keer succesvol geweest.


Hoe komen deze vogels dan aan voedsel? Scharrelen lang de rietstengels, spinnetjes en insectjes vangen, gevallen zaden uit de riet-pluimen oppikken, alles uit het zicht van de vogelspotter. Het moet haast wel zo gaan. Nu is het ook zo dat er in de winter zoveel vogels te zien zijn dat je de aandacht vestigt op de "bulk" de grote groepen vogels die wat makkelijker te zien zijn. De focus ligt in de winter niet op geluidjes, behalve dan als ik in het bos rondloop. Daar kun je met goed luisteren nog een flinke lijst met mooie soorten optekenen.

Dagelijks worden nog voldoende rietgorzen gezien en gemeld maar de honderd wordt niet gehaald.

Wil je meer weten van deze onopvallende rietbewoner, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/rietgors

vrijdag 25 oktober 2019

Mussen missen?

ringmussen in de Oranjepolder
Heel de zomer heb ik trouw elke dag de voedersilo gevuld met een lekker zaad-mengseltje. Met name de huismussen konden dat waarderen. Zo halverwege de middag was het klaar en was de silo leeg. Ik had het idee dat als ik elke dag de silo zou vullen, de huismussen het hele jaar bij ons in de tuin te zien zou zijn. Zeg maar dat ik aan klanten-binding deed om zo ook in de winter een levendige tuin te hebben. Maar op de een of ander manier hebben de huismussen plotseling besloten om onze tuin te mijden, ze zijn niet meer te zien.

Geen gekwetter en gefladder in de tuin. Wel volop mezen, tortels, vinken, heggenmussen en houtduiven. Wat de reden kan zijn, is gokken. Het zou de kat van de buren kunnen zijn die de mussen angst inboezemt maar dat kreng zit er heel het jaar en loert vanonder de planten naar de foeragerende vogels. Soms is hij ook nog succesvol als ik naar al die veertjes kijk die in tuin rond dwarrelen.

de buurman op pad
Vogeltrek kan het niet zijn want een huismus is een echte standvogel die een heel jaar op hetzelfde plekje rondhangt. Zijn familielid, de ringmus is ook zo'n standvogel maar daar weten we van dat de vogel van het buitengebied in de winter de bebouwing opzoekt en zich mengt met groepen huismussen. Deze gemengde groepen struinen dan de tuinen af op zoek naar een makkelijke maaltijd.

De ringmussen uit het noorden komen wel deze kant op en dat snap ik ook. Daar is gedurende winter weinig voedsel te vinden en die vogels schuiven dan aan bij de onzen. Verder doorvliegen is niet nodig, er is genoeg te eten. Er zijn zeker vijf keer zoveel huismussen dan ringmussen in ons land te vinden. Waar dat aan kan liggen zou ik niet weten. misschien is de leefomgeving van de huismus minder vijandig dan het buitengebied van de ringmus. Maar daarmee heb ik mijn mussen nog niet terug in de tuin. Ik moet daarom de komende dagen maar eens goed op een "plan van aanpak" broeden want die investering van afgelopen zomer moet er wel uitkomen.

Wil je meer weten van dit "huisdiertje" klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/huismus

dinsdag 22 oktober 2019

Allesbehalve versnipperd.

rustende watersnippen
Watersnippen zijn geen aandachtstrekkers, meestal goed verborgen en volop gebruik makend van hun perfecte schutkleur, staan ze net voor of net op de oever in het hoge gras. Ze vliegen pas laat op. En als ik door het veld, vlak langs de oevers loop, schrik ik daar dan van. Niet erg want daar is de waarneming te mooi voor. Het blijft dan meestal bij een eenling behalve in deze tijd als de vogeltrek volop aan de gang is.

Zo rond half oktober tot half november doen de watersnippen daar ook aan mee en sluiten ze zich aan bij de miljoenen andere trekvogels die ons land passeren. En de Noordwaard is een geliefd tussenstation om eens even goed op te vetten en uit te rusten voor de volgende etappe.

Ze zijn dan verre van schuw te noemen. Midden op de slikjes van bijvoorbeeld de Oude Dooijemanswaard of de Muggenwaard stappen ze driftig heen en weer en steken hun lange rechte snavel diep in de modder op zoek naar wormpjes, slakjes en ander voedsel. Angsten worden overwonnen want er is nergens de vertrouwde dekking van een gras- of rietpol te vinden


massa's watersnippen open en bloot
De eerste keer dat ik van die grote groepen watersnippen zag, was vier jaar geleden. Op een dag telde ik daar 309 watersnippen, de jaren erna heb ik eigenlijk geen grote groepen snippen gezien.

Afgelopen woensdag was het weer prijs en zaten dankzij de lage waterstand in de Oude Dooijemanswaard zomaar 147 water-snippen.  Ik vermoed zelfs dat er twee keer zoveel zaten maar dat was niet te controleren omdat we tijdens het tellen gestoord werden door een laag over-vliegende zeearend. Dat beest joeg de vele duizenden vogels, voornamelijk eenden, in blinde paniek de lucht in.

De watersnippen vliegen wel op maar zijn geen prooi voor de zeearend, de energie die het kost om een snip te vangen weegt niet op tegen de energie die zo'n klein hapje oplevert. Nee dan moet je toch denken aan het formaatje van op zijn minst een nijlgans.

Wil je meer weten van deze zeldzame en verborgen levende weidevogel, klik dan op de link;

https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/watersnip

vrijdag 18 oktober 2019

Daar Vliegen de Jantjes.

adulte jan van gent
Een niet alledaagse vogel spotten is altijd leuk. Elk jaar weet ik hem wel een paar keer in de kijker te krijgen, de jan van gent. Zijn strenge blik wordt door de prachtige kleuren en scherpe contrasten vanzelf verzacht. Een heel mooi lijnenspel in het gezicht en de indringende ogen geven de vogel ook iets voornaams. Jammer dat je de vogel altijd ver op zee ziet en vrijwel nooit vlakbij te zien krijgt.

Heel wat jaren geleden, toen we in Schotland op vakantie waren, reden we langs de oostkust op weg naar het noorden toen we Bass Rock zagen. Een enorme puist die amper twee kilometer uit de kust uit zee oprees en vrijwel geheel wit gekleurd was. Wit van de gentenpoep bleek later.
Op het eiland broeden meer dan 10.000 jan van genten en na het broedseizoen, met een voor ons aanlandige wind, kun je ze bij ons voor de kust zien. Met name op de dijk bij Westkapelle, bij de
tweede/derde kalenderjaar jan van gent
telpost kun je ze dan treffen. Maar dan zie je ze dus van een afstandje en dan is het prachtige lijnenspel op de kop niet goed te zien.

Op het zeeschip de Estrella, die vanuit Scheveningen vogelaars vlakbij deze zeevogels brengt, maakte ik de beste kans er een goed te bekijken. Camera in de aanslag en was het slechts een kwestie van tijd om er een te schieten. Alle kleden kwamen voorbij, geheel donkerbruin, dat was er een van dit jaar en amper een half jaar oud.
juveniele jan van gent
Toch een flink zelfverzekerd beest dat nergens bang voor was en tot voor de boot durfde te komen. Een volwassen vogel, met strak afgetekende kleurvlakken en tweejarige beesten die daar tussenin zaten vlogen over. Het kan trouwens wel zes jaar duren voordat een jan van gent volwassen is.

Prachtige vogels die maar 1 ei per legsel uitbroeden. Mislukt dat, dan wordt een nieuw ei gelegd. Niet veel kansen en dat kan zo'n populatie best kwetsbaar maken. Toch doen ze het goed en groeit hun aantal.

