maandag 29 mei 2017

Het blijft niet bij 200.

een jubileum moet op een gepaste manier gevierd worden
Niet alleen vogels vliegen voorbij maar ook de tijd vliegt voorbij. Op 7 juli 2015 schreef ik mijn eerste blog over de jonge ransuil die onze tuin als zomerverblijf had uitgekozen. We genoten toen elke avond van zijn vertrek uit de acacia die achterin de tuin staat. Steevast op hetzelfde tijdstip zagen we hem op jacht gaan. Deze gebeurtenis was voor mij aanleiding om te gaan "bloggen" en inmiddels is dit nummer 200. Twee keer per week een stukje schrijven over vogels en de Oranjepolder werd de regelmaat die mij hielp om scherper te leren kijken en luisteren naar vogels. Het is voor mij absoluut de beste leerschool geweest.

De Oranjepolder met zicht op de natuurtuin aan de Domeinweg
Want dat is wel waar het schrijven van stukjes van afhankelijk is, interessante waarnemingen doen. En interessante waarnemingen doe je alleen maar als je bewust luistert en kijkt naar de natuur om je heen. Gedachteloos, het hoofd lekker leeg maken tijdens een wandeling is ook fijn maar levert weinig materiaal voor een stukje op. Ik ben er nu scherp op, wat zit daar, wat vliegt daar hoog in de lucht en wat is dat geluidje toch. En, ik ken die zang maar wat is de naam van dat vogeltje ook alweer? wel of geen oogstreep wel of niet voorbij het oog, lichte pootjes, donkere pootjes, schud maar in mijn pet.. Zo ging het de maanden daarna. Vaak ook geholpen door Wies, die ook scherp geworden, steeds zegt als ik vertel over wat ik onderweg zag, "daar zit wel een stukje in"!

jonge gewonde boomvalk
Al twee jaar genoeg inspiratie, genoeg te beleven en te genieten. Die twee jaar heeft ook een hele mooie Oranje- polderlijst met bijzondere soorten opgeleverd, broedende roodborsttapuiten, broedende boomvalken, regenwulpen, velduilen, bosrietzangers, kleine- en wilde zwanen, ijsvogels, blauwe kiekendief, paapje, gekraagde roodstaart, blauwborst, waterral, zwartkopmeeuw, tafeleend, broedende grasmussen, "onze" ransuil enzovoorts, enzovoorts.

Maar bij een vogel die ik deze afgelopen jaren in de Oranje- polder zo graag zag en hoorde moet ik tijdens mijn jubileum wel even stilstaan. Het is namelijk de patrijs. Deze prachtige hoender, vogel van de akkerranden en vooral van de schemer, want dan hoor je hem al van ver, is de laatste paar jaar parallel aan de landelijke trend sterk achteruitgegaan. Van 5 roepende mannetjes naar slechts 1 roepend mannetje dit jaar. Gelukkig hoorde ik gisterenavond dat mannetje nog roepen, dus hij zit er nog. Het zal toch niet waar zijn dat we deze vogel gaan verliezen? Een verlies van 80% in twee jaar herstel je zomaar, niet zonder ingrijpende maatregelen en die zijn niet gepland. Gelukkig zijn er her en der in Brabant mooie initiatieven om de patrijs een helpende hand toe te steken en zo de teruggang tegen te gaan. Wie weet gaat dat hier in de buurt ook nog eens gebeuren.

Wil je meer weten van de oer Hollandse akkervogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=164

vrijdag 26 mei 2017

Vroege wandelingetjes.

Om een uur of zes in de ochtend is het eigenlijk wel de beste tijd om de polder in te gaan. Met name het pad wat langs het Kromgat loopt, is het meest interessant. In het broedseizoen laten de vogels zich graag horen en je hebt dan in alle vroegte nog geen "last" van wandelaars, hondenuitlaters en fietsers. Deze ochtend leverde de vroege vogelwandeling door de Oranjepolder weer een aantal bijzondere soorten op, soorten die je normaalgesproken niet direct zou verwachten in een strak en vrij eenzijdig poldertje.
en niet te vergeten, de koolmees
Je kunt dan denken aan de rietzanger, gele kwikstaart, roodborsttapuit, koekoek, grasmus, blauwborst, kleine karekiet en sinds vorige week de bosrietzanger. Toch zeker de moeite waard maar ik moet er ook bij zeggen dat het geen garantie is om deze soorten tijdens elke wandeling te horen of te zien. Elke keer weer nieuwe verassingen en soms ook teleurstellingen.

Zo zat aan de Otterweg een knobbelzwaan te broeden. Een van de twee koppels die in de Oranje- polder leeft, had hun nest op de hoek van een brede vliet en een zijsloot gebouwd. Onverstoorbaar zat het vrouwtje daar op haar eieren, veilig aan de overkant van het water. Tenminste dat dachten wij totdat op een dag de zwanen ons tegemoet zwommen. Een mooie gelegenheid om in het nest te kijken zei ik nog.
vernield zwanennest
Helaas want dat was niet meer mogelijk, het nest was vernield en in de sloot gegooid. Van de eieren was geen spoor meer te vinden, waarschijnlijk weggehaald of in de sloot gegooid. Wat de reden van deze daad is, kan ik maar niet bedenken. Nu maar hopen dat de zwanen nog een tweede poging doen maar ik vrees het ergste en moeten we dit broedseizoen voor dit koppel als verloren beschouwen.

Gelukkig maak ik meer vrolijke momenten mee en ik ben in afwachting van de aankomst van de boomvalk want die moet eerdaags in de Oranjepolder arriveren. Al jaren achtereen broedt deze schaarse roofvogel in de Oranjepolder en ik gok er op dat dat dit jaar ook weer gaat gebeuren.

dinsdag 23 mei 2017

Bandparodist in de polder.

Lang geleden maakten we kennis met de bandparodist. Dit is een verre voorvader van de playback show van Henny Huisman. De zanger imiteert bekende zangers en heeft delen van een reeks bekende liedjes achter elkaar gezet en zingt die dan na. Wij moesten daar afgelopen donderdag aan denken toen we 's-avonds door de Oranjepolder wandelden.

We hoorden namelijk de eerste bosrietzanger van het seizoen voorzichtig zijn lied zingen. Pas vanaf half mei komen de bosrietzangers weer in ons land aan. We herkenden de alarmroep van de merel, het roepje van de koolmees, het gebabbel van een spreeuw en het geratel van de kleine karekiet.. Een heerlijk geluid en lekker makkelijk. Je hoeft maar naar een vogel te luisteren om ze allemaal te horen. Wat een prima vinding is dat toch geweest, een bosrietzanger.

De bosrietzanger is de laatste zanger die terugkomt uit Afrika. Alles is alweer terug, bakent zijn territorium af en er zijn er die zelfs al volop aan het broeden zijn. De bosrietzanger moet via Oost Afrika helemaal uit Zuid Afrika komen en legt dus een grote afstand af. Langer en verder dan de meeste andere zangers.

Ik weet nog dat ik in de Biesbosch tijdens een BMP inventarisatie, zo'n vijf, zes jaar geleden op het verkeerde been werd gezet door een net teruggekeerde bosrietzanger. Zijn geluid was nog niet op mijn harde schijf geĆ«tst, zoals bijvoorbeeld het geluid van de nachtegaal of zwartkop dat wel zijn. Maar sindsdien loer ik op het vroegste geluid van de bosrietzanger en afgelopen donderdag was het voor dit jaar zover. Nog een beetje voorzichtig en nog niet voluit en uitbundig zat deze bosrietzanger zijn best te doen in een wilgenstruik langs het Kromgat.

Prachtig om te horen en nu maar hopen dat deze vogel dit ook een goed plekje vindt om de komende tijd zijn territorium verder in te richten. Zijn voorkeur gaat uit naar vochtige ruigtekruiden, niet zozeer naar overjarige rietkragen.

