donderdag 24 april 2025

Opvetten en door.

rustende rosse grutto's, 18 apr 2025
In deze tijd zijn alle grutto soorten in de buurt. De Hollandse grutto, de IJslandse grutto en de rosse grutto.
Die laatste grutto is serieus een andere grutto dan die andere twee. De Hollandse en IJslandse neef kom je hier in het binnenland tegen en je moet goed opletten om de verschillen te zien.

Bij de rosse grutto ligt dat allemaal wat anders. Ten eerste kom je de rosse grutto vrijwel nooit in het binnenland tegen. Het is een echte wadvogel en foerageert graag in het zoute deel van ons land. De slikjes en drooggevallen zandplaten aan de kust zijn het werkterrein van deze Arctische vogel. Vaak in grote groepen rusten ze uit en foerageren ze samen.

de rode rosse grutto
En dat rusten is voor deze vogels geen overbodige luxe want dit zijn de kampioenen lange afstand in een keer vliegen. Ze vliegen in een keer 12.000 kilometer onafgebroken door. Bijna niet te geloven dat een vogel dat kan. Als je het hebt over welke vogel de meeste kilometers in een jaar vliegt dan is dat de noordse stern maar dat is een ander verhaal. Deze vogel legt dan wel de meeste kilometers af maar dat doet hij niet in een keer. 

Om de vogel te herkennen moet je naar de opgewipte snavel, de dieprode kleur die tot op de buik doorloopt en de korte poten die niet voorbij de staart uitsteken als de vogel vliegt, kijken. Bij de gewone grutto is dat niet zo. Die is groter en heeft een lange rechte snavel en is niet rood maar meer oranje gekleurd.

een mooie club rosse grutto's
Maar we zien ze voornamelijk rusten en dan zijn die kenmerken niet goed te zien. Ze staan meestal dicht bij elkaar met de kop in de veren. Slechts een enkeling houdt de boel in de gaten en die moet je dan eerst zien te vinden.

De rosse grutto is ook heel anders getekend en gekleurd dan de Hollandse. Het rood is roder en loopt door tot op de buik tussen de porten door. Bij de onze houdt dat rode bij de borst op. We zien ze nu nog even aan de kust en eenmaal voldoende opgevet, trekken ze weer door.

Wil je meer weten van deze rode noorderling, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/rosse-grutto


maandag 21 april 2025

Kustvogeltje in de Noordwaard

Noordwaard, 14 april 2025
Als er een vogelsoort is waarmee het steeds slechter gaat dan is dat de strandplevier wel. Door de recreatiedruk op de stranden, en er zullen vast nog wel meer factoren zijn die een rol spelen, gaat het elk jaar slechter met deze kleine plevier. Waar de pleviertjes nog wel voorkomen worden alle mogelijke kunstgrepen uitgehaald om ze tijdens het broesseizoen te beschermen. Zo worden hele stukken strand met linten en borden afgezet en worden eilandjes aangelegd waar op gebroed kan worden. Het ene jaar met meer succes dan in het andere jaar.

Elk jaar ga ik in april of mei wel een keer naar de kust om ze te zien. Meestal lukt dat ook wel maar het gaat dan nooit om meer dan vijf vogels en dat is dan ook wel het maximum aan strandpleviertjes wat ik tot nu toe gezien heb. De meeste kans heb ik dan bij Ouddorp op Goeree waar het strand deels beschermd gebied is en ook afgezet is met linten. Met de telescoop kun je ze dan op het strand heen en weer zien rennen.

Dat de strandplevier nu het onderwerp van dit stukje is, komt door de strandpleviertjes die de laatste week in de Biesbosch in de Noorwaard bivakkeren. Heel bijzonder want de Noordwaard is absoluut niet het juiste leefgebied van deze kustvogeltjes. Waarschijnlijk zijn ze tijdens de trek naar hier door de wind wat verder landinwaarts geblazen en zijn ze hier neergestreken. Hier rusten ze uit en zorgen ze dat ze weer wat aansterken en gaan ze daarna weer naar de kust om daar aan het broedseizoen te beginnen.

Voor de Biesbosch vogelaars was dit weer een hele mooie en bijzondere soort om te zien. Tegelijkertijd vlogen hier ook de zwarte sternen rond maar die blijven nog korter en zijn maar een paar uur in het gebeid aanwezig. Die jagen een paar uurtjes achter de insecten in het gebied aan en als ze genoeg op hebben trekken ze weer door. 

Lang geleden hebben strandplevieren ook in het binnenland gebroed maar dat is alweer lang geleden. Ze zouden hier dus best kunnen overleven en zelfs kunnen broeden maar waarom ze dat niet meer doen weet ik niet. Het zou heel bijzonder zijn als dat weer zou gebeuren. Het aantal broedparen is inmiddels dramatisch laag en als we de tweehonderd aantikken is dat een optimistische benadering.

Daarom is het een prachtige ontmoeting met deze kustvogel zo dichtbij, hier om de hoek in de Noordwaard. Een soort die je hier niet vaak ziet..

Wil je meer weten van deze zeldzame plevier, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/strandplevier

donderdag 17 april 2025

De zwarte stern is hier heel even.

zwarte stern, 14 ap5ril 2025 
Zoals elk jaar trekken rond deze tijd een groot deel van de broedvogels naar ons land maar een veel groter deel trekt over ons land verder door naar de broedgebieden. Met name roofvogels trekken in deze tijd voorbij en moet je geluk hebben om er een te zien. Andere mooie soorten trekken in wat grotere groepen door ons land en zijn wat makkelijker waar te nemen. Denk bijvoorbeeld aan de regenwulpen. Die willen nog weleens een weekje of wat langer hier blijven hangen. Andere doortrekkers hebben ons land ook als broedgebied maar dat is dan weer niet hier in de buurt en dat zijn bijvoorbeeld zwarte sternen. Zo heeft elke soort zijn eigen agenda en planning.

De zwarte sternen zijn kort hier in de buurt te zien en met wat geluk kun je ze tegenkomen in de Noordwaard. Met de juiste wind en temperatuur willen ze dan wel een dagje of wat blijven hangen . Als er voldoende insecten beschikbaar zijn, is dat een extra motivatie om nog even uit te rusten en aan te sterken.

happen naar insecten
Afgelopen week zag ik zo op een mooie voorjaarsmiddag een groepje van vijf zwarte sternen in de Noordwaard foerageren. De vogels vlogen steeds volgens hetzelfde patroon laag over het water en maakten snelle bewegingen om zo elk insect op hun pad te verschalken. Zo te zien ging het ze goed af en moeten er ook genoeg beestjes in de lucht hebben gezeten. 

De zwarte sternen broeden niet in de Biesbosch maar wel een stukje verder ion de Zouwe Boezem. Daar worden ze geholpen met kleine vlotjes waarop ze hun nest kunnen maken. Oorspronkelijk bouwen ze hun nest op drijvende krabbenscheer maar dat is bijna niet meer beschikbaar. Deze verlandingsplant zie je  vrijwel nergens meer en daarmee wordt het er voor de sterntjes niet makkelijker op. 
Als deze nesthulp er niet was, zouden we vrijwel geen zwarte sternen meer hebben. Voor 1980 waren ze algemeen en kwamen ze ook hier in de buurt voor en werd er zelfs gebroed. In Terheijden, Breda en de Biesbosch, allemaal plekken hier in de buurt kwamen zwarte sternen voor. Ik sprak jaren geleden een oude Raamsdonker die zelfs beweerde dat in Raamsdonk zwarte sternen tot broeden kwamen op de velden gele plompbladen in de wateren rond Raamsdonk. Dat vond ik een spannend verhaal en betwijfel ik. In ieder geval heb ik ze weer even gezien want ze blijven amper een dag in de Biesbosch en trekken na een stevige maaltijd snel verder. Het broedseizoen wacht niet!.

Wil je meer weten van deze prachtige sierlijke passant, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-stern

maandag 14 april 2025

IJsvogels hebben een nieuwe stek.

het gat linksonder is de nestingang
In de Oranjepolder leven al heel veel jaren ijsvogels. Ze weten altijd wel ergens een geschikte nestgelegenheid te vinden. En met die gedachte in het achterhoofd hebben we zeven, acht jaar geleden bedacht om in de Natuurtuin een ijsvogelwand te maken. En al die jaren daarna gebeurde er niets bij de wand terwijl we toch heel vaak een vissende ijsvogel in de poel ervoor zagen. 

Ik heb de wand altijd vrij van riet gehouden, de grond voor de wand uitgediept zodat daar minimaal twintig centimeter water staat en in het midden van de poel een paar wilgentenen in de bodem gestoken zodat de ijsvogel een zitpost had om te vissen. Het hielp niet. Wel vissende ijsvogels maar geen broedende ijsvogels.

vrouwtje ijsvogel voor de ingang
donderdag 10 april
En daar is nu dan eindelijk verandering in gekomen. Op 10 april ontdekte ik activiteit in de gaten van de wand. Zeker drie gaten waren flink uitgegraven en in het water voor de wand lag een flinke hoop zand. Dit zand is een stevig mengsel van leem en maaszand en hebben we destijds gebruikt achter de wand zodat de ijsvogels daar een nest uit konden graven en de gangen niet direct in zouden storten.

Zoals het er nu naar uitziet werkt het want de gang ziet er stevig uit en is een stuk kleiner in diameter dan de door ons gezaagde ingang. Ik dacht destijds dat tien centimeter wel zou voldoen maar las later ergens dat zes centimeter al voldoende is. Even dacht ik nog in de afgelopen jaren dat de grote opening voor de ijsvogels een drempel zou zijn. Gelukkig is dat niet zo en is de wand nu dus eindelijk goedgekeurd.
mannetje, 28 augustus 2022
De twee ijsvogels vlogen vanmiddag regelmatig langs de wand, zaten op de wilgentenen in de poelen maakten volop herrie. Ze waren zogezegd duidelijk aanwezig. Het zal de komende tijd nog spannend worden of er daadwerkelijk een nestje ijsvogels uit gaat vliegen.

Ik weet in ieder geval zeker dat het om een koppel gaat want zowel het mannetje als het vrouwtje heb ik gezien. Het mannetje met de geheel zwarte snavel en het vrouwtje met de rode ondersnavel zaten om de beurt op de wilgentenen voor de ijsvogelwand. Ze waren sowieso alert en kwamen steeds even langs maar vlogen dan ook weer direct door omdat ze ons zagen. Ik was even bang dat wij de boel te zeer zouden verstoren en namen daarna afstand. Ik ben benieuw hoe de vlag erbij hangt na het weekend maar ik ben gematigd positief.

Wil je meer weten van deze schitterende blauwe schicht, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/ijsvogel

donderdag 10 april 2025

Zigzaggende snippen.

dinsdagmiddag 8 april 2025
Watersnippen zijn als doortrekker en overwinteraar zeker niet zeldzaam. Ik zie vrijwel wekelijks wel ergens een watersnip of soms ook wel meer. Met name in de Noordwaard in de Biesbosch is de watersnip in het winterhalfjaar een vrij algemene soort. En nu het weidevogel beschermingsseizoen is begonnen, zie ik ze elke dinsdagmiddag wel ergens in de velden opvliegen. Ik weet niet of dit nog doortrekkers zijn of late overwinteraars. Ze vliegen nooit ver weg als we ze opstoten, meestal ploffen ze in een volgende akker weer neer en verdwijnen dan direct uit het zicht.

Biesbosch, 12 september 2024
Watersnippen broeden in het noordoosten van ons land maar ook ten zuiden van de Biesbosch wordt door SOVON* aangegeven dat daar broedgevallen voorkomen. Dat was mij niet bekend en zeker niet dat die broedgevallen ook nog eens hier in de buurt voorkomen. Naar mijn idee hebben we hier in de buurt nauwelijks geschikte broedgebieden. Het is hier veel te gestructureerd en de grond is veel te droog en veel te monotoon en wordt ook nog eens veel te intensief bewerkt. Ik zet er dus mijn twijfels bij maar het zou mooi zijn als ik het mis had.
Afgelopen dinsdagmiddag zaten weer twee watersnippen in ons loopgebied en de vogels werden door ons weer onbedoeld de lucht ingejaagd. En ook nu vlogen ze maar een klein stukje en verdwenen weer makkelijk aan ons zicht. Ik vroeg mij af hoelang we ze nog tegenkomen want ook voor hun tikt de tijd gewoon door en moet aan het nageslacht worden gedacht.

Ik denk dat dit nu wel de laatste snippen zijn die we hier tegenkomen en dan zien we ze zo rond augustus weer terug. Het valt mij op dat veel steltlopers maar kort in de broedgebieden verblijven. Ook grutto's,  kieviten en scholeksters zijn maar kort in het agrarisch gebied te zien. 
Over een maand bijvoorbeeld staan de eerste grutto's alweer in het ondiepe water van de Hardenhoek of Eijerwaard in de Biesbosch. Dit is meestal geen goed nieuws want dat betekend meestal dat de legsels mislukt zijn. De watersnippen blijven in de zomer tot november in de Biesbosch en gedurende die periode groeit de groep watersnippen flink. In de herfst kun je daar dan wel honderden snippen bij elkaar zien.

Maar zover is het nog lang niet en ben ik elke week weer blij als er weer eens een voor mijn neus opvliegt. Zigzaggend en krassend wegvliegt. Het blijft een bijzondere vogel.

*SOVON = Stichting Ornithologisch Veld Onderzoek Nederland

Wil je meer weten van deze bijzondere weidevogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/watersnip

maandag 7 april 2025

Onopvallende schoonheid.

staalblauwe bankschroef in actie
Van hun zangen moeten ze het niet hebben, dat is niets meer dan een metaalachtig tikken. Je kunt er zomaar "overheen" luisteren. Daarmee bedoel ik dat je het geluid wel hoort maar dat er geen "belletje" gaat rinkelen dat je een zingende appelvink hoort.  De meeste mensen missen op deze manier het geluid van een van de mooiste vinken. 

De appelvinken zijn door dat onopvallende geluidje ook wel een beetje anoniem en worden ze niet vaak opgemerkt. Er zijn namelijk veel vogels die behalve een mooie zang ook van die korte roepjes hebben en dat zijn dan de contactroepjes. De laatste tijd hoor ik met grote regelmaat appelvinken op veel verschillende plekken zoals de Boswachterij Dorst, de Biesbosch en afgelopen week ook bij het Lauwersmeer. 

vrouwtje appelvink
Deze laatste plek met de vele uitgestrekte rietvelden en grote watervlaktes lijkt in de verste verte niet op een appelvinken habitat. Ik denk dan juist aan bossen met lariksen, spaanse aak en vruchtbomen waar voor de appelvink veel te halen valt. En toch zagen we de appelvinken een de rand van de tuin naast de dikke rietkragen en grote watervlaktes. Wat hebben die hier te zoeken dacht ik nog. De appelvinken zaten op de grond en wisten in de tuin toch aardig wat voedsel te vinden. Er werd van alles opgepikt en fijngemalen tussen de twee staalblauwe snavelhelften. 

appelvink met zijn staalblauwe snavel
Ik vond die snavels er indrukwekkend uitzien en moet er niet aan denken dat een appelvink in mijn vinger bijt. Een gekke gedachte maar ook weer niet zo gek als je een keer door een raaf gebeten bent. Ik vond die appelvinken snavel net zo indrukwekkend als die van de raaf. Die raaf beet in mijn vinger en daar hield ik een bloeduitstorting en later een blauwe plek aan over die wekenlang last gaf.

De appelvinken zijn trouwens schuwe vogels die eigenlijk in de toppen van bomen leven en mensen uit de weg gaan. Ik was blij verrast toen ik ze dan ook op zo'n korte afstand kon bewonderen. Een niet alledaagse waarneming 

Wil je meer weten van deze krachtpatser, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/appelvink

donderdag 3 april 2025

Geluk kun je afdwingen?

bij toeval een roodhalsgans?
Soms moet je geluk afdwingen zeggen ze weleens. Mij is dat bij mijn weten nooit echt gelukt en daarbij moet ik ook zeggen dat ik ook nooit met die insteek op pad ga. Ik zie wel wat ik tegenkom en alles is eigenlijk goed. Maar als ik voor een hele speciale soort op pad ga wil ik die dan ook wel zien. En daar gaat het weleens mis en zie ik die speciale vogel jammer genoeg niet. Dus afdwingen is niet mijn sterkste kant.

Afgelopen week had ik de wens om een roodhalsgans te zien. Ik zie deze prachtige gans elke winter wel een keer en dit jaar was dat bijvoorbeeld in Zeeland. Maar nu had ik opnieuw een mooie kans om er een te zien en ik wist dat ze hier in het hoge noorden van Nederland, aanwezig waren, maar ja, zie die maar eens te vinden tussen de tienduizenden brandganzen. Het Lauwersmeergebied is een van de beste plekken in ons land om er een te zien. 

rotganzen zijn ook prachtig
We verbleven zoals gezegd in de hoofdstad van de winterse brandganzen in Nederland, Lauwersoog. Makkelijk honderdduizend brandganzen zijn hier druk met overwinteren en overleven. De grote rusteloze groepen ganzen verplaatsen zich vrijwel continu door het gebied en dat maakt het lastig om grote groepen brandganzen te zeven. Ik "zeef" de groepen op kleur en probeer die ene roodhals er tussenuit te pikken. De eerste dagen was ik vooral overdonderd door de enorme aantallen en leek het onbegonnen werk. Maar het gezegde is niet voor niets bedacht, "de aanhouder wint".

deze beweeglijke groep is gezeefd
Een dagje Schiermonnikoog stond op de planning en de roodhals was inmiddels naar de achtergrond verdwenen. Ik had de moed min of meer opgegeven. Al die brandganzen werden mij een beetje teveel en ik was het eerlijk gezegd ook wel beetje beu om brandganzen te "zeven". Ook het geloof in het gezegde "geluk kun je afdwingen" was wederom verdwenen. Dat gezegde ging toch al niet op voor mij.

3 ganzensoorten bij elkaar
In een weide bij het dorpje Schiermonnikoog zaten niet alleen brandganzen maar ook een mooie club rotganzen bij elkaar en dat was eigenlijk de reden om even te stoppen. Wat zijn dat toch mooie ganzen en wat vallen ze op tussen de brandjes. Met de verrekijker bekeek ik de groep nog eens van links naar rechts toen ik daar die rode tussen zag staan. Het was dan toch nog een roodhalsgans, een prachtig ongeringd exemplaar. Hier gold volgens mij het gezegde "het geluk is met de domme" of "toeval bestaat niet" of misschien toch wel het gezegde "de aanhouder wint" terwijl ik er toch niet meer mee bezig was. Een mooie rooie kers op de taart van die dag.

Wil je meer weten over deze schitterende kleine gans, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roodhalsgans

maandag 31 maart 2025

Zo ver als het oog reikt.

zo ver het oog reikt, alleen maar brandganzen

Ik durf wel te zeggen dat ik wel wat gewend ben als het gaat om grote groepen watervogels. Na ruim tien jaar watervogels tellen in de Biesbosch heb je de nodige aantallen vogels voorbij zien vliegen. Duizenden en duizenden ganzen en eenden vliegen daar in het winterhalfjaar rond. Afgelopen week werd daar een flinke schep bovenop gedaan tijdens een weekje Lauwersmeer. De aantallen brandganzen die daar verblijven zijn echt een veelvoud van wat ik gewend ben.

eten alsof je leven er vanaf hangt
In plaats van vijf- tot zesduizend exemplaren praat je daar makkelijk over vijftig- tot honderdduizend en misschien wel meer brandganzen. Ik vind het lastig om aan deze enorme grote groepen brandganzen een exact getal te hangen. Daarbij zitten in dit uitgestrekte gebied nog veel meer grote groepen ganzen die bijvoorbeeld in de weides grazen en rusten. Ik heb het in dit geval alleen over de enorme aantallen die op en aan de rand van het Lauwersmeer verblijven. Ze houden zich vooral bezig met grazen en dat is ook wel te zien want het gras is hier nog geen twee centimeter hoog. De vogels eten alsof hun leven er vanaf hangt en dat is in feite ook zo want als je onvoldoende vetreserve hebt is de lange reis terug naar het noorden erg riskant. Daarbij hebben de roofvogels zoals de zeearend het zo inde gaten als je niet helemaal fit bent en ben je zo de klos.

om de haverklap vliegen zo op
In de Biesbosch zit een redelijk stabiele groep ganzen die in de winter wel groter is door de overwinteraars die naar hier komen. In de zomer blijft een redelijk grote groep overzomeren en komen ook altijd wel een aantal brandganzen tot broeden. Hoe dat hier bij het Lauwersmeer werkt weet ik niet maar ik weet wel zeker dat de meesten van deze ganzen hier de komende dagen of weken wegtrekken. Ik heb al een paar keer grote groepen van drie-,vierhonderd brandganzen naar het noordoosten zien vliegen. Die groepen zaten honderden meters hoog en vlogen in een strakke "V" formatie noordoostwaarts en dit was duidelijk geen gedrag van ganzen die verblijven.

Wil je meer weten van deze topgrazer, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/brandgans



donderdag 27 maart 2025

Zingende koperwieken.

een van de zangers,
Dit is de tijd dat veel vogels vanwege het naderende broedseizoen al uitbundig zingen. Het zijn de hele belangrijke voorbereidingen en kosten de vogels veel energie. Het territorium moet vastgelegd worden, mannetjes moeten op afstand gehouden worden en de vrouwtjes worden uitgenodigd om ook in het territorium te komen wonen zodat niet veel later daar het nageslacht uit kan vliegen. Tenminste ik denk dat dit zo´n beetje de agenda is van de meeste broedvogels. Maar voordat het zover is moeten nog heel veel vogels een lange tocht maken of ze moeten nog uit het verre zuiden naar hier vliegen of ze vertrekken hier van de winterverblijven naar de broedgebieden in het hoge noorden.

ook in Dorst begin van de winter
Dat ik hier weer even aan moest denken kwam door een grote groep zingende vogels die ik in alle vroegte in het bos hoorde. Ik kende de zang niet en zeker nu niet omdat het een zingende groep van meer dan vijfentwintig vogels was. Ik had even het idee dat het een groep spreeuwen was. Ik zag ze in de toppen van een groep berken zitten en ontdekte dat het allemaal koperwieken waren. Zingende koperwieken had ik nog nooit eerder zo gehoord. Koperwieken staan op het punt van vertrekken en broeden in Scandinavië. Dus waarom dan hier zingen vroeg ik mij af?

al mooi op kleur
Ik kan niets anders bedenken dat de mannetjes nog voordat ze naar het noorden gaan hier al een partner uitzoeken want hier zitten ze nog in grote groepen bij elkaar en is de keuze reuze. Zouden ze als ze hier een partner weten te vinden samen naar het noorden vliegen en daar het hierboven beschreven proces verder volgen? Ik ken dit gedrag wel van sommige ganzensoorten die in het overwintergebied een partner zoeken en dan samenblijven tijdens de trek en het broedseizoen. Maar van koperwieken is mij dat niet bekend en daarom ga ik er maar niet vanuit dat dit het is.

Dit gedrag zou naar mijn idee nog een andere reden kunnen hebben maar of dat ook zo is weet ik niet helemaal zeker. Door de toenemende daglengte richting het broedseizoen zouden hormonale veranderingen ook een reden kunnen zijn. De mannetjes zouden dan om die reden kunnen gaan zingen of misschien wilden ze de stembanden smeren en de zang weer oefenen zodat ze in de broedgebieden direct goed voorbereid aan de slag kunnen. De functie van de zang is hier in het overwintergebied dan wezenlijk anders. Wat uitzoekwerk leerde dat deze zang ook wel subzang wordt genoemd. Het is nog niet de belangrijke zang die ergens om gaat. In ieder geval heeft deze ochtend heeft mij weer een mooie waarneming opgeleverd want wanneer hoor je nou een zingende koperwiek, laat staan een stuk of vijfentwintig in koor?

Wil je meer weten van deze schitterende lijsterachtige die ook nog eens mooi kan zingen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/koperwiek

maandag 24 maart 2025

Witkoppige- of witkopstaartmees?

witkoppige staartmees 13 mrt 2025
Het loont de moeite om de roepende staartmezen wat beter te onderzoeken want er kan zomaar een bijzondere kleurvorm tussen zitten. Meestal doe ik er te weinig moeite voor maar alsof het zo moest zijn scande ik de groep staartmeesjes die afgelopen week in de IVN Natuurtuin zat. Ik zag in de groep een staartmeesje met een opvallende witte kop en dat kan twee dingen betekenen, of het is een witkopstaartmees of het is een witkoppige staartmees. Nader onderzoek gaf duidelijkheid het betrof hier een zeldzame witkoppige staartmees.


de "gewone" staartmees
Weliswaar is de witkopstaartmees nog zeldzamer maar toch. Een witkoppige is niet alleen erg mooi, hij is ook nog redelijk zeldzaam. Het verschil tussen de witkop en de witkoppige is het kleine verschil in de witte kleur op de kop. De witkop heeft een helemaal witte kop en de witkoppige is net niet helemaal wit. Je ziet op de achterkant van de kop nog wat kleur maar de donkere wenkbrauw van een gewone staartmees ontbreekt.

De witkopstaartmees is geen aparte soort binnen de mezenfamilie maar een zogenaamde ondersoort. Een ondersoort onderscheidt zich door hele kleine verschillen in uiterlijk maar ook in verspreiding. Denk bij dat laatste aan geïsoleerde populaties op bijvoorbeeld op een afgelegen eiland. De ondersoorten zijn nauw verwant aan de "hoofd" soort en kunnen dus wel met elkaar paren.

witkoppige staartmees, Ospel mrt 2017
Bij de witkoppige is er geen verschil met de staartmees en is de wittige kop slechts een kleurverschil, Dat wordt in de vogelwereld een variëteit genoemd. Het is geen kleurafwijking maar een iets andere variant van de gewone staartmees.

Nu is het wel zo dat de witkoppige staartmees meer voorkomt in Denemarken en Polen. Er is dus sprake van een soort overlap in de leefgebieden van de twee verschillend uitziende staartmezen. De broedgebieden grenzen aan elkaar en dan ontstaan er ook weer tussenvormen. Ook de witkopstaartmezen leven meer in het oosten van Europa maar ze zijn in de minderheid van witkoppige staartmezen. De witkopstaartmees is dus een echte zeldzaamheid. Met name in de winter maak je de meeste kans om een van de twee bijzondere soorten te zien. Ik weet wel dat ik de komende weken toch wat secuurder de staartmezengroepen zal bekijken.

Wil je meer weten van deze bijzondere staartmees, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/schattigheidsalert-invasie-witkopstaartmezen

donderdag 20 maart 2025

Je hoort hem wel maar ziet hem niet.

je hoort mij wel maar ziet mij niet
14 mrt 2025
Roerdompen zijn meesters in het verdwijnen tegen de achtergrond. Afgelopen week deed een roerdomp weer een bijna geslaagde poging maar ik was hem te snel af. Ik had hem al door het dichte riet zien schuifelen om uiteindelijk onbeweeglijk te blijven staan. Hij hield mij nauwlettend in de gaten en vertrouwde op zijn onzichtbaarheid. Roerdompen gaan de komende weken beginnen met hoempen en dat is altijd een geweldig moment in het vroege voorjaar. 

In de Biesbosch groeit het aantal roerdompen gestaag en dat groeien gaat dan met enkele exemplaren per jaar. Inmiddels leven zo'n kleine veertig roerdomp mannen in de Biesbosch en hoeveel broedparen dat daadwerkelijk zijn weet ik niet. Feit is wel dat er elk jaar wel een paar vogels bijkomen en dat heeft ook te maken met de kwaliteit van hun leefgebied. Er wordt veel werk van gemaakt om het deze bijzondere rietvogels naar de zin te maken. En met succes zo nu dus blijkt. Ik ben alleen benieuwd wanneer we aan de max zitten want de leefruimte in de Biesbosch is beperkt.
26 apr 2024, Polder de Zalm
Afgelopen jaar hoorden we in een van de oude rietpolders in het Nationaal Park maar liefst acht roepende mannen en dat was voor mij het hoogste aantal in de laatste vijftien jaar. Hoeveel roerdompen in dat gebied zaten in de jaren daarvoor weet ik niet maar ik vermoed zomaar dat het er flink minder waren. Tegenwoordig wordt veel moeite gedaan om het water op het meest geschikte niveau te krijgen en te houden. Vooral dat laatste is belangrijk want door weersomstandigheden zoals langdurige droogte of extreme regenval  kan veel water verdwijnen of juist stijgen en daar houden ze niet zo van.
15 feb 2023 Biesbosch Steurgat 
De rietkwaliteit is ook van belang en daarom wordt elk jaar wel een deel van de rietpolder gemaaid zodat er weer gelegenheid is voor jong riet terwijl niet teveel oud en stevig riet verdwijnt. Er moet voldoende riet overblijven om te broeden en te schuilen. In de oude rietpolder heerst over het algemeen een diepe rust waar de vogels het rijk alleen hebben en als ik daar dan kom om te inventariseren heb ik soms het geluk om er een vrij in het veld of op de dijk te zien. Maar dat zijn gelukjes die je hooguit maar een keer per jaar hebt. Meestal zitten ze goed verborgen in het riet en hoor ik ze alleen. Ik verdenk ze er wel van dat ze mij wel zien en goed in de gaten houden. Er geldt dus eigenlijk altijd; je hoort 'm wel maar ziet 'm niet. In mei vliegen ze wel wat vaker omdat dan voedsel voor de jongen wordt gezocht. 

Wil je meer weten van de meest geheimzinnige vogel van de Biesbosch, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roerdomp

maandag 17 maart 2025

Kan het nog bonter?

bonte kraai, 3 feb 2016 Breugel
Tegenwoordig zijn bonte kraaien echte zeldzaamheden die je maar op enkele plekken in Nederland kunt treffen. Meestal overwinteren ze op de Waddeneilanden en is dat volgens mij de enige plek waar ze nog jaarlijks te zien zijn. Het is eigenlijk nauwelijks voor te stellen maar de bonte kraai was vroeger in de winter een hele gewone verschijning in heel ons land. Ook hier in de Willemspolder overwinterden bonte kraaien. In de Vogelatlas van Nederland uit de zeventiger jaren stond zelfs dat hier tot wel 250 exemplaren de winter doorbrachten. Nu is dat wel het maximum aantal van een aanduiding in de Atlas van 150-250 vogels dus ik rekening misschien wat royaal maar toch. Het moeten destijds toch flinke groepen geweest zijn. 

In die tijd kwam ik regelmatig in de polder maar kan mij de bonte kraaien niet herinneren. In de jaren zeventig-tachtig kwam ik in de polder om te vissen en ik herinner mij wel de enorme groepen van vele duizenden ganzen die in de weilanden foerageerden. Dat beeld staat nog op mijn netvlies gebrand.

Maar bonte kraaien spotten is tegenwoordig een hele opgave. Deze winter ben ik een paar keer in de Kwade Hoek op Goeree geweest met steeds in het achterhoofd alert te zijn op de bonte kraai die hier deze keer de winter doorbrengt. Op de zeereep zag ik steeds de zwarte kraaien op de waterlijn foerageren maar de bonte zat daar nooit tussen. Tot afgelopen week toen ik opnieuw de bonte in het achterhoofd had zitten. Ik zag twee zwarte kraaien ver weg langs de waterlijn lopen en zei hardop "twee zwarte kraaien", ik was er dus op bedacht en alsof het zo moest zijn, de bonte kraai vloog mooi mijn beeld binnen en zag ik hem met de zwarte kraaien meelopen.

Corsica, aug 2013
Hij stond alweer een tijdje op mijn verlanglijstje want de laatste waarneming dateert alweer van vijf jaar geleden. Ik ontdekte toen een bonte kraai in de winterse akkers van Nieuwvliet, Zeeuws Vlaanderen. De enkele bonte kraai die besluit om in Nederland de winter door te brengen, is vaak langs de kust te vinden. Het is elk jaar weer een verrassing waar er een opduikt en zoals ik al schreef zijn de Wadden de enige zekere plek en verder is het steeds een verrassing. Nog veel langer geleden zag ik een keer een bonte kraai bij Breugel-Olen. Ook daar weer in een grotere groep kraaien in het winterse agrarische landschap. Verder ken ik ze eigenlijk alleen maar van vakanties in het buitenland waar de bonte kraai minder zeldzaam is. De laatste keer was dat op Corsica waar ze volop voorkomen. Maar die landen hebben dan vaak de pech dat daar dan geen zwarte kraaien voorkomen. Het is dan meestal het een of het ander.

Wil je meer weten van deze bontgekleurde kraai, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bonte-kraai

vrijdag 14 maart 2025

Een Amerikaan in Zeeland.

amerikaanse wintertaling 7 mrt 2025
Tegenwoordig ben ik geen fan van Amerika meer, nu was ik dat al niet zo maar dat is nu alleen maar minder geworden met die idioot als president. De enige Amerikanen waar ik nog wel fan van ben, zijn de amerikaanse wintertalingen en amerikaanse smienten die elk jaar wel ergens in ons land opduiken. Een paar maanden geleden zag ik de amerikaanse smient bij Drunen en dat was een nieuwe soort voor mij. De amerikaanse wintertaling heb ik al vaker gezien en de laatste keer was dat twee jaar geleden in de Dordtse Biesbosch. Deze taling zat daar tot in april. Best laat want de wintertalingen zijn rond deze tijd grotendeels vertrokken naar de broedgebieden maar deze had het hier prima naar de zin. Ook in de Brabantse Biebosch zit regelmatig een amerikaanse wintertaling. Het was dus weer eens tijd voor een ontmoeting met deze zeldzame wintergast.

het verschil is goed te zien
Afgelopen weken verblijft een amerikaanse wintertaling bij Kerkwerve. Een honkvast beestje dus we moesten het er maar eens op wagen. Ik was die dag in Zeeland voor een rondje vogels spotten en Kerkwerve staat dan ook altijd op het programma dus een bezoekje aan deze bijzondere watervogel mocht niet ontbreken. Deze taling is goed te herkennen en verschilt duidelijk van "onze" wintertaling. De horizontale streep van de wintertaling ontbreekt en daarvoor in de plaats heeft de amerikaan een verticale witte streep bij de schouder. De amerikaanse wintertaling kan het prima vinden met de wintertalingen in het gebied en ze zijn dan ook de hele tijd in elkaars gezelschap.
de "Dordtse" amerikaanse wintertaling 
Op de een of andere manier weten ze dus van elkaar dat ze familie zijn want de amerikaanse wintertaling trekt niet op met slobeenden, krakeenden of pijlstaarten die ook volop in het gebied aanwezig waren. Nu ben ik benieuwd wat deze vogel over een paar weken doet? De "gewone" wintertalingen vertrekken weer naar het noorden om daar te gaan broeden en ik vraag mij nu af of deze taling de weg terug naar Amerika weet of dat hij gewoon de andere wintertalingen volgt naar de noordelijke broedgebieden? Ik hoop alleen niet dat hij naar Rusland vliegt want dat zou hem in theorie een overloper maken. Overlopen van het vrije westen naar het duistere Rusland. Alhoewel het eigenlijk niet veel uitmaakt. Hij gaat van het ene land dat geregeerd wordt door die ene gek naar het andere land wat door een nog grotere gek geregeerd wordt. Deze taling moet er toch gek van worden? Waar ben je beter af?

Wil je meer weten van deze dolende Amerikaan, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/amerikaanse-wintertaling

dinsdag 11 maart 2025

100.000 spreeuwen en meer.

Heel af en toe denk ik nog weleens terug aan de tijd dat in 's-Gravenmoer enorme aantallen spreeuwen zaten. Het was denk ik in de tachtiger jaren van de vorige eeuw en inmiddels ruim veertig jaar geleden. Tegen de schemer zag je daar een paar tienduizend spreeuwen zwermen in de meest spectaculaire patronen. Dat duurde dan een kwartiertje of zo en doken ze de struiken en bomen in om te overnachten.

prachtige patronen volgden elkaar steeds maar weer op

We hebben het hier zo bij tijd en wijle nog weleens over en dan is dat meestal in de combinatie dat het tegenwoordig allemaal stukken minder is geworden. Of beter gezegd, "vroeger was alles beter", zoals de meeste ouderen en ik dat zeggen. En ik moet zeggen dat ik in al die jaren daarna ik nooit zulke grote groepen spreeuwen heb gezien. Af en toe heb ik nog wel een mooie groepen spreeuwen gezien maar dan hield het bij vijfduizend toch echt wel op. Dat was hier in de polder, de Biesbosch en de Zonzeelse.

een van de spreeuwen?
Maar het kan ook nog weleens meezitten want afgelopen week hebben we weer eens een echte grote groep en zeker voor ons de allergrootste groep spreeuwen gezien. De groep was spreeuwen was enorm en haalde makkelijk de 100.000 exemplaren. Het is onmogelijk om een goed schatting te maken want hoe doe je dat als de spreeuwen in de meest fantastische formaties door het luchtruim scheren. Want dat zwermen gaat met een flinke snelheid en de vormen veranderen continu en het spektakel duurt maar even. Na ongeveer een half uur zijn alle spreeuwen ter plaatse want ze komen bij duizenden uit alle richtingen om zich bij de groep aan te sluiten.
 
een deel van de enorme zwerm
Je ziet de groep met de minuut groeien. Als alle vogels ter plaatse zijn zwermen ze nog even dicht bij elkaar en dan duiken ze, alsof er een fluitsignaal geklonken heeft, ineens de bosschages in en begint voor hen de nacht.

Nog even nakletsen en dan is het net zo plots doodstil en kun je bij wijze van spreken een speld horen vallen. Dit patroon kenden we nog uit de tijd dat bij ons in het centrum een groep van vierduizend spreeuwen zat. Daar zagen we elke keer hetzelfde patroon en dat was afgelopen week niet anders. Na het aanschouwen van het spektakel van vorige week ben je wel even stil, het is zo indrukwekkend en een ongekend spectaculair natuurverschijnsel in ons land. 

Wil je meer weten van deze ongelooflijke sociale vogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/spreeuw

omdat het zo mooi is


vrijdag 7 maart 2025

Baardmannetjes schitteren in de ochtendzon.

Baardman, 5 mrt 2025
De baardman is voor mij geen alledaagse vogel en ik ben dan ook ongelooflijk blij als ik ze weer eens zie en hoor. Eergisteren liep ik over de dijk van de polder Lepelaar in de Biesbosch toen ik wat verder van mij vandaan het bekende geluidje van baardmannetjes uit het riet hoorde klinken. Dat geluidje is een soort alarmknop die bij ingedrukt wordt. Als ze roepen pik ik dat geluid direct op, het is onmiskenbaar en zorgt voor een geluksmomentje. 

Ik had er natuurlijk van te voren al op gehoopt dat ik ze zou zien want ik weet dat ze hier zitten net als in de polders Ruwen Hennip en de Noorderplaat. Daar zie en hoor ik zo ook altijd. Het nadeel van deze uitgestrekte rietpolders is dat ze diep in het Nationaal Park liggen en alleen per boot zijn te bereiken. En ik denk dat dat ook weleens de reden kan zijn dat ze daar zitten. 

Noorderplaat, jun 2024
De rust en ruimte zorgen ervoor dat ze ongestoord door de rietpluimen kunnen struinen. De zaadjes en de insecten die in de riethalmen zitten vormen het hoofdvoedsel voor deze prachtige vogels. De aantallen zijn hier niet groot maar de populatie kan zich hier goed handhaven ook dankzij de inspanningen van Staatsbosbeheer die in deze specifieke polder het waterpeil beheert, de rietvelden goed onderhoud want dat moet geschikt zijn voor de echte rietvogels. En dat zijn niet alleen baardmannen, ook roerdompen, snorren, rallen en rietzangers varen er wel bij. De drie polders zijn uitgestrekt en volledig met riet begroeid. De wilgjes die soms een poging wagen om daar te wortelen worden voordat ze ook maar de kans krijgen verwijderd. Het hogere waterpeil van de laatste jaren helpt daar natuurlijk ook bij en dat wordt door middel van klepduikers op peil gehouden. 

mannetje baardman, 5 mrt 2025
De baardmannen van de polder lepelaar zitten in het omdijkte deel van het gebied met een stabiel waterpeil. Daarbuiten heeft het tij de regie in handen want daar heb je nog gewoon eb en vloed. Het is niet veel maar genoeg om voor een ander leefgebied te zorgen. Ik heb de baardmannen eigenlijk nog niet buiten de dijken gezien terwijl daar ook een aardig plakkaat riet staat. Maar dan zie je pas wat de invloed van de waterstand voor deze vogels kan betekenen.
Over een paar weken begint hun broedseizoen en dan hoop ik ze daar de komende tijd nog eens te zien. Als ze jongen hebben zijn ze actievere want dan moet er voedsel voor de jongen gezocht en gevangen worden. Ik kijk er nu al naar uit want het is toch een van de mooiste vogelsoorten die je in de Biesbosch tegen kunt komen.

Wil je meer weten van deze schitterende rietvogel klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/baardman