dinsdag 11 mei 2021

Huismus op het vinkentouw

mus op het vinkentouw
Mijn gras, mijn gras gaat het alweer een paar maanden. Mijn grasveldje is vrijwel geheel opgegeten door de emelten. Deze larven van de langpootmug houden heel erg van mijn gras en doen er zich volgens mij meer dan tegoed aan. Kale plekken en verkleuringen maken het tot een rampgebied. Ik ben er niet zo in thuis maar kwam er door de vogels in de tuin achter dat het emelten zijn.

Eerst hadden de merels deze lekkernij ontdekt en niet veel later de spreeuwen en in hun kielzog kwamen de huismussen mee. Nu hebben die huismussen dikke, korte snaveltjes waarmee je amper in de gazonbodem kunt roeren en dus alleen maar konden toekijken. Oftewel, ze hadden het nakijken. 

Maar je moet die huismussen niet onderschatten, ze observeerden die spreeuwen nauwgezet en zagen hoe snel en hoe makkelijk de spreeuwen grote hoeveelheden van deze vette wormpjes te pakken kregen. Ik schat in dat er per dag een halve kilo, op goede dagen, als ze allemaal aan het foerageren zijn, een hele kilo van deze wormpjes geconsumeerd worden.

de sufferd, waar is mijn emelt?
Doordat de spreeuwen zoveel vangen, worden ze ook wat nonchalanter en laten wel eens een emelt vallen. De huismussen zijn nu zover dat ze eerst de restjes van de spreeuwen opaten en er nu toe overgegaan zijn tot het stelen van de emelten. De spreeuwen zijn behoorlijk naïef en laten het zelfs gebeuren dat de huismus de emelt gewoon afpakt en dat gebeurt niet een keer maar vrijwel constant. De spreeuwen hebben dit spel niet eens in de gaten en laten het gewoon gebeuren. Deze manier van symbiose heb ik nog nooit eerder gezien. Een dier heeft het voordeel van het gedrag van een ander dier. Zo kan ik het gerust noemen denk ik.

Ik ken wel voorbeelden van vormen van symbiose in de natuur en die heb ik zelf ook waargenomen in Afrika waar de ossenpikkers de teken en andere insecten van de rug plukken van gazelles. De ossenpikker en de gazelle worden er allebei beter van(mutualisme genoemd), hier wordt alleen de mus er beter van en dan heet deze vorm van symbiose, parasitisme. Want de spreeuw ondervindt hier het nadeel en een voordeel voor de spreeuw is niet te benoemen
gelukt, een malse emelt gaat er altijd in.
Het schouwspel is fascinerend, de huismus is razendsnel en is de spreeuw heel vaak te snel af. Zodra de mus een emelt afgepakt heeft, rent hij onder de grote bladeren van de ligularia of achter in de tuin uit de buurt van de spreeuw en eet zijn buik vol om direct daarna de aanval weer op de volle spreeuwenbek te openen. 

Dit zien we nu al dagen gebeuren en de spreeuw leert hier niets van terwijl de huismus steeds vindingrijker wordt en dus ook steeds succesvoller wordt. Zo zie je maar dat een dikke stompe snavel niet perse een nadeel hoeft te zijn. Je gebruikt gewoon je verstand en de scherpe snavel van een ander om een lekker vorkje mee te prikken.

Je moet met deze "handicap" ook vindingrijker zijn dan een ander. Zo zie je op zee ook wel eens grote jagers achter meeuwen aanvliegen, net zolang totdat die meeuw zijn vers gevangen visje uitspuugt om aan die jager te ontkomen. Zo eet deze vogel ook lekker makkelijk een maaltje mee want zelf duiken naar een visje is er niet bij. En ook hier wordt de meeuw er niet beter van en is dit ook weer een vorm van parasitisme. 

Geen opmerkingen: