vrijdag 29 mei 2020

Grauwe klauwieren zijn er klaar voor.

koppeltje grauwe klauwieren
Ook weer zo´n zeldzame vogel waar je of geluk mee moet hebben of toevallig weet waar zo´n zeldzaam beestje jaarlijks terug te vinden is. Tot die categorie is de grauwe klauwier te rekenen. Een zeer zeldzame broedvogel die je bijna nergens meer tegenkomt.

Ik heb inmiddels wel in de gaten dat deze vogelsoort niet zo van onze strakke opgeruimde agrarische gebieden houdt. Maar zodra het gebied robuust genoeg is en wij er met onze fikken grotendeels vanaf blijven, kom je in de buurt van het ideale klauwieren leefgebied.

Ruige akkers met veel kruidige planten die massa´s insecten aantrekken, natuurlijke akkerafscheidingen met kleine boompjes,
braamstruiken, meidoorn en sleedoorn daar houden ze van. En zeker geen verkavelde polder uit de zeventiger jaren, die verafschuwen ze. Het devies is dus, niet teveel aankomen, een beetje sleutelen aan het waterpeil en zorgen voor rust dan komt het vanzelf goed.

vrijgezelle mannetjes klauwier
En dat laatste advies heeft bij een aantal van die voormalige agrarische gebieden fantastische resultaten opgeleverd. Kijk maar eens bij Huis ter Heide, de Zonzeelse polder en de Lage Vuchtpolder. In deze drie gebieden komen weer kwartels, poseleinhoen, grauwe klauwieren en broedende grutto's voor. En voor die laatste ben ik extra blij omdat die het toch wel heel erg zwaar heeft. De grauwe klauwier doet het stilletjes aan wat beter en afgelopen week zag ik zelfs twee mannetjes en een vrouwtje foerageervluchten maken. Aan broeden zijn ze nog niet toe, dat gaat volgende maand gebeuren. Mijn hoop is toch wel gevestigd op de aankomst van een tweede vrouw. Dan zouden dus twee broedpaartjes grauwe klauwieren hier vlakbij tot broeden komen.

Wil je meer weten van deze zeer zeldzame klauwier, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grauwe-klauwier

dinsdag 26 mei 2020

Orpheusspotvogel, wah?

 Ὀρφεύς,spotvogel  (Orpheus spotvogel)
Soms is je gevoel volgen nog niet zo verkeerd. Afgelopen zondag hoorde ik een spotvogel zingen en niet veel later zag ik hem ook uitbundig zijn best doen. Iets in zijn lied klonk anders dan de liedjes van de twee spotvogels die ik die ochtend iets eerder al gehoord had. Ik miste het snerpende `tussendoor` deuntje maar ja dat is niet direct een reden om `ongerust` te worden. De spotvogel en ook de bosrietzanger staan er om bekend dat het fantastische imitators zijn, dus een variatie op het bekende liedje zou best kunnen. Dat de vogel een stuk sneller zong dan de gewone spotvogel was me nog niet eens opgevallen.

En deze spotvogel zat ook nog eens luid en duidelijk in de top van een jong boompje en deed geen moeite om het zicht te blijven en dat doet een spotvogel juist wel. Een mooie kans om deze vrolijke zanger eens goed op de foto te zetten. Alles bij elkaar genomen, zorgde deze ontmoeting toch voor wat twijfel. Zou het dan toch een niet alledaagse spotvogel zijn? Ik meldde de vogel voor de zekerheid als onzekere Orpheus- spotvogel en voegde mijn beste foto´s toe.

zeer korte handpenprojectie
Wat ik nog niet zo in de gaten had, was het belang van de handpenprojectie en als ik dat van tevoren had geweten was de determinatie een stuk makkelijker geweest. De handpennen van een Orpheus zijn namelijk een derde korter dan die van de spotvogel. Weer wat geleerd.

