maandag 30 januari 2023

Geduld is een schone zaak.

kleine zwaan in de polder
De kleine zwanen in de Gecombineerde Willemspolder in Oosterhout hebben deze plek uitgekozen om een deel van de winterperiode door te brengen. Dat doen ze al vele jaren en het ene jaar zijn ze hier al vanaf november/december te zien maar vooral de laatste paar jaar arriveren ze pas in januari. Ik denk dat het vooral te maken heeft met onze milde winters. In de gebieden waar ze in het begin van de winter verblijven, zoals het Veluwemeer, is langer voedsel beschikbaar en dat voedsel heeft de voorkeur boven het eiwitrijke grasland van de Willemspolder.

Dit kan ik niet bewijzen maar het valt wel op dat het later arriveren samengaat met een milde winter. Het voedsel in de randmeren, met name de knolletjes van het fonteinkruid hebben de voorkeur boven gras. Wat ook opvalt is dat het aantal zwaantjes afneemt. De reden daarvan is al vaker in mijn blog beschreven en ik heb nu de absolute aantallen per winter op een rijtje gezet. Ik heb steeds het hoogst aantal door mij waargenomen kleine zwanen per winter in de Willemspolder genomen en dan zie je de dalende trendlijn duidelijk in beeld.

Ik was al redelijk ongeduldig geworden, want het duurde en duurde maar eer de eerste kleine zwanen in de Willemspolder arriveerden. En ik dacht al dat het gedaan was met de Willemspolder als overwinter plek van de kleine zwanen. Begin januari arriveerden de eerste vogels, niet meer dan 8 waren het. Twee weken later kwam de rest, net wat meer dan vorig jaar maar nog steeds teweinig. Tsja, geduld is een mooie zaak zeggen ze dan weleens.

kleine zwaan met jong
De aantallen nemen niet alleen bij ons in de polder af maar ook landelijk is dat zo. De grafiek begint in 2012 en in de jaren daarvoor weet ik nog dat bijvoorbeeld in de Noordwaard, toen nog een gewoon agrarisch gebied, makkelijk 250 tot 400 kleine- en wilde zwanen overwinterden. Dat waren nog eens tijden en dat waren nog eens aantallen. 

De gouden tijden komen echt niet meer terug en dat snap ik wel. De stijgende temperatuur maakt dat de zwanen veel minder ver naar het Zuiden hoeven te vliegen. Dichtbij huis is voldoende voedsel te vinden en waarom zou je dan verder vliegen als je dichtbij ook voldoende voedsel kunt vinden en ook nog eens minder gevaarlijk. Jammer voor ons maar een goede zaak voor de kleine zwanen.

Wil je meer weten van deze steeds zeldzamere kleine zwaan, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-zwaan

donderdag 26 januari 2023

Uit de slaapplaats.

het wordt net licht en de lucht zit vol ganzen
Uitslapen was er afgelopen zaterdag niet bij. En dan bedoel ik niet zozeer dat voor mij uitslapen er niet zat maar uitslapen zit er eigenlijk nooit in voor de ganzen in de Biesbosch. Elke winter opnieuw is de Biesbosch dé plek voor ganzen om te overnachten. Het is daar in de eerste plaats uitgestrekt met de juiste omgeving met veel water en veel grasland en in de tweede plaats is het gewoonweg veilig voor de enorme aantallen vermoeide ganzen. 

Alle soorten overwinterende ganzen zijn hier te vinden. Het overgrote deel bestaat uit kolganzen en brandganzen.. Verder slapen hier grauwe ganzen, toendra rietganzen, grote canadese ganzen en nijlganzen. Maar die vier laatste soorten doen dat in kleinere aantallen.
een prachtige kolgans
Deze telling telden we op de dertien vaste telpunten rond de Biesbosch meer dan 100.000 ganzen. En dat aantal is het op een na hoogste aantal getelde ganzen ooit. Er is slechts een jaar geweest met meer ganzen en dat kwam dan vooral op het conto van de kolganzen die toen met meer dan 90.000 exemplaren sliepen in de Biesbosch. Afgelopen week waren dat 69.000 kollen en dat is dus het tweede hoogste aantal.

Vanaf een uur of half acht komt de boel in beweging en nog in het ochtendschemer gaan ze op pad. Ze verlaten de Biesbosch in alle vroegte om daarbuiten in het agrarische gebied te foerageren. Ik zie ze dan overkomen bij Lage Zwaluwe als ze bij Het Gat van de Ham en de Zonzeelse polder de graslanden en akkers met oogstresten opzoeken om te ontbijten. 

Meestal gebeurt dat massaal en komen ze in enorme aantallen overvliegen. De piek is kort en de tijd daarna gaat het steeds om kleinere plukjes en een uurtje later is het vrijwel gedaan en is alles vertrokken. 
na een uurtje was de lucht "leeg"
Je moet dan wel op tijd stoppen want je kan zomaar een rondzwervende groep treffen die al op een ander telpunt is gezien en geregistreerd. 

Met name de brandganzen hebben er een handje van om zo vroeg in de ochtend een lekker rondje boven de Biesbosch te vliegen. De brandganzen waren met 24.000 exemplaren de tweede grootste groep en zij vestigden met dit aantal een record. Nog nooit eerder vlogen er zoveel brandganzen uit.

Het aantal grauwe ganzen lag een stuk lager dan anders en met 7.600 exemplaren was dat aan de magere kant en staat in schril contrast met de enorme aantallen kollen en brandjes. Al met al al een prachtige winterse ochtend en zo hoort het ook.


maandag 23 januari 2023

Een familie wilde zwanen.

wilde zwanen in de Zonzeelse(jan 2023)
De eerste keer dat een familie van 6 wilde zwanen neerstreek in de Zonzeelse polder was in december 2019. Het was een koppel adulte wilde zwanen met hun 4 jongen. Dat was toen een bijzondere waarneming want om zo'n familiegroep te zien moest je meestal wel een stukje rijden. Soms zelfs naar Zonnemaire in Zeeland en heel af en toe zaten er een paar in de Biesbosch of in de Gecombineerde Willemspolder in Oosterhout. En dat waren dan steeds een paar losse vogels, nooit een familiegroep.

Toen dacht ik dat het om een eenmalige gebeurtenis ging en dat deze vogels bij toeval deze polder uitgezocht hadden om deze ene winter te overwinteren. 
twee volwassen zwanen (jan 2020)
Een jaar later, in 2020, waren ze weer terug, nu met 5 volwassen vogels en 2 jongen. Ik vroeg mij toen nog niet af of dit dezelfde groep wilde zwanen was van het jaar ervoor. Dat idee kreeg ik dit jaar pas.

En ook in de winter van 2021 waren ze er weer, zelfs in dezelfde akker als voorgaande jaren zaten nu 4 volwassen vogels en 4 jongen. En afgelopen week telde ik zowaar 13 vogels waarvan 3 juveniele vogels en inmiddels 10 adulte vogels. 
adult wilde zwaan(jan 2021)

De groep groeit gestaag en lijkt er steeds meer op dat het om dezelfde familiegroep gaat die langzaam maar zeker groeit. Op de een of andere manier biedt deze polder alles voor deze wilde zwanen om de winter goed door te komen. En dat is best bijzonder want er zijn niet zoveel plaatsen waar jaarlijks een groeiende groep wilde zwanen overwintert. Jaarlijks gaat het in Nederland om een kleine 3.000 overwinterende wilde zwanen en die zitten dan meestal in Noorden van ons land.

Op basis van het snavelpatroon zou het mogelijk moeten zijn om elke individuele wilde zwaan te identificeren. Ik heb inmiddels foto's genoeg van deze groep om daar eens dieper in te duiken. De gele vlek is net zoiets als een vingerafdruk van een mens. Elk snavelpatroon is uniek en met wat puzzelwerk moet ik daar wel uitkomen.

juveniele zwanen(jan 2022)
Op de foto hiernaast 2 jonge of juveniel wilde zwanen waarvan het snavelpatroon goed te zien is en met de foto's van de familiegroep van dit jaar zou het dus mogelijk moeten zijn om duidelijk te krijgen of ze er dit jaar ook weer bijzijn.

De zwanen trekken over twee maanden weer weg en gaan naar hun broedgebieden in Noord Scandinavië tot aan Noord Rusland toe. Een pittige reis die meestal in een paar etappes gevlogen wordt. Ze lassen zo her en der pauzes in om uit te rusten en te foerageren want er moet wel voldoende brandstof in de tank zitten om zo'n lange reis te maken.

Wil je meer weten van deze honkvaste overwinteraars, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/wilde-zwaan

vrijdag 20 januari 2023

Ik ben geen twitcher.

grijze wouw
Een mooie zeldzame vogel zelf ontdekken is voor elke vogelaar een hoogtepunt dat je nooit meer vergeet. De rosse franjepoot in de Bleeke Heide is mijn onvergetelijke hoogtepunt als vogelaar. Ik heb in de afgelopen jaren veel zeldzame en bijzondere vogels gezien maar meestal omdat de vogel al eerder was waargenomen door anderen. En dan er op afgaan en de vogel samen met een grote groep andere vogelaars op mijn lijst zetten, is toch anders. Ik voel mij dan meestal als een soort secretaris, ik noteer dan wat een ander heeft gezien. 

Dit soort waarnemingen zijn veel minder waardevol alhoewel ik natuurlijk wel enorm kan genieten van de bijzondere vogel in kwestie.


Jaren geleden werden we door iemand getipt dat vlakbij een goudlijster zat. De vogel werd niet gemeld op de bekende sites vanwege Corona zodat de vogelaars niet massaal toe zouden stromen. Aangekomen op de hotspot bleek dat wel heel veel mensen "stiekem" getipt waren. 

We stonden daar met nog tachtig andere vogelaars gespannen te wachten totdat de goudlijster uit de bosjes tevoorschijn kwam. Nadat we de vogel hadden gezien zijn we ook snel vertrokken want er was zo geen lol aan.

Ik ben dan ook geen twitcher zoals dat dan heet en vaak kom ik ook te laat op de plek waar de zeldzaamheid werd gezien. Ik heb in de vele jaren vogelen maar al te vaak gehoord "hij is net weg". Dat is ook en beetje mijn lijfspreuk geworden. Ik zit er niet mee en als het wel een keer lukt is dat meegenomen al is de euforie niet gigantisch. 

Zo zag ik laatst een grijze wouw, een prachtige vogel die alweer een kleine twee maanden in hetzelfde gebiedje zit. Je hoeft er geen moeite voor te doen om hem te zien en op de een of andere manier is dat een beetje saai. Ik doe de vogel daar absoluut mee tekort want de vogel ziet er prachtig uit. Nee, dan de rosse franjepoot, veel minder spectaculair om te zien maar met een vele, vele malen grotere voldoening.

maandag 16 januari 2023

Houtduiven verdwijnen?

een flinke wintergroep houtduiven
Elk jaar weer lijkt het aantal houtduiven toe te nemen, toch is dat niet zo en nemen ze juist in aantal af. Dat zou je zo op het eerste gezicht niet zeggen als je door de Oranjepolder loopt. Ook op andere plaatsen was mij dat al opgevallen, er zitten overal wel houtduiven en in flinke aantallen. ook tijdens de najaarstrek van afgelopen jaar heb ik heel veel houtduiven gezien. 

Grote groepen vlogen in de Boswachterij Dorst Zuidwaarts met op 26 oktober een vlucht van maar liefst 260 stuks. Ook bij Falsterbo in Zweden staken het afgelopen najaar bijna een miljoen houtduiven over om in het Zuiden te overwinteren. Dat waren overigens meer duiven dan de voorgaande jaren.

in volle glorie
De afname bedraagt inmiddels zo'n dertig procent en dat is een serieus aantal vogels. En als ik bedenk hoe de polder er uit zou zien als die afname niet had plaatsgevonden dan zouden de boeren toch een serieus probleem hebben. Met name de spaarzame graanvelden bij ons in de polder zouden dan door de houtduiven maar ook door de holenduiven vakkundig "uitgekleed" worden. Een groffe telling en schatting maakt dat in de Oranjepolder, van ongeveer 300 hectare groot, plusminus 800 houtduiven leven en tel er daar maar eens 30% bij op!

Heel veel kilo's graan gaan op die manier verloren. De gaskanonnen van de boer helpen nauwelijks. Na een paar dagen zijn ze aan de harde knallen gewend geraakt en knabbelen ze vrolijk door. In de voege ochtend zie ik vrijwel alleen duiven rondvliegen, kris kras over weilanden en akkers maar ook over de wijk. Elke dag zitten wel een paar duiven bij ons in de tuin om de voerresten van de grond te eten. Wat dat betreft ben ik in tegenstelling tot de boeren wel blij met ze want ze ruimen altijd alles netjes op. 
holenduifjes eten mee

Ondanks de sterke afname zitten nog volop duiven in ons gebied en de aantallen liegen er niet om en dan vraag ik mij ook wel eens af, hoe komt het toch dat deze  imposante verschijning in die enorme aantallen toch zo onopvallend is? De overlast in de vorm van ondergepoepte auto's en stoepen is er wel maar toch hoor je er amper mensen over klagen. Is hun zachtaardige uiterlijk, hun zachte ritmische en rustgevende gekoer dan zo prettig dat we de zogenaamde overlast voor lief nemen? Op de een of andere manier zijn deze dikzakken vrijwel onzichtbaar geworden en hebben ze zich fantastisch aangepast en hoeven de aantallen voor mij niet verder terug te lopen.

Wil je meer weten van deze zwaargewicht, klik dan op de link;

donderdag 12 januari 2023

Rosse franjepoot in Brabant?

Bleeke Heide in alle vroegte
Eergisteren ging ik voor de herkansing terug naar de Bleeke Heide. Een dag eerder wilde ik daar een mooie wandeling door de natuur maken maar een fikse regenbui van enkele uren gooide roet in het eten. Ik had nog even de hoop dat de bui snel over zou waaien maar dat was niet het geval. Het water zou nog minstens twee uur naar beneden vallen. Een dag later zag het er een stuk beter uit maar het was wel flink kouder en perfect om lekker door te lopen.

Bijna elke winter staat het water flink hoog en dat trekt zo ontzettend veel vogels aan, het zijn dan vooral ganzen. In de ochtendschemer kun je maar amper zien wat er allemaal zit en het duurt even voordat je goed en wel de soorten kunt onderscheiden. 
rosse franjepoot
Ik heb dan al een aardig stukje gelopen en kijk enigszins tegen de net opkomende zon in naar de grote groep watervogels. Op dat moment vertrekken alle ganzen uit het gebied en gaan ze op zoek naar voedsel in het agrarische gebied er omheen. Zeker 450 toendra rietganzen vertrokken uit de slaapplaats gevolgd door honderden kolganzen, grauwe ganzen en 1 brandgans.

Wat verderop werd mijn oog getrokken naar een druk foeragerend meeuw-achtig vogeltje. Druk in cirkeltjes zwemmend en constant de snavel en kop onderwater stekend, zwom het vogeltje voor de rietkraag langs. Ik had gelijk door dat dit geen meeuw kon zijn en wat beter gekeken zag ik dat het een franjepoot was. Maar welke franjepoot was het, de grauwe of de rosse?
grauwe franjepoot met het dunne snaveltje
Het bleek achteraf niet moeilijk te zijn want de snavel was echt te dik voor een grauwe franjepoot. deze franjepoot had een dikke snavelbasis en leek in de verste verte niet op het naaldje wat een grauwe franjepoot als snavel heeft. In het winterkleed zijn deze twee niet zo makkelijk van elkaar te onderscheiden, ze zijn beide grijs-wit met een paar kleine zwarte accenten. 

Eigenlijk zien ze er qua kleurstelling hetzelfde uit als alle andere steltlopers in de winter. In zomerkleed is dat wel een ander verhaal dan zijn ze prachtig gekleurd, zeker de grauwe franjepoot die dan alles behalve grauw is met zijn prachtige oranje kleur.

Mijn ontdekking is vrij zeldzaam want deze vogels komen eigenlijk alleen langs de kust en een hele zeldzame keer trekken ze het binnenland in. Met 5 tot maximaal 15 overwinterende vogels in Nederland is dit een echte zeldzaamheid voor Brabant.

Wil je meer weten van deze bijzondere wintergast, klik dan op de link'
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/rosse-franjepoot

maandag 9 januari 2023

Ik mis de kleine zwanen.

De Willemspolder op 17 januari 2017. Toen zaten hier meer dan 200 kleine zwanen
Elke winter zoek ik ze op, kleine zwanen, sowieso de mooiste zwanen en voor mij misschien wel een van de mooiste vogels van ons land. En elk jaar zie ik de aantallen bij ons in de polders teruglopen. Dat heeft meerdere redenen, de soort heeft het lastig in de broedgebieden en brengen te weinig jongen groot en daarnaast is de noodzaak om naar hier te vliegen steeds minder groot. Het klimaat verandert en ze hoeven niet meer zover te vliegen om voldoende voedsel te vinden en de extreme kou te ontlopen.
20-01-2017 Willemspolder
Jaarlijks wordt de afstand tussen broedgebied en overwinter gebied ongeveer 600 kilometer korter. Maar daar scheef ik al eerder over. Dat betekent dus dat de zwanen nu niet veel verder komen dan Noord-Oost Duitsland en soms blijven ze zelfs daar weg. Ik las in de levensloop van 32 kleine zwanen waar ik in de afgelopen jaren de halsbanden van afgelezen heb dat ze blijven hangen in Duitsland, Denemarken, Polen, Zweden en de Baltische staten. 

Ook las ik in diezelfde levenslopen dat verschillende zwaantjes na 2020-2021 niet meer zijn waargenomen. Dat zou kunnen betekenen dat de halsband kapot is gegaan of dat de vogel gestorven is. En dat laatste geloof ik wel want de meeste vogels waar ik de halsbanden van afgelezen heb, waren jaren geleden, zo tussen 2016 en 2018 geringd en toen soms al twee tot drie jaar oud. 

Ik denk dat kleine zwanen die zulke enorme afstanden afleggen ook minder oud worden dan de knobbelzwanen bij ons in de polder. Gemiddeld genomen worden ze zo'n twintig jaar oud terwijl de knobbelzwaan gemiddeld een jaar of dertig wordt. Die blijven namelijk een heel jaar hier en lopen veel minder risico om te verongelukken.

De kleine zwaan hierboven, 286E is een uitzondering. Zij, een vrouwtje, is geboren in 2015 en komt als een van de weinigen, jaarlijks naar ons land. Vorige week zat ze nog aan de Reveweg in Dronten en in de tussenliggende seizoenen is ze gezien in Litouwen, Letland, Finland, Denemarken, Polen en Duitsland.

Wil je meer weten van een van de mooiste vogels van ons land, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-zwaan

donderdag 5 januari 2023

Miza's in het binnenland.

koppeltje miza's
Ze zijn alweer een paar maanden in het land en dan moet ik eigenlijk schrijven "voor" het land aan de kust. Want het is een echte kustvogel die de winter bij ons doorbrengt. De komende maanden blijven de zaagbekken nog wel hier en zal hier wel voldoende voedsel voor ze te vinden zijn. 

Maar een heel klein deel van die zaagbekken komt wat verder landinwaarts en brengt de winter door in zoet water. Ze zaten een paar weken geleden bij de Hellegatsplaten en zelfs nog verder landinwaarts op de spaarbekkens in de Biesbsoch. Zo zag ik ze net voor Kerst in de Biesbosch en dat was ook nog eens een bijzonder zicht want de zaagbekken lieten al wat baltsgedrag zien. En dat in deze tijd is echt apart.

baltsende man
De mannen zetten met de zwemvliezen af zodat ze een stukje vooruit schieten en komen dan tegelijkertijd met de borst een stukje uit het water en gooien de kop achterover in de nek. Een groepje mannetjes deed dat ook nog eens synchroon waardoor het een ingestudeerd ballet leek. De vrouwtjes zwommen ongeïnteresseerd door en dat snap ik ook wel want het broedseizoen is nog heel erg ver weg. 

Jaren geleden ontdekte ik in de zomer in de Koudenhoek op Goeree een koppel met jongen en door wat speur- en leeswerk bleek dat enkele koppels hier overzomeren en zelfs tot broeden komen. Maar dat blijven nog steeds uitzonderingen. Zeker voor het binnenland.

En ja, middelste zaagbekken in het binnenland zien, is nog steeds bijzonder en aan de kust is het in de winter een algemeen voorkomende wintergast. Als ik ze in het binnenland zie is dat ook altijd op groot water en nooit in plasjes, vijvers of sloten. Ze houden van ruim en diep water. Het is denk ik geduldig wachten totdat ze ook hier algemeen voorkomen en broeden.

Wil je meer weten van deze winterse zaagbek, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/middelste-zaagbek

maandag 2 januari 2023

De waaierstaartrietzanger.

Afgelopen maand zag ik in Zeeland, na een aardig tijdje zoeken, voor het eerst een graszanger. Hij zat laag in de struikjes die in een grote open vlakte stonden. Hij had wel wat weg van een heggenmus die een wat lichtere tekening had. De staart stond omhoog net als bij een winterkoning en dat deed mij weer denken aan de oude benaming van deze vogel. Vroeger heette dit beestje namelijk een waaierstaartrietzanger. 

En graszangers hebben het nieuwe natuurgebied waar ik was al snel ontdekt en gaan zich hier mogelijk definitief vestigen. Als de winters maar niet te streng zijn, dat is wel een voorwaarde. Want graszangers zijn van oorsprong mediterrane vogels die niet van kou houden. Jaren geleden hebben ze al eerder een poging gedaan maar sneuvelden massaal. 
waaierstaartrietzanger

Sinds 2000 gaat het langzaamaan steeds beter met de soort en breiden ze zich zelfs steeds verder uit in Zeeuws Vlaanderen. Ze blijven in de winter hier en lopen dan een groot risico en als ik dit zo schrijf zou je de naam van de graszanger in dit stukje ook kunnen vervangen door de naam van een andere mediterrane soort, de cetti's zanger. De ontwikkeling en verspreiding van deze soort is vrijwel gelijk aan die van de graszanger.

Cetti's zangers kwamen hier ook vanuit Zuid Europa, vestigden zich in de zeventiger jaren van de vorige eeuw in de Biesbosch, gingen door de strenge winters van toen allemaal dood en zijn zo rond de eeuwwisseling aan een mega opmars begonnen. Nu zitten alleen al in de Biesbosch 1.400 broedparen.

Zo zou het dus ook met de graszanger kunnen gaan. Over een tiental jaren zitten ze geheid door heel Zeeland en via de kustlijn verspreiden ze zich richting Goeree en de Kwade Hoek verder Noordwaarts. En wie weet, gaan we ze dan ook nog in de Noordwaard zien want dat gebied past wel in zijn straatje. Open vlaktes met gras, doorsneden door kreken waar eb en vloed de dienst uitmaakt. Zou toch mooi zijn.

Wil je meer weten van deze "nieuwkomer", klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/graszanger