maandag 12 mei 2025

Koereigers houden van ons.

25 april 2025 de 8 koereigers
Sinds eind april zie ik in de Biesbosch regelmatig een groepje koereigers vliegen. Steeds in alle vroegte komen ze voorbij vliegen. Ik heb een sterk vermoeden dat ze in de buurt van de Langeplaat, want daar zie ik ze steeds, een slaapplaats hebben. De volwassen koereigers zijn net als alle andere reigers al weer even druk met het broedseizoen en dat doen ze niet hier in de deze hoek van de Biesbosch. Daarom denk ik dat dit groepje onvolwassen koereigers zijn. 

Het verenkleed lijkt niet echt op dat van een volwassen koereiger. Die heeft op de een kop geeloranje kuif die vanaf de nek over de rug door-
een echte volwassen koereiger
loopt. Dat zie je overigens alleen als de vogel vliegt en duidt op het broedkleed. Op de borst is een flinke geel- oranje vlek te zien. Deze jonge koereigers zijn hagelwit en missen deze kleuraccenten wat duidt op minimaal tweede kalenderjaar vogels. Ook zag ik dat de poten zwart waren en dat is ook een kenmerk van een jonge vogel. 

Het zouden dus zomaar jonge koereigers kunnen zijn die afgelopen jaar in Nederland zijn geboren. Nog maar enkele jaren geleden was de koereiger uiterst zeldzaam en sprongen vogelaars massaal in de auto als er ergens een was gespot. En we kenden ze eigenlijk alleen maar van onze vakanties in het zuiden van Europa of willekeurig waar in Afrika. 

Tegenwoordig is dat niet meer nodig want de aantallen nemen jaarlijks met procenten toe. 
de slaapplaats in oktober 2024

Het verloop van een enkele pionier naar de huidige populatie verloopt vergelijkbaar als de vestiging van grote zilverreigers in ons land van jaren geleden. Dat is inmiddels een zeer algemene soort geworden en dat voorzie ik voor de koereiger ook. Afgelopen najaar verbaasde ik mij over het groeiende aantal koereigers op de slaapplaats in de Noordwaard. Half oktober afgelopen jaar telde ik langs de Bandijk in de Noordwaard maar liefst 56 koereigers. En dat waren ze niet eens allemaal.

een jonge koereiger, wit met zwarte poten
En niet voor het een of ander, het is een prachtige aanwinst in ons landschap. Wat mij wel opvalt is dat ik ze vooral in het meer natuurlijke, kruidenrijke agrarische landschap zie. Tussen de koeien jagen ze achter de door de koeien opgevlogen insecten aan. Soms zitten ze op een koe en liften ze graag mee naar het volgende insectenrijke stukje weiland. De naam past prima bij het beestje en de koeien malen er niet om als op de rug zitten of tussen de poten doorlopen.

Wil je meer weten van deze bijna "algemene" nieuwkomer, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/koereiger

donderdag 8 mei 2025

Bosruiter

bosruiter, 5 mei 2025
Bosruiters zijn hier in kleine groepjes te vinden maar dan moet je goed zoeken. Ze zijn wat kleiner dan een tureluur en wat lichter grijs waardoor ze niet opvallen. Een groot deel van de dag wordt er gerust want even bijkomen van een mega grote inspanning is pure noodzaak. Ik zie dat in deze tijd wel vaker. Ook andere trekvogels pauzeren een tijdje in ons land om na die pauze de laatste etappe aan te kunnen. Nederland is met al zijn natte gebieden en slikrandjes het ideale hersteloord. Opvetten en weer spierkracht opbouwen is in die korte periode het devies.

De bosruiters zijn wat lastiger te vinden dan de grotere groenpootruiters die driftig door het ondiepe water paraderen of de inmiddels bijna zwarte, zwarte ruiters die hun zomerkleed al aan hebben en al van verre opvallen. Dit zijn de wat algemenere ruiters en tussen al dat trekvogel geweld zitten soms ook een paar juweeltjes zoals de poelruiter, kleine- en grote geelpootruiter. 

kleine geelpootruiter, 14 oktober 2023
Die speciale ruiters komen in hele kleine aantallen en soms als eenlingen langs. De kleine geelpootruiter is dan nog de meest voorkomende en is elk jaar wel ergens te vinden. Alweer twee jaar geleden zag ik deze voor Nederland zeldzame ruiter voor de tweede keer in de Biesbosch. Normaalgesproken moet je deze soort in Noord-Amerika zoeken en incidenteel raakt er een verdwaalt en die zien we dan met wat geluk hier. Dat geldt ook voor de grote geelpootruiter, nog zo'n wereldreiziger die soms de weg kwijt raakt.