Wil je meer weten van deze kleine vogel met het gouden keeltje, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=20

vrijdag 19 mei 2017

En krassen maar!

Wat kwam het dit jaar toch langzaam op gang, de aankomst of terugkeer van de grasmus in de Oranjepolder. Ik had de grasmus al op verschillende plaatsten gehoord, in de Biesbosch, in Zeeland, langs de Donge in 's-Gravenmoer maar nog steeds niet in Oosterhout. Dat duurde tot dertig april, toen hoorde ik de eerste grasmus in de Oranjepolder, twee weken later dan afgelopen jaar toen ik de eerste grasmus al op 17 april hoorde.

Ik heb overigens het idee dat alles wat later terug is gekomen dan vorig jaar. Dat kan aan van alles liggen, droogte en harde wind in Afrika, weinig voedsel waardoor te weinig reserves opgebouwd zijn en langer gefoerageerd moet worden, de vogeljacht op Malta, slecht weer in zuid Europa, noem maar op. En wat ook nog eens opvalt, is het lagere aantal teruggekeerde grasmussen, waren dat er vorig jaar nog acht die langs Het Kromgat zaten te krassen, nu zijn dat er slechts drie. In de omstandigheden hier is niets veranderd, dus daar kan het niet aan liggen.

De grasmus is ook zo'n vogelsoort, net als de roodborsttapuit, die het in de afgelopen jaren steeds beter is gaan doen. Alleen hebben we nu in de Oranjepolder met een terugval te maken. Zou dat wat te maken hebben met de moeilijkere omstandigheden in de overwinterings- gebieden? Het kan natuurlijk ook zijn dat het nog steeds goed met ze gaat en er nog een aantal bij gaan komen maar dat is afwachten.

Het kenmerkende roepje maakt nu plaats voor baltszang en worden de territoria verdeeld en ingericht voor de komst van nieuw grasmussen geluk. Wat opvalt is dat grasmussen veel minder schuw zijn dan bijvoorbeeld zwartkoppen. Ze durven gerust op een meter of vijf, in het volle zicht te gaan zitten zingen. Zwartkoppen zijn ook van die uitgesproken zomergasten die je hier in de Oranjepolder kunt tegenkomen. Ik tel hier ongeveer acht zingende mannetjes, alleen al langs Het Kromgat. rond de velden van SCO en de schaatsvereniging.

Wil je meer weten van de krasser der krassers, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=57

dinsdag 16 mei 2017

Verhuizen, verhuizen.

Een van de vogelsoorten die het in Nederland de afgelopen jaren steeds beter is gaan doen is de roodborsttapuit. Landelijk nemen de aantallen nog steeds toe en het is echt niet moeilijk om er ergens een te zien. In de meeste polders rond Oosterhout zijn ze wel te vinden, in de Willemspolder aan de Dongekant, de polder tussen Den Hout en Terheijden en de Oranjepolder zijn vaste stekken voor de Roodborsttapuit. Maar ook in de Boswachterij Dorst zie je ze op de struikjes op de open vlaktes zitten.

Vorig jaar zat een koppel roodborsttapuiten net buiten onze wijk aan de rand van Oranjepolder. Dit koppel was verhuisd van de westelijke hoek van de polder naar hier omdat de boeren daar alle weipalen hadden opgeruimd en de akkerranden bij de velden hadden getrokken. Er was geen goede nestgelegenheid en zangpost beschikbaar. Maar dat was geen ramp, aan onze kant waren nog
voldoende bruikbare akkerranden. Dat leverde vorig jaar een succesvol legsel met drie jongen op die begin juni uitvlogen.

Ik had er dit jaar ook weer goede hoop op dat het koppel hier opnieuw ging broeden. Ik zag ze begin april op het prikkeldraad zitten en het mannetje liet zich elke ochtend met zijn baltslied goed horen. De lange reis van Afrika naar Oosterhout was gelukkig goed verlopen. Niets stond een succesvol broedseizoen in de weg. Totdat de boer ook hier besloot om de weipalen op te ruimen en de akkerrand bij deze maisakker te betrekken. Ik baalde er flink van om deze mooie vogeltjes elk jaar zo opgedreven te zien worden.