En waar vallen die jantjes nu eigenlijk onder? Het zijn geen meeuwen, geen jagers, geen aalscholvers? Het is een familie van genten die uit 10 verschillende soorten bestaat waarvan er drie jan van genten zijn, de Kaapse, de Pacifische en onze jan van gent. Elke soort ziet er werkelijk prachtig uit, kijk maar eens op de bijgevoegde link met "stamboom" waar achter elke naam een foto zit; https://nl.wikipedia.org/wiki/Genten

dinsdag 15 oktober 2019

Lastige meeuwen.

pontische meeuw, 2e kalenderjaar
In de Biesbosch, de Noordwaard en op de zeedijk bij Westkapelle maak je nog de grootste kans om een pontische meeuw en geelpootmeeuw te spotten. Het grote probleem is vaak dat deze meeuwen én ver weg zitten, én vaak met de kop in de veren zitten. En zie ze dan maar eens uit een grote groep meeuwen te pikken. Vaak berust de waarneming dan op toeval en ben je behoorlijk wat tijd bezig om alle specifieke kenmerken helder te krijgen.

De "Meeuwengids van Nederland" biedt vaak uitkomst. Gedetailleerd staan de kalenderjaren per soort beschreven en een goede foto doet dan de rest. Maar wat echt helpt, is een dagje de zee opgaan. Vorige week, vanaf een schip op 20 kilometer van de kust van Scheveningen en Hoek van Holland vlogen de "ponten" en "geelpoten" je om de oren. Een paar specialisten aan boord wisten de kalenderjaren exact te duiden.

een adulte geelpootmeeuw roeit maar door.
Er vloog zelfs een geringde tweede kalenderjaar pontische meeuw over en zelfs de ring was goed af te lezen. De opmerking dat het een "Duitse" pont was, klopte niet. Ik had de ring gemeld bij de Duitse ringer Herr R. Klein uit Rostock, maar die wist mij haarfijn te vertellen dat het hier om een "Poolse" pont ging.

Door ringen af te lezen en te melden, help je de onderzoekers antwoord te krijgen op de vele vragen die er zijn. Waar foerageert deze meeuw, waar overwintert of overzomert deze meeuw, hoe oud wordt het beestje etc. etc.

geringde pontische meeuw, geel P.842
De laatste jaren komen deze meeuwen in de nazomer steeds vaker naar onze streken. Ze leven in de omgeving van de Zwarte zee en Kaspische zee. De geelpootmeeuw is een meeuw uit de omgeving van de Middelandse zee en die komt ook steeds vaker naar onze streken en zo wordt het wel heel interessant maar niet makkelijker op.

Een paar jaar geleden hielp een lezing over meeuwen met daar opvolgend een meeuwen excursie naar de zeedijk van Westkapelle al flink. Daarna veel oefenen en zoeken tussen de grote meeuwen van de Hardenhoek in de Biesbosch en zo bouw je beetje bij beetje wat kennis op van de grote meeuwen in ons land.
De zeetocht bracht nog meeuwen zoals de drieteenmeeuw die vrijwel altijd boven zee vliegt en amper boven land waargenomen wordt, daar met je dus de zee voor op. Wat verder weg vlogen nog wat dwergmeeuwen en die zie je elk jaar wel in de Biesbosch en zeker bij Westkapelle. Wel wat makkelijker maar toch ook bijzonder om te zien.

Wil je meer weten van de zeldzame meeuwen, kijk dan eens in de "Meeuwengids van Nederland".

vrijdag 11 oktober 2019

Overvliegende lijsterachtigen.

even uitrusten en doorrrrrr.....
De lucht zit er vol mee, ook al zou je dat niet direct zeggen. En dat komt omdat de vogels die op trek zijn, toch aardig hoog in de lucht zitten. Niet in dichte groepen, tegelijkertijd over-vliegen en ook niet allemaal even luidruchtig zijn. Opletten geblazen dus.

En met name afgelopen dagen was het druk boven ons. Tijdens mijn wandelingen met de hond door de Oranjepolder hoorde ik vrijwel constant de contactroepjes boven mij klinken. En probeer die maar eens uit elkaar te houden. Met de gids, "Veldgids Vogeltrek" in combinatie met de app "BirdSounds Europe" kom je een heel eind.
koperwiek met slecht licht
De lijsterachtigen zoals zanglijster, grote lijster, merel, koperwiek en kramsvogel hebben een vergelijkbaar silhouet en min of meer een vergelijkbaar vliegpatroon en dan ook nog eens met het donkere weer van de afgelopen dagen zie je amper kleur op de beestjes. En dan helpen de contact- roepjes de vertwijfelde vogelaar verder.

Met name de enorme hoeveelheid zanglijster en koperwieken vliegen nu over en hebben gelukkig een eigen geluidje en die zijn in de meeste gevallen ook nog eens goed uit elkaar te houden. De zanglijster laat een ingetogen kort "tsjip" horen terwijl de koperwiek een wat langer, enigszins zeurderig "tsjiiip" laat horen. Tja, je moet het maar weten en vooral ook maar horen met al die bijgeluiden.

Kramsvogels maken een totaal ander geluid en die zijn deze week nog amper te horen, die zijn nog onderweg naar hier en de merels trekken vooral 's-nachts over en maken een nog wat langgerekter geluid dan de koperwiek. Morgen weer eens de oren spitsen.

Wil je meer weten, kijk dan eens in de Veldgids Vogeltrek.

dinsdag 8 oktober 2019

Uitputtende vogeltrek.

Afgelopen zaterdag sneuvelde deze zanglijster op zee
De vogeltrek is in volle gang en er trekken nu miljoenen vogels zuidwaarts over ons land. Dat idee is toch fantastisch, zeker als je er ook iets van meekrijgt. Vanmorgen nog een app-je gelezen dat een constante stroom van zanglijsters over de Biesbosch vloog. Het idee alleen al geeft ook een romantisch beeld van al die vogels die een enorme tocht voor de boeg hebben. Soms maar enkele grammen of wat meer wegend, wind, kou en regen trotserend en dan als beloning in een warm en zonnig land landen.

Wat we niet zo meekrijgen, zijn de gevaren die de vogels onderweg tegenkomen. We kunnen ons dat wel voorstellen maar echt weten, dat doen we niet. Bijvoorbeeld hoeveel roodborstjes verdrinken door uitputting op hun tocht naar Engeland? Dit kleine vogeltje steekt wel even de Noordzee over en wat gebeurt er onderweg als er een pittige noordwester storm staat? En die lijsters die nu massaal overkomen, hoeveel worden er niet gepakt door roofvogels? Wat ook een enorm gevaar is, is de enorme hoeveelheid windmolens op zee, die als een soort gigantisch gordijn de weg voor veel vogels versperren. En ga zo maar door, elke soort komt op zijn weg vele hindernissen en gevaren tegen.

uitgeputte zwartkop op zee
Afgelopen zaterdag op de Noordzee enkele kilometers voor de kust van Scheveningen, zag ik de vogeltrek live voorbij komen. Op het schip zag ik de ene na de andere "land" vogel uitgeput landen, roodborst, goudhaan, merel zanglijster, vink en veldleeuwerik om er maar een paar te noemen. Daarnaast vlogen nog veel vogels over, piepers en spreeuwen in flinke aantallen, allemaal op weg naar "betere" oorden. En dat hoop ik ook van harte voor deze beestjes.

Dat het niet altijd goed afloopt, zag ik ook nu weer voor mijn ogen gebeuren. Een flinke meeuw plukte zo een zanglijster uit de lucht en schrokte het vogeltje en seconden tijd helemaal op. Met huid en veer ineens. Dit drama zag ik vorig jaar ook gebeuren, toen met een koperwiek, die ging ook in een keer naar binnen en eindigde zo zijn lange tocht. Ik dacht nog, als het dan toch moet gebeuren, dan maar aan het begin van de reis en niet als je eerst duizenden kilometers gevlogen hebt en je reis zo eindigt.

Ik weet eigenlijk niet hoeveel vogels de reis niet voltooien maar dat moeten er echt veel zijn. Zoveel gevaren op de route, dat kan niet voor iedereen goed gaan. Misschien maar niet teveel bij nadenken en hopen dat ze volgend voorjaar weer massaal terugkeren.

zaterdag 5 oktober 2019

Enorm veel zilverreigers.

Een deel van de ruim zeventig grote zilverreigers
Fietsend langs de IJsel vlakbij het plaatsje Bronkhorst zagen op de oever van een plas meer dan 70 grote zilverreigers staan. En dat in september! Ik ken die samen-scholingen van grote zilverreigers wel van strenge winters, jaren en jaren geleden in de Biesbosch of 's-avonds bij de bekende slaap-plaatsen maar nog niet eerder midden op een mooie herfstdag.

In de Biesbosch waren dat destijds vele honderden zilvers en die dik zeventig stuks hier langs de IJsel waren een goede tweede in mijn lijst van grote groepen reigers. Ik kan ook moeilijk plaatsen waarom ze in zo'n grote groep bij elkaar staan. Denk alleen maar eens aan het voedsel wat een enkele reiger dagelijks nodig heeft.
scherp en alert.

Stel dat een grote zilverreiger 3 visjes van een centimeter of tien per dag opeet en vermenig-vuldig dat eens met 75 reigers. Ze eten dan 225 x 7 dagen, 1575 vissen per week en dat week na week. En dan vissen in deze poel ook nog eens blauwe reigers en aalscholvers. Dat gaat je voorstellingsvermogen ver te boven, toch? Wat moet hier toch een enorme hoeveel-heid vis zitten en wat blijft er uiteindelijk van over?

Grote zilverreigers zijn kolonievogels en broeden en slapen in groepen maar daarbuiten zie je ze voornamelijk alleen foerageren in weilanden of langs oevers. Het blijft gissen wat de reden van deze samenscholing midden op de dag is, maar het was wel prachtig om te zien. Ze waren alert en hielden de omgeving goed in de gaten en ik moest veel moeite doen om uit het zicht te blijven.

Wil je meer weten van deze spierwitte statige reiger, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grote-zilverreiger

dinsdag 1 oktober 2019

Gebleekte nijlgans.

een mooie witte nijlgans in de Kroon
Als ik een eend of gans in een helemaal witte uitvoering zie, denk ik in eerste instantie direct aan soepgans of soepeend en dan pas later aan een mogelijke albino. Tenminste als er normaal gesproken geen geheel witte uitvoering van bestaat. Een helemaal witte reiger hoort zo te zijn, een helemaal witte merel hoort zo niet te zijn en als alle details kloppen zoals rode ogen, spreek je van een albino.
Maar meestal zijn niet alle details voor een albino aanwezig en hebben we met een kleurafwijking te maken, leucisme genoemd. En deze pigmentafwijking zie je veel vaker, en is verder ongevaarlijk voor het dier. Een witte vogel is wel kwetsbaarder en moet dan ook meer moeite doen om te overleven.
leucistische scholekster

Van leucistische dieren is bekend dat ze veel agressiever zijn tegen niet leucistische soortgenoten en waarom dat is weet ik niet. misschien zijn ze toch een beetje kwaad dat ze er anders uitzien of uitgescholden worden? Als leucistische dieren voor voedsel moeten jagen, hebben ze het wel een stuk lastiger dan die witte planteneters zoals ganzen. Ze vallen eerder op en hun prooien zijn weg voordat de rover kan toeslaan.

De geheel witte nijlgans zag ik anderhalve week geleden in de Biesbosch, in de polder De Kroon. Weer een week eerder zag ik een vrijwel geheel witte scholekster bij Zierikzee, bij plan tureluur. Alleen zat die wel erg ver weg en was een foto maken nog een hele klus.

Nu heb ik dus een witte scholekster gezien, de bekende wit-zwarte scholekster en jaren geleden een geheel zwarte scholekster(die laatste zag ik op het strand van Fox Glacier van het zuider eiland in New Zealand) en meer smaken van die soort zijn er denk ik niet.

Wil je meer weten van leucisme, klik dan op de link;
https://nl.wikipedia.org/wiki/Leucisme