Zo zag ik vrijdagochtend een ijsvogel op een tak zitten naast de schaatsbaan in de Oranjepolder. De vogel zat daar bij een van de laatste stukjes open water in de polder. De rest van alle sloten en plassen was voorzien van een dun laagje ijs wat er voor zorgde dat de ijsvogel niet bij zijn geliefde en o zo
Zou deze ijsvogel strek genoeg zijn? |
Zaterdagochtend maakte ik weer een ander fenomeen mee, ijzel. Hoe gaan de vogels daar mee om? Ik speurde in de polder naar vogel activiteit om te kunnen zien wat ze nu deden om ijsvrij te blijven. De eenden zwommen in een groot wak in Het Kromgat en het leek erop dat zij vooral in beweging bleven om ervoor te zorgen dat het water niet dichtvroor. Ze leken geen last van de ijzel te hebben, op zijn tijd een keer flink schudden en de rommel was weer voor even verdwenen. Reigers zitten ineengedoken langs de bevroren slootkanten en verstoken zo weinig mogelijk energie. Normaal gesproken waren ze allang opgevlogen maar nu wint de winst van de energiebesparing het van de angst voor ons mensen. De waterhoenen kunnen als geen andere vogel zomaar compleet uit het gebied verdwijnen, daar waar ik dagelijks groepjes van tien en twaalf hoentjes zag, zit nu helemaal niets meer. Ik vermoed dat zij een goed heenkomen in de rietkragen zoeken en wachten op betere tijden. Meerkoeten zijn de echte bikkels van de ijzige polder, ze scharrelen in het gras en wroeten in de sneeuw en ijzellaag op zoek naar brandstof voor het motortje en ook zij schudden een keer om het verenpakje schoon en droog te houden.
Kortom, elke vogel heeft zijn eigen manier om met extreem weer om te gaan, de zwakkere vogels zullen het niet redden als dit weer lang aanhoudt maar dat hoort ook zo. De natuurlijke selectie zorgt uiteindelijk voor het voortbestaan van de soort. En zo is het nu eenmaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten