dinsdag 26 februari 2019

Middelste bonte specht.

de middelste bonte specht in volle grlorie
Hij is nog net zeldzaam te noemen, de middelste bonte specht, maar daar komt langzaam maar zeker een eind aan. De gestage opmars van deze specht vanuit het oosten, onze richting in, zet door. In de afgelopen jaren werd zo heel af en toe melding gemaakt van een roepende middelste bonte en nog minder vaak werd de vogel gezien. In de Biesbosch bij de Pannenkoek werd de vogel gezien, in Breda, het Liesbosch en Mastbos maar dan had je het ook wel gehad met de meldingen.

op een mooie, frisse, vroege ochtend in Dorst

Het was een kwestie van tijd dat de vogel de oversteek naar de boswachterij Dorst zou maken. Afgelopen jaar waren enkele vogelaars die hem daar gezien en gehoord hadden maar dat betekende nog niet dat de vogel zich hier ook gevestigd had. Het kunnen net zo goed doortrekkers af afzwaaiers zijn geweest, wie weet. Dit jaar waren er ook weer een paar meldingen en ik hoopte dat ik hem hier ook een keer zou zien. Mijn eerste waarneming dateert van 2012 in het natuurgebied de Pannenhoef vlakbij Essen, en dat is tevens ook mijn laatste waarneming tot afgelopen week dan.

Afgelopen week hoorde ik een vogel roepen, een niet direct te plaatsen geluid. De vogel kwam mijn richting uit en ik wachtte hem op. Vreemd, maar de vogel bleef op amper 20 meter afstand tegen een boom hangen. Het was dus een middelste bonte die mij niet zag of voor niets en niemand bang was en mij gewoonweg negeerde.

Prachtig om de vogel zo van dichtbij te zien. De kleuren zijn toch echt anders dan van de grote bonte en ik herinner mij nu dat ik al eens eerder een grote bonte had gezien met een wat ander verenkleed. de borst leek wel zalmkleurig te zijn en zou het dat toen een middelste zijn geweest?

De middelste bonte specht laat zijn baltsroep horen en daarmee geeft de vogel aan dat hij van plan is te blijven en daarmee noteren we weer een mooie soort voor de Boswachterij Dorst, een bos dat alleen maar mooier wordt.

vrijdag 22 februari 2019

Was het een vroege balts?

torenvalk
Ook vandaag weer een beetje het voorjaars-gevoel gehad, zeker toen ik vanmorgen met de hond door de Oranjepolder liep. Bij een van de hoogspanningsmasten vlogen 2 torenvalken rond, luid roepend en om elkaar heen fladderend, het leek wel op baltsen. En dat is vroeg, we zitten immers nog middenin de winter en het broedseizoen voor deze vogels is nog ver weg. We zitten in de eerste helft van juni als de jonge torenvalken uitvliegen, en dan hebben we het over een periode van maar liefst 4 maanden.
Dat deze twee torenvalken in de buurt van deze mast rondhangen is niet gek want in deze mast zit nog een flink kraaiennest van afgelopen jaar en het zou mij niet verbazen dat dit het toekomstige torenvalkennest wordt. Een jaar of drie geleden was deze mast ook al als nestmast uitverkoren maar dan niet door torenvalken maar door een koppel boomvalken. Afgelopen jaar hadden de boomvalken een andere mast aan de overkant van de A27 uitgekozen om te broeden.

jonge torenvalk in de Oranjepolder
In de Oranjepolder broeden elk jaar wel een paar koppels torenvalken, sowieso een koppel broed jaarlijks in de IVN Natuurtuin, waar speciaal voor deze vogels een nestkast op een hoge paal is neergezet. Meestal vliegen daar zo'n 4 jonge torenvalken uit.

Wat mij vanmorgen ook opviel, was het verschil in grootte van de twee vogels. Dat was mij nog niet eerder zo duidelijk opgevallen. En eigenlijk had ik het kunnen weten, want van de slechtvalk wist ik dat wel en dat is tenslotte (valken)familie. Bij valken is het vrouwtje groter dan het mannetje en nu viel ook het kwartje, want die kleine was ook de drukste van de twee. Dat was het mannetje wat indruk probeerde te maken op het vrouwtje. Dat was dus een echte vroege balts.

Wil je meer weten van de "klamper", klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/torenvalk

dinsdag 19 februari 2019

Grutto, voorbode van de lente?

uitgehongerde grutto's
Het weer van de afgelopen dagen doet je vergeten dat het hartje winter is. Aangename temperaturen en een lekker voorjaars-zonnetje, het lijkt wel lente. En dat gevoel werd ook nog eens versterkt door de aankomst in de Biesbosch van honderden grutto's. Het zijn de vroege IJslandse grutto's die weldra gevolgd worden door "onze" grutto's. De grutto's komen uitgehongerd en oververmoeid in de Noordwaard aan en beginnen direct te foerageren en te rusten.

IJslandse grutto
Veel grutto's zitten, als ze niet aan het eten zijn, met de kop in de veren en dat is niet gek als je weet dat deze vogels duizenden en duizenden kilometers hebben gevlogen. De IJslandse grutto moet dan nog duizenden kilometers verder zijn maar die hebben in zuid Europa overwintert en dat scheelt als je de Sahara niet over hoeft te steken. Onze grutto's komen iets later maar die hebben dan al de nodige kilometers meer gevlogen die ze overigens in een keer afleggen.

jonge (Hollandse)grutto
De IJslandse grutto is te herkennen aan de oranje kop, "onze" grutto is minder fel oranje en heeft ook wat minder tekening op de schouders. Daarbij heeft de IJslander een kortere snavel dan de onze. Op de foto links foerageren de IJslandse grutto's of hun leven ervan afhangt en in feite is dat ook zo, want de reis hier naartoe heeft erg veel van hun conditie en gesteldheid gevraagd. Onze grutto's kunnen de komende weken verder in conditie komen en beginnen over ruim een maand al met broeden. En dan is het niet te hopen dat de grutto's in mei alweer in de Noordwaard te zien zijn, want dat duidt er meestal op dat het legsel verloren is gegaan.

Afgelopen jaar zaten in mei alweer honderden grutto's in de Noordwaard en als je weet wat de reden is, is dat des te droeviger want als er een vogel is die je een betere toekomst toewenst, dan is dat de grutto wel.

Wil je meer weten van deze oer Hollandse weidevogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grutto

donderdag 14 februari 2019

Echtpaar 2B2 en 2B7

het echtpaar 2B2 en 2B7
Alweer drie jaar geleden werden twee kolganzen, 2B2 en 2B7 gevangen en geringd in Lith in oost-Brabant en voorzien van een halsband. 2B2 is een vrouwtje en 2B7 een mannetje en vormen samen een koppeltje, is uit de ringgegevens op te maken. Het is zelfs zo, dat ze in 2016 5 jongen hadden. En wat zeker is, en dat leert de "levensloop" van deze twee ganzen, is dat ze al die jaren samen zijn gebleven. Dankzij de terugmeldingen van vogelaars en registratie bij geese.org, is te zien dat deze twee ringen de afgelopen jaren steeds samen worden gemeld.

In de grote groep kolganzen in de Zonzeelse polder heb ik verder geen halsbanden kunnen ontdekken, dus waar die 5 kleintjes uit 2016 zijn gebleven is mij niet duidelijk. In 2018 hebben ze maar twee jongen gekregen en ook daar is verder niets meer in de levensloop terug te vinden. Ik neem voor het gemak aan dat het vangen van dit koppel samen met de jongen is gebeurd. Wat verder uit de levensloop is op te maken, is dat deze twee vogels ook erg honkvast zijn
Zonzeelse polder, een ganzen eldorado.
en elk najaar vanuit Siberië rechtstreeks naar oost-Brabant vliegen en daar de hele winter rondhangen. Het lijken net de vakantiegangers die jaar na jaar naar dezelfde camping gaan. Waarom voor een onzekere vakantiebe-stemming kiezen als deze camping met vele bekende gezichten alles biedt? Zo zal het denk ik ook in de kolganzenwereld gaan.

Uit de levensloop valt nog iets opvallends op te merken, op de terugreis in het vroege voorjaar maken deze kollen een tussenstop in Duitsland. Zou dat komen omdat de ganzen dik en zwaar zijn en wat eerder vermoeid zijn? Ze hebben gedurende de wintermaanden elke dag vrachten eiwitrijk gras gegeten en flink wat reserves opgeslagen. En zo krijgen 2 anonieme ganzen voor mij ineens betekenis, ik leer ze kennen en ben benieuwd hoe het ze verder vergaat, want de levensloop kan ik vanaf nu steeds opnieuw inzien en hun verdere leven volgen.

Wil je meer weten van deze mooie kleine gans, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kolgans

dinsdag 12 februari 2019

Toendrarietganzen.

toendrarietganzen
Soms moet je wat meer moeite doen om een niet alledaagse gans te zien, Gisterenochtend vroeg naar het buitengebied van Drimmelen en Lage Zwaluwe, met de Zonzeelse polder en de akkergebieden om op zoek te gaan naar de toendrarietganzen. Elke winter verblijven duizenden toendrarietganzen in ons land en een flink deel slaapt vlakbij in de Noordwaard. In de vroege ochtend vliegen deze ganzen de Biesbosch uit en foerageren dan met name in de buurt van Alblasserdam. Een beetje lastig als je de Merwede liever niet oversteekt.

Tijdens de laatste slaapplaatstelling in januari werden op 13 verschillende locaties in de Biesbosch een kleine 400 toendrarietganzen geteld. Niet echt veel als je bedenkt dat er in een goede winter rond de 300.000 toendrarietganzen in Nederland overwinteren. De meeste ganzen verblijven dan in het noorden van het land en dan met name in Drenthe en Groningen.

foerageren op een bietenakker
Maar er verblijft nu dus ook een mooi groepje in het poldergebied tussen Made en Lage Zwaluwe en dat is qua reistijd prima te doen. De opvallend oranje poten waren al van ver te zien, Een typisch kenmerk van deze gans en dichterbij gekomen waren ook de chocolade bruine kopjes goed te zien. Mooi met het zonnetje erbij was het een prachtplaatje.

Ik vermoed dat ze binnen nu en een paar weken weer vertrekken naar de broedgebieden in Siberië en dan moeten we weer een jaartje wachten om ze te zien. Er schijnen enkele toendrarietganzen in Nederland te blijven en zelfs te broeden maar dat is zoeken naar een speld in een hooiberg. En zo nemen we in deze weken afscheid van veel wintergasten. Ook de kleine zwanen in de Gecombineerde Willemspolder maken aanstalten om de richting van Siberië in te gaan voor een broedseizoen van amper 3 maanden.

Wil je meer weten van deze tundra bean goose zoals de Engelsen zeggen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/toendrarietgans

vrijdag 8 februari 2019

Assortiment roofvogels.

kletsnatte zeearend
Een berichtje dat gisteren in de Noordwaard maar liefst 9 zeearenden waren gezien, zette mij aan het denken. En dat kwam ook omdat we vorige week zaterdag tijdens de vogelexcursie met de deelnemers aan de vogelcursus maar liefst 9 verschillende roofvogels hadden gezien. Wat maakt die Noordwaard zo aantrekkelijk voor deze specifieke groep vogels?

Dat komt volgens mij omdat in dit uitgestrekte gebied een grote variëteit van aaneengeschakelde biotopen met nauwelijks verstoringen voorhanden is. De grootsheid, ruimte en rust zorgen ervoor dat elke roofvogel wel een stukje kan vinden waar zijn favoriete prooidier leeft. Het gebied heeft dus eigenlijk alles wat een roofvogel wenst, uitgestrekte ruige graslanden waar de ruigpootbuizerd, torenvalk en smelleken hun kostje vrij gemakkelijk bij elkaar kunnen scharrelen.

buizerd(l) en ruigpootbuizerd(r)
Dichte bosjes met bomen en struiken waar de havik, sperwer en buizerd kunnen jagen en op-ruimen. Weidse watervlakten vol met ganzen, eenden en andere smakelijke vogels waar de zee-arenden met gemak aan hun trekken komen en rietvelden met glooiende slootkanten waar de dansende bruine en blauwe kiekendieven hun prooien kunnen verrassen met een verrassings-aanval.
sperwer
En dan heb je nog de slechtvalk die vanaf zijn hoge uitkijkpost op een hoogspanningsmast zijn verrassingsaanval uitvoert en als een pijl uit een boog door het luchtruim klieft. En al die specifieke jachttechnieken kun je alleen maar gebruiken als er in het gebied duizenden prooidieren leven, van hazen, konijnen, muizen, mollen, kikkers tot zangvogeltjes, ganzen en eenden en bedenk er nog maar een paar. Het moet er vol mee zitten.

torenvalk
Al deze roofvogels zijn in deze tijd met wat geluk op een dag te spotten. Je moet dan wel de plekjes weten, weten wat het gedrag van zo'n rover is, welke biotoop erbij past en verder wat geduld hebben om een topdag te hebben. Afgelopen zaterdag was zo'n dag en zagen we dus 9 verschillende roofvogels. Wat is de Noordwaard toch een uitzonderlijk waardevol gebied.

Het begon afgelopen zaterdagochtend met 2 zeearenden en vervolgens een buizerd, torenvalk, sperwer, havik, blauwe en bruine kiekendief, havik en tot slot een slechtvalk. Door al deze prachtige waarnemingen is de natte, verregende ochtend snel vergeten en heb ik weer een dag om nooit te vergeten meegemaakt.

dinsdag 5 februari 2019

Wilde zwanen

Een regenachtige maandag in Zeeland
Gisteren was het niet bepaald een lekkere dag om vogels te kijken maar dat werd ruimschoots goedgemaakt door de 15 wilde zwanen die in een akker in Zonnemaire zaten. Het waren voor mij de eerste wilde zwanen in drie jaar. De laatste keer was in 2016 op een mooie winterdag in de Biesbosch.
 
hier is de gele vlek en het neusgat goed te zien
Het zijn echt hele andere zwanen dan de kleine zwanen. Die zijn in de eerste plaats kleiner maar ook in hun houding en beweging zijn ze echt anders. De wilde zwaan is net als de knobbelzwaan een wat groffe, en lompe zwaan, dat zie je goed als ze langzaam waggelend door de akker stappen. De kleine zwaan is, ook door het formaat wat soepeler en leniger om te zien. Die stapt toch net wat eleganter door de maisstoppelakker. Daarnaast is het koppatroon ook verschillend. De wilde zwaan heeft flinke snavel met een gele vlek die in een punt, voorbij het neusgat eindigt.

De groep van 15 wilde zwanen die ik gisteren zag, bestond uit 10 volwassen vogels en maar liefst 5 jonge vogels. Deze verhouding van 30% jonge vogels heb ik bij de kleine zwanen nog nooit gezien. Het percentage jonge vogels bij kleine zwanen is in een goed jaar amper 12%. Te weinig om de het voortbestaan van de soort zeker te stellen.

een volwassen en jonge wilde zwaan
De wilde zwanen in Zonnemaire zitten op een natte akker met rottende oogstresten, ideaal voor deze vogels en ze waren niet alleen, toendra-rietganzen, grauwe ganzen en kleine zwanen genoten ook van de gevulde voederplaats. En er moet ook nog een hele bijzondere vogelsoort zitten maar het lukte mij niet om die te ont-dekken. De regen en harde wind zorgde ervoor dat ik mijn kijker niet droog kon houden waardoor ik de kleine rietgans niet kon vinden.

De wilde zwanen waren niet schuw en lieten zich goed fotograferen en beter nog, ik kon van dichtbij genieten van deze zeldzame wintergast.

vrijdag 1 februari 2019

Nesten herkennen?

het bos vanmorgen
De nesten van sommige vogels verraden welke vogelsoort hier thuishoort. En dat is handig als je door het bos, de wijk of het park loopt. De tijd dat de nesten weer opgeknapt worden of dat volledige nieuwbouw gepleegd wordt, breekt weer aan. Soms zijn nesten heel opvallend in het zicht gebouwd en soms heel stiekem verborgen.

Eksters bijvoorbeeld, bouwen hoog in de boom een enorm nest met een zogenaamd dak erboven, dat de veiligheid van de eieren en/of jongen moet waarborgen. Dat is wel het meest opvallende en meest herkenbare nest en niet te verwarren met andere vogelnesten van andere soorten. Maar het herkennen van de nesten van bijvoorbeeld spechten vraagt toch iets meer kennis en ze dan in het bos ook nog vinden, is verhaal twee.
van links naar rechts; zwarte specht, grote bonte specht en kleine bonte specht.
Elke spechtensoort bouwt zijn nest op zijn eigen manier in bomen. Een grote bonte specht hakt een mooi rond gat in een boom van een zachte houtsoort. Net als de kleine bonte specht die in het bos zijn nest graag in een berk uithakt, alleen de opening is een flink stuk kleiner dan dat van de grote bonte specht. Dan het nest van de zwarte specht, groot en zeker niet rond. Dit nest met een ovale nestopening wordt het liefst in een beuk uitgehakt, een harde houtsoort. De groene specht hakt in een oude loofboom een flink rond gat uit maar niet zoals de zwarte specht diep in het bos. De groene specht houdt meer van de bosranden en broedt zelfs in parken.

en als je echt geduld hebt is dit de beloning.
Met deze kennis in mijn achterhoofd speur ik in het bos naar spechtengaten en ben nu zover dat ik van de 4 meest voorkomende spechten in de boswachterij Dorst de nesten ook weet te zitten. De komende weken loop ik vrijwel wekelijks mijn rondje door het bos en controleer of er al activiteiten in de buurt van de verschillende nestopeningen te zien zijn. Een goede manier om te controleren of een nest in gebruik is of gebruikt gaat worden, is de bodem rond de boom te inspecteren op verse houtsnippers.

Dus de boomsoort, de vorm en grootte van het gat, de plek in het bos verklapt welke specht het nest bewoont en dat maakt het toch weer iets makkelijker spotten. Alleen de middelste bonte specht komt nog niet of incidenteel voor in de boswachterij Dorst en naar dat nest ben ik nog niet op zoek.