maandag 27 december 2021

Zal ik blijven of zal ik gaan?

vorige week, steenlopers op de strekdam
In de winter, als veel vogels in het warme Zuiden zitten, is het steeds weer bijzonder om hier overwinterende steltlopers te zien. Dan denk ik dat het wat verder naar het Zuiden toch een stuk aangenamer is dan hier bij ons. Maar waarom blijven flink wat soorten en de daarbij behorende aantallen hier? Afgelopen week zaten in de Biesbosch 357 bonte strandlopers, nooit heb ik daar eerder zoveel bontjes bij elkaar gezien. Ook de kemphanen zijn hier nu met meer vogels dan voorgaande winters. En zo zijn her en der in ons land wel grote groepen overwinterende steltlopers te vinden. 

Tsja, als er genoeg voedsel is, hoef je natuurlijk niet ver weg te gaan, iets anders kan ik niet bedenken. Maar waarom gaat de ene soort wel en de andere soort niet weg? Grutto's bijvoorbeeld, die zijn al maanden weg en komen pas in maart terug. Waarom gaan zij wel? Hoewel, sinds een paar maanden overwinteren twee grutto's in de Noordwaard. Heel bijzonder en ik ben benieuwd of ze het gaan redden. Ook kanoeten zijn bijna allemaal weg maar toch zaten er nog een paar op de strekdam bij Breskens. Heel apart.

silhouet van een winterse grutto 
Afgelopen week zag ik aan de kust ook weer grote groepen steenlopers. Een steltloper die deels wegtrekt en deels hier blijft. Die weten weer niet wat ze eigenlijk willen. De steenloper is iets grote dan de bonte strandloper en behoorlijk druk. Steeds tussen de stenen pikken en driftig heen en weer lopend scharrelt deze steltloper over de strekdammen en kades van grote basalt keien. Waar de bonte strandloper op drooggevallen slikjes zijn voedsel zoekt, doet de steenloper dat tussen de stenen en zie je hem nooit of amper op de slikjes naar voedsel zoeken. De steenloper is vrij algemeen aan de kust maar in de Noordwaard een zeldzame verschijning. Toch ben ik hem daar al verschillende keren tegengekomen. 

Bonte strandlopers op een slikje
En zo gaan sommige soorten steltlopers weg, blijven of komen anderen weer hier en er is een categorie die deels wegtrekt en deels hier blijft. Het leuke hiervan is dat het een sport wordt om een soort te ontdekken die eigenlijk weg hoort te zijn zoals grutto's en kanoeten. 

In het grijze winterkleed wat ze nu vrijwel allemaal aanhebben komt het aan op specifieke soortenkennis, snavelvorm en -lengte, pootlengte en -kleur, biotoop etc. etc. Het is een stuk lastiger dan ganzen, zwanen en eenden determineren maar maakt het wel heel uitdagend.

vrijdag 24 december 2021

Meer blauw in het riet.

de purperkoet op 20 december 2021
Vlakbij, aan de andere kant van de Merwede, net geen Biesbosch is een bijzondere vogel neer-gestreken. Een purperkoet uit Zuid Europa is via België naar hier gevlogen. Deze neef van de meerkoet heeft een onwaarschijnlijk mooi gekleurd verenkleed. Het blauw spat er vanaf en de fel contrasterende helder rode poten en snavel maken het plaatje af. Je kunt wel zien dat dit een vogel uit warmere streken is. 

Dit in tegenstelling tot de zwart-witte meerkoet. Die kleuren hebben in vergelijking met de purperkoet iets droevigs. Echt iets voor deze contreien. Ik kan me de eerste keer dat ik een purperkoet zag nog goed herinneren. 
De Nieuw Zeelandse Pukeko(2006)
Alleen was dat niet in Europa maar op 23 februari 2003 bij het plaatsje Te Anau op het Zuidereiland van Nieuw Zeeland. De purperkoet van daar is nauw verwant aan de Europese purperkoet. Dat is trouwens aan de Latijnse naam ook goed te zien, de onze heet in het Latijns Porphyrio Porphyrio en de Nieuw Zeelandse purperkoet heet in het Latijns Porphyrio Porphyrio Melanotes en de Maori noemen deze vogel een Pukeko.

Ze zien er vrijwel hetzelfde uit, de vogel op de foto boven heeft wat feller gekleurde poten maar dat kan evengoed met het geslacht of zelfs de tijd van het jaar te maken hebben. Ik heb wel eens foto's van de Pukeko uit Nieuw Zeeland gezien waar de poten ook zo fel gekleurd waren en dan zie je echt geen verschil meer. 

2 pukeko's 
De vogel die nu bij ons zit is on-geringd en dat zou kunnen duiden op een vogel uit het wild en geen kweekvogel of volièrevogel zoals ze dat dan wel eens noemen. De vogel heeft dan wel een lange reis achter de rug want hij moet dan uit Spanje, Portugal of Zuid Frankrijk komen. Er leven er ook wel wat op Sardinië maar die vliegen niet zomaar over de Middelandse Zee naar het Noorden.

De purperkoet bij Alblasserdam zit tegen een rietkraag maar zit daar vooral ook in en laat zich niet altijd even makkelijk zien. Ik had het geluk dat hij na een minuut of vijf in het riet omhoog klom en met zijn lange tenen greep hij steeds een paar stengels vast en kwam zo prima in het zicht zitten. 

"onze" purperkoet
Met het grootste gemak vond hij zijn evenwicht en de rietstengels waren sterk genoeg om de vogel te houden. De purperkoet heeft niet overal even  makkelijk, in Nieuw Zeeland en Europa is de vogel inmiddels bedreigd en in Zuid Europa zijn zelfs fokprogramma's gestart om de vogel te behouden. Wereldwijd echter, is de vogel niet bedreigd en dat geeft hoop want het zou toch jammer zijn als zoiets moois zou verdwijnen?

Wil je meer weten van deze prachtige verschijning, klik dan op de link;
https://nl.wikipedia.org/wiki/Purperkoet

dinsdag 21 december 2021

Kuifje aan zee.

kuifaalscholver in Cadzand
Afgelopen weekend viel mijn oog op een opvallend kleine aalscholver die op een strekdam bij Cadzand zat. Hij zat wel wat ver weg en ik zag hem tussen de palen van de strekdam zitten en dat maakte het lastig om het goed te bekijken. De foto's die ik maakte zouden later uitsluitsel moeten geven. Ik weet dat de laatste tijd redelijk wat kuifaalscholvers worden waargenomen maar dat is dan vooral bij Westkapelle, IJmuiden en Neeltje Jans.

Deze leek op het eerste gezicht toch een gewone aalscholver te zijn want de gele keelvlek was best groot en ik zag ook totaal geen sporen van een kuif(die hebben ze trouwens alleen in het broedseizoen). Later bleek het dus toch om een kuifaalscholver te gaan en dat was toch weer bijna vier jaar geleden dat ik er een zag. Door flink in te zoomen op de foto's zag ik de naalddunne snavel en samen met het kleine postuur dat gaf toch wel de doorslag. Een gewone aalscholver is groter en heeft een flinke dikke haaksnavel en daar was nu geen sprake van.

een "gewone" aalscholver
Ik las dat de kuifaalscholver hier niet vaak te zien is omdat hij onder rotsblokken, kleine grotten en in rotsspleten broedt en die hebben wij niet. Ze komen in heel Europa voor en dus zou je denken dat wij ze hier buiten het broedseizoen toch vrij makkelijk tegen moeten komen maar dat is dus niet zo.

Het gaat dus bijna altijd om toevalstreffers. Vogels die door een harde Westen of Noordwestenwind onze kant uit worden geblazen, daar moeten wij het van hebben. En dan heb je het over maximaal een vogel of vijftien voor heel ons land. De meeste kans maak je bij Neeltje Jans en de grote strekdammen bij IJmuiden en Scheveningen. Bij de Maasvlakte zag ik de kuifaalscholver voor het eerst maar dat is dus ook alweer meer dan vier jaar geleden.
Het kan heel goed zijn dat ik de afgelopen jaren al meerdere malen een kuifaalscholver heb gezien maar dat is mij dan gewoonweg niet opgevallen. Ik vind de verschillen zo klein dat je hier niet altijd scherp genoeg op bent. Het is misschien wel verstandig om wat vaker een aalscholver te bekijken en fotograferen want dan kan ik later wat meer details bekijken en mogelijk vaststellen dat het hier om een kuifje gaat.

Wil je meer weten van deze vetkuif, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kuifaalscholver

vrijdag 17 december 2021

En nu weer eens heel wat anders.

rechts van het berkje, net te laat voor een foto.
Dat kun je wel zeggen als je in een flits de Oostelijke vale spotvogel hebt gezien. Het zien van dit vogeltje deed mij terugdenken aan vorig jaar toen ik ook in een flits de goudlijster heb gezien. De goudlijster zat middenin de lockdown een paar dagen in Ouddorp. Via een tip van een toevallige ontmoeting met een vogelaar op de Brouwersdam kwamen wij erachter dat de goudlijster in Ouddorp zat. 

We wisten toen nog niet dat bijna honderd vogelaars van dit geheimpje afwisten en schrokken ook behoorlijk van de drukte. Maar goed, de goudlijster liet zich even in een flits zien en dat was voldoende om de vogel op de lijst te zetten. Niet de meest ideale manier om een nieuwe soort te spotten.
Oostelijke vale spotvogel
Afgelopen weekend, gebeurde opnieuw zoiets. De Oostelijk vale spotvogel zat alweer een tijdje in Nieuwvliet Bad maar werd de laatste dagen niet meer gemeld. Niet omdat de vogel weg was, maar meer omdat iedereen die dit vogeltje wilde zien, dat ook al had gedaan. De groep geïnteresseerden was zogezegd opgedroogd en hij zat daar alleen nog voor de allerlaatste vogelaars die hem wilde zien. Ik wilde toch nog een poging doen want twee dagen eerder was er toch nog een melding geweest en wie weet, krijg ik hem te zien.
spotvogel op vakantie bij De Roompot
Deze spotvogel komt oorspronkelijk uit Zuid- en Midden Europa en is tijdens de trek verkeerd afgeslagen en zit nu dus in Nieuwvliet Bad. Hij zit in een vakantiepark van De Roompot en wie weet is dit ook een soort vakantie voor hem? De vogel lijkt op een bosrietzanger, ook een beetje op een tuinfluiter maar ook een beetje op een kleine karekiet. Kortom de naam klein bruin vogeltje(KBV-tje) is hierop prima van toepassing. Gelukkig zijn al die zangvogeltjes in deze tijd allang vertrokken naar de overwinteringsgebieden want anders was het nog een lastige geweest om hem te herkennen.

Maar net als bij de goudlijster, liet het vogeltje zich meer heel even zien. Hij fladderde voor de rozenbottelstruik langs, dook de liguster in waar nog wat blaadjes aanzaten en weg was de spotvogel. Lang genoeg om een spotvogelachtig vogeltje te herkennen en de topvogelaars die ik daar tegenkwam, hielpen met het vinden en de determinatie. Handig want anders was deze soort aan mij voorbijgegaan. Achteraf had ik hier net zo weinig voldoening van als van de waarneming van de goudlijster. Ja, je hebt hem gezien maar daar is het toch mee gezegd.
een zingende o-v-spotvogel
Gisteren ging ik voor de herkansing en dat lukte een stuk beter. Ik zag de oostelijke vale spotvogel op een kleine 40 meter van de eerdere waarneming en hij zat nu opnieuw onderin de struiken. Heel erg beweeglijk en onmogelijk te fotograferen. 

Ik zag dat deze vogel meer grijs dan bruin was en de snavel was behoorlijk lang en dun. Het leek er zelfs even op dat de snavel omhoog gewipt was maar dat kwam door de houding van de kop die daardoor ook plat leek. een beetje langgerekt kopje zeg maar. Ondanks de korte waarneming gaf deze keer de vondst een stuk me.er voldoening. Ik had hem immers zelf gevonden en hij staat nu op mijn netvlies gebrand.

Wil je meer weten van deze bijzondere wintergast, klik dan op de link;
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oostelijke_vale_spotvogel

dinsdag 14 december 2021

En nu een witbuik.

drie van de zeventien witbuikrotganzen
Rotganzen zijn echte kustvogels en ik heb ooit eens een enkele rotgans in de Biesbosch gezien verder alleen maar aan de kust. De afgelopen dagen heb ik weer genoeg rotganzen gezien en ook deze keer weer een bijzondere, namelijk de witbuikrotgans. Een aparte rotganzensoort die door sommigen een ondersoort van de gewone rotgans wordt gezien. 

Maar in de boeken worden de witbuik- en zwarte rotgans als afzonderlijk soorten gezien. De drie rotgans soorten hebben ook ieder een eigen leef- en broedgebied.

zwarte rotgans(l), gewone rotgans(r)
En om het makkelijk te maken, de zwarte rotgans is de witste dan de drie, de witbuikrotgans is bijna net zo wit als de gewone rotgans en die is de eigenlijk weer de zwartste van de drie rotganzen. Het gaat dan ook hier weer om de subtiele verschilletjes. 

Bij de zwarte rotgans loopt het zwart van de hals door tot tussen de poten en bij de witbuik zoals de naam al doet vermoeden, loopt het grijs van de hals door tot tussen de poten. Bij de gewone rotgans is dat wat donkerder en zelfs wat bruiner te noemen. Lekker makkelijk allemaal en ik snap dat hierin veel vergissingen worden gemaakt

de groep witbuiken van gisteren
De witbuikrotganzen van gisteren, want het waren er meer en het was zelfs een groepje van zeventien vogels, zaten op een strekdam in de Westerschelde. In de groep zat ook een geringde rotgans(Y(0)/WYa) en dat is een vogel die in Denemarken is geringd, broedt op Spitsbergen en nu alweer voor het tweede jaar in het Westerschelde gebied overwinterd. 

De leefgebieden van de drie soorten zijn ook verschillend. De witbuik rotgans komt van ver want die leeft in Canada, Groenland en Spitsbergen. De zwarte rotgans komt van nog verderweg en broedt in Noordoost Siberië, Noordwest Canada en Alaska en de gewoonste van de drie overwinteraars, broedt in West Siberië, hier om de hoek zeg maar, die vliegt het minst ver en dat verklaard ook de grote aantallen hier in de winter.

vrijdag 10 december 2021

Waarom?

een groep van 130 groenlingen (november 2020)
Waarom is het ene jaar zoveel anders dan het ander jaar. In een jaar met amper winterse omstandigheden kunnen zomaar honderden groenlingen, vinken en geelgorzen de uitgebloeide akkerranden bevolken. Het jaar daarop, met vrijwel gelijke omstandigheden, zie je in diezelfde akkerranden amper foeragerende vogels. 

Waar zijn die zaadeters dan toch gebleven? De akkerranden staan vol met uitgebloeide zaadplanten en bloemen. Voedsel genoeg en waarom wordt deze gedekte tafel dan toch overgeslagen? Ik sprak een hele goede vogelaar en die dacht dat het tot nu toe niet koud genoeg was geweest en dat ze wat later in het winterseizoen heus wel zouden komen. 

trio van groenling, geelgors en vink
(de winter van 2020/2021) 
En dat vraag ik mij toch af, vorig najaar verliep qua temperatuur vrijwel gelijk, de neerslag was toen wel stukken minder dan dit jaar maar dat maakt volgens mij niet echt uit. Er moet toch gegeten worden. Waar ik nu met pijn en moeite tot amper tachtig vogels kom, kwam ik ik vorig jaar in exact dezelfde periode tot vierhonderd-vijfhonderd zaadeters. En dat is toch een substantieel verschil. 

De vogelwereld is alles behalve dan voorspelbaar. Op de vogeltrek na dan, die vindt twee keer per jaar plaats en daar doen ze vrijwel allemaal aan mee. Alleen hoe die trek verloopt, is altijd een verrassing. Elk jaar maak ik zo wel een keer iets mee dat eenmalig is. Zo zag ik alweer drie jaar geleden in november in de Noordwaard een groep van ruim honderd watersnippen bij elkaar zitten, dat heb ik daarna nooit meer zo gezien.

En vorig jaar barstte het van de kramsvogels die zelfs hier in de Oranjepolder in grote groepen foerageerden op de meidoorn bessen. Dit jaar moet je moeite doen om een enkele kramsvogel te zien. Twee jaar geleden zaten amper kleine zwanen in de Willemspolder en alle andere jaren ervoor en erna overwinteren hier minstens tachtig kleine zwanen. En zo zijn er nog veel meer eenmalige en achteraf onverklaarbare verschijnsels te noemen.  Maakt het vogelen wel interessant.

dinsdag 7 december 2021

Weerzien met 052E

052E in een aardappelakker
Vorig jaar, op 2 december zagen we in Zeeland een groepje kleine zwanen met in die groep een kleine zwaan met halsband. In Nederland worden gele halsbanden met zwarte letters en cijfers gebruikt. Meestal drie letters en een letter. Deze kleine zwaan had een halsband met de cijfer/letter combinatie 052E en hij was op 26 december 2014 in de buurt van Bernheze in Oost Brabant geringd en voorzien van deze bewuste gele halsband. Deze vogel is een mannetje en blijkt een bijzonder reislustig type te zijn. 

Dat hij zo reislustig is, ben ik te weten gekomen door de honderden meldingen uit heel Noord Europa van deze zwaan. Een paar dagen nadat hij geringd was, vertrok deze zwaan al naar België en na de winter, begin april is de zwaan naar Estland vertrokken. Daarna is het even stil gebleven, maar de zwaan zal ongetwijfeld doorgevlogen zijn naar het Kola schiereiland en misschien wel verder tot aan de monding van de Kolyma rivier in Oost-Siberië. In oktober was hij alweer terug en is via Lauwersoog terug naar Zeeland gevlogen en net als het jaar daarvoor is hij wat later in de winter opnieuw naar België gegaan.

een klein deel van de levensloop van 052E
Het jaar daarna is hij via België zelfs doorgevlogen naar Engeland en van daar rechtstreeks door naar Estland. In de winter van 2018/2019 is hij niet naar Nederland gekomen en heeft in Duitsland overwinterd. De winters daarna is hij wel wat meer gaan zwerven. Via verschillende landen zoals Denemarken, Duitsland, Estland, België, Nederland en Engeland heeft hij zijn overwinteringsgebied verder uitgebreid. 

een deel vaan de groep met 1 jong
Vorig jaar op 2 december 2020 zat hij in het Zeeuwse Oosterland en dit jaar op 3 december zat hij vrijwel op dezelfde aardappelakker. Toen ik de halsband aflas, herinnerde ik mij deze zwaan en dat was weer prachtig om hem gezond en wel terug te zien. Al zeven jaar door Noordwest Europa zwervend en alle gevaren trotserend, dat is toch geweldig!?
 
In de groep van 41 kleine zwanen zaten 11 jonge vogels, sommige vogels nog helemaal asgrijs en waarschijnlijk laat in het seizoen geboren maar ook al een paar helemaal uitgekleurde beesten. Het kan zijn dat die vroeg in het voorjaar zijn geboren. In het tweede jaar zijn ze net als de ouders helemaal wit.

Wil je meer weten van deze bijzondere Europeaan, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-zwaan

donderdag 2 december 2021

Prachtig gekleurde kruisbekken.

mannetje kruisbek
En ineens zijn er weer volop kruisbekken en dat is het tweede jaar op rij dat ze in mooie aantallen aanwezig zijn. Kruisbekken bij ons betekent dat daar waar ze vandaan komen minder voedsel beschikbaar is of moeilijk beschikbaar. Dat geldt voor zoveel wintergasten, als het "thuis" niet goed zit met het voedsel, moeten ze wel op zoek naar betere oorden en zien we ze hier. In een slecht jaar voor ons gaat het om enkele duizenden vogels maar in een goed jaar kunnen hier tienduizenden vogels overwinteren en dat is dan wel een slecht jaar voor de kruisbekken want dan is er thuis niet te eten.

En als dat aan de hand is gaat het dan niet alleen om kruisbekken maar ook om grote en kleine barmsijzen, kepen, sijzen, koperwieken, kramsvogels en soms ook pestvogels. Die laatste is echt zeldzaam en het gaat hier in de winter vrijwel nooit om grote aantallen. Maar de kruisbekken daarentegen, daar kun je flinke aantallen van tegenkomen. Meestal in de buurt van de dennen en sparren waar ze zich tegoed doen aan de onrijpe kegels. In Dorst heb je zo'n plekje waar ze boven in de toppen van de dennen te vinden zijn. Ik speur daar de toppen af en als ze in Dorst zijn, vind ik ze daar negen van de tien keer. 

een groepje kruisbekken
Afgelopen week zag ik zeker elf mannen en vrouwen, deze keer in een berkje dat vlakbij de grove dennen stond. Mooie rood gekleurde mannen en olijfgroene vrouwen. Dat is bij kruisbekken juist zo makkelijk, de mannen en vrouwen hebben een totaal ander gekleurd verenkleed. Bij de meeste vogels is dat niet zo uitgesproken verschillend. 

Wat trouwens ook altijd goed werkt om kruisbekken te spotten, is in de vroege ochtend, als het net een half uurtje licht is, in het bos bij de dennen rustig te wachten. De kruisbekken gaan dan heel actief voedsel zoeken en dat doen ze behoorlijk luidruchtig. Meestal vliegen ze dan druk kwetterend heen en weer en soms zitten ze ook op de grond om te drinken aan de rand van een leemput. 
kruisbek vrouwtje
In ieder geval is deze waarneming weer hoopvol te noemen want het zou dus kunnen dat we hier de hele winter plezier van hebben. Ik zoek de kruisbekken altijd in de buurt van dennen en sparren en enkele jaren geleden lukte dat ook wel eens in een lariksbosje. Alleen hebben de lariksen in Dorst de afgelopen jaren door de droogte een flinke opdonder gekregen en zijn veel bomen doodgegaan. Daar valt geen voedsel meer te halen en ook andere vogels zie ik daar nog amper. 

Wil je meer weten van deze aparte vogels, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kruisbek