Voor de bosruiter ligt dat wel anders. De aantallen die we hier tijdens de trek zien zijn redelijk groot en ze zijn altijd in het binnenland te zien. Deze soort zie je tijdens de trek niet aan de kust. Vandaar de naam bosruiter. Het is trouwens al bijna honderd jaar geleden dat de bosruiter in ons land broedde. Weer een mooie soort die in de loop der tijd kwijt zijn geraakt. Gelukkig maar dat we ze tijdens de trek nog mooi even kunnen bekijken.
Dordtse Biesbosch,6 mei 2024
De bosruiters zijn hier met een beetje stevige oostenwind goed te vinden. De oostenwind is in deze periode voor ons vam belang want dan krijgen wij hier de kans om de zeldzame doortrekkers op korte reisafstand te zien. De Biesbosch is dan toch een van de meest kansrijke gebieden waar met de goede waterstand de slikjes droogvallen. Dit zijn de favoriete plekjes voor bosruiters. In de zachte grond is het dan makkelijk foerageren. Rusten doen ze daar niet ver vandaan, een flinke graspol of in kleine verhoging in het natte gebied is al genoeg om voldoende dekking te vinden. 

Wil je meer weten van de voormalige Hollandse broedvogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bosruiter

maandag 5 mei 2025

De finalist.

bosrietzanger, 12 mei 2024
Een van de laatste zangvogels die terugkeert uit Afrika is de bosrietzanger. Ik noem hem daarom de finalist van het stel. En dat is eigenlijk ook niet gek als je weet dat dit kleine bruine zangvogeltje dat maar amper vijftien gram dik 5.000 tot wel 7.500 kilometer moet vliegen om hier te aan te komen. Zo'n tocht duurt weken en zit vol gevaren zoals de Sahara die zonder voedsel en drinken overgestoken moet worden. 

Slecht weer, roofvogels, te weinig voedsel, hier moet deze kleine vogel allemaal mee dealen. Hoe meer ik er bij na denk, hoe indrukwekkender ik deze prestatie vind. De bosrietzangers arriveren
Oranjepolder, 1 juni 2021
eind april, begin mei en hoe moe ze ook moeten zijn, ze beginnen vrijwel direct te zingen en dat is een onvermoeibaar lied waar geen eind aan lijkt te komen. In hun lied zitten allerlei imitaties van liedjes van vogels uit Afrika. Zo kan ik mooi eens meeluisteren hoe het daar klinkt. Het geluid klinkt volledig anders dan het lied van de gewone rietzanger en lijkt soms een beetje op het lied van de spotvogel die ook bekent staat als een ras imitator.

De bosrietzanger van deze ochtend had er duidelijk zin terwijl de temperatuur voor in ieder geval erg laag was. Met slechts twee graden Celsius zou mij de lust om te zingen snel over zijn maar de bosrietzanger heeft de tijd niet om te wachten met zingen. 
Zonzeelse polder, 21 mei 2021
In een hele korte periode moet alles geregeld worden. Het territorium moet vastgesteld worden en bewaakt worden, vrouwtjes moeten gelokt worden, een nest moet worden gebouwd en dan kan voor het nageslacht worden gezorgd met een intensieve nazorg daar opvolgend. In die relatief korte periode moet alles gebeuren terwijl zijn neef, de rietzanger al vanaf maart hier is en inmiddels aan een tweede leg zit te denken. De bosriet van vanmorgen is een vroege want er moeten nog een heleboel rietzangers arriveren en dat kant tot in de tweede helft van mei doorgaan.

Het voordeel van deze tijd is dat de bosrietzangers het zo druk hebben dat je ze ook nog eens best goed kunt bekijken. De angst voor onze aanwezigheid is in deze, voor hun zo hectische tijd, even ondergeschikt geraakt. Veel tijd om ze te zien en te horen is er niet want ze zwijgen over een maand alweer waar de gewone rietzanger wel vier maanden achter elkaar zit te zingen.

Wil je meer weten van deze meester imitator, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bosrietzanger

donderdag 1 mei 2025

Het gouden keeltje klinkt weer.

zingende nachtegaal, 29 april 2025
Halverwege afgelopen maand zongen in de Biesbosch de eerste nachtegalen. In de zogenaamde `natte` Biesbosch waar diep in het Nationaal Park de oude rietpolders liggen, leven de meeste nachtegalen van West-Brabant. Tenminste dat denk ik, want ik weet zo gauw geen andere plek in West-Brabant waar zoveel nachtegalen leven. De zang klinkt al heel vroeg in de ochtend, eigenlijk is het dan nog nacht en daar danken ze ook hun naam aan. In de piek van het broedseizoen hoor je ze soms ook nog wat later in de ochtend.

