donderdag 27 maart 2025

Zingende koperwieken.

een van de zangers,
Dit is de tijd dat veel vogels vanwege het naderende broedseizoen al uitbundig zingen. Het zijn de hele belangrijke voorbereidingen en kosten de vogels veel energie. Het territorium moet vastgelegd worden, mannetjes moeten op afstand gehouden worden en de vrouwtjes worden uitgenodigd om ook in het territorium te komen wonen zodat niet veel later daar het nageslacht uit kan vliegen. Tenminste ik denk dat dit zo´n beetje de agenda is van de meeste broedvogels. Maar voordat het zover is moeten nog heel veel vogels een lange tocht maken of ze moeten nog uit het verre zuiden naar hier vliegen of ze vertrekken hier van de winterverblijven naar de broedgebieden in het hoge noorden.

ook in Dorst begin van de winter
Dat ik hier weer even aan moest denken kwam door een grote groep zingende vogels die ik in alle vroegte in het bos hoorde. Ik kende de zang niet en zeker nu niet omdat het een zingende groep van meer dan vijfentwintig vogels was. Ik had even het idee dat het een groep spreeuwen was. Ik zag ze in de toppen van een groep berken zitten en ontdekte dat het allemaal koperwieken waren. Zingende koperwieken had ik nog nooit eerder zo gehoord. Koperwieken staan op het punt van vertrekken en broeden in Scandinavië. Dus waarom dan hier zingen vroeg ik mij af?

al mooi op kleur
Ik kan niets anders bedenken dat de mannetjes nog voordat ze naar het noorden gaan hier al een partner uitzoeken want hier zitten ze nog in grote groepen bij elkaar en is de keuze reuze. Zouden ze als ze hier een partner weten te vinden samen naar het noorden vliegen en daar het hierboven beschreven proces verder volgen? Ik ken dit gedrag wel van sommige ganzensoorten die in het overwintergebied een partner zoeken en dan samenblijven tijdens de trek en het broedseizoen. Maar van koperwieken is mij dat niet bekend en daarom ga ik er maar niet vanuit dat dit het is.

Dit gedrag zou naar mijn idee nog een andere reden kunnen hebben maar of dat ook zo is weet ik niet helemaal zeker. Door de toenemende daglengte richting het broedseizoen zouden hormonale veranderingen ook een reden kunnen zijn. De mannetjes zouden dan om die reden kunnen gaan zingen of misschien wilden ze de stembanden smeren en de zang weer oefenen zodat ze in de broedgebieden direct goed voorbereid aan de slag kunnen. De functie van de zang is hier in het overwintergebied dan wezenlijk anders. Wat uitzoekwerk leerde dat deze zang ook wel subzang wordt genoemd. Het is nog niet de belangrijke zang die ergens om gaat. In ieder geval heeft deze ochtend heeft mij weer een mooie waarneming opgeleverd want wanneer hoor je nou een zingende koperwiek, laat staan een stuk of vijfentwintig in koor?

Wil je meer weten van deze schitterende lijsterachtige die ook nog eens mooi kan zingen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/koperwiek

maandag 24 maart 2025

Witkoppige- of witkopstaartmees?

witkoppige staartmees 13 mrt 2025
Het loont de moeite om de roepende staartmezen wat beter te onderzoeken want er kan zomaar een bijzondere kleurvorm tussen zitten. Meestal doe ik er te weinig moeite voor maar alsof het zo moest zijn scande ik de groep staartmeesjes die afgelopen week in de IVN Natuurtuin zat. Ik zag in de groep een staartmeesje met een opvallende witte kop en dat kan twee dingen betekenen, of het is een witkopstaartmees of het is een witkoppige staartmees. Nader onderzoek gaf duidelijkheid het betrof hier een zeldzame witkoppige staartmees.


de "gewone" staartmees
Weliswaar is de witkopstaartmees nog zeldzamer maar toch. Een witkoppige is niet alleen erg mooi, hij is ook nog redelijk zeldzaam. Het verschil tussen de witkop en de witkoppige is het kleine verschil in de witte kleur op de kop. De witkop heeft een helemaal witte kop en de witkoppige is net niet helemaal wit. Je ziet op de achterkant van de kop nog wat kleur maar de donkere wenkbrauw van een gewone staartmees ontbreekt.

De witkopstaartmees is geen aparte soort binnen de mezenfamilie maar een zogenaamde ondersoort. Een ondersoort onderscheidt zich door hele kleine verschillen in uiterlijk maar ook in verspreiding. Denk bij dat laatste aan geïsoleerde populaties op bijvoorbeeld op een afgelegen eiland. De ondersoorten zijn nauw verwant aan de "hoofd" soort en kunnen dus wel met elkaar paren.

witkoppige staartmees, Ospel mrt 2017
Bij de witkoppige is er geen verschil met de staartmees en is de wittige kop slechts een kleurverschil, Dat wordt in de vogelwereld een variëteit genoemd. Het is geen kleurafwijking maar een iets andere variant van de gewone staartmees.

Nu is het wel zo dat de witkoppige staartmees meer voorkomt in Denemarken en Polen. Er is dus sprake van een soort overlap in de leefgebieden van de twee verschillend uitziende staartmezen. De broedgebieden grenzen aan elkaar en dan ontstaan er ook weer tussenvormen. Ook de witkopstaartmezen leven meer in het oosten van Europa maar ze zijn in de minderheid van witkoppige staartmezen. De witkopstaartmees is dus een echte zeldzaamheid. Met name in de winter maak je de meeste kans om een van de twee bijzondere soorten te zien. Ik weet wel dat ik de komende weken toch wat secuurder de staartmezengroepen zal bekijken.

Wil je meer weten van deze bijzondere staartmees, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/schattigheidsalert-invasie-witkopstaartmezen

donderdag 20 maart 2025

Je hoort hem wel maar ziet hem niet.

je hoort mij wel maar ziet mij niet
14 mrt 2025
Roerdompen zijn meesters in het verdwijnen tegen de achtergrond. Afgelopen week deed een roerdomp weer een bijna geslaagde poging maar ik was hem te snel af. Ik had hem al door het dichte riet zien schuifelen om uiteindelijk onbeweeglijk te blijven staan. Hij hield mij nauwlettend in de gaten en vertrouwde op zijn onzichtbaarheid. Roerdompen gaan de komende weken beginnen met hoempen en dat is altijd een geweldig moment in het vroege voorjaar. 

In de Biesbosch groeit het aantal roerdompen gestaag en dat groeien gaat dan met enkele exemplaren per jaar. Inmiddels leven zo'n kleine veertig roerdomp mannen in de Biesbosch en hoeveel broedparen dat daadwerkelijk zijn weet ik niet. Feit is wel dat er elk jaar wel een paar vogels bijkomen en dat heeft ook te maken met de kwaliteit van hun leefgebied. Er wordt veel werk van gemaakt om het deze bijzondere rietvogels naar de zin te maken. En met succes zo nu dus blijkt. Ik ben alleen benieuwd wanneer we aan de max zitten want de leefruimte in de Biesbosch is beperkt.
26 apr 2024, Polder de Zalm
Afgelopen jaar hoorden we in een van de oude rietpolders in het Nationaal Park maar liefst acht roepende mannen en dat was voor mij het hoogste aantal in de laatste vijftien jaar. Hoeveel roerdompen in dat gebied zaten in de jaren daarvoor weet ik niet maar ik vermoed zomaar dat het er flink minder waren. Tegenwoordig wordt veel moeite gedaan om het water op het meest geschikte niveau te krijgen en te houden. Vooral dat laatste is belangrijk want door weersomstandigheden zoals langdurige droogte of extreme regenval  kan veel water verdwijnen of juist stijgen en daar houden ze niet zo van.
15 feb 2023 Biesbosch Steurgat 
De rietkwaliteit is ook van belang en daarom wordt elk jaar wel een deel van de rietpolder gemaaid zodat er weer gelegenheid is voor jong riet terwijl niet teveel oud en stevig riet verdwijnt. Er moet voldoende riet overblijven om te broeden en te schuilen. In de oude rietpolder heerst over het algemeen een diepe rust waar de vogels het rijk alleen hebben en als ik daar dan kom om te inventariseren heb ik soms het geluk om er een vrij in het veld of op de dijk te zien. Maar dat zijn gelukjes die je hooguit maar een keer per jaar hebt. Meestal zitten ze goed verborgen in het riet en hoor ik ze alleen. Ik verdenk ze er wel van dat ze mij wel zien en goed in de gaten houden. Er geldt dus eigenlijk altijd; je hoort 'm wel maar ziet 'm niet. In mei vliegen ze wel wat vaker omdat dan voedsel voor de jongen wordt gezocht. 

Wil je meer weten van de meest geheimzinnige vogel van de Biesbosch, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roerdomp

maandag 17 maart 2025

Kan het nog bonter?

bonte kraai, 3 feb 2016 Breugel
Tegenwoordig zijn bonte kraaien echte zeldzaamheden die je maar op enkele plekken in Nederland kunt treffen. Meestal overwinteren ze op de Waddeneilanden en is dat volgens mij de enige plek waar ze nog jaarlijks te zien zijn. Het is eigenlijk nauwelijks voor te stellen maar de bonte kraai was vroeger in de winter een hele gewone verschijning in heel ons land. Ook hier in de Willemspolder overwinterden bonte kraaien. In de Vogelatlas van Nederland uit de zeventiger jaren stond zelfs dat hier tot wel 250 exemplaren de winter doorbrachten. Nu is dat wel het maximum aantal van een aanduiding in de Atlas van 150-250 vogels dus ik rekening misschien wat royaal maar toch. Het moeten destijds toch flinke groepen geweest zijn. 

In die tijd kwam ik regelmatig in de polder maar kan mij de bonte kraaien niet herinneren. In de jaren zeventig-tachtig kwam ik in de polder om te vissen en ik herinner mij wel de enorme groepen van vele duizenden ganzen die in de weilanden foerageerden. Dat beeld staat nog op mijn netvlies gebrand.

Maar bonte kraaien spotten is tegenwoordig een hele opgave. Deze winter ben ik een paar keer in de Kwade Hoek op Goeree geweest met steeds in het achterhoofd alert te zijn op de bonte kraai die hier deze keer de winter doorbrengt. Op de zeereep zag ik steeds de zwarte kraaien op de waterlijn foerageren maar de bonte zat daar nooit tussen. Tot afgelopen week toen ik opnieuw de bonte in het achterhoofd had zitten. Ik zag twee zwarte kraaien ver weg langs de waterlijn lopen en zei hardop "twee zwarte kraaien", ik was er dus op bedacht en alsof het zo moest zijn, de bonte kraai vloog mooi mijn beeld binnen en zag ik hem met de zwarte kraaien meelopen.

