maandag 28 november 2022

Veel nieuwe buurtbewoners.

een paar van die jongelingen bij elkaar
In januari telde ik hier de wijk maar liefst 25 eksternesten. de wijk is inmiddels een jaar of dertig oud en de bomen die destijds geplant zijn, zijn inmiddels groot en volwassen. Ideaal voor eksters om daar hun nest in te bouwen. En in die nesten is volgens mij meer gebroed dan ooit tevoren. Want reken maar eens uit als in elk van die nesten 5 tot 7 eieren gelegd worden en ik weet ook dat niet alle legsels succesvol zijn maar twintig nesten, maal zeg maar 5 eieren zijn toch 100 jonge eksters die de wijk onveilig maken.

En, het zouden er zomaar meer kunnen zijn. Eksters leiden in de eerste twee drie jaar van hun leven een vrijgezellen leven en vormen zogenaamde jeugdbendes of wat vriendelijker gezelschap clubjes.
ekstercity, januari van dit jaar
Ze zoeken elkaar op en brengen de tijd gezamenlijk door met voedsel zoeken, kraaien en kauwen pesten en vooral veel luidruchtig heen en weer vliegen. Ik zie en hoor ze dagelijks bij ons op het plein en een enkeling komt ook bij ons in de tuin struinen naar voedsel.

De jeugdbende die nu bij ons de wijk "onveilig" maakt, bestaat uit maar liefst 27 exemplaren. Nog nooit eerder zag ik een grotere groep jonge eksters in de wijk. Meestal beperkte zich dat tot 12 tot 15 vogels en dat is ongeveer de helft van wat er nu rondvliegt. Dit is dus of een bijzonder succesvol broedjaar geweest of het aantal eksters neemt gestaag toe en kunnen we volgend jaar weer een paar nesten meer in de wijk vinden. Het aantal geschikte nestbomen is voorlopig onuitputtelijk dus daar ligt het niet aan.

hier zitten wel 10 ekster
Dat die grote groep eksters hier in de wijk, ondanks hun opvallende uiterlijk en luidruchtige gedrag betrekkelijk anoniem hier leeft is toch wel bijzonder. Want vergeet niet dat hier ook nog eens 25 koppels oudervogels leven. Dan ga je toch aardig richting de honderd vogels. 

Het kan allemaal en niemand heeft er echt last van. Ze vernielen weinig, poepen je auto niet onder en vallen huisdieren en kinderen niet aan. Kortom, we hebben er eigenlijk geen last van en dat vind ik toch wel bijzonder. De parallelle vogelwereld naast de onze waar zij en wij invloed uitoefenen op elkaars wereld. Ja, dat is het.

Wil je meer weten van deze schitterende en o zo anonieme buurtbewoner, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/ekster

donderdag 24 november 2022

Op het goudvinken touw zitten.

een van de 3 goudvinken
Veel bosvogels laten zich een heel jaar goed horen en zien. Met name boomklever, boomkruiper, vinken en grote bonte spechten zijn van die standvogels die altijd van zich laten horen. Een aantal andere, wat minder algemene bosvogels zoals appelvinken en goudvinken zijn veel lastiger te vinden. Ze zijn er wel maar zijn niet zo luidruchtig en ze leven wat meer verborgen.

In de Boswachterij Dorst zitten ze allebei en al kom ik daar vaak, ik hoor of zie ze maar af en toe. De afgelopen week viel het mij op dat de appelvinken en goudvinken wat nadrukkelijker aanwezig zijn dan anders. Soms zie ik ze amper een keer per maand maar nu zie ik ze wekelijks. Net zoals vanmorgen, toen zaten zomaar drie mannetjes goudvinken in het berkenopschot vlakbij het beukenbos.

Appelvink in Dorst 
Het was nog redelijk vroeg in de ochtend en dat is vaak het moment voor ze om te foerageren. De nacht is voorbij en de maag is leeg. Nadeel is dan wel dat de vogels erg druk en beweeglijk zijn en niet lang genoeg stilzitten om ze eens goed te bekijken of te fotograferen. Maar je kunt ook niet alles hebben. 

