dinsdag 30 januari 2018

Volop wintergasten te zien.

We hebben amper nog een winter gehad en voor veel vogels is dat een zegen. Weinig kou, sneeuw en ijs zorgen er bijvoorbeeld voor dat de ijsvogel- en reigerstand weinig inleveren. Maar ook de wintergasten komen deze mindere periode hier vrij gemakkelijk door. En dat er veel wintergasten zijn merk ik vrijwel dagelijks. In de polder zitten veel meer kramsvogels, koperwieken en sijzen als anders. En in de bossen bij Chaam zaten de afgelopen maanden grote kruisbekken en grote barmsijzen, soorten die hier niet zomaar overwinteren.

De sijzen die weer graag op de elzen-proppen foerageren, vinden die in grote aantallen langs Het Kromgat en in het bos zie ik trouwens ook regelmatig op de berkenkatjes foerageren. Deze sijzen, een groep van ruim dertig vogeltjes vliegt dagelijks heen en weer tussen de bomen van de elzen en essensingel. Ik kan mij nog herinneren dat in een strenge winter, zo´n acht jaar geleden, de sijzen op het bevroren water van Het Kromgat zaten en daar samen met een grote groep putters, vinken en groenlingen de gevallen zaadjes oppikten. De afgelopen milde winters waren er veel minder sijzen en soms was er ook geen enkele sijs in de polder te bespeuren.


vol met sijzen
De winter in het noorden, waar onze wintergasten vrijwel allemaal vandaan komen, is denk ik wel wat strenger en het voedselaanbod zal daar een stuk lager liggen. Met name een tekort aan dennenappels, zaden van berken en lariksen zorgt ervoor dat deze soorten nu hier komen overwinteren. Nou en als je dan in de polder of de bossen van Surae rondloopt, zie je dat daar geen sprake is van voedseltekorten. Dan is dat hele eind naar hier vliegen niet voor niets geweest.

De koude winterse omstandigheden of de genen bepalen niet altijd de massale trek naar het zuiden, het voedselaanbod ter plaatse bepaald mede of er in een bepaald jaar massaal naar het zuiden getrokken wordt of niet. En dit is dus zo´n jaar van voedseltekorten en dan treffen ze hier zo´n slappe winter en volop voedsel aan, de geluksvogels!

vrijdag 26 januari 2018

Halfkes genoeg.

Met halfkes bedoel ik geen halvegare medemens maar een mooi klein eendje, de wintertaling. De wintertalingen werden vroeger zo genoemd omdat de kooiker maar de helft kreeg betaald voor een wintertaling in vergelijking met de opbrengst van een dikke wilde eend, smient of krakeend. Een wintertaling is ook veel kleiner dan een andere eend.

Maar als je eens goed naar een wintertaling mannetje kijkt, dan zou je op basis van zijn uiterlijk veel geld willen neertellen. De koptekening en het verenkleed tot en met de staart is prachtig en er zijn maar weinig eenden die dit evenaren. Ja, hooguit een pijlstaart en een zomertaling evenaren de schoonheid van een wintertaling. En misschien moet je het nonnetje nog in je overweging meenemen, maar het nonnetje is weliswaar een eend maar meer verwant aan de zaagbekken. Het nonnetje is een van de acht leden uit de zaagbekkenfamilie die hier voorkomt.

grote groepen opvliegende wintertalingen
Maar ja, alles in overweging nemende, is de wintertaling met zijn scherp omlijnde kleuren toch wel het mooiste eendje wat we hier hebben. Mooi kastanjebruin kopje met een prachtige groene oogvlek, opvallend gele driehoekige stuit en een gespikkelde lichtgrijze/beige borst.

Helaas kom ik ze zo goed als nooit tegen in de Oranjepolder, ook in de Gecombineerde Willemspolder zitten ze niet. Ik heb het nog eens nagezocht en dan hebben we het zegge en schrijven over een waarneming van een vrouwtje wintertaling op 20 januari 2017. Dat is wat anders als je naar de Biesbosch gaat, daar verblijven in de winter makkelijk vier- tot vijfduizend wintertalingen en zie je regelmatig grote groepen wintertalingen opvliegen. meestal is er dan gevaar en vliegt er een slechtvalk of zeearend over het gebied.

Een bezoekje aan de Noordwaard is dan ook altijd weer de moeite waard want naast de vele prachtige wintertalingen zie je daar vrijwel alle in Nederland voorkomende eenden bij elkaar zitten.

Wil je meer weten van deze knappe eend, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/wintertaling

dinsdag 23 januari 2018

Kleine zwanen

een deel van de groep kleine zwanen in de Gecombineerde Willemspolder
Gisteren ben ik weer eens naar de Gecombineerde Willemspolder gereden om de kleine zwanen te zien. De groep is sinds mijn laatste bezoek aan de polder weer een stuk groter geworden en is weer bijna even groot als in januari van de voorgaande jaren. Ik telde 71 kleine zwanen en in deze groep zaten slechts twee jonge zwanen. Een erg laag aantal en ik kan mij niet herinneren dat het aantal jongen zo laag was.
kleine zwaan geel 293E 
De twee jonge zwanen zijn de jongen van geel 293E en wit 223E. Deze nummers zijn de halsbanden die de zwanen om hebben. Dit koppel kleine zwanen heeft afgelopen zomer vier jongen gekregen en dit gezin is in Vught voorzien van halsbanden. Een ouder en een jonge vogel, voor zover ik weet, zijn voorzien van een GPS zender met zonnecellen(223E en de jonge zwaan 224E).

Wat mij opviel is dat slechts twee van de vier jongen meegekomen zijn met de ouders. De twee andere jongen heb ik niet in de groep gezien en ik ben benieuwd waar die ergens uithangen.

Wat ook opvalt is dat deze gezenderde en geringde kleine zwanen tot afgelopen zaterdag niet buiten de gemeente Vught zijn geweest. Ze zijn afgelopen weekend pas deze kant opgekomen en foerageren nu dus bij ons in de polder.

een jonge kleine zwaan met GPS zender
Dat we tot zover een milde winter hebben mag duidelijk zijn en dat hebben die kleine zwanen ook in de gaten. Ik zag namelijk op de site www.geese.org dat veel van de geringde kleine zwanen die ik vorig jaar gezien en gemeld heb, nog steeds in Duitsland rondhangen. Vrijwel allemaal zitten ze in de buurt van Cuxhaven, Niedersachen, een kleine 500 kilometer naar het noordoosten en dat is ook de richting waarin ze over een kleine maand vertrekken. Dus ik vermoed dat ik deze zwanen dit jaar hier niet meer ga zien.

Dat hier toch weer een flinke groep zit is dan des te bijzonder te noemen want dat zijn dus voor een deel andere zwanen dan voorgaande jaren. De groep wijzigt dus steeds van samenstelling. Ook leuk om te weten dat dit dus een dynamisch gebeuren is. Deze ringen laten dat prima waarnemen.

Wil je meer weten van de kleine zwaan die helemaal niet zo klein is, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-zwaan


vrijdag 19 januari 2018

Kleine bonte timmerman.

Afgelopen weekend was ik voor een vogelinventarisatie in de Galeiwaard, onderdeel van de Noordwaard in de Biesbosch. Druk op zoek naar alle soorten vogels die zich in het gebied ophouden viel een snelle vlucht tussen de kleine boompjes op, dat was geen mees, roodborst of merel. Nader onderzoek wees uit het hier om een kleine bonte specht ging. Sowieso een hele leuke waarneming maar voor de Biesbosch geen alledaagse waarneming want hier zitten toch voornamelijk watervogels.

Je zou het zo een, twee, drie niet zeggen maar zo'n kleine bonte specht is echt niet veel groter dan een vink of mus. Van spechten denk je al snel aan het formaatje merel of zelfs nog wat groter maar dan heb je het dus over de grote bonte specht, zijn grotere broertje.

Het vogeltje vloog snel van stam naar tak en terug en bleef net niet lang genoeg zitten om er een foto van te maken maar met de verrekijker was hij prima te volgen. Het zwart witte patroon
mannetje kleine bonte specht
van de rugpartij was goed te zien en doet denken aan het strepen patroon van een zebra en is heel anders getekend dan de rug van de grote bonte die een vrijwel geheel donkere rug heeft met witte flanken.

Het is ook niet moeilijk om ze uit elkaar te houden maar het is vooral moeilijk om er ergens een te vinden en dat komt dus ook zeker door het formaat van het vogeltje. Het is een vogel van de oude bossen maar ook van oude grienden en moerasachtige omgevingen, zoals de Biesbosch.

Ik heb nog eens goed in mijn Biesbosch soortenlijst gekeken maar deze waarneming was pas mijn tweede keer in de Biesbosch. Het was een mannetje dat heen en weer vloog, je kon zijn rode petje goed waarnemen en de vrouwtjes hebben dat rode petje niet. Die zijn, zeg maar, kleurloos. Dat gebeurt wel vaker in de vogelwereld dat de vrouwtjes er een beetje saai uitzien.

Wil je meer weten van deze kleine timmerman, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-bonte-specht

dinsdag 16 januari 2018

Roerdomp

roerdomp in paalhouding
Ben je net bijgekomen van de ene bijzondere waarneming zoals het smelleken, word je weer verrast door de volgende bijzondere waarneming. Afgelopen zaterdag werd ik verrast door de statige in het riet opgestelde roerdomp. Hij stond in de voor de roerdomp karakteristieke paalhouding. De roerdomp neemt deze houding aan als er gevaar dreigt. Door deze onbeweeglijke pose lijkt hij op een bos riet en gaat hij volledig op in zijn achtergrond.

Natuurlijk had hij niets van ons te vrezen maar ik kreeg op een gegeven moment wel een beetje medelijden met hem. Zo lang- zamerhand verzamelden zich een stuk of tien vogelliefhebbers  aan de rand van de Ganzewei om te genieten van deze vogel. En natuurlijk om vrachten foto's te schieten want dit was zo'n "once in a lifetime" ontmoeting.

Hij stond daar denk ik, met een kloppend hart te wachten tot wij
weggingen of stond zich af te
angstige blikken
vragen welk moment hij moest kiezen om verschrikt op te vliegen en de veilige binnen- landen van de Biesbosch op te zoeken. Een plek waar wij niet kunnen komen en waar hij over enige tijd in alle vroegte rustig kan gaan zitten hoempen. Want de broedtijd komt er aan en slechts enkele koppels roerdompen broeden in de Biesbosch. Dus zo bijzonder is deze ontmoeting.

Afgelopen jaar heb ik in maart en april in de vroegste ochtend, het was nog donker en een uur of vier, de roerdomp horen hoempen in de polder Vijfambachten. Ik vermoed dat daar, nadat de klepduikers hersteld zijn, de roerdomp weer broedt. De klepduikers zorgen ervoor dat het weer een natte polder, met voor de roerdomp, voldoende voedsel en een ideale leefomgeving is.

Wil je meer weten van deze als rietpluim vermomde moerasvogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roerdomp

vrijdag 12 januari 2018

Eindelijk weer een smelleken!

smelleken op de uitkijk
Het gebeurt mij maar een of twee keer per jaar dat ik een smelleken tegenkom. Deze week had ik dat geluk weer en zag er een op een forse molshoop in de polder De Kroon in de Biesbosch zitten. Het is een echte wintergast die vrijwel altijd in de westelijke helft van ons land te vinden is.

Het gebied van polder De Kroon past overigens perfect bij zijn oorspronkelijke biotoop waar smellekens in Scandinavië ook broeden want dat doen ze niet bij ons. Open, uitgestrekt en kaal landschap met zangvogels zoals gorzen, vinken en piepers.

Het smelleken vliegt snel en laag boven de grond en weet zo zijn prooien te overrompelen. Dat moeten wel kleine vogeltjes zijn want een smelleken, het kleinste valkje van Europa, is zelf ook maar een klein vogeltje. Ik zag het smelleken op een molshoop zitten en op amper vijf meter zat een kievit en het viel mij op dat ze in grootte amper verschilden. Dat is dan weer handig als je vergelijkings- materiaal hebt. Hij leek het wel naar zijn zin te hebben daar op die molshoop want hij kwam niet in beweging en bleef daar de hele tijd zitten. Ik moest verder, het gebied door, op zoek naar geschikte uitkijkpunten voor komende zaterdag als we het gebied inventariseren voor de Vogelwerkgroep De Biesbosch.

Ik had hem graag zien jagen want dat heb ik nog niet eerder gezien. Tot op heden zag ik ze steeds op de grond of op een weipaaltje zitten. Dat ik het smelleken steeds als een hij beschrijf komt omdat ik ook zeker ben dat het een mannetje is. De leigrijze rug, lichte borst en geel/oranje poten zijn kenmerkend voor het mannetje. Een vrouwtje is veel bruiner en minder getekend en is dan ook wel eens te verwarren met een torenvalk. Nee, dit was een zekere waarneming van een mannetje smelleken. Geluksvogel die ik ben.

Wil je meer weten van deze kleine jager, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=200

dinsdag 9 januari 2018

Zingende merel.

zie hem eens zingen.
Een alledaagse maar inmiddels ook weer niet zo alledaagse vogel is de merel geworden. Iedereen heeft inmiddels wel een keer gehoord van het virus wat een waar slagveld onder de merels in Nederland maar ook in Duitsland, Oostenrijk enz heeft aangericht.

En daarom was ik zo blij verrast toen ik afgelopen week in alle vroegte, het was nog bijna donker, in de bossen van Surae liep en daar de eerste merel van het nieuwe jaar hoorde zingen. Het viel mij op dat ik er een beetje blij van werd, van dat warme, volle vogelgezang. Was dat een paar jaar geleden de normaalste zaak van de wereld als je de merel hoorde zingen, zo bijzonder is dat nu het geval.

Sowieso is het weer bijzonder om de eerste merels van het nieuwe seizoen te horen zingen maar dat is nu een beetje extra bijzonder geworden. Het valt misschien niet op als je buiten bent dat er echt minder merels zijn, dat komt ook door de merels die uit het noorden naar hier komen om de winter in Scandinavië te ontvluchten. Het lijkt alsof er niets is gebeurd!

als het straks niet alleen maar bij
plaatjes blijft.
Het was zelfs zo dat ik twee maanden geleden een groep van 22 merels op een paar vierkante meter zag zitten. Ze deden zich tegoed aan de grote hoeveelheid rottend fruit wat op de grond lag. Ook vlogen veel merels in de bermen op en het leek zelfs even dat er meer zaten dan ooit tevoren. Maar hoe ziet onze wereld er straks uit als deze wintermerels weer weg zijn? Zien we dan nog wel, en belangrijker, horen we dan nog wel merels zingen?

Nu geloof ik ook wel dat er een moment komt dat het virus uit gewoekerd is en de merelstand zich zal herstellen want dat kunnen ze, die merels. Kijk maar eens hoe ze zich in het verleden hebben aangepast van echte bosvogel naar echte stads- en tuinvogel. De merel vindt overal wel een oplossing voor als je ze de tijd maar gunt, die hoop blijf ik houden.

Wil je meer weten van deze zwarte Sinatra, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=143

vrijdag 5 januari 2018

Tafeleenden hebben het zwaar.

Nion plas
Tijdens mijn wandeling rond de NION-plas zag ik een paar tafeleenden, het waren mannetjes en ik weet dat dat zorgelijk is. In de eerste plaats omdat het er maar een paar zijn en in de tweede plaats omdat het alleen mannetjes waren. Steeds vaker hoor ik dat de verhouding mannetjes-vrouwtjes niet meer in balans is. Net als bij de kuifeenden is dat evenwicht volledig zoek. Er zijn veel meer mannetjes dan vrouwtjes kuifeenden en dat is dus ook het geval bij de tafeleenden.
mannetje tafeleend
Het is zelfs zo dat 71% van alle tafeleenden, mannetjes zijn en het is nog niet helemaal duidelijk waarom dat is(twintig jaar geleden was dat nog 59%). Vrouwtjes leven waar-schijnlijk korter en dat is iets wat nu meer voorkomt dan vroeger en gaat op den duur echt een probleem worden want daardoor neemt de aanwas van jonge tafeleenden snel af. Bij de kuifeenden ligt dat percentage enigszins anders maar is eveneens zorgelijk te noemen, daar is 61% van de populatie een mannetje.

Men vermoed dat het ligt aan de over-levingskansen van vrouwtjes in de broedtijd. Mogelijk is predatie een reden maar het kan ook liggen aan het feit dat de vrouwtjes wat later en zwakker aan de wintertrek beginnen. Ook moeten de vrouwtjes door het latere vertrek verder vliegen dan de mannetjes die al eerder op pad waren gegaan en de beste foerageer plekken hebben bezet en ook hoefden de mannetjes daardoor minder ver te vliegen. Maar nogmaals, het is niet precies duidelijk wat de reden van deze afname is.
vrouwtje tafeleend
De totale populatie overwinterende tafeleenden is in de afgelopen jaren met 25% afgenomen en in de afgelopen 7 jaar zie ik op de Millennium en NION-plas het aantal tafeleenden ook teruglopen naar nu nog een enkeling en op een goede dag maximaal vier tafeleenden.

De komende week ga ik de wat grotere groep kuifeenden nog eens op de verhouding mannetjes-vrouwtjes bekijken. Ik heb een donkerbruin vermoeden dat ook daar de scheve verhouding wordt bevestigd.

Wil je meer weten van deze zorgelijke ontwikkeling, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=218

dinsdag 2 januari 2018

Oostdijkse sneeuwgorzen

de eerst rietgors in beeld
Afgelopen donderdag was de voorspelling af en toe een bui en in de middag kans op een bui natte sneeuw. Het klonk niet best maar het was de beste dag van de week. De hele week werden we op donker, somber en regenachtig weer getrakteerd. Maar welke vogelsoorten kun je juist met winters weer en sneeuw verwachten, de sneeuwgors en ijsgors natuurlijk. Wel een paar soorten die je vrijwel niet in het binnenland tegen zult komen, daar moet je echt voor naar de kust en specifiek naar de Wadden waar in de winter de grootste concentraties voorkomen.

voorbij scherende sneeuwgors
Deze twee zeldzame wintergasten werden alweer een paar dagen achter elkaar bij Oostdijk op Goeree Overflakkee gemeld. Toevallig in een gebied wat ik goed ken omdat we daar al jaren in het voorjaar op vakantie gaan. Maar wat ik niet wist, was dat in deze tijd van het jaar de open duinvlakte volledig onder water staat. in het voorjaar is het een heerlijk verlaten gebied wat voor strand en badgasten niet interessant is. Geen schoon zandstrand, dichtbij een parkeerplaats en strandtent met alles bij de hand als je maar niet hoeft te lopen. Nee, dit gebied is leeg en ruig, veel verstuivingen, een strand met veel helmgraspollen, zeekraal, en zelfs wat lage struiken. Ideaal voor veel soorten gorzen.

voorbij vliegende sneeuwgorzen
We liepen door de duinovergang, sloegen af naar het westen en liepen tot onze enkels in het water, zover we konden kijken water met graspollen. We hielden het net droog. De eerste rietgorzen en een paar fraters vlogen op. Daarmee was de dag alweer geslaagd. Fraters zijn ook van die spaarzame wintergasten. In de verte zagen we grote groepen kleine lichte vogeltjes vliegen. Het kon bijna niet waar zijn dat dat allemaal sneeuwgorzen waren. Ik had wel op een paar gorzen gerekend maar het waren en veel meer dan vijftig. Wat een geluk.

De sneeuwgorzen waren wel wat vliegerig, of dat door de wind kwam of omdat wij daar rondliepen weet ik niet maar ze bleven op een voor hun veilige afstand van ons verwijderd. Tussen de opvliegende vogels ontdekten we een paar strandleeuweriken en ook een groepje ijsgorzen. Dit zijn de wat donkere neven van de sneeuwgorzen. De sneeuwgorzen verschillen onderling behoorlijk van kleur maar hebben allemaal de lichte onderkant gemeen en goed herkenbaar. Een heerlijke ochtend met koude voeten, harde wind en veel gorzen, het totaalplaatje klopte.

Wil je meer weten van deze taaie rakker uit het hoge noorden, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=389