vrijdag 29 december 2017

Rieten gezien.

Toendra rietgans
Elke winter is het weer een traktatie om de rietganzen te zien. Om deze gans te zien moet je toch wel naar de Biesbosch waar ze meestal in de uitgestrekte graslanden zitten. Ze zijn wat schuwer dan de grauwe ganzen die ook bij in de polders voorkomen. Je moet echt alle ganzen groepen die je ziet, afspeuren om ze daartussen te ontdekken.

Ik zag ze afgelopen week, op een mistige ochtend, tussen de duizenden kolganzen zitten. Op een paar voormalige grasakkers zaten ook nog eens honderden eenden, zwanen, canadese- en grauwe ganzen. Het waren twee groepen rietganzen, een van een stuk of zestig en een groep van dik honderd rietganzen.

Het zijn toendrarietganzen, de bij ons meest voorkomende rietganzen. Er worden in het oosten van Brabant nog wel eens taigarietganzen gezien maar ik moet eerlijk zeggen dat ik het verschil niet
ken en ook geen moeite doe om deze zeldzame rietgans te ontdekken. De verschillen zijn miniem en de kans is veel te klein dat deze rietgans erbij zit. Ik meen dat er steeds meer stemmen opgaan die de soortnaam willen veranderen naar gewoon rietgans zonder onderscheid. Dan hebben we straks alleen nog de kleine- en gewone rietgans, lekker makkelijk.

Nadat we een tijdje naar deze rietganzen hadden gekeken, vonden ze het toch maar beter om te verkassen en dat zorgde ervoor dat alles de lucht inging. Wat een spektakel was dat, alle ganzen en eenden vlogen onder een luidkeels geroep en geklapwiek op en verdwenen door de laaghangende mist snel uit het zicht. En leeg waren de velden en er daalde een rust en stilte neer die je alleen bij dichte mist voelt en hoort. Jammer, die leegte.

Wil je meer weten van deze gans, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=224

dinsdag 26 december 2017

Zwartkopmees of matkop.

Afgelopen week ben ik op verschillende plaatsen de matkop tegengekomen. Ik hoorde de vogeltjes eerder dan dat ik ze zag. Het is een prachtig meesje dat je in deze tijd regelmatig op kerstkaarten afgebeeld ziet staan. Een aandoenlijk en lief meesje wat niet zo veel voorkomend is als de alom bekende koolmees en pimpelmees. Met zijn gitzwarte petje en lichte ietwat vale lijf ziet hij er veel minder kleurrijk uit dan de pimpel- en koolmees maar is daarom zeker niet minder mooi.
 
Het geluid is zo specifiek dat je hem onmogelijk kunt verwarren met andere mezen. Het geluid van de kool- en pimpelmees verschilt niet veel van elkaar en zorgt nog wel eens voor verwarring maar de matkop met zijn typische pééh, pééh geluidje herken je direct. Dit meesje is vooral in het oosten van ons land actief en ik denk dat wij zo'n beetje op de westelijke grens van zijn verspreidingsgebied in Nederland zitten. Ten westen van ons komen ze veel minder voor en ontbreken zelfs op de Wadden, Noord Holland en Zeeland.

Het zijn liefhebbers van toch wat vochtige bossen met berken waar ze net als spechten, ja, dat klinkt bijzonder, hun nestholte in uithakken. De soort gaat ook weer achteruit en men vermoed dat dat komt door de verdroging van de bossen. Ik kom daar steeds vaker achter dat verdroging en verlaging van de waterstand een allesbepalende factor is voor de vogelstand.

Weidevogels hebben hier nog het meeste last van, geen vochtige weides en akkers, geen insectenlarfjes, geen voedsel voor de jongen, geen succesvol broedsel. En zo gaat de teruggang hier in de hele vogelwereld, een eindeloos gevecht lijkt het wel. Gelukkig zijn er her en der initiatieven om de vogels een handje te helpen, maar naar mijn idee te kleinschalig om echt verschil te maken.

Wil je meer weten van deze niet algemene mees, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=141

vrijdag 22 december 2017

Aankomst kleine zwanen

aankomst kleine zwanen
Een bezoekje aan de Gecombineerde Willemspolder was op maandag de 18e niet vergeefs. Ik had de kleine zwanen dit najaar al een paar keer eerder in Zeeland en op Texel gezien en de winterse speldenprik van afgelopen week zou de kleine zwanen wel eens zuidwaarts kunnen sturen. De kleine zwanen zitten eerst een tijdje op de grote meren, IJselmeer en Veluwemeer en als het voedsel daar opraakt, de kleine fonteinkruid knolletjes zijn favoriet, trekken ze naar de grazige weides bij ons in het zuiden.

Vandaag was het dus zover en zaten 24 vermoeide kleine zwanen in het malse gras. Ze zaten daar tussen ruim zestig knobbelzwanen die volgens mij voor ze de wacht houden. Veel kleine zwanen zaten met de kop in de veren en lagen te rusten. Ze hebben namelijk een tocht van meer dan 8.000 kilometer achter de rug en dat gaat je niet in de "kouwe veren" zitten.

kleine zwaan
De groep zal de komende tijd verder groeien tot naar ik schat zo'n tachtig vogels. In het clubje van vandaag was geen van de zwanen geringd of voorzien van een halsband. Daar ben ik nog het meest benieuwd naar, kleine zwanen met halsbanden. Begin dit jaar zaten negentien verschillende halsbanden in de wei met als grootste bijzonderheid de GPS halsband met zonnecel voorzien van nummer 209E. Ik moet nog eens uitzoeken of het nog wel zin heeft om deze halsband te melden want de GPS zender levert veel betrouwbaardere en exacte data op dan de meldingen die ik doe via www.geese.org

geringde kolgans
Ik heb al wel een kolgans met een GPS halsband, voorzien van een zonnecel, in de Biesbosch gezien. Deze Russische kolgans is in augustus 2016 in Kolguev in de provincie Arkhangelsk geringd en zit nu hier in de Noordwaard. Melden op geese.org levert in ieder geval veel leuke informatie over de vogels op. Dus afwachten tot de eerste geringde kleine zwaan zich in de Willemspolder zich aandient.

Wil je meer weten van het melden van geringde ganzen en zwanen, klik dan op;
https://vogeltrekstation.nl en http://www.geese.org/



dinsdag 19 december 2017

Appelvinken

appelvink
Als je een echte krachtpatser uit de vogelwereld wilt zien, moet je zeker eens goed naar de appelvink kijken. Zijn postuur straalt serieuze kracht uit. Een dikke nek en in verhouding een enorme dikke kegelvormige snavel, gemaakt om een harde noot te kraken.

Een appelvink kraakt met gemak een kersenpit maar kiest toch ook vaak voor de makkelijke weg en eet dan de relatief zachte zaden van de spaanse aak. En die spaanse aak staat bijvoorbeeld ook bij de ingang van het Lukwelpark aan de Bouwlingstraat in Oosterhout. Een gedekte tafel voor niet alleen de appelvinken maar ook voor de groenlingen en vinken. 
ingang Lukwelpark aan de Bouwlingstraat
Ik hoor en lees op verschillende plekken dat veel vogels uit het noorden en oosten deze kant opkomen omdat daar voedsel-schaarste zou zijn. Grote kruis-bekken, grote barmsijzen, appel-vinken en zwarte mezen trekken massaal naar het westen waar het in de winter wat milder is dan in de landen van herkomst. Hier is voldoende voedsel te vinden en zo komen ze de winter wel door.

Ik had dat idee dat het in het noorden en oosten niet oké is ook al wat eerder gekregen omdat ik al weken flinke groepen sijzen in de Oranjepolder tegenkom. Er zijn jaren geweest dat je ze maar amper zag en dat komt dan volgens  mij door het wat ruimere voedselaanbod in het noorden.

De appelvink is geen uitbundige zanger en je moet het doen met een kort en iel piepje. Wel erg herkenbaar en als je het hoort kijk je direct op. De vogel heeft een onvriendelijke en strenge gelaatsuitdrukking maar om nou te zeggen dat het een lelijke vogel is moet ik dat toch ontkennen.

De appelvink is mooi oranjebruin met zwarte en witte accenten. De staart eindigt in een mooi wit bandje en hij heeft een gitzwart brilletje en sikje. Net als alle vinkachtigen zoals de vink, keep en groenling is het een prachtig beestje en is een bezoekje aan het Lukwel park zeker de moeite waard.

Wil je meer weten van deze strenge krachtpatser, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=3

vrijdag 15 december 2017

Koe(reiger) in de wei

koereiger in de wei
Als ik aan een koereiger denk, denk ik automatisch aan Afrika. Ik heb ze daar zelf maar genoeg gezien en in natuurfilms over Afrika zie je altijd koereigers parmantig tussen de buffels, olifanten en kuddes gnoes lopen. De koereiger in een Nederlandse wei tussen de schapen zien lopen is dan ook apart te noemen. Maar dat was wel zo in het Oudeland van Strijen. En er liepen zelfs twee koereigers rond en dat is helemaal bijzonder te noemen. Het zou kunnen dat deze twee afkomstig zijn uit Frankrijk want daar groeit de populatie koereigers jaar na jaar.

 zo ken ik de koereiger
Een koereiger ziet er net wat anders uit dan de kleine en grote zilverreiger. Deze twee zilverreigers zien er allebei elegant uit en bewegen ook zo. Een koereiger ziet er wat (p)lomper uit, hij beweegt zich ook wat schrikachtiger en is heel wat drukker dan zijn witte familieleden. Maar dat hoeft dus geen probleem te zijn, want een van de twee koereigers plukte zomaar een molletje uit het gras. Dat gebeurde razendsnel en laat zien dat deze `Afrikaan` van oorsprong zich hier heel goed staande kan houden. Ik moet eigenlijk zuiderling zeggen want dat klopt tegenwoordig beter.

Dat jagen tussen buffels en koeien en hier dus tussen de schapen is en beproefde methode, het vee jaagt de insecten, muizen en ook mollen op en de koereiger scharrelt daar tussendoor en pikt zo zijn graantje mee. het zijn echte handige Harry´s.

Wil je meer weten van deze witte weidevogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=118

dinsdag 12 december 2017

Dwergjes spotten.

dwerggans
Afgelopen weekend hadden we het plan opgevat om naar het Oudeland van Strijen te gaan en op zoek te gaan naar de zeldzame dwerggans. Deze kleine gans, niet veel groter dan een eend die heel erg op een kolgans lijkt, wordt hier alweer een paar weken op waarneming.nl gemeld. Maar dan heb je hem nog niet zomaar gezien en herkend.

Oudeland van Strijen
Dwergganzen zijn erg zeldzaam en zijn in de wintermaanden maar op een paar plekken in Nederland te zien. Wereldwijd gaat het jammer genoeg ook steeds slechter met deze gans en de vogel staat inmiddels op de rode lijst. Jaren geleden is de dwerggans in Zweden en Finland opnieuw geïntroduceerd en afstammelingen van deze groep dwergganzen overwintert dus bij ons. Het zijn afstammelingen van de oorspronkelijk wilde ganzensoort die tot ver in Oost Siberië voorkomt. De vogels die daar leven, trekken overigens in de winter richting China en niet naar Europa.

In een hele natte wei, behoorlijk ver weg vonden we een groep van maar liefst twaalf dwerggansjes. Goed te herkennen en het lukte zelfs om de gele oogring te zien. De oogring is kenmerkend voor de dwerggans. De kolgans mist deze gele oogring en heeft een iets kleinere witte bles en een wat drukker gestreept borstpatroon maar verder lijken ze wel erg veel op elkaar en zijn dus ook met elkaar te verwarren.

duidelijke gele oogring
Pas een keer eerder had ik een dwerggans gezien en dat was weer een jaar of vijf geleden in noord Friesland in een grasveld vlak tegen de Waddenzee aan. Ook zo'n plek waar je dit soort bijzonderheden tegen kunt komen. Op deze plek had ik ook een witbuikrotgans gezien, minder zeldzaam maar toch wel bijzonder.

Wil je meer weten van de zeldzame dwerggans, klik dan op de link;

https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=36

vrijdag 8 december 2017

Een punthoofd krijgen.

Chaamse kuif
Als je ooit het idee opvat om een foto van een kuifmees te maken, kan ik je verzekeren dat je net als de kuifmees zelf ook een flink punthoofd gaat krijgen. Ik ken geen vogel die zo ongedurig is dan de kuifmees, alhoewel, een goudhaantje kan er ook wat van. In de boswachterij Dorst weet ik een paar vaste plekken waar de kuifmezen broeden en ook nu nog goed te zien zijn. Zeker negen van de tien keren kom ik ze daar dan ook tegen. Het is en was een van de soorten waar ik nog nooit een foto van heb kunnen maken, dus het moest er maar eens keer van komen.

In de bossen van Chaam, tussen Gilze en Chaam, zag ik opvallend veel kuifmezen en wilde ik daar toch een foto van hebben. Nou dat heb ik geweten, ruim 178 opnames verder en amper een goede foto kunnen maken, kortom mijn puntkop nam serieuze vormen aan. Uiteindelijk heb ik drie matige foto's geschoten.

Chaamse bossen
De kuifmees blijft het hele jaar door in hetzelfde gebiedje, behalve de jonge vogels die in groepjes rondtrekken. Ook in de winter blijven de oudere vogels in hun territorium, alleen dan veranderd er iets fundamenteels. Ze foerageren vrijwel het hele jaar op insecten en voeden hun jongen ook op met gevangen insecten.