Dat ik deze twee vinkensoorten nu wat meer zie, zou te maken kunnen hebben met de najaarstrek van vinkachtigen uit het Noorden of zelfs uit Duitsland. Die van ons blijven hier en worden in de winter dus vergezeld door Duitse en Scandinavische vinkensoorten. Zo worden het flink wat meer vogels. Het maakt mij niet uit waar ze vandaan komen, het wordt er alleen maar leuker op.

Deze twee vinkachtigen zijn niet voor niets wat zeldzamer want mooi zingen of een duidelijke luide contactroep hebben ze niet. Allebei roepen ze vrij zacht maar wel met een heel herkenbaar geluidje. En ook bij deze twee vogels moet je er wel heel scherp op zijn want je kunt het geluid ook heel makkelijk missen. De aandacht trekken doen ze niet. 

Wil je meer weten van deze gouden vink, klik dan op de link:
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/goudvink

maandag 21 november 2022

Late zwermende spreeuwen.

de uitvalsbasis
Half november en de spreeuwen zwermen nog steeds met een paar duizend vogels door de Oranjepolder. Ik kan mij niet goed herinneren of dat andere jaren ook zo was. In mijn beleving, zijn die spreeuwen tot eind augustus en maximaal tot ergens in september in de polder actief. Ze verzamelen in de hoogspanningsmasten, zwermen even boven de velden en vertrekken dan naar de slaapplaats. Jaren geleden sliepen ze in het centrum van Oosterhout, later kozen ze voor de rietkraag van de zandwinplas achterin de Oranjepolder.

verzamelen in de polder
Maar daar zijn ze nu ook verdreven door de huidige zandwin activiteiten. Als ik ze zo bezig zie, lijkt het er op dat ze hier ergens in de wijk of aan de rand van de wijk een nieuwe slaapplek hebben gevonden. Jammer genoeg vertrekken ze niet tegelijk naar de slaapplaats maar doen ze dat steeds in kleine groepen van enkele tientallen tot maximaal een honderdtal vogels per keer. Zo loopt de verzamelplaats, een hoogspanningsmast, langzaam leeg.

De spreeuwen worden door ons gedwongen flexibel te zijn want elke keer verliezen ze hun slaapplaats door menselijke activiteiten. 
nog een laatste snack voor het slapengaan
Dat de spreeuwen uiteindelijk de prijs betalen is duidelijk want het aantal spreeuwen neemt al jaren achter elkaar af. En naar mijn idee gaat dat jaarlijks met flinke aantallen achteruit ook omdat het aantal nestgelegenheden afneemt. Door veel nieuwbouw, verregaande isolatie van gebouwen en een steeds kleiner voedselaanbod verdwijnen deze prachtige vogels.

Maar even terug naar de late groepsactiviteiten van deze kolonievogel want dat zou nu toch wel over moeten zijn. Ze trekken wel weg maar niet ver. Een paar honderd kilometer Zuidwaarts vinden ze genoeg en in die tijd arriveert de familie uit het Noorden. Als die hier de plekken innemen van onze vogels laten ze dat zwermen achterwege en zie je dat schouwspel pas weer in het voorjaar. Dus zolang het kan, profiteer ervan.

Wil je meer weten van deze zwermende kolonievogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/spreeuw

donderdag 17 november 2022

Lekker uitslapen!

Afgelopen zaterdag zaten op de slaapplaats in de Achterste Kievitswaard nog zeven koereigers.

slaapplaats koereigers
Ik vind dat behoorlijk uitzonderlijk, want ze horen eigenlijk al ruimschoots richting Afrika zijn gevlogen. Zouden ze dan hier overwinteren? Ik vraag het mij af. 

De aantallen koereigers nemen in Nederland gestaag toe en aan het eind van afgelopen zomer, zaten zo'n 45 koereigers bij ons in de Biesbosch. Ze zaten wel verspreid in Brabantse, Sliedrechtse en Dordtse Biesbosch. En een paar jaar geleden was de koereiger nog een grote bijzonderheid in de Biesbosch maar daar is toch wel snel verandering in gekomen. Je komt ze nu op meerdere plekken tegen en zoals nu dus lijkt te gaan gebeuren, blijven er hier ook nog een paar overwinteren. Dat zou toch bijzonder zijn?

koereigers vertrekken uit de slaapplaats
Oorspronkelijk komen ze uit Zuid Europa en vooral ook uit Afrika. Daar heb ik ze bij honderden bij elkaar gezien, samen met honderden heilige ibissen. Ze passen daar ook beter dan in het Hollandse landschap. Ze zoeken net als in het verre Zuiden het gezelschap van vee op want die zorgen ervoor dat insecten, zoogdieren en kleine amfibieën in beweging komen. De koereiger kan zo vrij makkelijk aan zijn eten komen en moet alleen in de buurt van de grazende koeien blijven.

Deze samenwerking of symbiose(eigenlijk commensalisme) zag je afgelopen zomer vaak aan de Deeneplaatweg in de Biesbosch. Daar liepen een kleine twintig koeien in het kruidenrijke grasland en die trokken zo de koereigers aan.

de lege slaapplaats, 1 uurtje later
De koereiger is nu in winterkleed en is op afstand te verwarren met de kleine zilverreiger. In de zomer is de snavel oranje gekleurd en hebben ze een oranje kuif en oranje-bruine borstveren. Ze zien er dan prachtig uit en ik vraag mij dan ook af of er hier ook gebroed wordt? Ik weet dat een paar jaar geleden op de Sassenplaat een poging is geweest en ook dit jaar zijn jonge koereigers gezien maar of die hier geboren zijn, weet ik niet.

Als hier in de Biesbosch gebroed is, of hier wat verder vandaan, dan zouden we ook foerageervluchten gezien moeten hebben en daar heb ik nog niemand over gehoord. We gaan het de komende jaren meemaken.

Wil je meer weten van dit kleine exotisch reigertje, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/koereiger

maandag 14 november 2022

Een mogelijke dwaalgast in ons land.

kokarde zaagbek
In deze periode komen de zaagbekken weer naar ons land en die familie is groter dan de meesten denken. In ons land kun je zo'n acht verschillende watervogels tegenkomen die tot de familie van de zaagbekken behoren. En behalve deze acht zaagbekkensoorten kom je ook wel eens een bijzonder familielid van ze tegen. Dat is dan een zogenaamde dwaalgast. Van een dwaalgast is vaak maar een exemplaar tot slechts enkele exemplaren in ons land te vinden. 

Een zaagbek die tot de categorie dwaalgaten gerekend wordt, is de kokardezaagbek die ook wel eens kuifzaagbek wordt genoemd. 
Zouwe Boezem
Elk jaar komt er wel een tot soms een stuk of vier-vijf van die kokardezaagbekken voor in ons land. Je moet wel uitkijken want er ontsnapt wel eens zo'n vogel die hier als volièrevogel wordt gehouden. Maar dat is vaak moeilijk te bepalen als de zaagbek alleen maar in het water blijft zitten. Je kunt dan niet zien of de vogel een kwekersring om de poten heeft zitten.

In de afgelopen jaren is in het winterhalfjaar bij de Zouwe Boezem altijd wel een kokardezaagbek te vinden. Dit jaar zit daar een mannetje en die is niet echt schuw, dus ik verdenk hem ervan dat hij al een tijdje bij mensen in een kooi heeft geleefd. Het zou natuurlijk mooi zijn als dat niet zo is en dat dit een echte wilde vogel is. De commissie(CDNA) die beoordeelt of dit een echte wilde vogel is, waagt zich er nog steeds niet aan om de kokardezaagbek, ook al is het een ongeringde vogel als officiële dwaalgast te erkennen. 

Dus dat geldt dan ook voor deze vogel, ook als is de tijd in het jaar juist en zijn die beesten ook in Amerika nu op trek en kan zo'n vogel de "verkeerde afslag" hebben genomen. Het kan namelijk altijd nog zo zijn dat de vogel hier in bijvoorbeeld Duitsland is gekweekt, niet geringd is en zomaar naar Nederland is gevlogen. Ik sluit het niet uit, het kan.

Als dat zo is dan heeft hij een lange reis achter de rug want zijn oorspronkelijke leefgebied is in Noord Amerika te vinden. Het zou best kunnen dat hij daar vandaan komt en tijdens de trek gewoon te ver is doorgevlogen net als de gestreepte strandloper en de grote grijze snip die het afgelopen half jaar ook in Nederland terecht waren gekomen. 