Gelukkig had ik die foto waar dat heel goed op te zien was voor de moderator van waarneming.nl beschikbaar. Hier rechts is goed te zien dat de handpennen een stuk korter zijn dan bij een `gewone` spotvogel. Die handpennen steken ver voorbij de stuit en liggen naast de staart. Toen de waarneming als `prima Orpheus` werd goedgekeurd was ik vanzelfsprekend blij. Een nieuwe zeldzame soort zelf ontdekken, weliswaar met wat hulp van waarneming.nl is altijd leuk Het gaat immers over slechts enkele vogels per jaar die ons land aandoen.
 Ὀρφεύς, Orpheus
Maar die naam is mij nog steeds een raadsel. Vaak zie je wel de naam van een weten-schapper terug in de vogelnaam maar deze is toch wel bijzonder te noemen. Orpheus(of Ὀρφεύς) was een semi-mythische figuur die in de Griekse mythologie tot de zeven wijzen wordt gerekend en gedood werd door zeven nimfen.

Genoeg geschiedenis zo en nou hoop ik dat deze Orpheus(spotvogel) dit leed bespaard blijft. Normaal leeft dit beestje in het zuiden van Europa en overwintert in Afrika. De opwarming van de aarde zou er zomaar eens voor kunnen zorgen dat dit vogeltje zijn noordelijke grens steeds wat verder opschuift en steeds vaker bij ons te zien en te horen zal zijn. Maar dan zijn we denk ik toch heel wat jaartjes verder en moeten we het voorlopig doen met dit soort incidentele waarnemingen ook wel gelukstreffers genoemd.

Wil je meer weten van deze mythologische vogel, klik dan op de link
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/orpheusspotvogelvogels/

vrijdag 22 mei 2020

Jonge geluk in de natte Biesbosch

zeearend op het nest
Ze blijven tot de verbeelding spreken, zee-arenden. Het blijft altijd weer tot de verbeelding spreken als je er een over ziet vliegen. De spanwijdte van bijna tweeëneen-halve meter, de uitstraling en kracht maken indruk. In deze tijd leven twee koppels in de Biesbosch en in de winter vliegen hier wel tien zeearenden rond. Jonge beesten, veelal uit Duitsland en Denemarken. In deze periode is het wel wat rustiger, de twee koppels broeden of zorgen voor de jong uitgekomen vogels. De vluchten die ze nu nog maken, zijn voedsel-vluchten en die maken ze niet meer dan nodig.

Afgelopen zondag, na de BMP(Broedvogel Monitoring Project) telling in de Noorderplaat is het van daaruit maar een heel klein stukje varen naar de nestboom van de zeearend.
Noorderplaat
De boom ligt wat dieper in een bomenstrook langs het water en je moet je bootje dan goed positioneren om het nest te kunnen zien. Het is een totaal ander gebied dan de oude rietpolders waar we inventariseren. Die zijn wijds, nat en met heel veel riet. En ook dit jaar zijn in de Noordwaard maar ook in de Vijfambachten weer grote stroken riet gemaaid waardoor veel water zichtbaar wordt.
Op die open watervlakten is het voor de zeearend makkelijk jagen. Hij hoeft zich maar uit het nest te laten vallen en hij zeilt zo naar de overkant waar de ganzen voor het oprapen liggen. Het zou dus zomaar kunnen dat we daardoor de zeearenden wat minder in de Noordwaard zien.

Zoals ik het afgelopen zondag kon zien, heeft ons koppel zeearenden dit jaar een jong uitgebroed. Nu maar hopen dat het sterk genoeg is om op te groeien en volwassen te worden. Dit jong is al behoorlijk groot en zit fier rechtop in het nest en gaat een spannende tijd tegemoet.

Na een aantal zeer succesvolle jaren met steeds twee jongen is het de afgelopen paar jaar wat minder gesteld met dit koppel. En hoe het met het koppel zeearenden aan de Dordrechtse kant van de Biesbosch is gesteld weet ik niet. Het is te hopen dat hier wel twee jongen uitvliegen zodat het aantal Biesbosch arenden blijft uitbreiden want er is voldoende ruimte voor een derde paar zeearenden. In het buitenland, Duitsland bijvoorbeeld broeden zeearenden veel dichter bij elkaar dan bij ons. Blijven hopen dus.

Wil je meer weten van onze grootste roofvogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zeearend

dinsdag 19 mei 2020

Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is.

porseleinhoen in de Biesbosch
Van sommige vogels blijft het herkennen van hun zang een lastig verhaal. Op de een of andere manier blijft het riedeltje of deuntje niet hangen en er zijn ook vogels waar je de zang of roep maar een keer hoeft te horen om hem nooit meer te vergeten. Van die laatste categorie kan ik er drie zo noemen die ik direct herken ook al heb of had ik die zang maar een of een paar keer gehoord. De spotvogel, de kwartel en het porseleinhoen zijn drie van de vogels die ik direct herkende na slechts een keer gehoord te hebben. Voor het porseleinhoen zat daar zelfs drie jaar tussen. Zo herkenbaar en zo bijzonder is het geluid. Dat vergeet ik dus nooit meer.

De zang van een braamsluiper daarentegen is zo algemeen, zo gewoon en past bij zoveel andere vogels dat je er als het ware "overheen" luistert. Het geluid heeft geen bijzondere melodie, klank, volume of variatie. Soms doet de zang van de braamsluiper denken aan de zang van een pimpelmees. Iets lager van klank, iets harder maar verder lijkt het hier toch wel een beetje op. En zo zijn er nog wel een paar te noemen die een vergelijkbaar geluidje produceren. De braamsluiper komt meer voor dan ik in eerste instantie dacht. Het is een echt algemene soort die in vrijwel heel Nederland te horen is. De beste plekken om de braamsluiper te horen is aan de kust. De duinstruwelen hebben zijn voorkeur en ik hoor ze het vaakst bij Ouddorp en Neeltje Jans.

braamsluiper aan de Zeeuwse kust
De zang is maar kort te horen en dit is de beste tijd. Afgelopen week hoorde ik de braam-sluiper bij De Kwade Hoek en een paar weken eerder bij een duinovergang in Ouddorp. Maar leuker nog was de zingende braamsluiper aan de Bandijk in de Biesbosch. Dit vogeltje op de foto zetten is een ander verhaal. En wat dat stiekeme gedrag betreft doet hij zijn naam eer aan en sluipt hij door het struikgewas.

Een mooie zang of baltsvlucht is er niet bij, net zomin een mooie hoog gelegen zangpost. Vorig jaar april dacht ik een grasmus te zien en naar later bleek dat ik bij toeval een braam-sluiper had gefotografeerd. Een geluk bij een ongelukje zullen we maar zeggen alhoewel er niet over een ongelukje gesproken kan worden.

In de maanden maart tot en met eind mei is een toptijd om de vogelgeluiden weer te herkennen. Heb je de geluiden na een maandje of twee weer een beetje tussen de oren zitten, beginnen de alweer aan een zwijgzame periode van een maand of acht, negen. De broedtijd is dan voorbij en daarmee ook de noodzaak om te zingen. Het devies is dan ook, maximaal naar buiten en luisteren naar die krengen!

Wil je meer weten van de stiekeme braamsluiper, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/braamsluiper

vrijdag 15 mei 2020

Piepers uitbroeden.

waakse graspieper
Graspiepers zijn al vaker aan bod gekomen en dan ging het met name om de herkenning van het geluid of het verschil in het verenpak van de verschillende piepersoorten. Ik had daar in het verleden nogal eens moeite mee. Maar als zo vaak, door het vele doen, krijg je steeds meer ervaring. Ook de biotoop, de tijd van het jaar, de vertrokken soorten piepers en de soorten die net gearriveerd zijn zorgen voor een steeds beter wordende determinatie.

De graspiepers is wel de meest algemene pieper en is ook het hele jaar hier te vinden. De graspieper wordt door weidevogelbeschermers en ook door SOVON als weidvogel gezien en ik tel de graspiepers dan ook mee in de tellingen van de Noordwaard.


goed verborgen nest
Afgelopen week was in aan de kust en liep bij Ouddorp door een duin-vallei. Die wandeling is elke keer weer een traktatie, een prachtige natuur met heel veel zingende vogels. En het is ook een gebied met een meer dan gemiddelde variatie aan vogels. Ik denk dat dat te maken heeft met de combinatie van grote open vlakten, waterpartijen, dikke rietkragen, duinstruikgewas en ook wat bomen. Er is voor elke vogel wel wat te vinden. En ook hier komen graspiepers volop voor. In dit gebied broeden nu talloze vogels en de graspieper is er een van. De graspieper broedt op de grond, goed verstopt en vrijwel onvindbaar.


piepers in de dop
Ik zag een graspieper opvliegen vlakbij een graspol en dat is verdacht te noemen. Typisch zo'n plekje voor een nestje. Ik zag direct dat ik het bij het juiste eind had. Goed verscholen tegen de graspol aan met wat overhangende grassprieten was het nest perfect gecamoufleerd. Vijf eitjes lagen in het kommetje van strootjes, de vogel op korte afstand alarmerend. Snel wat foto's gemaakt en de vogel met rust gelaten. Voor mij de eerste keer dat het lukte om een nestje graspiepers te vinden. Als de graspieper niet was opgevlogen dan had ik het nestje nooit gevonden.

Wil je meer weten van deze goed verborgen weidevogel, klik dan op de link
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/graspieper

dinsdag 12 mei 2020

In mei leggen alle vogels een ei.

scholeksters vanmiddag in de Willemspolder
In mei leggen alle vogels een ei, dat is een oud gezegde en is deels ook waar. Voor de weide-vogels is mei echter de maand waarin de jongen vliegvlug worden of zelfs al enkele weken zijn. Een aantal weidevogels begint al in maart met broeden en met name de kieviten beginnen erg vroeg met broeden. De echte vroege kieviten, die sterk genoeg zijn en voldoende in conditie komen, zijn zelfs in staat om nu het tweede legsel af te hebben. Dat zijn er niet veel, amper 30% komt voldoende in conditie voor een tweede leg.

Dat kieviten zo vroeg zijn, komt natuurlijk ook omdat ze in de winter gewoon hier blijven en geen lange tocht uit Zuid-Europa of Afrika achter de rug hebben. Grutto's zijn om die reden nog maar net terug en ook nog maar net begonnen met broeden. Gisteren en vandaag stonden voor mij in het teken van deze weide-vogels. Gisteren weidevogels inventariseren in de Noordwaard en vandaag beschermen in de Willemspolder.
combinest(links 2x kievit, rechts 2x kluut)
In de Noordwaard zitten nogal wat vogels op eieren, wat kieviten, tureluurs, kluten, schol-eksters, wulpen en een enkele grutto. De kieviten in de Willemspolder zijn bijna allemaal klaar en trekken na gedane arbeid richting de Noordwaard waar ze zich in grote groepen verzamelen en bij laag water gezamenlijk foerageren op de slikken.

In de Willemspolder zijn de scholeksters nog volop aan hun seizoen bezig. Altijd wat later dan de kieviten en voor hun geldt wel degelijk het gezegde "in mei leggen alle scholeksters een ei". Dat laatste werd ook bevestigd want vandaag vonden we in drie verschillende akkers(bieten en maïs percelen) scholekster nesten. In de Noordwaard is het altijd wat lastiger om nesten te zoeken omdat we daar de vogels niet willen verstoren.


jong kluutje
Met name wulpen, tureluurs, kluten en grutto's zijn erg gevoelig voor verstoringen. En dat wil je natuurlijk niet. De vogels hebben het daar overigens nog wat moeilijker dan in de Willemspolder, dit agrarisch gebied trekt door de menselijke activiteiten minder makkelijk predatoren aan. In de Noordwaard is dat een ander verhaal en de vogels moeten daar knokken voor hun leven en hun nageslacht. En dat gaat soms ook mis, zoals voor deze arme jonge kluut
Toch ziet het broedresultaat er in de Noordwaard er goed uit en dat in tegenstelling tot het broedresultaat de Willemspolder. Dit jaar is weer een slechter jaar voor de kieviten en een klein lichtpuntje is  het licht toenemende aantal scholekster nesten. Hoe het met de broedende wulpen in de Willemspolder is, is niet duidelijk. Ze zitten er in ieder geval wel en geeft moed.

vrijdag 8 mei 2020

Je ziet 'm niet, hij zit in 't riet.

mannetje bruine kiek
In de Zonzeelse polder liggen een paar grote rietvelden. Niet in het water maar gewoon in de weilanden liggen twee grote rechthoekige percelen riet. Ik vermoed dat dit voormalige rietproductie velden zijn. In de laatste jaren is er geen rietpijl geoogst dus ik denk dat ze ze laten liggen voor wat het is. Dit overjarige riet heeft natuurlijk een zekere aantrekkings-kracht voor rietvogels.

Ik hoor hier nu alweer een paar weken de sprinkhaanzanger, rietgorzen en rietzangers zingen. Alle drie houden ze van robuuste rietkragen of -velden. En er leeft in het eerste rietveld vrijwel zeker ook een koppel bruine kiekendieven. Het hele jaar door kun je die bruine kieken hier zien zweven. Diep in de vleugels hangend "cruisen" ze over het eerste rietveld. Niet vaak komen ze naar de Zonzeelse, die op een metertje of honderd ernaast ligt, ze zijn hier erg honkvast.

De bruine kieken broeden op de grond en dat is toch wel erg bijzonder want alle roofvogels broeden toch in bomen en nestkasten.
haviksnest(bossen van Dorst)
Neem nou een buizerd, die bouwt zijn nest toch op een metertje of tien of hoger. Lager dan tien meter kom je de buizerd eigenlijk niet tegen. De torenvalk is ook al geen grondbroeder, sterker nog, die bouwt niet eens een nest en gaat liever in een nestkast zitten. De havik, zeearend en visarend zijn kampioen grote tot enorme nesten bouwers.

Trouwens een kiekendief is ook een havikachtige en binnen zo'n familiegroep kunnen dus ook echte uitersten op ver-schillende vlakken voorkomen, dus ook in de manier van nesten bouwen en broeden. De havik broedt in een gemengd bosgebied en ook nog eens een flink stuk boven de grond. Heel wat anders dan op de grond in een rietveld.

Omdat ik de vogel eigenlijk altijd wel ergens in de buurt zie, heb ik niet zo het idee dat dit een vrij zeldzame en schaarse broedvogel in Nederland  is. Maar niets is minder waar, we moeten het met amper duizend broedparen doen en het is maar de vraag of dit aantal kunnen behouden. Ik zie overal de leefomstandigheden voor veel vogelsoorten veranderen en dat is niet altijd in het voordeel van vogels. Ik hoop dan ook dat de eigenaar van de twee grote rietpercelen naast de Zonzeelse polder deze velden laat voor wat het ze zijn en zo misschien per ongeluk een zeldzaam broedpaar redt.

Wil je meer weten van deze prachtige grondbroeder, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bruine-kiekendief

dinsdag 5 mei 2020

Karekiet tettert er weer op los.

kleine karekiet
Ik moest er dit jaar lang op wachten om de eerste kleine karekiet te horen zingen. Nog net in april hoorde ik de eerste zingen in het riet van de Zonzeelse polder. Eerdere jaren had ik de eerste van het seizoen al dik een week eerder gehoord maar dat was dan ook diep in de "natte" Biesbosch. In de grote oude rietpolders arriveren de kleine karekieten net wat eerder dan in de gebieden daarbuiten. Waarom dat is weet ik niet maar het viel me nu wel erg op.