Alleen in de winter schakelen ze over op zaden en kunnen ze met hun fijne snaveltjes berken- en wilgenkatjes openbreken en zaadjes eten. Ook bessen van de lijsterbes en meidoorn staan dan op het menu. Deze prachtige mees komt alleen in Europa en de Oekraïne voor en dat is ook bijzonder te noemen. Veel vogels komen op meerdere continenten voor en deze dus niet.

Wil je meer weten van deze vliegende puntmuts, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=135

dinsdag 5 december 2017

Het bruine berksijsje.

Dit is toch wel een mooie tijd van het jaar, ondanks de vele regen van de afgelopen tijd en almaar kouder wordende dagen, heeft deze tijd heel wat te bieden. De vogelliefhebber komt in deze tijd echt wel aan zijn trekken. Veel vogels laten een ander gedrag zien en scholen samen tot flinke groepen, vinken en putters zijn twee van die soorten die dat doen.

Het is daarom ook opletten geblazen, tussen de vinken kunnen namelijk kepen zitten en zoals ik gisteren ontdekte, zat tussen de grote groep putters een kleine barmsijs. Goed speuren loont!

De putters struinen de elzensingels in de polder langs Het Kromgat af. De proppen worden zorgvuldig opgebroken en de zaden opgegeten. Ze vliegen van boom naar boom onder zacht gepiep, geroep en af en toe een kort liedje. En alsof ze het afspraken, dook de groep naar de onderkant van de rietkraag aan de overkant en behendig klommen ze langs een rietstengel naar beneden om te drinken. De hele groep zat aan de waterkant en van daaruit vlogen ze ook als groep weer terug naar de els, heen en weer, heen en weer.
kleine(links) en grote(rechts) barmsijs

De barmsijs die vroeger in Brabant het bruine berksijsje genoemd werd en tussen de putters zat, was qua formaat even groot als de putters en had meer crèmekleurige delen dan witte onderdelen die de grote barmsijs met name heeft. Het formaat van de twee verschilt nauwelijks dus dat helpt ook niet om de soort te bepalen. De kleine is alleen wat compacter dan de grote barmsijs, die wat slanker en langgerekter is. Het was een mannetje, dat weet ik wel zeker want alleen die hebben een roze borst.

Op basis van de kleur van de flanken, onder-kant en vleugelstrepen die verre van wit waren, samen met het compacte postuur, ben ik vrijwel zeker dat het een kleine barmsijs was.

Wil je meer weten van het vogeltje met het rode petje. klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=363

vrijdag 1 december 2017

Een grote kruisbek hebben.

mannetje grote kruisbek
Elk najaar en winter zijn er van die bijzondere vogelsoorten die ons land dan plots massaal bezoeken. Deze soorten noemt men dan invasiesoorten. En dit jaar zijn dat bijvoorbeeld grote kruisbekken die ook in 2012/2013 ons land overspoelden. Overal in het land waar oude bossen met grove dennen staan, duiken ze op. Ik hoop ze ook nog een keer in de boswachterij Dorst te ontdekken maar dat zal niet meevallen. Waar ze wel te zien zijn, is in Chaam. In de bossen tussen Gilze en Chaam worden de grote kruisbekken alweer een paar weken gemeld.

Het is een uitgestrekt gebied waar een paar jaar geleden vrijwel alle naaldbomen gekapt zijn en waar her en der een den gespaard is. En ik denk dat dit type landschap de voorkeur heeft.

man en vrouw(afb. Wikipedia)
Open terrein met verspreid volwassen bomen die ook volop onrijpe kegels in de kroon hebben hangen. Een vergelijkbaar bosperceel weet ik ook in de boswachterij van Dorst te liggen en daar ga ik als eerste naar deze, als zeer zeldzame vogel te boek staande, grote kruisbek zoeken.

Tijdens mijn wandeltochtje door het gebied in Chaam ontdekte ik drie grote kruisbekken, een mannetje en twee vrouwtjes in de toppen van de een alleenstaande grove den. Het zijn dikke kruisbekken waar de snavel groot en grof van is, de nek dik is en zelfs de bijnaam, "stierennek" heeft en ook hun geluidjes klinken harder dan die van de gewone kruisbek. Het mannetje zat hoog in de top, vol in het zonnetje, waardoor het net leek of er een rode gloeilamp in de voet van een kegel was gedraaid. De twee geel-groene vrouwtjes zaten wat lager maar waren ook prima te bekijken.

Behendig werden onrijpe kegels afgeknipt en opengebroken door de twee scheve snavelhelften, snippers vlogen in het rond en zo verdween de ene kegel na de andere uit de boom. Gelukkig staan er maar genoeg waardoor we de komende weken nog kunnen genieten van deze "stierennekken".

Wil je meer weten van deze dikke nek, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=76