Wil je meer weten van deze prachtige kuifzaagbek, klik dan op de link;
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kokardezaagbek

donderdag 10 november 2022

Een verborgen bladkoning.


Deze pallas liet zich wel goed zien
Dit is dé tijd om een bladkoning te horen en met veel geluk ook te zien. In het najaar trekken ze over ons land naar het Zuiden en gebruiken de kustlijn om hun weg te vinden. Bladkoningen vind je in deze tijd vooral in de Westelijke helft van ons land. Een bladkoning is een piepklein vogeltje, groen-bruin met een lichte tekening op de vleugels en kop. Maakt een vrij duidelijk tweetonig piepgeluidje, het liefst in de dichte begroeiing van struiken. Ik heb ze nu al verschillende keren gehoord en jammer genoeg nog niet een keer goed kunnen bekijken.

In het najaar van 2020, toen we nog volop in de lockdown ellende zaten, waren wij toch op vakantie naar Zeeland gegaan en op de begraafplaats van Westkapelle werden zowel bladkoningen als een pallas boszanger gezien en gehoord. De pallas kreeg ik al snel in beeld en kon hem goed fotografen maar ook deze keer bleef de roepende bladkoning buiten beeld.

bladkoning(zonder kruinstreep)
(foto freestock photo)
Een paar weken geleden kreeg ik opnieuw een kans want op Texel werden meerdere bladkoningen gemeld. Vlakbij een vakantiepark aan de andere kant van het eiland, zat al een een paar dagen een "blako", dus wij er op af. Geen wind en een flauw zonnetje zorgden ervoor dat de vogels zich lieten horen, niet zingend want daar is het de tijd niet meer voor maar wel roepend. De bladkoning maakt een vrij luid heel herkenbaar geluid. Een dubbeltoontje dat klinkt als puwiet, puwiet, puwiet en dat houdt hij dan best wel even vol. We liepen nog maar net langs de rand van het park langs de dichte bosschages of ik hoorde de contactgroep al. 

Heel herkenbaar contactroepje maar ook nu was de blako onzichtbaar. Op de een of andere manier zijn ze niet echt schuw maar leven ze graag diep weggedoken in het struikgewas. Jagend op spinnen en muggen. Er moet toch een keer een kans voordoen om hem goed te bekijken. Ik blijf hopen.

Wil je meer weten van deze kleine stiekemerd, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bladkoning

maandag 7 november 2022

Kraanvogels nog niet allemaal weg.

jonge kraanvogel in de Biesbosch(5-3-2019)
De meeste kraanvogels staan nog in de startblokken. Er wachten nog zo'n 100.000 kraanvogels op de ideale weersomstandigheden en als dat dan gebeurt, vertrekken ze massaal via Frankrijk naar Zuid Spanje. Ze overwinteren daar en zijn nu onderweg van Scandinavië naar Frankrijk.

Twee weken geleden hoopte ik, tijdens onze vakantie in Drenthe, al op overtrekkende kraanvogels maar dat beperkte zich helaas tot slechts een laag overvliegende kraanvogel. En die ene kraanvogel was volgens mij niet eens op trek want in het gebied waar ik hem zag, broeden tegenwoordig kraanvogels. Bij het Dwingelderveld en Fochterloërveen broeden tegenwoordig bijna honderd broedparen.

volwassen exemplaar in Zeeland(29-3-2021)
Dat het zo goed gaat met deze vogel komt ook omdat het in Duitsland ook zo goed gaat met deze vogelsoort. Door de uitbreiding van de Duitse populatie, verschuift deze langzaamaan steeds verder Westwaarts onze richting in. 

Als de wind een beetje goed staat, zeg maar wat meer uit het Oosten dan maken we hier nog aardig kans op overvliegende exemplaren maar dan moet alles samenkomen en die keren dat dat gebeurt is niet bijzonder groot. Om iets van de kraanvogel trek mee te krijgen, kun je maar beter in Oost Nederland of liever gezegd in Limburg zijn. Daar pikken ze er ieder jaar wel aardig wat van mee.
grijze kroonkraanvogel(voorjaar 2006)
De trek van de kraanvogels duurt wat langer dan die van bijvoorbeeld de graspiepers. Die trekken in een periode van een paar weken over en dan is het klaar. Kraanvogels daarentegen nemen de tijd voor de lange reis en die trektocht kan wel tot december doorlopen .

Een volwassen kraanvogel is prachtig van kleur en tekening maar legt het toch echt wel af bij zijn Afrikaanse familielid, de grijze kroonkraanvogel. Deze kraanvogel leeft in Oost- en Zuid Afrika en wij zagen hem in het voorjaar van 2006 in Tanzania en Kenia.
Wil je meer weten van deze statige vogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kraanvogel

donderdag 3 november 2022

Een pontje hier en een pontje daar.

1e kalenderjaar pontische meeuw
Afgelopen zaterdag, op volle zee, zo'n 20 kilometer voor de kust van Scheveningen vlogen de pontische meeuwen mij om de oren. De afgelopen jaren zag ik op zee altijd wel pontische meeuwen, meestal een stuk of drie, vier maar deze dag was dat anders.

Niet alleen was de waarneming van enkele tientallen pontische meeuwen bijzonder ook het weer was bijzonder. Eind oktober,16 graden en windkracht 2 deed eerder aan een nazomerdag denken dan aan een onstuimige herfstdag waar ik wel op had gerekend. Zelfs de dag ervoor werd nog een Westenwind kracht 4 voorspeld maar die voorspelling kwam dus niet uit.

larus cachinnans(pontische meeuw)
Ik denk dat die plots gewijzigde weersituatie er ook voor had gezorgd dat de zeevogels andere plannen hadden gemaakt. Alle vogelsoorten die je op zo'n zeedag kunt verwachten, vlogen inderdaad wel voorbij maar niet in de aantallen waar je op mag rekenen als er een wat hardere Westen of Noordwesten wind staat. 

Niet alleen het weer maar ook de vogelgriep heeft die dag invloed gehad op de waarnemingen. Zo heeft de vogelgriep keihard toegeslagen onder de jan van genten populatie en dat merkte ik ook. Slecht een kleine vijftien of zelfs wat minder jan van genten cirkelden rond de boot. Enkele juveniele vogels bleven wat langer in de buurt en die paar volwassen vogels waren steeds weer snel vertrokken. 

1e kalenderjaar Poolse pont met ring P.2ZR
Daar voor in de plaats verschenen dus die pontische meeuwen. Van oorsprong zijn dit vogels uit het Oosten van Europa, ze leven en broeden rond de Zwarte zee, Kaspische zee en tegenwoordig ook in Polen en Duitsland. Opvallend was het grote aantal jonge vogels, zogenaamde eerste kalenderjaar beesten. Dit jaar geboren en vrij kort daarna zijn ze Westwaarts gevlogen en zitten ze nu dus bij ons voor de kust. 

Tussen al die pontische meeuwen zaten verschillende geringde vogels, bijna allemaal in Polen geringd en dat is goed af te lezen, want de ringcodes beginnen dan met een hoofdletter "P" en daarna een cijfer-letter combinatie. Er zat ook nog een Tsjechische vogel tussen die ook een gele ring droeg met de letter-cijfercombinatie T.23M. 

verschillende meeuwensoorten?!
Een internationale gebeurtenis die dag en vooral ook een moeilijke dag want zie maar eens een juveniele geelpoot- van juveniele pontische meeuw te onderscheiden? Want ook die waren ter plaatse. En niet te vergeten de drieteenmeeuwen, dwergmeeuwen, kokmeeuwen, zilvermeeuwen en grote- en kleine mantelmeeuwen. Zowat het hele assortiment meeuwen was ter plaatse.

De pontische meeuw heeft als hij op zijn poten staat een wat langgerekt lijf en hij staat ook hoog op zijn poten. Heeft bijna altijd een spierwitte kop ook als hij jong is en ook de lange dunne snavel valt op. Hij heeft niet die knobbel(gonyshoek) op de ondersnavel zoals een mantelmeeuw of zilvermeeuw die heeft. En de eerste kalenderjaar vogels hebben in de nek een grijs streepjespatroon oftewel een boa. De combi van al die kenmerken kunnen helpen om er een pontische meeuw van te maken. Ja, en zo was het weer een hele leerzame dag.

Wil je meer weten van deze lastig te herkennen meeuwensoort, klik dan op de link; 
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/pontische-meeuw