maandag 28 juli 2025

Jonge plevier in het bos?

juveniele kleine plevier
Kleine plevieren zijn pioniers en kom ik meestal bij toeval tegen op onverwachte plekken. Nog maar pas opgespoten stukken grond en schrale kale oevers met maar weinig begroeiing hebben de voorkeur. Meestal zijn die gebieden een jaar later niet interessant meer en zijn ze weer vertrokken naar andere nieuwe terreinen zoals afgravingen, opgespoten land of grote bouwterreinen.. Dit jaar viel mij op dat ik kleine plevieren op veel plekken zag en eigenlijk is wat ik weet, alleen het bos van Dorst een van de vaste plekken in het voorjaar waar ze even verblijven. Voldoende voedsel en water om even uit te rusten en aan te sterken alvorens de laatste etappe af te leggen naar de broedgebieden.

Zo was dat dus ook dit jaar. In de Zonzeelse polder, Bleeke Heide, Biesbosch en Dorst. Allemaal plekken waar in april kleine plevieren even neerstreken. Na een paar weken waren ze weer weg om ergens te gaan broeden. En daar moest ik vandaag dus aan denken want waar broeden ze dan? Maandagochtend 21 juli zag ik namelijk in de boswachterij een adulte kleine plevier met een jong. Deze jonge vogel kon al wel vliegen dus ik twijfel of deze plevier hier ook geboren was.

nu met een alerte ouder
In theorie zou het natuurlijk wel kunnen want het gebied voldoet aan alle eisen en dat is denk ik ook de reden dat de kleine plevieren hier elk jaar een tussenlanding maken. Deze jonge kleine plevier bleef gewoon zitten en de oudervogel was wel alert en hield mij scherp in de gaten. Af en toe een alarmroepje maar ze week geen millimeter van haar jong. Ik heb toch maar even contact gezocht met de boswachter want hij kent het gebied als geen ander. Volgens de boswachter hebben de plevier hoogstwaarschijnlijk ergens ander geboren en is het jong met de ouders gewoon meegevlogen.

Kleine plevieren broeden in Nederland maar niet zo heel erg veel. Maximaal tweeduizend broedparen maar eerder minder. Het is dus best bijzonder om jonge kleine plevieren te zien en dat dat dan ook nog eens in Dorst is, is bijzonder. 

jonge kleine plevieren in de 
Eijerwaard, 23 jul 2025
In de Biesbosch is de situatie vergelijkbaar met het bos in Dorst en ook daar zag ik hele jonge kleine plevieren lopen en deze waren nog zo klein dat het 100% zeker is dat ze ook hier geboren zijn. De pleviertjes waren zo klein dat ze nog niet konden vliegen. In de Eijerwaard van de Noordwaard heb je een vergelijkbare situatie met een lage, schrale en kruidenrijke vegetatie en langzaam droogvallende slikjes. Hier liepen drie kleine plevieren met een van de ouders op het slikje en de jongen waren zelfs nog wat kleiner dan een pingpongballetje. Volgens mij waren deze donsjongen nog maar een paar dagen uit het ei. Dus broeden in deze gebieden kan wel.

Wil je meer weten van deze kleine pionier, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-plevier

donderdag 24 juli 2025

Een zwerm appelvinken.

bleke juveniele appelvink
In de Boswachterij zie ik af en toe appelvinken. Dat gaat in de winter altijd wat makkelijker dan in deze tijd van het jaar als de bomen vol in blad staan. Maar vanmorgen lukte het ondanks het volle bladerdak prima. Maar dit was dan ook een zeldzame ontmoeting. Ongeveer vijfentwintig appelvinken zaten luidruchtig in een amerikaanse eik en in de toppen van de omliggende lariksen. De lariksen waren aardig kaal en boden geen schuilplaats voor de appelvinken. Ze zaten vol in het zicht en aten volgens mij de piepkleine eikels van de eikenboom. 

Steeds heen en weer vliegend van boomtop naar boomtop maakt het voor mij lastig om goed duidelijk te krijgen om hoeveel vogels het nu eigenlijk ging. In ieder geval een grote groep die groter was dan ik ooit eerder had gezien. Wat opviel was dat het overgrote deel van de appelvinken jonge vogels van dit jaar waren. Dit verzamelgedrag ken ik niet van appelvinken, meestal zie er maar een paar bij elkaar. 

adulte appelvink man, mrt 2025
Appelvinken zijn lastige vogels om te spotten, ten eerste omdat ze geen uitbundige zang hebben en de aandacht niet trekken. Het vrij zacht hoge piepje van de appelvink kun je makkelijk missen ook omdat zoveel vogels wel eens een hoog vrij zacht geluidje maken. En ten tweede omdat de appelvink vrijwel altijd hoog in de boomtoppen verscholen zitten. Heel af en toe zie je ze wel eens op de grond naar zaden zoeken. Maar in deze tijd van het jaar zitten ze graag hoog.

De jonge appelvinkjes zagen er een beetje bleekjes uit. en moeten nog op kleur komen. Ik denk dat het uitkleuren naar een volwassen kleed nog wel een paar maanden kan duren. 

juveniele appelvink, 21 jul 2025
Een volwassen appelvink in het vroege voorjaar ziet er spectaculair uit, Niet alleen vanwege de staalblauwe kegelsnavel maar ook het gevarieerde en prachtige gekleurde verenkleed. Met als mooi accent de staalblauwe buitenvlaggen van de hand- en armpennen. Ook de spierwitte rechte eindband van de staart valt erg op. Ik zag deze volwassen vogels in prachtkleed in de tuin op vakantie in Lauwersoog.

De grote groep appelvinken van vanmorgen zagen er nog niet zo mooi uit als een adulte appelvink maar waren als groep indrukwekkender dan die ene man in prachtkleed. De vogels waren de hele tijd in beweging en vlogen de hele tijd van top naar top. Lastig om ze rustig te bekijken

Wil je meer weten van deze Nederlandse prachtvink, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/appelvink

maandag 21 juli 2025

Het heeft even geduurd.

Het is altijd leuk om een dwaalgast te spotten. Afgelopen week zag ik dankzij een familiebezoek in Oost-Brabant een roodkopklauwier en dat was pas de tweede keer dat ik deze mooie vogel zag. Een foto maken was er jammer genoeg niet bij. In 2013 zat bij Udenhout ook een roodkopklauwier en die zat op een plek die op mijn route van het werk naar huis lag. Aan het eind van mijn werkdag hoefde ik maar een kleine omweg te maken om hem te zien. 

Op een wei paaltje zat de klauwier vol in het zicht. Hij verbleef hier ook al een paar dagen en was volledig op zijn gemak. En wat dat betreft was de roodkopklauwier van afgelopen week een hele andere vogel. Hij zat nu ook alweer een aantal dagen op dezelfde plek vlakbij Uden maar was een stuk drukker dan de vogel uit 2013.


mannetje grauwe klauwier
Nu waaide het ook flink en vloog de vogel met regelmaat uit de struik en verdween dan even in de vegetatie. Vlak daarna keerde hij dan weer terug naar de struik en bleef rusteloos zolang ik daar stond. Misschien dat door de sterke wind insecten opvlogen en dat de klauwier hier steeds een uitval naar deed. Dat kon ik niet goed zien want de afstand was daar ook te groot voor. Roodkopklauwieren die we tegenwoordig hier zien, komen oorspronkelijk uit Zuid- en/of Oost-Europa. 

Nog niet zo heel lang geleden was de roodkopklauwier een Nederlandse broedvogel. Het laatste broedgeval dateert alweer van 1997 en dat is voor mij nauwelijks voor te stellen. Ik had niet het idee dat ze hier ooit gewoon voorkwamen en ook broedden Wat is het dan toch jammer dat deze prachtige vogelsoort ook verdwenen is en jammer genoeg in het rijtje van ortolaan en kuifleeuwerik bijgeschreven is. 

De grauwe klauwier doet het gelukkig een stuk beter en neemt het aantal territoria gestaag toe. Niet snel en niet spectaculair maar alles beter dan een teruggang van een soort. Grauwe klauwieren komen zelfs hier in de buurt op verschillende plekken voor en elk jaar worden hier ook jonge vogels geboren. Hoopgevend zullen we maar zeggen.

Voor de roodkopklauwier geldt dat dus niet en blijft het bij een zeldzame waarneming die enkele keren per jaar wordt gedaan. Nu weer eens in de buurt en bij toeval op een plek waar ik die dag moest zijn. Kan niet beter.

Wil je meer weten van deze prachtige dwaalgast , klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roodkopklauwier

donderdag 17 juli 2025

Met een beetje hulp.

jonge zwarte stern
In het voorjaar zag ik wekenlang zwarte sternen rondvliegen in de Noordwaard. Een goed teken want het is een soort waar het al vele jaren niet heel erg goed mee gaat. Met name de hele specifieke voorwaarden die de zwarte stern aan zijn broedgebied stelt spelen de soort parten. De zwarte stern broedt het liefst op drijvende planten zoals krabbenscheer en die verlandingsplant is steeds minder beschikbaar. 

Ik denk dat met name de manier waarop wij met de waterlopen in ons land omgaan een belangrijke reden is. Sloten worden vaak en diep uitgebaggerd terwijl de krabbenscheer in ondiep water het beste gedijd. Naast het intensieve waterbeheer heeft de verzuring en het overvloedige mestgebruik voor een veel te hoog stikstof en fosfaat gehalte gezorgd. En dan hebben we nog niet eens gehad over de dieren die het de plant ook niet makkelijk maken. Brasems bijvoorbeeld wroeten in de bodem en beschadigen zo de wortels van de plant.

bedelen om voedsel
Het gevolg is dat door het "verkeerde" waterbeheer er voor zwarte sternen steeds minder geschikte broedgebiedjes overbleven en de soort het steeds moeilijker kreeg. Op verschillende plaatsen worden tegenwoordig de zwarte sternen geholpen met kleine vlotjes waarop gebroed kan worden. 

Op de Asterdplas in Breda zijn dit voorjaar ook een aantal broedvlotjes geplaatst en daar is het nu afwachten of ze bij de zwarte sternen in de smaak vallen. Het zou toch prachtig zijn als deze bijzondere stern weer in de buurt gaat broeden? Jaren geleden sprak in oude boer in de Willemspolder en die vertelde dat heel vroeger zwarte sternen in de kleine ondiepe watertjes tussen 's-Gravenmoer, Raamsdonk en Waspik ook zwarte sternen hebben gebroed. Of dat ook zo was, durf ik ik niet te zeggen. Ik ken daar wel een plasje waar ook krabbenscheer groeide

deze kan al vliegen
Een bekende plek waar de zwarte sternen op vlotjes broeden, is de Zouweboezem bij Ameide-Lexmond. Daar worden elk voorjaar, ook alweer jaren en jaren, vlotjes weggelegd en die worden door de zwarte sternen dankbaar in gebruik genomen. Later namen grauwe ganzen de vlotjes in beslag waardoor er nu gaas omheen is gezet en de sternen hun gang weer kunnen gaan.  De sternen doen het daar zo goed dat inmiddels bijna 50 broedparen voor nakomelingen zorgen. Ik zag daar jonge bedelende sternen in verschillende leeftijden. Sommigen zijn nog maar net uit het ei terwijl grotere jongen al voorbij vlogen.

Wil je meer weten van deze zoetwaterstern, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-stern

dinsdag 15 juli 2025

10 jaar Vogels in de Oranjepolder

        
  
"onze" ransuil 17 sep 2015
Het is vandaag alweer 10 jaar geleden dat ik met mijn blog over vogels ben begonnen. Het eerste stukje in 2015 ging over een ransuil die onze tuin had uitgekozen om de zomer door te brengen. Vanaf mei tot half oktober zat hij dagelijks in onze acacia achterin de tuin. Elke avond vertrok hij in de beginnende schemer richting de Oranjepolder en in de vroege ochtend als ik dan even naar hem ging kijken zat hij weer op dezelfde tak en keek hij mij nieuwsgierig aan. Wat was dat een bijzondere waarneming en wat was dat een mooie aanleiding om een blog te gaan schrijven.

Vanaf dat moment schreef ik elke week twee stukjes over vogels in de Oranjepolder. Van lieverlee kwamen daar ook stukjes bij over vogels in het bos, de Biesbosch en ook over zeevogels langs de Nederlandse kust. Vanaf dat moment stond in de naam van mijn blog tussen aanhalingstekens: (en soms ver daarbuiten). In totaal heb ik nu bijna 1.100 stukjes geschreven en Inmiddels is mijn blog in de afgelopen tien jaar bijna 150.000 keer bekeken. 

ransuil, Oranjepolder 7 maart 2007
"Onze" ransuil heb ik na die zomer in 2015 nooit meer gezien en hij zal waarschijnlijk ook niet meer leven. Ransuilen worden gemiddeld maar een jaar of drie tot vijf. Maar wie weet heeft hij of zij hier in de polder nog voor nakomelingen gezorgd en zie ik af en toe een van die nakomelingen? Er leven in ieder geval na al die jaren nog steeds ransuilen in onze polder ondanks dat het steeds slechter met deze mooie uil gaat. Ik hoor en zie nog elk jaar ransuilen in de Oranjepolder. Hier vlakbij vinden ze dus voldoende muizen en vinden ze ook geschikte nesten. 

Boswachterij Dorst, 28 nov 2017
Het zullen wel gebruikte kraaiennesten zijn die de voorkeur hebben en als ik ook zie hoeveel kraaien hier in de polder zitten is er ook keuze genoeg. Begin dit jaar zat een ransuil nog te roepen in een populier aan de Otterweg. Hemelsbreed nog geen kilometer van onze tuin vandaan en het zou mij dan ook niet verbazen dat zo af en toe een ransuil over onze tuin vliegt.

Voorlopig schrijf ik nog even door en beschrijf ik in mijn blog mooie waarnemingen, verwonderingen en verbazingen over vogels hier in de buurt, de Oranjepolder, ons bos en zeker ook de Biesbosch. Het was een leerzame periode en ik hoop dat de komende jaren de net zo leerzaam zullen zijn. Maar belangrijker is eigenlijk dat het met de vogels goed gaat. In mijn blog zal ik vooral de positieve ontdekkingen beschrijven.

Wil je meer weten van deze prachtige uil, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/ransuil

vrijdag 11 juli 2025

Zijn de stelkluten te jong?

steltkluut in de Noordwaard, 7 juli 2025
De afgelopen weken heb ik al heel wat jonge vogels gezien en dat is goed. Veel vogels hebben jongen en werken hard om die groot te brengen. Vooral de mezen met hun grote nesten van soms wel vijftien jongen moeten hard werken. Ik heb bewondering voor die oudervogels die hele dagen bezig zijn omwerken om de jongen te voeren en te beschermen. Ze krijgen maar weinig rust en als het een beetje tegenzit moeten ze over een paar weken ook nog eens naar Zuid/Europa of nog verder naar Afrika vliegen. In mijn stukjes van de afgelopen weken kwamen al jonge groene spechten, grauwe klauwieren en jonge ijsvogels voorbij.

Gisteren kwamen daar nog de jonge steltkluten bij. In de Noordwaard zag ik twee jonge steltkluten lopen en vroeg mij af of deze jonge vogels wel op tijd groot en sterk genoeg zouden zijn om de lange tocht naar het zuiden te kunnen maken? 
jonge steltkluut(heel ver weg)
Ze waren nog zo klein en liepen nog in hun donsveren rond, ze hadden nog geen echte veren waar ze wat mee kunnen. Dat gaat nog wel een paar weken duren en dan moeten ze ook nog eens leren vliegen. Wat een opgave en wat een vooruitzicht, dat moet toch stressvol zijn? Ook voor de ouders is dat zo denk ik want die zullen in deze fase hun jongen wel uit alle macht verdedigen als er iets verkeerd dreigt te gaan. Stel dat het allemaal goedkomt dan is dat toch een hele prestatie waar je niet altijd bij stil staat.

Dit is overigens alweer het 3e jaar dat de stelt- kluten in dit deel van de Noordwaard aanwezig zijn en af en toe ook tot broeden komen. Het jaar daarvoor moest je naar de Nieuwe Dordtse Biesbosch, daar zaten toen ook een paar steltkluten en was dat ook een primeur voor het gebied net als in 2023 voor de Noordwaard.

Vorige maand zaten in dit deel van de Noordwaard maar liefst twaalf steltkluten waarvan een vogel op een nest zat te broeden. Volgens mij is dat net zoveel als in het eerste jaar dat deel van de Noordwaard onder water was gezet. Destijds als proef begonnen en nu nar drie jaar is dat volgens mij een succes te noemen. De juiste waterstand in het gebied afstellen is nog wel een dingetje en loopt niet altijd even goed. Dan te weinig water en dan zoveel dat het te diep is voor steltlopers. Eenden kunnen hier altijd wel uit de voeten die passen zich erg makkelijk aan aan de gegeven omstandigheden.

Voor de jonge steltkluten in de Noordwaard wordt het dus nog spannend, zijn ze op tijd sterk genoeg om de lange reis aan te kunnen? We zullen het nooit weten want als ze vetrokken zijn zijn ze ook echt weg. Ook al komen ze volgend jaar terug, we zullen ze niet herkennen als "onze" steltkluten.

Wil je meer weten van deze prachtige Biesbosch vogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/steltkluut

maandag 7 juli 2025

Jonge klauwiertjes geboren.

een alerte man grauwe klauwier
En weer is het broedseizoen voor de grauwe klauwieren tot op heden succesvol verlopen. Het is natuurlijk afwachten of ze gegund is om groot en sterk genoeg te worden om over een kleine maand alweer te vertrekken naar Afrika. Het koppel wat al jaren in dezelfde houtsingel broedt, heeft ook dit jaar weer drie jonge klauwiertjes grootgebracht. De jonge vogels, ik schat dat ze nu een tot maximaal twee weken geleden uitgevlogen zijn, zagen er gezond uit en zaten geduldig te wachten totdat er wat te eten werd bezorgd. De ouder waren niet zo gestrest meer als een paar weken geleden toen de jongen nog in het nest zaten en de ouders af en aan vlogen met voedsel voor de kleintjes zonder zichzelf een moment van rust te gunnen. Nu ziet dat er wel wat anders uit. 
2 geduldig wachtende klauwiertjes
De oudervogels zijn redelijk relaxed en volgens mij vertrouwen ze erop dat de jongen zelf ook al een voorbij vliegend insect kunnen pakken. Ook is het gevaar minder groot dat ze gepakt worden door die vervelende kraaien of eksters. Daar zijn ze nu iets te groot voor en ze ook oud genoeg om te vluchten voor naderend gevaar. Voor roofvogels moeten ze allemaal oppassen ook de ouders. Ik weet dat het in al die jaren niet steeds hetzelfde broedpaar grauwe klauwieren is wat hier in de betreffende houtsingel broedt. Ik zou het mooi vinden als dat wel zo is maar in de wetenschap dat een grauwe klauwier ongeveer een jaar of drie wordt is dat onwaarschijnlijk. 
vrouwtje grauwe klauwier

Dat zou namelijk betekenen dat dit broedpaar hier al negen jaar succesvol broedt. Zelfs de oudste grauwe klauwier wordt niet ouder dan maximaal zeven jaar. In deze houtsingel wordt nu alweer negen jaar onafgebroken succesvol gebroed en dat is niet niks. Het gaat hier dus mogelijk om drie generaties grauwe klauwieren en misschien zijn dat er zelfs wel meer dan drie.

Dat betekent dus ook dat de soort zich goed redt maar dat betekent tegelijkertijd dus ook dat de spectaculaire groei van het aantal broedparen hier in de regio alweer een paar jaar stabiel blijft en niet verder groeit. 

Alweer voor het derde jaar zijn het nog net geen tien broedparen in de vier gebieden waar ik ze regelmatig zie. Ik geloof niet dat de gebieden aan hun maximum zitten want zo groot zijn de territoria van de klauwieren niet. Er zitten zelfs een paar koppels op nog geen honderd meter van elkaar. Als het om de ruimte gaat dan zouden er nog makkelijk twintig broedparen bij kunnen. Wat dan de remmende factor in de groei is, weert ik niet. In ieder geval lopen we hier in de regio iet uit de pas met de landelijke trend. Er is geen grote groei of daling gaande en weet de soort zich redelijk te handhaven. Ik moet gewoon geduld hebben, goed opletten en van de kleine populatie hier in de buurt genieten.

Wil je meer weten van deze kleine roofvogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grauwe-klauwier


donderdag 3 juli 2025

Wespendieven spotten.

wespendief boven ons huis
Wespendieven zijn altijd lastig te ontdekken. In hun vlucht en silhouet hebben ze best wel wat weg van een buizerd en daar ligt dan ook meteen de valkuil. Ik ga er soms te snel vanuit dat het wel weer een buizerd zal zijn. De wespendief heeft in de vlucht wel degelijk een paar goed waarneembare verschillen maar ik moet er dan wel scherp op zijn. Zo heeft de wespendief een opvallend kleinere kop, behoorlijk brede en langere vleugels dan de buizerd en vooral de staart is langer. Het zijn vrij kleine verschillen maar bij elkaar genoeg om in de vlucht te zien dat het een andere vogel betreft dan een buizerd. 

Wespendieven kom ik hier de buurt op verschillende plekken tegen, zelfs hier thuis waar ik een paar jaar geleden een wespendief boven ons huis zag vliegen. Maar verder maak je in de Biesbosch, Dorst, Bleeke Heide, Merkske en vooral ook bij Huis ter Heide goede kans op een wespendief. 

Huis ter Heide, 20 aug 2022
Als je in de vogelboeken de verschillen tussen de buizerd en de wespendief opzoekt, staat daar bijvoorbeeld bij dat de wespendief altijd een duidelijke eindband op de staart heeft en dat de polsvlekken goed zichtbaar zijn maar in de praktijk is dat nog niet zo makkelijk. Kijk maar eens op de foto hierboven waar amper sprake is van een duidelijke eindband. De polsvlekken zijn hier overigens wel goed zichtbaar. 

Her is bij een wespendief net zo als bij een buizerd, ze zijn allebei zeer variabel gekleurd en getekend. Geen twee exemplaren zien er precies hetzelfde uit. Bijvoorbeeld bij torenvalken zijn juist geen verschillen te zien en zien de vogels er allemaal hetzelfde uit. Ik vind zelf de lengte van de staart van de wespendief die vergeleken met de breedte van de vleugel gelijk is een goed hulpmiddel. Dat valt echt op en is een opvallend verschil in het silhouet van een buizerd.

Wil je meer weten van deze mooie zomerse roofvogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/vogels-herkennen-buizerd-vs-wespendief