De zang klinkt ver door en is heel herkenbaar. Net als de zanglijster herhaalt de nachtegaal sommige klanken. De zang is mooier dan de de zang van de zanglijster maar minder bekend en minder vaak te horen. In de Biesbosch zoeken ze de rust en vind je ze aan de randen van de polders. Meestal diep verscholen in het struikgewas van bramenstruiken, vlieren en kleine boompjes. Meestal wat lager bij de grond en vrijwel nooit in de toppen van de bomen waar je de zanglijster wel kunt zien zingen.

een beetje kleurloos en saai,
maar zingen?
Ze zien er niet spectaculair uit en zijn vrij saai om te zien. Warmbruin verenkleed, een iets oranje gekleurde staart en een lichte keel, dat is het wel. Geen fel gekleurde accenten of iets dergelijks, nee hij moet het dus duidelijk van zijn zang hebben. Ik moet altijd veel moeite doen om er een goed te zien. Laat staan dat hij zich al zingend goed goed laat bekijken.

Nachtegalen zijn trouwens in grotere aantallen langs de kust te vinden waar ze een voorkeur hebben voor de dichte begroeiing van de duingebieden. Dat ze hier zo talrijk zijn heeft denk ik vooral te maken met de uitgestrektheid van het gebied en de rust natuurlijk. Op veel plekken in de Biesbosch is het niet toegestaan om daar rond te lopen en dat is maar goed ook. 

Wil je een nachtegaal horen dan kan dat als je maar vroeg genoeg uit de veren bent. Met wat geluk is een nachtegaal ook te horen in de Noordwaard. Het zijn er weliswaar een stuk minder maar er zitten er wel een paar.

Wil je meer weten van dit anoniem zangtalent, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/nachtegaal

maandag 28 april 2025

De eerste giertjes.

Afgelopen vrijdag vlogen de eerste gierzwaluwen weer over mijn hoofd. Wel een beetje hoog en duidelijk nog op weg naar de finish. De plek waar ze deze zomer zullen broeden en dat kan heel Noord-Europa zijn.
Deze gierzwaluwen zijn aan de vroege kant want jaren geleden werden de eerste giertjes zo rond Koninginnedag verwacht en de laatste paar jaar werd dat Koningsdag. De reden dat ze steeds vroeger arriveren is, zoals de laatste tijd wel vaker wordt gezegd, de opwarming van de aarde. Ik weet niet of dat een groot probleem is voor deze vogels want door die opwarming vliegen de insecten ook vroeger rond dus voedsel is beschikbaar.

thuis op 10 mei 2024
Er zijn vogelsoorten waarvoor de opwarming van de aarde wel degelijk een probleem is. Want als vogels zich niet zoals de gierzwaluw aanpassen en nog steeds op de "oude" tijd arriveren en hun aankomst hier niet vervroegen kan de rupsen of insecten piek alweer achter de rug zijn. Met als desastreus gevolg dat rupsen alweer verpopt zijn en er voor de jonge vogels niet voldoende voedsel beschikbaar is. En zo neemt het aantal vogels jaarlijks af. Dit is een van de redenen en zo zijn er nog wel een paar te noemen.

Maar goed, ik was er in ieder geval blij mee om de eerste giertjes weer te zien. Dit is een van die iconische vogelsoorten, die samen met de veldleeuwerik, de koekoek en de zomertortel het zomerse gevoel compleet maken. De komende weken komen nog dagelijks grote groepen gierzwaluwen aan en dat kunnen dan soms wel tienduizenden vogels per dag zijn. 

giertjes op trek, 29 april 2024
Op 5 mei 2017 waren wij daar getuige van toen we op de telpost in Breskens op een ochtend 12.000 gierzwaluwen over zagen komen. Door de wind zaten de vogels erg laag en vlogen op een paar meter hoog voorbij. Die dag inclusief de middag vlogen daar naar schatting meer dan 20.000 gierzwaluwen voorbij. Allemaal op weg naar hun eigen broedgebiedje in Nederland en verder door in Noord-Europa. Een indrukwekkend schouwspel dat als ik eerlijk ben, niet veel meer blijdschap opleverde dan de 4 giertjes van afgelopen vrijdag.

