dinsdag 3 november 2020

Pieperpuzzel.

onvervalste oeverpieper
Ik heb er al vaker wat over geschreven en ook deze keer spookt het weer door mijn hoofd. Hoe houd ik in godsnaam al die verschillende piepers uit elkaar? Kijk, die graspieper heb ik inmiddels wel enkele duizenden keren gezien en daar maak je mij ook niet veel meer over wijs. Die zit zogezegd op de harde schijf geëtst. Maar met name in deze tijd is de verwarring toch weer groot en dat komt door de trek van onder andere de andere piepers. Waterpiepers, oeverpiepers, graspiepers en een sporadische grote pieper passeren of blijven deze winter in ons land.

Aan de kust is de aanwezigheid van de diverse piepers weer anders dan in het binnenland en dan is een vergissing zo gemaakt. De vermeende waterpieper op Texel van afgelopen weekend bleek een oeverpieper te zijn. De uiterlijke kenmerken zijn niet zo heel spectaculair verschillende en dan heb je poppen al snel aan het dansen.
oeverpieper en waterpieper
 
Als die piepers nou eens dichtbij op een mooi open stukje doodstil bleven zitten dan is het nog wel te doen maar dat doen ze dus geen van allen. Erg beweeglijke vogeltjes, harde wind, graspollen, greppeltjes en tranende ogen zijn de beperkende omstandigheden waar ik dan mee te maken had.
 
En zo gebeurde het dus ook nu weer en werd een mooie oeverpieper voor een waterpieper aangezien. En wat zijn nu die kenmerkende verschillen die ik op mijn netvlies moet hebben om het verschil direct te kunnen zien? Ook al zit die vogel niet stil en zit het verder qua overige omstandigheden ook niet mee. Hier gaat tie dan;
 
- Van de roepjes moet je het niet hebben want die zijn vrijwel gelijk, dus die vergeten we maar.
- De waterpieper heeft een meer sprekend koppatroon met altijd een brede, duidelijke witte 
  wenkbrauwstreep.
- De buitenste staartpennen van waterpieper vertonen helder wit (zoals bij de meeste piepers),bij     
  oeverpieper is dat bruingrijsachtig, zelden witachtig.
- Bij waterpieper is de stuit duidelijker bruin, bij oeverpieper zijn de bovendelen inclusief de stuit  
  gelijkmatig olijf-groenbruin tot grijsbruin(dit is wel het lastigste kenmerk maar niet onbelangrijk).
 
het hele assortiment piepers bij elkaar
In de praktijk moet je deze verschillen vaak in een fractie van enkele seconden waarnemen en dat is dus vooral in het begin van het herfst en winter seizoen een klus. Ik heb altijd wat tijd nodig om deze kenmerken op het netvlies te krijgen en die in het veld tot een bruikbare determinatie om te zetten.
 
Ben je aan de kust dan is de kans op een water- pieper weer een stuk kleiner want deze piepers verblijven vrijwel alleen in het binnenland en de oeverpiepers zitten graag aan de kust. Dus dit is ook weer als een belangrijk hulpmiddel in te zetten. Zo zeldzaam het is, dat de oeverpieper in het binnenland te zien is, is de aanwezigheid van een waterpieper aan de kust en met die wetenschap in het achterhoofd kun je op basis van de biotoop een makkelijkere keuze maken dan op basis van de uiterlijke kenmerken. Dus goed inlezen is voor mij het devies. De combi van uiterlijke kenmerken en biotoop bepalen in dit geval de soort.
 
Wil je meer weten van de oeverpieper, klik dan op de link;

 

Geen opmerkingen: