donderdag 30 juli 2015

Toevallige passanten

Ja, het zijn passanten in de Oranjepolder, vogels die er verder nooit of maar af en toe te zien zijn. Je moet het geluk maar net hebben om ze te zien of te horen. Ik heb het dan over vogels die meestal overvliegen en je pas opvallen als je ze hoort of toevallig ziet vliegen.
Zo zien we alweer een paar weken achter elkaar, een half uurtje voor zonsondergang een groepje Wulpen uit het Oosten over komen. Ze vliegen van hun foerageer gebieden, waaronder ook de Willemspolder, richting het Westen. Trouwens die groepjes van 40 tot 50 Wulpen zagen we vorig jaar ook regelmatig vliegen.

Afgelopen weekend cirkelde laag over de polder een mooie Ooievaar. Dat is altijd weer een traktatie, het is qua postuur en silhouet een apart model. Iemand zei eens dat het net lijkt dat deze vogel achteruitvliegt(bedenk dat zijn staart dan zijn kop is en zijn lange nek, een staart) 

En vorige week voor mij een nieuwe soort in de Oranjepolder. Het waren een paar dagen achter elkaar de Regenwulpen die van Noord naar Zuid over de polder vlogen. De trek is voor deze vogels alweer begonnen. Ze zaten wel een stuk hoger dan de Wulpen, echt op weg en van zin grote afstanden af te leggen. Hun kenmerkende roep hoorde ik al van verre aankomen en kon met een strak blauwe achtergrond van ze genieten.

En dan de Huiszwaluwen, niet tien of twintig Huiszwaluwen maar meer dan honderd die vlak boven de velden achter de insecten aanzaten. Ook een vogel die anders niet in de polder te zien is. Waar zouden die normaal gesproken rondhangen?

dinsdag 28 juli 2015

"Storm vogels"

Afgelopen zaterdag hadden we te maken met een pittige "zomerstorm". Voor vogels met nesten was dat een spannende dag. Zie je ze al zitten, die kleintjes, boven in een boom in een nestje van wat takken? Gelukkig is het meeste jonge grut al uitgevlogen maar er zijn toch nog wat bewoonde nesten te vinden, zoals van de Boomvalk in de Oranjepolder om maar eens een mooie soort te noemen.

Maar deze Boomvalk heeft het goed bekenen, hoog en droog in een hoogspanningsmast goed verankerd en dan ook nog zo opgesteld in het weiland dat de wind geen vat had op het nest. Ik denk dat die jongen er amper iets van meegekregen hebben. En gelukkig maar want die wil ik maar al te graag uit zien vliegen.

Onze Ransuil daarentegen had het wel wat moeilijker, de acacia stond te zwaaien dat het een lieve lust was. De wind stond er vol op en zorgde ervoor dat de Ransuil moest verkassen. Hij heeft de dag doorgebracht in een Leilinde van de buren en vertrok 's-avonds toch weer stipt op tijd naar de Oranjepolder. 

Het zit 'm niet echt mee vinden wij, zijn het geen stormen dan zijn het wel buren, muziek, hittegolf, enfin, daar heb ik al wat eerder wat over geschreven. Maar op de een of andere manier is hij ondanks alle verstoringen toch graag bij ons en ik denk dat hij dat vorige week heeft willen laten zien door een dikke Veldmuis op ons terras te leggen, een soort kado als blijk van waardering. Het was even minder toen Wies er op ging staan en een luide kreet slaakte waarop de Ransuil als reactie daarop van schrik de lucht inschoot. Maar het was goed bedoeld van hem, zullen we maar denken.
 

donderdag 23 juli 2015

Jonge Boomvalken

                                                                              jonge Boomvalk aug 2014

Vanmorgen werden de jonge boomvalken weer gevoerd. Dat is altijd weer een spectakel op zich want je hoort het mannetje al van verre aankomen, Al roepend vertelt hij zijn vrouwtje dat hij wat te eten komt brengen. Het vrouwtje komt van het nest en neemt in een snelle vlucht de prooi van het mannetje over en vliegt daarop direct naar het nest en begint de jongen te voeren.

Dit ritueel zie ik vrijwel elke ochtend in de Oranjepolder waar het koppel Boomvalken een nest in gebruik heeft genomen op een hoogspanningsmast die midden in een weiland staat. Op zich is dit voor mij niet bijzonder omdat ik de Boomvalken al een paar jaar in deze polder volg, vrijwel altijd broedend in een hoogspanningsmast. Het is alleen even uitzoeken in welke ze zitten, want er staan er nogal wat. Ik verwacht overigens dat de jonge Boomvalkjes binnen 2 weken uit zullen vliegen en dan begint er toch een spannende tijd voor de kleintjes, ze hebben dan een week of 6 tot 8 om alles te leren, vliegen, jagen, uitkijken dat ze die Havik niet tegenkomen en vooral sterk genoeg worden om de lange reis naar Afrika te kunnen maken. Diep respect hoor, dat je dat in je jonge leventje al aankan.



woensdag 22 juli 2015

Veerkracht


Ik kom alweer vele, vele jaren in de Oranjepolder en ook al is het maar een klein poldertje, er is altijd wel iets moois waar te nemen. Zo zag ik afgelopen week in een pas gemaaide wei tientallen Roeken met jongen zitten en toen moest ik weer even aan het afgelopen voorjaar denken.

Want aan de Otterweg, een prachtige naam die doet vermoeden dat hier ooit otters in de brede sloot naast de weg spartelden, tel ik alweer een jaar of vijf de Roekenkolonie. Ik geef de aantallen nesten twee keer per voorjaar door aan SOVON. De eerste keer het aantal nieuwe nesten(takken sjouwen), de tweede keer het aantal bewoonde nesten(er zitten dan Roeken te broeden of vliegen heen en weer met voedsel). Zo wordt duidelijk hoeveel koppels ook daadwerkelijk tot broeden komen.

In die periode is het altijd een drukte van jewelste, een hoop gekakel(en dat dan van roepende Roeken),  is dan al van verre te horen. Het heeft ook iets gezelligs voor mij, dat gebabbel maar wie weet gaat het er verbaal hard aan toe. Wie krijgen de beste plekjes, kom je niet te dicht bij, afblijven dat zijn mijn takken en meer van dat soort gesprekken kunnen het ook zijn.

Dit jaar was het anders, ik telde begin maart 17 nesten, weer een minder dan het jaar ervoor. Het gaat elk jaar ietsje minder met deze kleine kolonie, dit in tegenstelling tot de kolonie in het oksel  van de snelwegen A59 en A27 bij Knooppunt Hooipolder waar ik nu maar liefst 91 bewoonde nesten heb geteld.

Op 31 maart kreeg ik een verontrustend mailtje van Joost, de kolonievogel coördinator van SOVON , het bericht dat de lentestorm van een dag ervoor wel eens grote schade toegebracht kon hebben aan de nesten van de Roeken. Of ik een tussentijdse telling kon doen om zo mee te helpen aan het inzicht hoe groot de schade aan de kolonies was. Joost schatte in dat op hoogte van een meter of acht de windkracht tussen 7 en 9 moet hebben gelegen. Veel schade dus. Ik telde nog maar 11 nesten, 6 waren dus compleet verdwenen. Dat is een gevoelige klap voor deze kleine populatie

Bij Hooipolder waren “slechts” 12 nesten verdwenen. Ik gaf de aantallen door en besloot 2 weken later nog eens te gaan kijken en zag daar een ongelooflijk staaltje “veerkracht”. 17 nesten, allemaal bewoond net alsof er niets was gebeurd.

Hoe zou dat nu gegaan zijn, is de broeddrang zo groot dat 2 keer zo hard gewerkt wordt om de boel weer op tijd op orde te krijgen, is het bouwen van een toch niet gering nest een “eitje”, worden de “pechvogels” aangemoedigd door de buren?  Allemaal vragen die het vogelen zo leuk maakt, je blijft leren.

vrijdag 17 juli 2015

Stoere Boomvalk in zijn rode broek



Naast het dagelijks in de weer zijn met volgen van “onze Ransuil”, volgen we ook dagelijks het gezinnetje Boomvalken dat vlak bij ons in de Oranjepolder een hoogspanningsmast heeft uitgekozen om als nestplaats te gebruiken. Nu doet dit stelletje dat trouwens alweer zo’n jaar of vijf dat ik het weet. Ook nu is weer een mooi nest van een Kraai van vorig jaar in gebruik genomen. Stiekem ben ik nu al naar de kraaiennesten van dit jaar aan het kijken zodat ik volgend jaar deze Boomvalken familie weer snel heb gevonden. Maar het kunnen trouwens ook net zo goed pas gebruikte nesten van het voorjaar van 2016 zijn, dat weet je toch niet.
Ik sta ’s-Morgens wat eerder op en voordat ik naar Eindhoven rijd, loop ik rond kwart voor zeven met “onze Jim” de polder in om even te checken of alles nog goed gaat(alsof ik daar wat aan zou kunnen veranderen).  Ma zit vrijwel altijd op haar nest en zie ik haar kopje en soms wat staartveren boven de rand uitsteken. Ze volgt mij dan waaks en gaat wat ongemakkelijk verzitten, klaar om weg te stuiven als ik te dichtbij kom. Dat doe ik natuurlijk niet, alhoewel ik verdomd graag een fotootje zou willen schieten.
Pa is daarentegen minder schuw. Ik schreef jullie al een paar keer dat ik hem bruut bezig zag in zijn territorium, werkelijk nergens bang voor, Torenvalken drukt hij tegen de grond als een volleerd armworstelaar en Buizerds worden zolang ze in de buurt blijven cirkelen, vrijwel  constant getorpedeerd. Die trekken zich werkelijk nergens wat van aan, nee, dan ik, wild zwaaiend als er piepklein mugje in de buurt komt. Ja die buizerds zijn echte lefgozers maar echt respect heb ik toch wel voor die kleine boomvalk in zijn stoere rode broek.


woensdag 15 juli 2015

Jonge Ransuil(2)






jonge Ransuil, 14 juli 2015

Afgelopen weekend schrok ik me wild. Juist nu, en anders nooit, besloot de achterbuurman wat klimop weg te snoeien en ook maar even wat overstekende takken van onze boom weg te knippen. Zijn goed recht overigens.

Maar wat hij niet wist en ik hem ook niet wilde vertellen, om zoveel mogelijk rust te bewaren in onze tuin, was dat daar overdag onze Ransuil verbleef. Die was zich natuurlijk rot geschrokken en in blinde paniek vertrokken. Wie weet waar naar toe en als er maar niets vervelends met hem is gebeurd, dat speelde ons door het hoofd.

 In het begin was ik ook best wel boos want wie gaat juist nu snoeien? Naarmate de dag verstreek en er in geen velde of wegen een Ransuil was waar te nemen beruste ik in het feit dat we onze uil kwijt waren. Op een gegeven moment had ik ook zoiets dat het zo goed was. Het was toch veel beter dat hij ergens rustig in een boom zou zitten, zo’n beestje hoort toch niet in een woonwijk met alle verstoringen van dien(barbecueën, examenfeestjes, kinderen in zwembadjes, Kärchers die op volle toeren terrassen schoonspuiten snoeiende buurmannen).

Het was leuk, we hebben enorm genoten van zijn aanwezigheid, ik heb mooie aandenkens, veren, braakballen, foto’s en herinneringen. Wat wil ik nog meer? Wie kan zeggen dat hij een kleine maand een jonge Ransuil in zijn tuin heeft zien opgroeien? Mooi toch?

De volgende ochtend liep ik in alle vroegte, inmiddels uit gewoonte de tuin in. Toch nog even in de boom kijken en wat er toen gebeurde is ongelooflijk. De haartjes op mijn armen gingen overeind staan, de rillingen liepen van mijn nek naar beneden over mijn rug want hij zat er weer. Hij was gewoon teruggekomen naar zijn oude stekje en keek mij aan alsof er niets was gebeurd. Elke dag zie ik hem weer, hij zit op dezelfde tak en ’s-Avonds om 22.34 uur vliegt hij in de schemer, geruisloos naar de polder voor de muizenjacht.

Fijn, als alles weer zijn gangetje gaat.

woensdag 8 juli 2015

Jonge Ransuil




                                                                  jonge Ransuil, 7 juli 2015

De afgelopen weken hebben we de “gewoontes” van onze Ransuil aardig in beeld gekregen. En ja, (voor ’t gemak zeg ik, dat het een hij is) hij is nog steeds bij ons in de tuin aanwezig. ’s-Avonds, stipt om 22.40 uur vertrekt hij richting polder. Het tijdstip van vertrek is iets vervroegd maar dat klopt natuurlijk ook met het ondergaan van de zon, wat nu ook dagelijks vervroegd. Het is mooi om te zien dat hij dat zelfs zonder horloge zo stipt doet. Wij zijn hier inmiddels zo aan gewend geraakt en zitten ook stipt om 22.30 uur in onze tuinstoelen, die wij voor het gemak “de tribune” noemen.

’s-Morgens als ik opsta, is het eerste wat ik doe, de tuin inlopen en kijken of hij veilig is “thuisgekomen”. Altijd weer spannend. Ik kijk hem dan aan, zeg goeiemorgen en laat hem verder met rust, ik zie ook dat hij wat breder en forser wordt, de braakballen zijn inmiddels drie keer zo groot, dus hij eet goed, poept trouwens ook goed want de hoefbladeren onder de boom zijn door hem vooral wit geschilderd. Regelmatig kan ik een mooie veer rapen die ik weer zorgvuldig opberg, als aandenken als straks de dag komt, dat hij ons verlaat. Dat zal pijn doen want je hecht je toch aan zo’n beestje niet waar?

Ik vermoed dat hij nu zo’n drieënhalve week in onze tuin verblijft en dat onze boom zijn “slaapboom” is. Zeg maar dat het zijn thuisbasis is. Hij vertrekt elke avond naar de Oranjepolder om te foerageren, om al dan niet zelf gevangen prooien  te verorberen.  Een jonge Ransuil is, nadat hij is uitgevlogen, nog zo’n 3 a 4 maanden afhankelijk van zijn ouders. Dus dat is me nog niet 100% duidelijk hoe dat met onze uil zit, jaagt hij zelf achter de  muizen aan of zoekt hij zijn ouders op voor een makkelijk maaltje?

Als hij onze Acacia als “thuis” beschouwt, zouden we nog wel eens een hele poos plezier van hem kunnen hebben, en daar hopen we dan ook een beetje op. Als ik weer wat leuke Ransuilen gewoontes ontdek zal ik die weer melden.

 
verschillende braakballen
 
(souvenir) veertjes