Corsica, aug 2013
Hij stond alweer een tijdje op mijn verlanglijstje want de laatste waarneming dateert alweer van vijf jaar geleden. Ik ontdekte toen een bonte kraai in de winterse akkers van Nieuwvliet, Zeeuws Vlaanderen. De enkele bonte kraai die besluit om in Nederland de winter door te brengen, is vaak langs de kust te vinden. Het is elk jaar weer een verrassing waar er een opduikt en zoals ik al schreef zijn de Wadden de enige zekere plek en verder is het steeds een verrassing. Nog veel langer geleden zag ik een keer een bonte kraai bij Breugel-Olen. Ook daar weer in een grotere groep kraaien in het winterse agrarische landschap. Verder ken ik ze eigenlijk alleen maar van vakanties in het buitenland waar de bonte kraai minder zeldzaam is. De laatste keer was dat op Corsica waar ze volop voorkomen. Maar die landen hebben dan vaak de pech dat daar dan geen zwarte kraaien voorkomen. Het is dan meestal het een of het ander.

Wil je meer weten van deze bontgekleurde kraai, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bonte-kraai

vrijdag 14 maart 2025

Een Amerikaan in Zeeland.

amerikaanse wintertaling 7 mrt 2025
Tegenwoordig ben ik geen fan van Amerika meer, nu was ik dat al niet zo maar dat is nu alleen maar minder geworden met die idioot als president. De enige Amerikanen waar ik nog wel fan van ben, zijn de amerikaanse wintertalingen en amerikaanse smienten die elk jaar wel ergens in ons land opduiken. Een paar maanden geleden zag ik de amerikaanse smient bij Drunen en dat was een nieuwe soort voor mij. De amerikaanse wintertaling heb ik al vaker gezien en de laatste keer was dat twee jaar geleden in de Dordtse Biesbosch. Deze taling zat daar tot in april. Best laat want de wintertalingen zijn rond deze tijd grotendeels vertrokken naar de broedgebieden maar deze had het hier prima naar de zin. Ook in de Brabantse Biebosch zit regelmatig een amerikaanse wintertaling. Het was dus weer eens tijd voor een ontmoeting met deze zeldzame wintergast.

het verschil is goed te zien
Afgelopen weken verblijft een amerikaanse wintertaling bij Kerkwerve. Een honkvast beestje dus we moesten het er maar eens op wagen. Ik was die dag in Zeeland voor een rondje vogels spotten en Kerkwerve staat dan ook altijd op het programma dus een bezoekje aan deze bijzondere watervogel mocht niet ontbreken. Deze taling is goed te herkennen en verschilt duidelijk van "onze" wintertaling. De horizontale streep van de wintertaling ontbreekt en daarvoor in de plaats heeft de amerikaan een verticale witte streep bij de schouder. De amerikaanse wintertaling kan het prima vinden met de wintertalingen in het gebied en ze zijn dan ook de hele tijd in elkaars gezelschap.
de "Dordtse" amerikaanse wintertaling 
Op de een of andere manier weten ze dus van elkaar dat ze familie zijn want de amerikaanse wintertaling trekt niet op met slobeenden, krakeenden of pijlstaarten die ook volop in het gebied aanwezig waren. Nu ben ik benieuwd wat deze vogel over een paar weken doet? De "gewone" wintertalingen vertrekken weer naar het noorden om daar te gaan broeden en ik vraag mij nu af of deze taling de weg terug naar Amerika weet of dat hij gewoon de andere wintertalingen volgt naar de noordelijke broedgebieden? Ik hoop alleen niet dat hij naar Rusland vliegt want dat zou hem in theorie een overloper maken. Overlopen van het vrije westen naar het duistere Rusland. Alhoewel het eigenlijk niet veel uitmaakt. Hij gaat van het ene land dat geregeerd wordt door die ene gek naar het andere land wat door een nog grotere gek geregeerd wordt. Deze taling moet er toch gek van worden? Waar ben je beter af?

Wil je meer weten van deze dolende Amerikaan, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/amerikaanse-wintertaling

dinsdag 11 maart 2025

100.000 spreeuwen en meer.

Heel af en toe denk ik nog weleens terug aan de tijd dat in 's-Gravenmoer enorme aantallen spreeuwen zaten. Het was denk ik in de tachtiger jaren van de vorige eeuw en inmiddels ruim veertig jaar geleden. Tegen de schemer zag je daar een paar tienduizend spreeuwen zwermen in de meest spectaculaire patronen. Dat duurde dan een kwartiertje of zo en doken ze de struiken en bomen in om te overnachten.

prachtige patronen volgden elkaar steeds maar weer op

We hebben het hier zo bij tijd en wijle nog weleens over en dan is dat meestal in de combinatie dat het tegenwoordig allemaal stukken minder is geworden. Of beter gezegd, "vroeger was alles beter", zoals de meeste ouderen en ik dat zeggen. En ik moet zeggen dat ik in al die jaren daarna ik nooit zulke grote groepen spreeuwen heb gezien. Af en toe heb ik nog wel een mooie groepen spreeuwen gezien maar dan hield het bij vijfduizend toch echt wel op. Dat was hier in de polder, de Biesbosch en de Zonzeelse.

een van de spreeuwen?
Maar het kan ook nog weleens meezitten want afgelopen week hebben we weer eens een echte grote groep en zeker voor ons de allergrootste groep spreeuwen gezien. De groep was spreeuwen was enorm en haalde makkelijk de 100.000 exemplaren. Het is onmogelijk om een goed schatting te maken want hoe doe je dat als de spreeuwen in de meest fantastische formaties door het luchtruim scheren. Want dat zwermen gaat met een flinke snelheid en de vormen veranderen continu en het spektakel duurt maar even. Na ongeveer een half uur zijn alle spreeuwen ter plaatse want ze komen bij duizenden uit alle richtingen om zich bij de groep aan te sluiten.
 
een deel van de enorme zwerm
Je ziet de groep met de minuut groeien. Als alle vogels ter plaatse zijn zwermen ze nog even dicht bij elkaar en dan duiken ze, alsof er een fluitsignaal geklonken heeft, ineens de bosschages in en begint voor hen de nacht.

Nog even nakletsen en dan is het net zo plots doodstil en kun je bij wijze van spreken een speld horen vallen. Dit patroon kenden we nog uit de tijd dat bij ons in het centrum een groep van vierduizend spreeuwen zat. Daar zagen we elke keer hetzelfde patroon en dat was afgelopen week niet anders. Na het aanschouwen van het spektakel van vorige week ben je wel even stil, het is zo indrukwekkend en een ongekend spectaculair natuurverschijnsel in ons land. 

Wil je meer weten van deze ongelooflijke sociale vogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/spreeuw

omdat het zo mooi is


vrijdag 7 maart 2025

Baardmannetjes schitteren in de ochtendzon.

Baardman, 5 mrt 2025
De baardman is voor mij geen alledaagse vogel en ik ben dan ook ongelooflijk blij als ik ze weer eens zie en hoor. Eergisteren liep ik over de dijk van de polder Lepelaar in de Biesbosch toen ik wat verder van mij vandaan het bekende geluidje van baardmannetjes uit het riet hoorde klinken. Dat geluidje is een soort alarmknop die bij ingedrukt wordt. Als ze roepen pik ik dat geluid direct op, het is onmiskenbaar en zorgt voor een geluksmomentje. 

Ik had er natuurlijk van te voren al op gehoopt dat ik ze zou zien want ik weet dat ze hier zitten net als in de polders Ruwen Hennip en de Noorderplaat. Daar zie en hoor ik zo ook altijd. Het nadeel van deze uitgestrekte rietpolders is dat ze diep in het Nationaal Park liggen en alleen per boot zijn te bereiken. En ik denk dat dat ook weleens de reden kan zijn dat ze daar zitten. 

Noorderplaat, jun 2024
De rust en ruimte zorgen ervoor dat ze ongestoord door de rietpluimen kunnen struinen. De zaadjes en de insecten die in de riethalmen zitten vormen het hoofdvoedsel voor deze prachtige vogels. De aantallen zijn hier niet groot maar de populatie kan zich hier goed handhaven ook dankzij de inspanningen van Staatsbosbeheer die in deze specifieke polder het waterpeil beheert, de rietvelden goed onderhoud want dat moet geschikt zijn voor de echte rietvogels. En dat zijn niet alleen baardmannen, ook roerdompen, snorren, rallen en rietzangers varen er wel bij. De drie polders zijn uitgestrekt en volledig met riet begroeid. De wilgjes die soms een poging wagen om daar te wortelen worden voordat ze ook maar de kans krijgen verwijderd. Het hogere waterpeil van de laatste jaren helpt daar natuurlijk ook bij en dat wordt door middel van klepduikers op peil gehouden. 

mannetje baardman, 5 mrt 2025
De baardmannen van de polder lepelaar zitten in het omdijkte deel van het gebied met een stabiel waterpeil. Daarbuiten heeft het tij de regie in handen want daar heb je nog gewoon eb en vloed. Het is niet veel maar genoeg om voor een ander leefgebied te zorgen. Ik heb de baardmannen eigenlijk nog niet buiten de dijken gezien terwijl daar ook een aardig plakkaat riet staat. Maar dan zie je pas wat de invloed van de waterstand voor deze vogels kan betekenen.
Over een paar weken begint hun broedseizoen en dan hoop ik ze daar de komende tijd nog eens te zien. Als ze jongen hebben zijn ze actievere want dan moet er voedsel voor de jongen gezocht en gevangen worden. Ik kijk er nu al naar uit want het is toch een van de mooiste vogelsoorten die je in de Biesbosch tegen kunt komen.

Wil je meer weten van deze schitterende rietvogel klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/baardman

dinsdag 4 maart 2025

Ransuilen proberen het weer.

24 apr 2011 Oranjepolder
Vrijwel elk jaar hoor of zie ik wel een ransuil in de Oranjepolder en dat is dit jaar niet anders. Afgelopen week zat een ransuil te roepen op een plek in de Oranjepolder waar ik hem nog niet eerder had gehoord. Ik vermoed dat de plek die een ransuil kiest mede ingegeven wordt door de beschikbare en leegstaande nesten van kraaien en eksters. Nu hoeven ze zich daar in ieder geval geen zorgen om te maken want er zijn altijd voldoende nesten beschikbaar. Het gaat er mij eerder om of er wel voldoende voedsel te vinden is.

De Oranjepolder is volgens mij geen muizen walhalla want de boeren bewerken de boel hier nogal intensief. Veel raaigras, dus heel veel maaien, geen akkerranden, veel spuiten van gewasbeschermers(lees gif) en dan ook nog eens de recreatie want de polder is de achtertuin van de wijk. Met de ransuil gaat het niet goed dus is het toch knap dat ze zich hier in de polder alweer jaren achtereen kunnen handhaven.

twee jonge ransuilen in de polder
Een paar jaar geleden heb ik zeker drie jonge ransuilen gezien en vooral gehoord want als ze honger hebben kunnen ze zich flink laten horen. Maar zover is het nog lang niet want dit mannetje liet zich van zijn beste kant horen maar een enthousiaste reactie kreeg hij nog niet. Nu is het nog vroeg in het seizoen en is hij net teruggekeerd van de winterroestplaats dus hij zal nog even zijn best moeten doen.

Over een paar maanden hoop ik de jonge ransuilen weer te zien. Zo net tegen de schemer als het eigenlijk net iets te donker is om te fotograferen gaan ze vliegen en jagen. Dat is namelijk het tijdstip waar ze actief worden en dat is ook aan de kleur van de ogen te zien. De oranje kleur verraadt dat het jagers zijn die ook in de schemer jagen en dat is voor de kerkuil die hier ook jaagt wel een ander verhaal. 

4 jonge ransuilen, Oranjepolder 9 jun 2012
Met zijn zwarte ogen verteld hij eigenlijk dat hij alleen in de nacht actief is. De kerkuil heb ik deze maand ook een paar keer gezien en dat was geen verrassing want ook de kerkuilen leven alweer een aantal jaren in deze polder en hebben hier ook succesvol gebroed. In 2012 hadden de kerkuilen maar liefst vijf jonge uilen op de wereld gezet. En in datzelfde jaar zaten in de boomgaard in de Oranjepolder vier jonge ransuilen. En behalve uilen waren daar ook nog eens 4 jonge torenvalken uitgevlogen. een topjaar wat we zomaar niet meer maken.

Wil je meer weten van deze prachtig gepluimde uil, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/ransuil

zaterdag 1 maart 2025

Onze tuin is weer begaaid.

gaai op ons pindanetje
Jaren geleden werd onze tuin in de winter regelmatig bezocht door gaaien. Ze kwamen toen af op de pinda´s die vakkundig uit de schil gepeld, opgegeten en ook wel verstopt werden. De laatste jaren zagen we ze niet meer en ook hier in de wijk was het niet dik bezaaid met deze mooie bosvogel. Want dat was hij vroeger, een schuwe bosvogel die zich prima aangepast heeft aan onze aanwezigheid net als de merel trouwens.

Beide vogels hadden destijds een belangrijke functie in het bos. Door hun indringende en harde roep reageerden veel dieren op hun alarmkreet. Want hard roepen dat kunnen ze, behalve als ze bij ons in de tuin zitten. Dan zijn ze stil en stiekem. De laatste weken zien we na een hele lange afwezigheid weer eens een gaai in de tuin.
Hij komt net zoals vroeger pinda´s halen. In de afgelopen jaren is in "ons" tuinvogelbestand best wel wat veranderd en dat denk ik niet alleen bij ons zo maar in de hele wijk en zelfs in de vogelwereld gaande.

In de goede jaren zaten groenlingen, heggenmussen, merels in de winter standaard bij ons in de tuin. We zorgden toen net als nu, goed voor de vogels maar op de een of andere manier is met het ouder worden van de wijk ook wat veranderd in de voorkeur van de vogels. 

Zo hadden we vroeger nooit mussen in de tuin en die hebben we nu wel. Maar goed, de gaai heeft deze winter onze tuin weer ontdekt en knabbelt regelmatig aan het pindanetje. Nu vraag ik mij af of dit een gaai uit het noorden is of een die hier ook leeft en broedt?
een pinda als ontbijt

Gaaien uit het hoge noorden trekken naar hier en ook verder door naar het zuiden. In het najaar zie ik in de Boswachterij Dorst de gaaientrek in volle actie. Op een mooie ochtend vliegen de gaaien net boven de boomtoppen en zie ik ze in kleine groepjes in los verband overtrekken. Soms wel twintig dertig vogels op een ochtend.

Ik ben wel bekend met de trek van de gaai maar de aantallen deden mij toch duizelen want behalve een kwart miljoen overwinterende gaaien vliegen ook nog een enkele honderdduizenden gaaien over ons land naar het zuiden. Bij elkaar hebben we het dan over een half miljoen vogels!
Wil je meer weten van deze rondvliegende sirene, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/gaai

maandag 24 februari 2025

Hongerige lepelaars arriveren nu.

hongerige lepelaar
Afgelopen week zag in in de Biesbosch een groepje van zeven lepelaars in het ondiepe water van de Hoge Hof neerploffen. Ze waren letterlijk uitgehongerd want zodra de tenen de zandbodem raakten, ging de snavel diep het water in en begon het bekende zeefwerk. De snavel ging snel van links naar rechts en weer terug en bleef maar heen en weer gaan. Ze zochten onafgebroken naar voedsel en struinden zo het water voor de rietkraag minutieus af. Ze legden zo een afstand van een kleine honderd meter al foeragerend af en alsof er een fluitje als startsignaal klonk, vlogen ze weer op om hun reis verder te vervolgen. Net genoeg calorieën ingenomen voor de volgende etappe.

Dit was duidelijk trekgedrag. De vogels kwamen volgens mij rechtstreeks via Zuid-Europa uit Afrika en waren onderweg naar de broedgebieden waar die ook ergens in ons land moge zijn. Ze hadden een reis van vele duizenden kilometers met tussenstops in Spanje en Frankrijk achter de rug. De zogenaamde tankstations waar noodzakelijke energie ingeslagen moet worden. Het zijn grote vogels die op eigen kracht vliegen en niet zoals andere grote trekvogels zoals ooievaars die grote afstanden af kunnen leggen door op de thermiek te zweven.

6 van de 7 lepelaars
De kleine pitstop van vorige week zal wel genoeg voedsel opgeleverd hebben om weer een flink stuk van de lange route af te leggen. Later die middag ben ik nog langs de geijkte lepelaar stekken gereden om te kijken of ze nog ergens aan het foerageren waren maar ik kon ze niet meer terugvinden. Duidelijk doortrekkers dacht ik nog. Het zal niet lang meer duren of de grote groepen lepelaars zullen in de Biesbosch weer dagelijks te zien zijn. Het gaat dan om twee tot drie groepen van vijftig tot zeventig lepelaars die dan dicht bij elkaar met de kop in de veren in ondiep water staan te rusten.

zeven en nog eens zeven
Februari is de maand dat de lepelaars naar ons land terugkeren en in september vertrekken ze weer. Half jaartje hier, half jaartje daar zo ziet het leven van een lepelaar er uit. Er zijn al wel een paar exemplaren die de lange reis niet meer maken en hier in ons land blijven hangen. De vogels nemen de gok dat de winter niet te streng wordt en er voldoende voedsel beschikbaar is. 

Als ze vanaf februari hier arriveren hebben ze even de tijd nodig om voldoende aan te sterken om eind maart aan het broedseizoen te beginnen. De planning let erg nauw want de jongen zijn zo aan het eind van juni zelfstandig en ze hebben dan een maand of twee om sterk genoeg te worden voor de lange reis naar het zuiden. Zo krijg je toch wel veel respect voor die prachtige vogels. Ik heb de afgelopen dagen nog regelmatig aan deze kanjers gedacht.

Wil je meer weten van deze sierlijke vogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/lepelaar

donderdag 20 februari 2025

Grote gele kwik in het bos.

Grote gele kwikstaart op het ijs
Hier in de omgeving hebben we maar weinig stroompjes of waterloopjes waar een grote gele kwikstaart blij van wordt. De afgelopen tien jaar inventariseerde ik in de Oranjepolder de watervogels en kon daardoor op het terrein van de waterzuivering inventariseren. Het ging mij daar dan vooral om de meeuwen en dat ene koppeltje grote gele kwikstaarten die op de rand van de bassins mugjes probeerden te vangen. Het water was daar altijd in beweging en daar houden deze kwikken van. Maar verder is het een lastige soort om hier in de omgeving te vinden. 

Boswachterij Dorst 17 feb 2025
Bij toeval zag ik weleens een grote gele kwikstaart in de Boswachterij Dorst maar dat was nooit een zekerheidje. De eerste keer was trouwens in 2017 en het duurde tot 2022 om de tweede te zien. Afgelopen maandag had ik weer een keertje geluk wat dat betreft en zag ik dus voor de derde keer een grote gele kwikstaart aan de oever van het oude zwembad. 

Grote gele kwikstaarten zag ik vooral in de Biesbosch en ook wel in de Gecombineerde Willemspolder in Oosterhout. De grote gele kwikstaart van afgelopen maandag overwintert hier in de buurt denk ik want broeden doet hij hier al helemaal niet. Aan de andere kant van het bos vlakbij Teteringen is ook altijd wel een grote gele kwik te vinden.
de vroege ochtend van 17 feb 2025
Ik weet wel dat in Breda grote gele kwikstaarten langs het snel stromende riviertje de Aa broeden maar dat is voor mij ook de enige plek hier in de omgeving waar dat gebeurd. Breda is een bekende plek waar grote gele kwikstaarten broeden maar voor echte aantallen en bolwerken van grote gele kwikstaarten moet je toch naar het oosten en zuiden van ons land Met name Limburg is met al die kleine snel stomende beekjes een bolwerk van grote gele kwikken.

Dat het hier een zeldzame verschijning is maakt het wel bijzonder als je er dan weer eens ziet. Ik ben er in ieder geval weer blij mee. En wie weet kom ik er ook weer een tegen in de polder.

Wil je meer weten van deze grote gele kwikstaart, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grote-gele-kwikstaart

maandag 17 februari 2025

Baltsende zwarte spechten.

paartje zwarte spechten 17 feb 2025
Deze week begint de tweede helft van februari en dan beginnen de eerste spechten al te roffelen. En de spechten die niet roffelen roepen zoals de groene- en middelste bonte specht om het hardst. Vanmorgen zag ik een koppel zwarte spechten baltsen en dat had ik nog niet eerder zo gezien. Meestal hoor ik ze hier roepen en overvliegen. Inmiddels alweer een jaar of tien geleden zag ik hier in het bos op een keer vier zwarte spechten samen op een dode boom zitten waarbij een soort dans werd opgevoerd. De spechten klommen en draaiden om elkaar heen en bleven op gepaste afstand van elkaar. 

mannetje zwarte specht
Dit beloeren van elkaar en om elkaar heen draaien duurde best wel een tijdje. Ik denk dat dit twee koppels zwarte spechten waren die elkaar tegenkwamen op de grens van hun territorium en op deze manier een grensconflict uitvochten. Zo kan het dus ook dacht ik toen, zonder geweld de grenslijnen vaststellen. Dat de spechten elkaar bij de grens tegenkomen is toeval denk ik want het territorium van zwarte spechten is groot. In heel de Boswachterij leven denk ik ongeveer zes koppels zwarte spechten en dat is een flink aantal maar gekeken naar de omvang van het bos een klein aantal.