Normaalgesproken ben ik vanaf begin maart in deze oude rietpolders te vinden voor de BMP(Broedvogel Monitoring Project) maar het virus heeft daar een stokje voor gestoken. Alle vrijwilliger activiteiten waren geschrapt en onze inbreng werd voorlopig op de lange baan geschoven.

Ik liep er de afgelopen weken zelfs speciaal op. De oren gespitst om het bekende "kare-kare-kare-kiet-kiet-kiet" liedje op te vangen. Ik zag wel dat er al volop meldingen van zingende kleine karekieten waren maar ik vermoed dat daar ook nogal wat rietzangers tussen zaten. Niet iedereen hoort direct het verschil tussen een rietzanger en een kleine karekiet. Voor de een is het bekende geluid zo klaar als een klontje, voor de ander is het nog een gokje.

De eerst van dit jaar in Zonzeel
Ze komen altijd wat later aan dan de meeste rietvogels omdat ze van heel ver moeten komen. Deze lange afstandstrekkers moeten namelijk de Sahara oversteken. De laatste in de rij van rietvogels die nog moet arriveren is de bosrietzanger. Maar ja, die moet dan ook helemaal van Zuid-Afrika terugkomen. Die heeft de langste vlucht voor de boeg.

Afgelopen dagen hoor ik de kleine karekiet overal, ineens zijn ze allemaal terug. Langs Het Kromgat, in een rietstrook van een kleine twee kilometer, hoorde ik vier kleine karekieten zingen. Hoeveel zouden dat er dan in de oude rietpolders in de Biesbosch wel niet zijn? Afgelopen jaar zongen in de eerst week van mei in polder de Noorderplaat maar liefst 33 kleine karekieten. Serieuze aantallen!

Wil je meer weten van de op en top rietvogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-karekiet

vrijdag 1 mei 2020

Snorren in het riet.


zingende snor

Vanaf begin april ben ik wekelijks in de Biesbosch te vinden voor de weidevogel inventarisatie. In de Noordwaard worden wekelijks alle weidevogels geteld en precies in kaart gebracht, waar zit wat en wat is het (broed)gedrag? Maar tijdens deze inventarisatieronde hoor en zie ik natuurlijk ook veel andere vogels. En wat in deze periode opvalt, is dat ik op meer plekken dan anders, snorren hoor zingen. Niet te verwarren met de sprinkhaanzangers die ook in de Noordwaard leven. Gelukkig hebben beide vogelsoorten een voorkeur voor een verschillend biotoop. Ik kom ze daarom ook nooit in hetzelfde gebied tegen. De snorren teken ik in op een kaart van de Noordwaard want het is een bijzondere soort die wel voor de BSP(Bijzondere Soorten Project) meetelt. Op deze kaart staan vooral de roofvogels, roerdompen, bauwborsten en dus ook snorren. 


sprinkhaanzanger met gevlekte binnenstaart

En bij twijfel of het een snor of een sprinkhaanzanger is, biedt de staart uitkomst. Beide soorten kiezen voor een hoge zangpost in het riet en zijn dan ook goed te bekijken. De binnenkant van de staart van de sprinkhaanzanger is gevlekt en die van de snor is egaal bruin gekleurd. Een geoefend oog ziet dan gelijk om welke soort het gaat. Nu is de zang in combinatie met de biotoop over het algemeen afdoende maar bij twijfel is de staarttekening dan een oplossing. In de polder Vogelenzang telde ik drie zingende mannen, aan de Bandijk bij de splitsing met de weg naar de camping een zingende man, langs de Deenenplaatweg ook een zingende man en aan de rand van polder Maltha zat ook een man te zingen. Ik kende de zingende snorren vooral van de oude rietpolders, Noorderplaat, Vijfambachten en Ruwen Hennip maar deze plekken komen daar nu bij.


Wil je meer weten van de zingende snor, klik dan op de link;