vrijdag 31 augustus 2018

Jonge huismussen doen goed mee.

bijna uitgekleurde jongeman
Alledaagser kan het bijna niet, de doodgewone huismus die je overal waar wij ook zijn, tegen kunt komen. Staat er ergens in de wijk een beukenhaag, laurierhaag of dikke klimop schutting, dan zijn er wel huismussen te vinden. En niet een huismus of een paar maar het zijn er dan ook gelijk een hele hoop. Het zijn echte kolonievogels die ook, in zeg maar, los kolonie verband in de wijken broeden.

In het voorjaar hebben ze het erg druk en kwetteren ze er lustig op los, vliegen in groepjes achter elkaar aanjagend door de straten en tuinen, geen oog hebbend voor onze aanwezigheid. De jonge mussen zijn ondertussen al lang en breed uitgevlogen en kiezen nu hun eigen weg. En dat is soms erg ver van hun geboortenestje vandaan. Ze hebben niet zo'n binding met hun geboorteplekje. Er is ooit wel eens een jonge mus meer dan 500 km verder dan zijn geboorteplekje aangetroffen.

volwassen mannetjesmus
Het was, ja en ik schrijf het nog maar eens op, het was een zeer algemeen, veel voorkomende broedvogel waar de aantallen in de zeventiger jaren op een kleine 2 miljoen broedparen lagen en daar is nu, heden ten dage, amper een derde van overgebleven.

Door onze isolatiedrang is het voor de huismussen vrijwel on-mogelijk geworden om onder de dakpannen te nestelen. Daar-naast zijn nog tal van factoren te noemen die de achteruitgang van de huismus verklaren. Jammer, want het is een gezellig vogeltje dat ook nog eens niet schuw is en tot op een meter afstand de gemorste kruimeltjes komt oppikken.

huismus vrouwtje
Tussen de huismussen die ik onlangs rond mijn terrastafel gadesloeg, zaten ook wat jonge huismussen. Het is nog niet zo makkelijk om die jonge beestjes te  ontdekken want ze kleuren al vrij snel naar het volwassene kleed. De vrouwtjes zien er allemaal gelijk uit en is dat verschil tussen jong en oud niet of nauwelijks waar te nemen. Althans voor mij niet en een meer ervaren vogelaar ziet dat verschil mogelijk wel.

Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is goed te zien en dat is bij de ringmus wel even anders. Bij deze mussensoort zijn de mannen en vrouwen hetzelfde gekleurd en getekend. Maar die zitten niet vaak in de woonwijken, hooguit in de winter als in het buitengebied wat minder voedsel beschikbaar is, dan willen ze de voedertafel nog wel eens bezoeken.

Een alledaagse verschijning wordt zo dus bijzonder en er moet een wonder gebeuren wil deze neerwaartse lijn omgebogen worden. Wil je meer weten van deze gevederde mensenvriend, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/huismus

woensdag 29 augustus 2018

De terugkeer van het witgatje.

witgat(tringa ochropus)
Het was denk ik, zo rond 21 april toen ik een witgatje in de Oranjepolder zag. Zie ook mijn blog van 24 april waar ik de ontmoeting met deze steltloper beschrijf. De witgatjes waren toen op trek naar het noorden om daar te gaan broeden. Witgatjes broeden niet in Nederland maar wel in Scandinavië en het dichtst bij ons in de buurt is Duitsland. Ik schreef in april dat ik de eerste witgatjes weer in september terug verwachtte maar dat was dus eergisteren, 21 augustus, al het geval, exact vier maanden later.
In de boswachterij Dorst vlogen
's-morgensvroeg vier witgatjes op. Langs de oever van de oude leemputten die door de extreem droge zomer nog maar amper water bergen, zaten ze hoogstwaarschijnlijk bij te komen van de lange vlucht naar hier.

Het is een stuk logischer te noemen dat de witgatjes in het bos te zien waren dan in Het Kromgat in de Oranjepolder. Dit water stroomt namelijk nogal en daar houden deze vogels niet echt van. Die geven de voorkeur aan stilstaand water in vochtige bossen al is daar nu geen sprake van.

Het broedseizoen inclusief de heen- en terugreis duurt dus precies vier maanden en dat is toch wel erg kort. De vogels brengen dus maar liefst acht maanden in het "buitenland" door in plaats van in hun geboorte- land. Dit geldt trouwens voor veel vogels en er zijn er ook die een nog veel korter verblijf in hun geboorteland doorbrengen.

Een voorbeeld in de omgekeerde volgorde is de gierzwaluw. Die broedt en verblijft hier tussen 30 april en 1 augustus en dat is dus een volle maand korter dan een witgatje. De gierzwaluw verblijft dus maar liefst negen maanden in het "buitenland". En daarmee is het dus meer een Afrikaanse vogel dan een oer Nederlandse vogel al denken wij daar graag anders over.

Nog zo'n mooi voorbeeld is de oer-oer Nederlandse vogel, de koekoek. Nederlandser kan bijna niet maar ook deze vogel leeft dik acht maanden in Afrika en maar vier maanden tijdens het broedseizoen bij ons. En is het dan nog wel een oer Nederlandse vogel te noemen?

Wil je meer weten van het willende witgatje, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/witgat

donderdag 23 augustus 2018

Boomvalken in de polder.

jonge boomvalk in de Oranjepolder
Terug van weggeweest zullen we maar zeggen. De boom- valken zijn al jaren vaste broedvogels van de Oranjepolder en Gecombineerde Willemspolder. Elk jaar zag en hoorde ik de boomvalken in deze polders en heb ik ook regelmatig de nestplaats kunnen ontdekken. Vorig jaar heb ik ze voor het eerst niet gezien maar dat wil niet zeggen dat ze er niet waren.

Dit jaar werd ik geholpen door Wies, die op haar fietstochtje het koppel boomvalken ontdekte in een hoogspanningsmast in de Gecombineerde Willemspolder. Diezelfde dag ben ik daar gaan kijken en zag aan het gedrag, duidelijk dat daar gebroed is of in ieder geval de jongen rondhingen. Iedere andere vogel werd als indringer behandeld en fel verjaagd, van kauw, zwarte kraai tot buizerd.

Zelfs de buizerd koos eieren voor zijn geld toen een luid alarmerende boomvalk hem probeerde te torpederen. De boomvalk wist van geen wijken en keerde pas terug naar de mast toen de buizerd ver buiten het gebied was.

boomvalk in de polder op 21-8-2018
Zwarte kraaien, toch niet echt bange of schuwe vogels, wisten niet hoe snel ze de route moesten verleggen. En dat terwijl zij het juist zijn die onder andere de torenvalken de stuipen op het lijf jagen. Een boomvalk is net zo groot of zo klein, het is maar hoe je wil noemen, als een torenvalk, maar is dan toch andere koek. De alarmroep klinkt van beide valkjes bijna gelijk, de torenvalk wat korter, scheller en hoger van toon, de boomvalk laat zich vaak langdurig horen en klinkt wat zangerig.

bedelende jonge boomvalk
Dat de boomvalken zich nu zo nadrukkelijk laten horen, komt omdat de jongen in deze periode uitvliegen. Dat lijkt laat, maar dat is niet zo.

De boomvalken arriveren hier pas eind mei en tel daar ruim 30 dagen broeden en ruim 30 dagen voeren in het nest bij op en je zit al een het begin van augustus. Daarna worden de jongen nog een week of vier, vijf gevoerd en vertrekken de vogels vanaf begin september naar Afrika. Een kort en strak broedschema waarin niet veel fout mag gaan. Als je dat zo bekijkt is het een prestatie van formaat te noemen en volgens mij ook behoorlijk stressvol. Alles bij elkaar iets meer dan drie maanden waarbinnen alles moet gebeuren en dan ook nog moet kloppen

Wil je meer weten van deze straffe planner, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/boomvalk

dinsdag 21 augustus 2018

De roesteend.

de roesteend of casarca
De casarca blijft een aparte vogel. Zo groot als een kleine gans maar het is een eend. Hij wordt ook wel roesteend genoemd en qua kleur kan ik mij daar wel in vinden. Het kopje is licht gekleurd en het mannetje heeft een zwarte hals- band net als een turkse tortel.

Jaren geleden zag ik bij ons in de Oranjepolder een casarca met een nijlgans optrekken. Eerst scharrelden ze samen op de ondergelopen ijsbaan van IJSCO en wat later zaten ze achterin de polder vlak bij de IVN natuurtuin. Ik vond het toen een hele bijzondere vogel en vroeg mij af waar deze vandaan kwam?

En dat is meteen ook het lastigste vraagstuk over deze eend. Men vermoed namelijk dat de Nederlandse populatie ontstaan is uit ontsnapte collectie vogels, zeg maar, ontsnapt uit een volière. Maar de laatste jaren komen steeds meer casarcas uit oost Europa naar Nederland en kun je op het IJselmeer grote groepen casarcas zien. Dus wordt het steeds lastiger om vast te stellen of het nu echte wilde vogels zijn of ontsnapte vogels. Broeden doen ze overigens niet hier, vandaar ook dat je ze pas vanaf augustus weer bij ons ziet.

een casarca en nijlgans in de oranjepolder
Vorige week zag ik in de Hardenhoek vier casarcas maar dat waren ze dus niet allemaal als ik naar de meldingen op waarneming.nl kijk, er was iemand die daar twaalf casarcas had gezien.

En ik twijfel daar ook niet aan, want het kunnen makkelijk meer worden. En niet alleen in het IJselmeer of de Biesbosch zie je vanaf augustus een gestaag groeiend aantal casarcas. Twee jaar geleden zagen wij bij de Dintelse Gorzen maar liefst 31 casarcas op het water dobberen, dus wie weet hoeveel het er nog gaan worden.

Deze eend eet net als veel eenden en ganzen, gras, jonge scheuten en zaden en kan zich bij ons dus prima handhaven. Door zijn opvallende kleur kun je hem niet snel over het hoofd zien en is hij vaak van verre al te zien, Zeker in deze tijd is dat apart te noemen want alle andere eenden zien er nu bijna hetzelfde uit. Ze zitten namelijk volop in de ruiperiode en dragen allemaal het saai bruine eclipskleed.

Behalve deze casarca dan, die is nog net zo oranje als in het begin van het broedseizoen. Wil je meer weten van deze exoot die vreemd genoeg zo niet wordt genoemd, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/casarca

vrijdag 17 augustus 2018

Paapje in Surae

Boswachterij Dorst, de dag moet nog beginnen.
De afgelopen jaren loop ik wekelijks een flinke ronde door de Boswachterij Dorst. Meestal vroeg omdat ik op mijn wandelingen niet graag mensen tegenkom. Meestal zijn dat Nordic walkers, mountainbikers of kletsende wandelaars die het wild en vogels verstoren. Ik gun deze recreanten hun pleziertje maar niet als ik daar loop. Dat betekent om 5.30 uur het bed uit en tegen de ochtend  schemer op pad.

paapje op een paaltje, zo kennen we ze.
Het is vrij gebruikelijk om op die wandelingen, afhankelijk van het seizoen, tussen de dertig en vijftig verschillende vogelsoorten te horen en/of te zien. Maar nog niet eerder kon ik een paapje aan mijn soortenlijstje toevoegen. Deze ochtend speurde ik de lage bramenstruikjes en jonge berkjes af naar vogels. Meestal vind ik dan wel een roodborsttapuit, gekraagde roodstaart, grasmus en mezen. Soms aan de randen van de open vlakte ook een grote lijster, kneu, kruisbek, appelvink of goudhaan, in de winter zitten er ook nog kepen en vaak volop vinken.

Deze ochtend een mannetjes paap, een vogeltje dat naar mijn idee meer de voorkeur geeft aan open kruidenrijk grasland. Tenminste tot nu toe heb ik ze in dit soort gebieden gezien. De Biesbosch is zo'n gebied waar dit vogeltje zich prima thuisvoelt. Ik heb het nog even nagekeken en las dat ze ook van open heidegebieden houden en dat is natuurlijk precies het gebied waar ik hem vanmorgen zag. Het grote open gras- en heidegebied middenin het natuurgebied Surae.

Het gedrag is identiek aan de roodborsttapuit en het beestje deed nu ook niet anders. Opvliegen en weer landen in de top van een klein bramenstruikje. Opvallend was het zwarte maskertje met de helder witte oogstreep en verwarring met de gekraagde roodstaart lag op de loer. Even goed kijken en de vogel nam de twijfel weg, onmiskenbaar een mannetjes paap.

Het kan zijn dat dit vogeltje al aanstalten maakt om naar het zuiden te vliegen en een foerageerstop in de Boswachterij maakt. Broeden doen ze in dit gebied in ieder geval niet want dan had ik dat allang geweten.

Wil je meer weten van deze vrome vogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/paapje

dinsdag 14 augustus 2018

Zwermende kraaien en kauwen

hoogspanningsmasten als rustplaats
Zo te zien, is dit jaar een goed broedjaar voor de kauwen en kraaien geweest. Tegen de schemer verzamelen alle kraaien en kauwen zich in de Oranjepolder tot een enorme groep zwarte vogels. Ik denk dat het er makkelijk 400 tot wel 500 vogels zijn.

Net als de spreeuwen, groeperen ze zich en vliegen wat heen en weer tot het tijd wordt om een roestboom te zoeken. Ze slapen ook allemaal bij elkaar en in de vroege ochtend gaan ze weer uit elkaar en gaan ze op pad om hier in de buurt te foerageren.

zwermende spreeuwen boven de Oranjepolder
We kennen dit gedrag ook van de spreeuwen maar daar zit wel een wezenlijk verschil in. De spreeuwen verzamelen zich ook tegen dat het donker wordt maar vliegen in een geordende formatie en schrijven prachtige figuren in de lucht. Ze doen dat ook zwijgzaam en alleen als ze dichtbij komen hoor je het zoevende geluid van de vleugels aanzwellen en uitsterven. Het past zo goed bij de voorbij vliegende wolken spreeuwen en maakt het schouwspel een beetje mysterieus.
Wat later vallen de spreeuwen als door een trechter in een boom of rietkraag. Op dat moment breekt een enorm gekrakeel uit en roept elke spreeuw om het hardst. Deze evaluatie van de voorbije dag duurt slechts enkele minuten en wordt het sereen stil en valt de nacht in.

foeragerende kraaien in de polder
Dat is bij de kraaien en kauwen wel even anders. Ze vliegen slordig door elkaar in een enorm langgerekt lint en tetteren er lustig op los. Het door de polder heen en weer vliegen, duurt wel een kwartier en van mooie patronen in de lucht schrijven is geen sprake. Je hoort de vlucht vogels al van verre aankomen en ze kiezen de hoogspanningsmasten als rustpuntje uit terwijl de groep groeit en groeit.

Als het bijna donker is, vertrekt de groep richting de Gecombineerde Willemspolder. Ik vermoed dat ze daar een paar populieren voor de nacht geboekt hebben. In de verte hoor ik dat het getetter vrolijk doorgaat. Pas als het echt donker is, verstomt het geluid en vallen de vogels een voor een in slaap. Morgenvroeg weer een drukke dag met geen enkele zekerheid of de avond weer gehaald wordt, want zo ziet het leven er van een vrije vogel eruit.

Wil je meer weten van deze zwartjassen. klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-kraai

vrijdag 10 augustus 2018

Ze zijn er weer, Poolse zwanen.

Het jonge gezin knobbelzwanen in het Kromgat
Ook dit jaar is het koppel knobbel-zwanen in de Oranjepolder succesvol geweest. Ik vermoed namelijk dat het dezelfde zwanen zijn omdat ze met hun jongen door dezelfde watertjes zwemmen en de jongen gemixt ge-kleurd zijn. Zij hebben in dit voorbije broedseizoen zes jongen gekregen en vorig jaar hebben ze ook een mooi groepje jongen grootgebracht.

En vorig jaar zag ik al dat dit koppel zwanen geen raszuivere Hollandse knobbelzwanen waren. ik schreef daar vorig jaar het verhaal van de "Poolse" knobbelzwanen over.

een jonge Hollandse en Poolse jonge zwaan
Door de mix van grijze en witte jonge zwanen ook wel pullen genoemd, weet ik dat er Pools bloed in de aderen van de zwanen stroomt. In Polen werden jonge witte knobbelzwanen gefokt voor de donsindustrie en toen die industrie wegviel, werden de knobbelzwanen losgelaten.

Jonge knobbelzwanen zijn van oorsprong grijs behalve die Poolse dus. Dat Poolse bloed stroomt nog steeds door de aderen van een deel van de knobbelzwanen in Nederland en dat zie je dus heel even in het voorjaar en zomer.
Ook hier een Hollandse en Poolse jonge zwaan(aug 2017)

Het is niet zo dat allen knobbelzwanen gemixt bloed hebben, ik heb deze maand Zonzeelse polder ook knobbelzwanen met alleen maar grijze jongen gezien. Deze zwanen zijn dus niet gekruist en zijn dus nog echt wild. Ik noem ze liever wilde knobbelzwanen dan raszuivere knobbelzwanen want ook de Poolse knobbelzwanen zijn raszuiver.

Later als de jongen groot zijn en allemaal wit zijn, is het verschil alleen nog zichtbaar als de zwanen uit het water zijn. De wilde knobbel zwanen hebben diepzwarte poten terwijl de zwanen met Pools bloed lichtere, wat rose gekleurde poten heeft. Maar dat is nog niet zo makkelijk waar te nemen.

Wil je meer weten van deze statige witte verschijning, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/knobbelzwaan

dinsdag 7 augustus 2018

Bevangen door de hitte?

kleine zwaan in de Biesbosch(maar wel in de winter)
Gisteren stegen de temperaturen weer en zelfs in de Biesboch liep de temperatuur op tot boven de 30 graden. Met een minimaal windje was het gewoonweg heet en werd je wel gedwongen om rustig aan te doen. Een plekje onder de bomen of onder de achterklep van de auto was noodzaak om het een beetje uit te kunnen houden. Door de hittetrillingen was het lastig om met de telescoop ver weg te kijken, vogels veranderen in vage trillende vlekken en ik kon er geen soorten in herkennen. Maar met de zon in de rug en niet te ver weg ontdekte ik de ene na de andere bijzondere vogelsoort.

Van bosruiter tot casarca, van steenloper tot kleine zwaan om maar eens wat te noemen.

steenloper aan de kust
De steenloper is voor de Biesbosch een echte zeldzaamheid. Deze kleine steltloper zie je normaal gesproken alleen aan de kust en dan nog het liefst op de basaltblokken of kleine golfbrekers. Dus deze vogel in de Biesbosch zien, is een dikke bonus te noemen. De bosruiter en casarca zijn leuke soorten die er niet altijd zitten, maar die kun je elk jaar wel een keer tegenkomen.

Maar de kleine zwaan dat is een verhaal apart. Deze zwaan is een echte wintergast en is hier maar tot februari en soms tot begin maart. In november komen ze pas weer terug want ze broeden namelijk ver weg in noord Rusland. Een hele bijzondere waarneming in deze tijd voor Nederland en dat was op 4 mei ook toen in een wilde zwaan in de Biesbosch zag. Deze soort komt hier in de winter minder voor maar er broeden wel een paar wilde zwanen in Drenthe, dus dat was wel wat minder bijzonder.

Deze twee zwanensoorten heb ik nog nooit eerder in deze periode gezien en op de een of andere manier klopt het ook niet, een typische wintervogel bij 31 graden Celsius. In de winter is het mijn favoriete vogel maar nu geeft het zien van deze vogel een vreemd gevoel. Wat mankeert deze vogel, is hij/zij te oud om terug te vliegen, is de vogel onvoldoende in conditie geweest om de lange tocht te maken en is dit een overlevingsstrategie, was de vogel gewond en is deze nu pas herteld? Het kan van alles zijn maar kloppen doet het niet. De vogel oogt fit en ziet er gezond uit maar zit op de verkeerde plaats. Ik ben benieuwd wat er de komende maanden met hem gaat gebeuren?

Wil je meer weten van de mooiste zwaan der zwanen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-zwaan


vrijdag 3 augustus 2018

Afscheid van de giertjes.

gierend door het centrum van Oosterhout
Rond een augustus vertrekken de gier-zwaluwen naar Afrika. Het broedseizoen zit er weer op en ik hoop dat het een succesvol seizoen is geweest. Ook dit jaar kreeg ik het idee dat er meer gierzwaluwen in onze omgeving verbleven maar dat is nog geen garantie voor een toename van de soort. Er zijn wel een paar dingen die mij opvielen, en dat is de "harde" datum van aankomst en vertrek en de eerder genoemde aantallen.

De vertrekdatum ligt rond 1 augustus en ook dit jaar is het niet anders. Ik zag mijn laatste gierzwaluwen van dit seizoen zelfs een paar dagen eerder en wel op maandag 30 juli. Hoe dat werkt, begrijp ik nog niet goed want hoe staan al die gierzwaluwen met elkaar in contact en hoe wordt de beslissing genomen om massaal te vertrekken? Een kalender of agenda hebben ze nu eenmaal niet. Van de een op andere dag zijn ze weg en sluiten ze het korte seizoen van amper drie maanden broeden in Nederland af. De aankomst van de gierzwaluwen rond 30 april is al even mysterieus als het massale vertrek.

vogelaars en tellers op de telpost in Breskens
Ik heb de aankomst zelf een keer mee mogen maken op de telpost in Breskens, ook rond 30 april, toen op een ochtend maar liefst 12.000 gierzwaluwen ons land binnentrokken. Een fascinerend schouwspel, zoals de zwaluwen op ooghoogte links en rechts zwijgzaam voorbij vlogen. Geconcentreerd op weg naar de broedgebieden, nergens door afgeleid. En dat moet ook wel als je weet dat ze krap drie maanden de tijd hebben om alles te fixen, van partner zoeken, nest locatie vinden, nest bouwen, broeden en voeren van de jongen. Voor sommige zwaluwen is het de eerste keer dat ze na hun geboorte, een jaar of 3 eerder, weer een keer aan de grond komen en zal het wennen zijn om dan ook nog eens zo'n druk programma af te werken.
gierzwaluwtelling vanaf de St.Jan
Halverwege deze periode worden de gierzwaluwen geteld, de jonge vliegen nog niet rond en de ouders zijn vooral in de buurt van het nest te vinden. Tegen de avond vliegen dan vele gierzwaluwen in groepen rond en laten ze het kenmerkende gierende geluid horen. Dat is ook het moment om de toren op de markt te beklimmen en de gierende zwaluwen te tellen. Dit jaar waren het weer meer vogels dan het voorgaande jaar en dat is nu alweer het tweede jaar dat de aantallen hoger liggen dan het voorgaande jaar. Maar zoals eerder gezegd is dat nog geen garantie dat het goed gaat met de soort en de aantallen overal toenemen.
Wil je meer weten van deze zwaluw die niet tot de familie van de zwaluwen hoort, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/gierzwaluw