De twee zwarte spechten van deze ochtend trokken de aandacht door de geluidjes die ze maakten. Ik hoorde vrij zachte roepjes die mij eerder deden denken aan het geluid van een middelste bonte specht. Toen ik de vogels had gevonden zag ik pas dat het twee zwarte spechten waren. Het vrouwtje zat in de lengterichting van een vrijwel horizontale tak en het mannetje met zijn rode petje zat vlakbij haar tegen de stam van het boompje. 

vrouwtje zwarte specht 17 feb 2025
Beide vogels maakten die zachte roepjes en het leek alsof ze met elkaar in gesprek waren. Ongestoord kon ik op gepaste afstand de vogels bezig zien. Het mannetje was druk en beweeglijk en het vrouwtje lag onbeweeglijk op de tak. Het was duidelijk een koppel, mannetje rode pet op zijn kopje en vrouwtje geheel zwarte kop. Ze bleven de hele tijd samen en het mannetje probeerde indruk te maken op het vrouwtje. Tenminste zo leg ik het gedrag uit van deze man.

Het nest wat ze de komende tijd gaan gebruiken zal wel in het beukenbos te vinden zijn. Trouwens dat is op nog geen vijftig meter verwijderd van de baltsplek van vanmorgen. Het kan een nieuw uit te hakken nest zijn of een oud eerder gebruikt nest. Ik heb weleens gelezen dat ze elk jaar een nieuw nest uithakken maar dat is niet waar. Ik heb jaren achter elkaar zwarte spechten in en bij hetzelfde nest in het beukenbos gezien

Wil je meer weten van de grootste houthakker van hert bos, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-specht

donderdag 13 februari 2025

Wulpen gaan op pad.

dinsdag 12 feb 2025
Onze wulpen trekken in het najaar weg naar warmere streken en noordelijke wulpen komen naar Nederland om hier te overwinteren. De wulpen zijn dan vooral aan de kust te vinden. Maar rond deze tijd komt de boel in beweging en kun je wulpen ook in het bennenland tegenkomen. Nu weet ik niet of dat onze wulpen zijn die uit het zuiden terugkeren of dat het die wulpen zijn die afgelopen winter hier aan de kust gebivakkeerd hebben. Als dat zo is dan zijn ze dus op weg naar het noorden en zien we ze een half jaar niet meer.

De wulpen die ik gisterenmorgen zag waren erg druk aan het foerageren en het leek alsof ze uitgehongerd waren en dat zou er mogelijk op kunnen duiden dat ze een lange energievretende tocht achter de rug hadden. 

26 november 2024 aan de kust
waarschijnlijk een noorderling
De wulpen die ik vorige week aan de kust zag waren erg rustig en stonden meer met de kop in de veren dan dat ze druk aan het foerageren waren. Dat zouden dus die noordelingen weleens kunnen zijn.

Het uiterlijk van deze vogels verschilt helemaal niet. Onze wulpen lijken als twee druppels water op de wulpen uit het hoge noorden. en ze verschillen zeker niet van elkaar zoals onze grutto verschilt van de ijslandse grutto. Die laatste is kleiner, heeft kortere poten en heeft een rode buik. Dat zijn nogal wat verschillen en dat maakt het een stuk makkelijker om die twee soorten uit elkaar te houden. Bij wulpen ligt dat dus anders. Wel zo makkelijk want dan hoef je daar geen energie in te steken.

druk foeragerend
Maar goed, het is altijd leuk om weer wulpen hier in de omgeving tegen te komen. En ik hoop dat het de onze zijn die weer veilig teruggekeerd zijn en binnen nu en niet al te lange tijd de broedge-bieden opzoeken. En dan denk ik tegelijkertijd aan onze polder waar we alweer een aantal jaren op rij broedende wulpen zien. De afgelopen twee jaar is het zelfs gelukt om de wulpen zodanig te beschermen dat twee nesten van vier jonge wulpen uitgevlogen zijn. Een fikse inspanning maar met een ongekend succes.

Wil je meer weten van deze grootste stelloper van Europa, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/wulp

maandag 10 februari 2025

Tussenstop ijslandse grutto.

ijslandse grutto's afgelopen vrijdag
We zitten nu nog in het begin van de wintermaand februari en dat is een periode waarin je nog niet aan grutto's denkt. En toch kun je dat voorzichtjes aan wel gaan doen want de eerste ijslandse grutto's zijn inmiddels gearriveerd. Afgelopen vrijdag zag ik de eerste groepjes in Zeeland. En dan maak ik een kleine buiging uit eerbied voor deze geweldenaar. Deze vogels zijn namelijk wereldrecordhouder non-stop lange afstand vliegen. IJslandse grutto's vliegen twee keer per jaar 12.000 kilometer non-stop van de broedgebieden in het noorden naar de overwintergebieden in het zuiden.

Onze grutto's komen ook wat later terug maar ook dat duurt niet lang meer. Deze ijslandse vogels stonden afgelopen vrijdag in plassen met ondiep water en ze foerageerden daar alsof hun leven er vanaf hing en misschien is dat ook wel zo want ze hebben net een deel van die enorme tocht achter de rug. Ze maken hier dus een noodzakelijke tussenstop. 

De ijslanders zijn hier maar even en begin april zijn ze weer weg en gaan ze naar hun broedgebieden. In deze periode komen ook de Nederlandse grutto's terug en kun je ze met wat geluk goed vergelijken. Maar dan moeten de omstandigheden wel meewerken. Zo zijn de poten van de ijslandse grutto iets korter, maar ja, als ze dan tot hun buik in het water staan is dat niet te zien en ook de snavel is iets korter maar ook dat is lastig te zien als er geen "gewone" grutto in de buurt is om te vergelijken. En met dit grijze weer van de afgelopen tijd is ook de kleur niet goed te zien temeer ook omdat beide soorten nog deels in hun overwegend grijze winterkleed zitten. De ijslandse grutto is ook veel roder van kleur en die rode kleur loopt best wel ver door tot tussen de poten en bij de grutto is dat niet het geval daar stopt de rode kleur aan het begin van de borst.

5 maart 2023 Biesbosch
"onze" grutto
Kortom, een lastig verhaal. Daarom is het nu de beste tijd om de ijslandse grutto, overigens een ondersoort van de rosse grutto, goed te zien. In deze periode is de kans op een gewone grutto nog niet zo groot en zijn het dus voornamelijk ijslandse grutto's die de ondiepe plassen uitkammen naar voedsel. In de Biesbosch kunnen we ze over een paar weken ook verwachten en dan zou een vergelijking van de twee soorten mogelijk moeten zijn. 

En met wat geluk is de rode kleur bij de ijslandse vogels ook wat nadrukkelijker aanwezig en zie je de kleur mooi doorlopen, tussen de poten door. Bij onze grutto stopt dat op de borst en is de grijze buik als onderscheidend kenmerk goed zichtbaar. Hoe dan ook, determineren blijft een lastig verhaal.
 

Wil je meer weten van de deze ondersoort van onze nationale vogel, klik dan op de link;
https://stats.sovon.nl/stats/soort/5321



vrijdag 7 februari 2025

Om door een ringetje te halen.

"EATV"
Afgelopen week zag ik aan de kust een wulp met een witte pootring met de zwarte letters EATV. En dat is altijd leuk want als je een ring meldt, kom je vaak aan informatie over zo´n specifieke vogel of onderzoek van de soort. Voor deze geringde vogel kwam ik uit op een internationale site IWSG waar alle onderzoekers naar vogeltrekgedrag hun informatie delen. Deze Internationale Waadvogel Studie Groep(International Wader Study Group) doet onderzoek naar kustvogels en waadvogels met als doel inzicht te krijgen naar het gedrag van deze vogels en met name het trekgedrag.

Deze keer zag ik dus deze wulp maar in de afgelopen paar weken zag ik ook een kleine zwaan met een GPS halsband en pootring, een grauwe gans met een halsband en twee zeearenden met pootringen en een met een GPS zender op zijn rug. Er wordt ongelooflijk veel onderzoek gedaan naar vogels en het is daarom een prima ontwikkeling dat veel van deze onderzoeken in een groter verband worden gecoördineerd. Samen sta je sterker. Ik hoop dat met al die inzichten die hier uiteindelijk door ontstaan er ook belangrijke conclusies uitkomen en dat die ook overgenomen worden door onder andere de politiek. 

een echte wader
En dan moet ik gelijk weer denken aan die steeds weer opduikende plannen van de overheid om in de Waddenzee naar gas te boren. In mijn vorige blog van 4 februari over de kanoet schreef ik ook al over dit onderwerp. Ik maak mij daar namelijk serieus zorgen over want, met alle respect voor politici, zij hebben totaal geen verstand van ecosystemen. Zij hebben geen idee wat de gevolgen kunnen zijn van deze economisch gedreven beslissingen. Een ecosysteem als de Wadden is uiterst kwetsbaar en moet beschermd worden.

De steltlopers zijn wereldreizigers en vliegen twee keer per jaar enorme afstanden en gebruiken ons land als een soort tankstation en als je tijdens je reis niet kunt tanken, stopt je reis zo moet je het maar zien. 

wulpen op de Bleeke Heide
De wulp die ik afgelopen week zag, doet dus mee aan een groot internationaal onderzoek en is uit het hoge noorden afkomstig en overwintert hier. De Nederlandse wulpen zitten in de winterperiode weer zuidelijker en in deze tijd kunnen ze elkaar tegenkomen. De onze komen terug en de anderen gaan vertrekken. Afgelopen week zag ik bijvoorbeeld een grote groep wulpen in Chaam die druk boven de Bleeke Heide rondjes vlogen. Ik vroeg mij toen trouwens ook af zijn dit de onze of zijn dit de vertrekkers? Dit is trouwens een plek waar je over een dikke maand geen wulpen meer ziet want broeden doen ze ergens anders zoals in de Oosterhoutse Willemspolder.

Wil je meer weten van deze grootste steltloper van Europa, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/wulp