vrijdag 28 juli 2017

Alle grote lijsters verzamelen.

Het is nu al de tweede keer dat ik bij Surae in de Boswachterij Dorst een flink aantal grote lijsters bij elkaar zie. Op vrijdag 21 juli zaten tien grote lijsters op de open vlakte tussen de leemputten en vanmorgen was het weer prijs. Nu zaten er maar liefst veertien bij elkaar. Naarmate je dichterbij komt schuiven de lijsters steeds een stukje op zodat je niet te dichtbij kunt komen. Maar ze zijn net niet te ver om te kunnen zien dat het om grote lijsters gaat.

Ze zoeken hun voedsel op de grond en lopen steeds een stukje waarna ze rechtop gaan staan en rondkijken of het nog wel veilig is. Want in Surae moet je echt oppassen als je in het open veld gaat zitten want dit is namelijk ook het domein van de jagende haviken

Maar het zijn onmiskenbaar grote lijsters. Flink postuur, maatje merel of zelfs iets meer, rechtop staand, en de kop heeft een grijsbruine zweem. Maar het makkelijkst is toch wanneer de grote lijster opvliegt en je de bijna geheel witte ondervleugel goed kunt zien. Bij een zanglijster is die ondervleugel veel bruiner gekleurd en is de vogel trouwens een derde kleiner dan een grote lijster. In een ander jaargetijde zou je bijna denken dat je een groepje kramsvogels in beeld hebt.

De grote lijster houdt wel van grote open vlaktes in bosrijke gebieden met naaldbomen en agrarisch cultuurland met bosjes of lanen. Dus het gebiedje waar ik ze vanmorgen zag, de open vlaktes tussen de leemputten past helemaal in de biotoop voorkeur van deze lijster. Als je ze ook wilt zien, moet je er wel vroeg bijzijn. Ik loop daar in de vroege ochtend, zo rond een uur of zes, zeven rond.

tussen de leemputten in Surae
De trek begint pas in september en de reden van deze samenkomst is mij niet geheel duidelijk. Paren met uitgevlogen jongen sluiten zich vaak bij elkaar aan. En vanaf eind juni vormen zich groepen van tientallen grote lijsters op voedselrijke plekken.

De najaarstrek speelt zich tussen half september en begin oktober af, met de meeste trek in de eerste helft van oktober. Dus naast een rijk voedselaanbod is het mij niet geheel duidelijk wat de reden van deze samenscholing is, maar mooi is het in ieder geval wel.

Wil je meer weten van deze grootste lijster, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=77

dinsdag 25 juli 2017

Kemphanen in overvloed.

vrouwtje kemphaan
Een bezoekje aan de Noordwaard, onderdeel van de "nieuwe" Biesbosch is altijd weer interessant. Wekelijks worden in dit deel van de Biesbosch bijzondere soorten gezien, soorten die zelfs het nationale nieuws halen. Denk maar eens aan de berichten over de broedende visarenden. Deze week is een zeldzame poelruiter gezien en we hebben dit jaar de Mongoolse pieper en de zwartkop- rietzanger gehad om maar eens een paar soorten te noemen.

Ondanks wat zoekwerk deze week, heb ik de poelruiter in de Muggenwaard niet gevonden, maar daar zaten nu wel honderden en honderden kemphanen. En dat is ook bijzonder en niet alledaags te noemen. Dat de kemphanen daar verzamelen zegt ook wel iets over het voorbije broedseizoen. Deze vogels zijn namelijk "klaar" met deze jaarlijkse klus, waardoor ze zich hier verzamelen en opvetten voor de aanstaande vogeltrek. Zo tussen juli en september stijgen ze op en gaan ze op weg naar de zon.
honderden kemphanen in het water en in de lucht
De kemphaan is een steltloper die niet in dit deel van het land broedt, daarvoor moet je naar Friesland. Vorig jaar is in het oosten van Brabant een koppel tot broeden gekomen. Dat was een groot succes want dat is namelijk niet vanzelf gegaan. Met inzet van het Brabants Landschap is een gebied ingrijpend aangepakt en heeft men daar een slagenlandschap van gemaakt. Denk maar een enorme groene, natte golfplaat. Want die natte stukken zijn een voorwaarde voor vele steltlopers om tot broeden te komen. Die houden niet van droge akkers, in tegenstelling tot de kieviten, die juist wel massaal in Brabant broeden en minder in Friesland.
mannetje kemphaan
De kemphanen in de Biesbosch zitten in een uitgestrekt nat gebied met vele slikplaten waar veel voedsel te vinden is. Ze houden daar de kieviten, grutto's en wulpen gezelschap. Kieviten zijn ook alweer even klaar met het broedseizoen en hebben zich ook massaal in de Muggenwaard verzameld. Daar kun je makkelijk duizend kieviten vinden. De grutto's verzamelen zich hier de komende tijd ook. Het wordt dan een enorme slaapplaats van steltlopers vanwaar de in conditie gekomen vogels in goede gezondheid naar de overwintergebieden vertrekken.

Wil je meer weten van deze vechtjas on der de steltlopers, Klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=99

vrijdag 21 juli 2017

Gierend door de polder.

Het is elke keer weer een feest als de gier-zwaluwen op een warme zomeravond gierend door de lucht jagen. Dat geluid hoort echt bij de zomer en maakt zo elke zomeravond compleet. Als we dan buiten zitten zien we meestal een stuk of zes of acht vogels al gierend overvliegen. Veel meer als acht zie je hier eigenlijk niet.

In dit voorjaar ben ik tijdens de vogeltrek naar de vogeltrektelpost in Breskens geweest en zag daar duizenden gierzwaluwen laag over de duinen Nederland binnenvliegen. Ze hadden de lange gevaarlijke reis uit Afrika overleefd. Voor het eerst zag ik zoveel gierzwaluwen en vroeg mij af waar die toch allemaal bleven? Nu daar ben ik sinds een paar weken achter.
Ze zijn gewoon naar hier gevlogen, naar de Oranjepolder en omstreken en verder. Weliswaar geen duizenden maar hun aantal is wel spectaculair groot. Elke avond als we nu door de Oranjepolder lopen, zien we minstens vijftig tot soms wel meer dan zeventig gierzwaluwen vliegen. Wat een prachtig gezicht is dat toch.
Gierzwaluw telpost

Ik sprak deze week een vogelaar die hetzelfde was opgevallen, echter niet in de polder maar boven het oude centrum in Oosterhout. Er zijn dus aanzienlijk meer gierzwaluwen in
Oosterhout neergestreken en ik vraag mij gelijk ook af of dat nu ook voor heel Nederland geldt? Wat verklaart die toename hier in Oosterhout? En welke problemen levert die toename voor de gierzwaluwen zelf op, waar moeten die in vredesnaam nestgelegenheid vinden?

Vandaag zou de jaarlijkse gierzwaluwtelling van de vogelwerkgroep zijn maar die jammer genoeg afgelast in verband met de geringe deelname van tellers. Jaarlijks wordt de kerktoren van de Sint Jan basiliek beklommen en tellen we tegelijkertijd van de vier zijden van de toren alle overvliegende gierzwaluwen. Dat is nog eens jammer want we zouden vrijwel zeker het bestaande record aantal getelde gierzwaluwen hebben verpulverd. Want meestal komen we niet veel verder dan een stuk of twintig, maximaal dertig overvliegende gierzwaluwen. Werkelijk een gemiste kans!

Wil je meer weten van deze gierende halve maantjes, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=52

dinsdag 18 juli 2017

Boomvalkje zoeken.

Oranjepolder, thuisbasis van de boomvalken
Nog maar net terug van vakantie, lonkte de Oranjepolder al. Ik moest er even naar toe, hond aangelijnd en lopen maar, even kijken hoe het erbij staat. Ook al zijn we maar twee weken weggeweest, de Oranjepolder was flink gegroeid. Niet dat de polder groter was geworden maar de gewassen waren flink gegroeid, zo stond maïs zomaar op twee meter en dat was twee weken geleden zeker een half metertje lager. Eigenlijk is de polder door al dat groen juist kleiner geworden, het is maar hoe je het bekijkt.

Boven mij vlogen volop gierzwaluwen en twee hele grote halve manen. Gierzwaluwen zijn ook van die halve maantjes die hoog door de lucht kunnen zweven net als boomvalken dat ook kunnen. Boomvalken hebben een vergelijkbaar silhouet. Niet veel later zaten ze een stuk lager en hoorde je de roep. De roep van de boomvalk die al vanaf 2010 hier in dit deel van de polder te horen is. Het is een laatbloeier als je dat zo mag noemen. Pas vanaf mei zijn ze weer volop in het land en beginnen ze aan hun broedseizoen, op een moment dat de meeste vogels hun eerste ronde alweer afgesloten hebben.

De boomvalken beginnen dus in mei-juni en soms pas in juli met hun broedseizoen. De jongen zijn tegen eind augustus vliegvlug en hebben dan nog een ruime maand de tijd om alle vaardigheden aan te leren. Niet veel later beginnen ook zij aan de lange tocht naar het zuiden. Ze verlaten vanaf eind augustus tot ver in september via Spanje, Europa. De laatste keer dat ik het nest van de boomvalk had ontdekt leverde dat legsel een jonge boomvalk op. Ik ben erg benieuwd of deze vogel die Oosterhout als geboorteplaats in zijn paspoort heeft staan nog leeft en of deze vogel al eens in de Oranjepolder is terug geweest?

Het is nu zaak, op de komende dagen goed op te letten in welk deel van de polder de boomvalken rondhangen en met wat geluk vind ik de nestplaats en kan ik net als een paar jaar geleden goed in de gaten houden of de boomvalken voor nageslacht hebben gezorgd.

Wil je meer weten van deze snelle libellenjager, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=19

vrijdag 14 juli 2017

Valt er wat te spotten?

spotvogel(natuurwereld.be)
De spotvogel is een serieuze zangvogel. Je moet echt geluk hebben om deze imitator van formaat te treffen. Het is in Nederland een algemeen voorkomende broedvogel maar is erg dun gezaaid. Het was daarom vanmorgen dan ook een verrassing om er een in de Gecombineerde Willemspolder te horen. Deze mannetjes spotvogel zong zijn lied in de bosjes bij het oude gemaaltje aan het eind van de Groenendijk. Ik was vanmorgen om half zes op pad gegaan om in alle stilte en rust door de polder te lopen. Lekker alleen en genieten van de vogels en andere verrassingen zoals reeën, hazen en konijnen want die zitten er ook. Alleen de vos miste ik deze ochtend en eigenlijk is dat meestal zo.

De spotvogel herkende ik niet direct omdat ik hem te weinig hoor en zijn lied niet in mijn "bovenste laatje" van bekende vogelgeluiden heb liggen. Ik wist vrijwel direct dat het om een bosrietzanger of spotvogel ging. Maar de bosriet is toch teveel rietzanger en de spotvogel is wat dat betreft trager met zijn lied en imitaties. Ik heb er vlot een kwartier aan besteed om naar zijn lied te luisteren en op een gegeven moment kreeg ik hem zelfs even in beeld toen hij vlak voor mijn neus langs vloog. Het lied heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten en ik denk dat ik dit geluid de volgende keer direct zal herkennen.

spotvogel(vogelbescherming)
rechts naast het oude gemaaltje
Dat de vogel in dit deel van de polder te vinden is, is niet gek want de voorwaarden die de spotvogel aan zijn broedbiotoop stelt, zijn hier ideaal. Open agrarisch gebied met aan de randen hagen, bosschages en struwelen, genoeg ruimte om te nestelen en veilig te broeden. De vogel lijkt vanwege zijn hoekige voorhoofd erg op de grasmus,  alleen qua silhouet dan. Daar waar de grasmus witte en grijze delen heeft, is dat bij de spotvogel licht geel. De zang van die twee komt overigens in het geheel niet overeen. We kunnen nog maar een paar weken van zijn aanwezigheid genieten, want begin augustus zijn ze alweer op weg naar Afrika

Wil je meer weten van deze bijzondere na-aper, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=207

dinsdag 11 juli 2017

De smid aan het werk.

de smid in hoogst eigen persoon
Smeden, dat doet de zanglijster op zijn manier. Een zanglijster naast ons vakantiehuisje heeft een randje van het asfaltweggetje in gebruik ge-nomen om de gevangen slakken open te breken. Hij heeft er zogezegd zijn smidse ingericht. Zanglijsters zijn net als veel andere vogels erg handig geworden om lekkere hapjes te pakken te krijgen.

Zo zagen we dat meeuwen mosselen en oesters van aanzienlijke hoogte naar beneden laten vallen om zo de schalen te breken, kauwen die afgelopen winter bij ons in de tuin de vetbollen en pindanetjes die aan de touwtjes hingen om-
"de smidse"
hoog trokken om bij het lekkers te komen en vergeet het puttertje van Vermeer niet. Deze putter is handig genoeg gebleken om zijn "emmertje" met water op te takelen om zo bij een slokje water te kunnen komen. En zijn er waarschijnlijk nog veel meer voorbeelden.

huisjesslak
Zo zijn er tal van vogels die allerlei handigheidjes hebben aangeleerd om aan voedsel te komen. De grote hongingspeurder spant wat dat betreft de kroon. Deze vogel leeft in Afrika en waarschuwt mensen, de Massai in dit geval, als hij een bijennest met honingraten heeft gevonden. De Massaï begrepen deze vogel goed en gaven bij elke vondst de vogel een honingraat als beloning. En zo levert deze samenwerking een hele mooie win win situatie op.

Dat hoeft bij de zanglijster allemaal niet te doen. Die is handig genoeg van zichzelf en lost zijn problemen zelf op en heeft ons daar dus helemaal niet bij nodig. "Onze" lijster heeft overigens een wat eenzijdig voedingspatroon. Als ik de lege schalen bij de smidse bekijk, zijn het allemaal huisjesslakken die op de menukaart hebben gestaan.

Niet verkeerd als je het mij vraagt en ik zou er wat voor over hebben om deze lijster bij mij in de tuin te hebben. Deze natuurlijke slakkerverdelger zou mij een grote dienst kunnen bewijzen. Veel van onze grootbladige planten zijn ernstig aangevreten door deze huisjesslakken en die vragen er, als je het mij vraagt, om verdelgt te worden....... door de zanglijster.

Wil je meer weten van deze groene tuinier, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=254

vrijdag 7 juli 2017

Zagen zagen.

Middelste zaagbek bij de Brouwersdam(2016)
Heel af en toe kom je wat bijzonders tegen. Gisteren had ik zo'n toevallige, bijzondere ont-moeting met een gezinnetje middelste zaag- bekken. Middelste zaagbekken kom je vrijwel uitsluitend aan de kust tegen en zeer sporadisch in het binnenland. Het zijn vogels die van het zoute water houden en niet veel op hebben met zoet water. Daar heb je vooral in de winter eerder te maken met de grote zaagbek, maar die zijn nu in de zomermaanden niet in Nederland te vinden.
De middelste zaagbekken die je in deze periode tegenkomt, zijn wat zeldzame overzomerende vogels die voor de kust dobberen en dan met name in de buurt van de Delta. Zie je deze vogels in deze tijd in zoet- of brakwater dan is er wat aan de hand en dat was dus ook zo.

Ik zag namelijk een koppel met 2 jonge zaag- bekken. Dit koppel middelste zaagbekken heeft dus gebroed in de Koudenhoek bij Ouddorp en het bijzondere is dat er maar zo'n zestig broedparen middelste zaagbekken in Nederland zijn. Het is in Nederland een zeer schaarse broedvogel. De jonge zaagbekjes waren een kwart kleiner dan hun ouders en lijken erg op hun moeder, weinig kleur en vooral bruin van kleur. Dat was dus een zeer bijzondere ontmoeting en ik ben er weer blij mee.

broedlocaties in de Delta

Middelste zaagbekken leggen soms tot twaalf eieren en wat dat betreft was dit koppel met twee uitgevlogen jongen niet erg succesvol. Mogelijk hebben ze met predatie te maken gehad want het nest wordt in het veld, vlak naast het water gebouwd en de Koudenhoek is verder vrij open waar bijvoorbeeld een vos, prima kan rondkomen. Ze broeden pas sinds 1977 in Nederland en de broedpopulatie groeit dus erg langzaam maar dat is beter dan niets.

Van de middelste zaagbek wordt gezegd dat het de snelst vliegende vogel is, in horizontale vlucht wel te verstaan. De zaagbek haalt dan 129 km/u en dat is naar mijn idee een veel grotere prestatie dan de snelle duik- vlucht van de slechtvalk die over de tweehonderd km/u kan halen maar dan helpt de zwaartekracht een handje. Een middelste zaagbek moet deze snelheid dus op geheel eigen kracht bereiken en daar kan de slechtvalk dan toch maar mooi een puntje aan zuigen.

Wil je meer weten van deze gevederde kruisraket, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=145

dinsdag 4 juli 2017

Ravenbeksbeen.


linksboven het ravenbeksbeen of coracoïd
De titel doet vermoeden dat ik het over een raaf ga hebben, maar niets is minder waar. Het ravenbeksbeen of coracoïd is een onderdeel van het skelet van een vogel en om precies te zijn maakt dit bot deel uit van het schouder/vleugel- gewricht van een vogel. Alle gewervelde dieren hebben een ravenbeksbeen met uitzondering van buideldieren en placentadieren(waaronder de mens) Bij mensen is het ravenbeksbeen vergroeid in het schouderblad.

foto van het ravensbekbeen
Dat het ravenbeksbeen in dit stukje staat, heeft te maken met mijn strandvondst in Ouddorp. Ouddorp ligt op Goeree Overflakee en het strand van mijn vondst ligt tegenover de tweede Maasvlakte. De tweede Maasvlakte is een jaren geleden opgespoten zandvlakte waarop de overslagbedrijven zich inmiddels gevestigd hebben. Met dat opspuiten van deze vlakte is de zeebodem flink in beroering gebracht en heeft veel fossielen naar de oppervlakte gebracht.

Zo ook mijn prehistorische ravenbeksbeen, wat een paar dagen geleden aanspoelde op het strand. Zoals het er nu naar uitziet, zou dit bot ongeveer 80.000 tot 120.000 jaar oud kunnen zijn. De diersoort kan ik niet bepalen, het kan een kleine dinosaurus of grote vogel of vis zijn. Om hier meer duidelijkheid over te krijgen heb ik mijn vondst aangemeld bij de "Port of Rotterdam", op de site, "oervondstchecker". Hier worden alle aangemelde fossielen door een expert van BOOR, de archeologische dienst van de gemeente Rotterdam, het Natuurhistorisch Museum Rotterdam of de Werkgroep Pleistocene Zoogdieren beoordeeld.

walgvogel ook kermisgans
Ik hoop dat het een bot van een vogel is, want dat is mij als vogelaar, toch heel wat waard. Een bot van een oervogel bezitten. Dat doet me gelijk denken aan het dodo bot van Boudewijn Büch. Ik ben er net zo blij mee. Als de leeftijd een beetje klopt is dit bot uit dezelfde tijd als die dodo, alleen de dodo leefde alleen op Mauritius en heeft het zelfs tot de zeventiende eeuw volgehouden. Toen is de laatste dodo door menselijk toedoen uitgestorven.

De dodo is een echte pechvogel, zijn bijnaam was walgvogel omdat hij vies smaakte en er zijn alleen wat botten bewaard gebleven. Er is niet eens een opgezet exemplaar of een stel veren van overgebleven. Jammer want het lijkt mij juist een gezellige dikkerd die ik graag met zijn ravenbeksbotjes bij ons door de tuin zou hebben willen zien scharrelen.