Maar ook daar weten ze weer goed mee om te gaan en een week of wat later ontdekte ik ze langs de dijk van Het Kromgat, achterin de polder. Ze zijn wel heel flexibel en erg gehecht aan de Oranjepolder. Ze hebben daar nu hun nieuwe stek betrokken en laten zich elke dag wel horen en zien. Ik verwacht hier de komende weken ook weer jonge roodborsttapuiten te spotten. En tegelijkertijd vraag ik mij af waar ze volgend jaar weer terecht gaan komen want de boeren zitten niet stil in hun drang naar efficiĆ«ntie en optimalisatie van hun bedrijf.

Wil je meer weten van de roodborsttapuit, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=183

vrijdag 12 mei 2017

Een laatbloeier?


Een dikke maand geleden alweer, begon een koppel zwanen in het Kromgat met de bouw van een nest. Het zag er in mijn ogen veelbelovend uit, het nest groeide gestaag boven de waterspiegel uit en niets leek er op dat er een kink in de kabel zou komen. Sinds een week of twee zijn de zwanen vertrokken en ik denk dat een andere locatie gezocht is. Tenminste dat hoop ik, want de zwanen heb ik sindsdien niet meer in de polder gezien. Het lijkt er op dat al het werk voor niets is geweest.

Maar dat is dus niet zo, het nest is niet meer verlaten en onbruikbaar geworden, nee, het is alweer volop in gebruik want er zit nu een grauwe gans te broeden. Bijzonder want ik zie inmiddels grote crĆØches van twintig, dertig  jonge grauwe gansjes oftewel pullen, in de Muggenwaard rondscharrelen. Daar is de broedperiode alweer even achter de rug en zijn de ganzen al druk bezig met de opvoeding van de pullen.
 
Wat er nu met deze laatbloeier aan de hand is weet ik niet. Normaal heeft een grauwe gans maar een legsel per seizoen en is deze gans dus wel heel erg laat begonnen. Ook kiezen grauwe ganzen er meestal voor om in losse kolonies, in nabijheid van soortgenoten te broeden. En ook dat is dus uitzonderlijk bij ons in de polder, ze is helemaal alleen. Ook haar partner is in geen velden of wegen te bekennen.

Ik zie deze gans dus elke dag en heb tot nu toe slechts een keer even in het nest kunnen kijken en zag wel een aantal eieren liggen. Het exacte aantal heb ik niet kunnen waarnemen en ik wil de vogel ook niet verstoren. De komende tijd houd ik deze moeder gans goed in de gaten en hoop dat flink wat gezonde ganzen uit het ei gaan komen al denken de meeste boeren daar waarschijnlijk wel anders over.

Wil je meer weten van deze succesvolste gans van Nederland, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=61


dinsdag 9 mei 2017

Bevrijdende giertjes

Zaterdagmorgen, scheen Ć©n het zonnetje en vlogen de gierzwaluwen  gierend over ons huis, Ik telde er zo een stuk of zes. Zou dan toch eindelijk het warme voorjaar beginnen? Ik had het idee gekregen dat de winter niet meer ophield, zo koud bleef het. Maar vanmorgen vertelden de giertjes dat het zover was, de zomer klopt op de voordeur.

Op 24 april had ik de eerste gierzwaluwen al gezien maar zoals men zegt, maakt een zwaluw nog geen zomer en zo is het maar net. Gisteren, vrijdag 5 mei vierden we Bevrijdingsdag en ook het einde van de winter want toen kwamen de gierzwaluwen, toch hĆ©t symbool van de zomer, als bevrijders massaal ons land binnen en toevallig was ik daarbij aanwezig. Samen met een paar fanatieke vogelaars stonden we in alle vroegte op de trektelpost van Breskens en maakten daar de vogeltrek van heel dicht mee. Het leek er op een gegeven moment zelfs op dat we "in" de vogeltrek beland waren want de gierzwaluwen vlogen links, rechts langs en over ons heen.

trektelpost Breskens
Op de dijk, in de volle noordoosten wind, werden de gierzwaluwen omlaag gedrukt en maakten ze handig gebruik van de luwte van de zeedijk. Ze deden dat om energie te sparen en om niet verder de zee opgedrukt te worden en zo te ver uit koers te geraken. Om 11.00 uur werd door de trektellers de tussenstand opgemaakt, ruim 12.000 gierzwaluwen waren in de afgelopen vier uur de telpost  gepasseerd. Wolken of golven van vijftig, zestig, zeventig gierzwaluwen kwamen uit het zuiden aangevlogen. We zagen ze steeds van verre aankomen en genoten van hun geruisloze vlucht. Want dat viel ons direct op, de vogels waren muisstil, maakten geen enkel geluidje en waren te geconcentreerd om een jolig kwetterend pirouetje te maken. Daar is later, aangekomen in hun broedgebied, nog tijd genoeg voor. Afgelopen vrijdag passeerden ruim 20.000 giertjes de telpost van Breskens.

En dan vandaag, een dag later zie je in alle vroegte de gierzwaluwen boven je hoofd vliegen en ik werd door het bekende roepje, op hun aanwezigheid opmerkzaam gemaakt. Misschien heb ik jullie gisteren als bevrijders van de winterperiode ons land binnen zien komen, dacht ik en genoot van hun aanwezigheid. Wat breekt er toch weer een mooie tijd aan, zonnetje, warmte en gierzwaluwen.

vrijdag 5 mei 2017

Beschermen loont!

kievit van nog geen dag oud(4 mei)
Weidevogels beschermen loont. Dat is voor mij vandaag wel duidelijk geworden want in de akkers waar de eieren niet gestolen waren, hebben we vandaag kunnen genieten van de eerste kievit pullen. In een uienakker ontdekten we de eerste jonge vogels van het seizoen. Waarschijnlijk zijn er her en der al genoeg jonge kieviten uitgevlogen, maar wij hebben vandaag de eerste jongen in levende lijve mogen aanschouwen. Hoeveel zouden het er geweest zijn als de 22 nesten begin april niet leeggeroofd waren?

Het meest bijzondere van deze middag was wel het kievitsnest waar we in de legvolgorde van de eieren, konden zien hoe de beestjes het ei en het nest verlaten. Het was namelijk zo dat een vliegvlug jong door de akker liep, een jong was net uit het ei gekomen(zie ook de foto) en het derde jong zat nog in het ei. Dit jong had het ei  met zijn eitand al aangepikt en een opening gemaakt. We hoorden het jong ook piepen en het was dus een kwestie van tijd of ook deze jonge kievit loopt door deze uienakker. We hebben, na een fotootje te maken, de beestje met rust gelaten en de onrustige ouders de kans gegeven bij de geboorte van hun jongste te zijn.

nest van een scholekster(4 mei)
De meeste akkers  zijn nu ingezaaid en worden de komende tijd met rust gelaten, dĆ© kans voor de weidevogels om een tweede legsel te produceren. De kans dat deze legsels probleemloos uitkomen ligt flink hoger dan de eerste ronde. Er is echter wel een serieus probleem te benoemen en dat is de mate waarin de kievit voldoende in conditie komt om een tweede legronde succesvol te volbrengen. Het is namelijk zo dat na de eerste leg, slechts 30% van de kieviten voldoende conditie heeft voor een tweede ronde.

Het idee wat met name bij eirerrapers en sommige agrariƫrs leeft, is dat het geen kwaad kan om het eerste legsel te rapen of uit te maaien want ze leggen dan toch wel weer een tweede legsel. Dat is dus een misvatting waardoor de aantallen snel afnemen, met daarnaast ook nog eens de verdroging en intensieve landbouw(raaigras, wat eigenlijk een groene woestijn is waar niets leeft en geen voedsel oplevert). Heel erg jammer en geeft de noodzaak van weidevogelbescherming maar weer eens aan.

Wat mij betreft is voortaan elk jaar, het jaar van de kievit!

dinsdag 2 mei 2017

De wekker gaat, en hoe!

vroege vogel
In de vroege ochtend en dan bedoel echt in de vroege ochtend, zo rond een uur of vijf, kun je de meeste vogels horen zingen. Als de vogels net wakker worden, beginnen ze dag met een uitbundig lied en hoe later het wordt, hoe stiller het wordt. De eersten zijn de zangers zoals merels, zanglijsters, roodborst en winterkoning. Gevolgd door heggemus, mezen, fitis, tjiftjaf, daarna komen de zaadeters zoals de vink en duiven pas op gang. En zo gaat het maar door totdat alles uit volle borst zit te fluiten. Maar wat mij opvalt is dat de spechten altijd de laatste zijn die zich laten horen. Spechten zijn volgens mij lui, uitslapers die niet zo graag in alle vroegte willen laten horen dat ze er zijn. Zo ook vanmorgen, het begon met een zachte roffel en het was al ruimschoots licht en bijna zeven uur geworden.

kampioen vroeg opstaan, de nachtegaal
Of, maar dat kan ik haast niet geloven, houden ze rekening met ons en roffelen ze liever op een wat christelijker tijdstip. Willen ze geen overlast veroorzaken en geen gedoe met de buren. Naar mijn idee is het ook voor de spechten belangrijk om te vertellen dat ze geen concurrentie in hun territorium dulden of vrouwtjes willen vertellen dat ze een prima stekje beheren in een voor hun kindvriendelijke buurt.

Er is geen onderscheid, groene specht lacht echt pas een uur na zonsopkomst, de kleine en grote bonte specht roffelen ook niet voor een uur of zes. Ik ken onder de vogels verder eigenlijk geen echte uitslapers of het moeten de roofvogels zijn. Daar zijn er wel een paar bij die wel wat thermiek nodig hebben om hoogte te maken. Bij de Vogelbescherming(zie het schema hieronder) laten ze de spechten wel wat eerder ontwaken maar ik heb een andere ervaring.

Dat mij die luie spechten zo opvallen, komt door mijn vroege vogelwandelingen in de boswachterij Dorst en de inventarisaties in de Biesbosch. Ik ben dan vaak voor een uur of vijf op pad en heb dan serieus werk met al die geluidjes thuis te brengen maar miste steeds de "rammelaars" van de natuur, zozeer zelfs dat het keer op keer begon op te vallen.

Met een beetje geluk, als je tenminste op tijd uit je bed kunt en natuurlijk op de juiste plek bent, hoor je de volgende soorten voorbij komen;
 
04.00   Nachtegaal, Boomleeuwerik
04.30   Paapje, Veldleeuwerik, Gekraagde roodstaart, Kwartel
04.45   Grote lijster, Merel, Fazant, Roodborst, Zanglijster, Koekoek
05.00   Heggemus, Geelgors, Winterkoning, Boompieper
05.15   Koolmees, Staartmees, Tuinfluiter, Vink, Tjiftjaf, Boomkruiper, IJsvogel
05.30   Pimpelmees, Matkop, Glanskop, Zwartkop, Grauwe vliegenvanger
05.45   Tortel, Houtduif, Groene specht
06.00   Kneu, Spreeuw, Vlaamse gaai, Grote bonte specht
06.15   Putter, Europese kanarie, Groenling, Fluiter
(bron; vogelbescherming)
Bovenstaand schema is globaal en gaat uit van een zonsopgang rond 6 uur ’s-ochtends.
 
Het is overigens zo, dat zonsopkomst nog niet betekent dat de zon al schijnt, het schemert eerst nog even. Veel vogels beginnen dus nog ruimschoots voordat het langzaam licht begint te worden.