Wil je meer weten van deze spectaculaire luchtacrobaat, klik dan op de link;

donderdag 24 april 2025

Opvetten en door.

rustende rosse grutto's, 18 apr 2025
In deze tijd zijn alle grutto soorten in de buurt. De Hollandse grutto, de IJslandse grutto en de rosse grutto.
Die laatste grutto is serieus een andere grutto dan die andere twee. De Hollandse en IJslandse neef kom je hier in het binnenland tegen en je moet goed opletten om de verschillen te zien.

Bij de rosse grutto ligt dat allemaal wat anders. Ten eerste kom je de rosse grutto vrijwel nooit in het binnenland tegen. Het is een echte wadvogel en foerageert graag in het zoute deel van ons land. De slikjes en drooggevallen zandplaten aan de kust zijn het werkterrein van deze Arctische vogel. Vaak in grote groepen rusten ze uit en foerageren ze samen.

de rode rosse grutto
En dat rusten is voor deze vogels geen overbodige luxe want dit zijn de kampioenen lange afstand in een keer vliegen. Ze vliegen in een keer 12.000 kilometer onafgebroken door. Bijna niet te geloven dat een vogel dat kan. Als je het hebt over welke vogel de meeste kilometers in een jaar vliegt dan is dat de noordse stern maar dat is een ander verhaal. Deze vogel legt dan wel de meeste kilometers af maar dat doet hij niet in een keer. 

Om de vogel te herkennen moet je naar de opgewipte snavel, de dieprode kleur die tot op de buik doorloopt en de korte poten die niet voorbij de staart uitsteken als de vogel vliegt, kijken. Bij de gewone grutto is dat niet zo. Die is groter en heeft een lange rechte snavel en is niet rood maar meer oranje gekleurd.

een mooie club rosse grutto's
Maar we zien ze voornamelijk rusten en dan zijn die kenmerken niet goed te zien. Ze staan meestal dicht bij elkaar met de kop in de veren. Slechts een enkeling houdt de boel in de gaten en die moet je dan eerst zien te vinden.

De rosse grutto is ook heel anders getekend en gekleurd dan de Hollandse. Het rood is roder en loopt door tot op de buik tussen de porten door. Bij de onze houdt dat rode bij de borst op. We zien ze nu nog even aan de kust en eenmaal voldoende opgevet, trekken ze weer door.

Wil je meer weten van deze rode noorderling, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/rosse-grutto


maandag 21 april 2025

Kustvogeltje in de Noordwaard

Noordwaard, 14 april 2025
Als er een vogelsoort is waarmee het steeds slechter gaat dan is dat de strandplevier wel. Door de recreatiedruk op de stranden, en er zullen vast nog wel meer factoren zijn die een rol spelen, gaat het elk jaar slechter met deze kleine plevier. Waar de pleviertjes nog wel voorkomen worden alle mogelijke kunstgrepen uitgehaald om ze tijdens het broesseizoen te beschermen. Zo worden hele stukken strand met linten en borden afgezet en worden eilandjes aangelegd waar op gebroed kan worden. Het ene jaar met meer succes dan in het andere jaar.

Elk jaar ga ik in april of mei wel een keer naar de kust om ze te zien. Meestal lukt dat ook wel maar het gaat dan nooit om meer dan vijf vogels en dat is dan ook wel het maximum aan strandpleviertjes wat ik tot nu toe gezien heb. De meeste kans heb ik dan bij Ouddorp op Goeree waar het strand deels beschermd gebied is en ook afgezet is met linten. Met de telescoop kun je ze dan op het strand heen en weer zien rennen.

Dat de strandplevier nu het onderwerp van dit stukje is, komt door de strandpleviertjes die de laatste week in de Biesbosch in de Noorwaard bivakkeren. Heel bijzonder want de Noordwaard is absoluut niet het juiste leefgebied van deze kustvogeltjes. Waarschijnlijk zijn ze tijdens de trek naar hier door de wind wat verder landinwaarts geblazen en zijn ze hier neergestreken. Hier rusten ze uit en zorgen ze dat ze weer wat aansterken en gaan ze daarna weer naar de kust om daar aan het broedseizoen te beginnen.

Voor de Biesbosch vogelaars was dit weer een hele mooie en bijzondere soort om te zien. Tegelijkertijd vlogen hier ook de zwarte sternen rond maar die blijven nog korter en zijn maar een paar uur in het gebeid aanwezig. Die jagen een paar uurtjes achter de insecten in het gebied aan en als ze genoeg op hebben trekken ze weer door. 

Lang geleden hebben strandplevieren ook in het binnenland gebroed maar dat is alweer lang geleden. Ze zouden hier dus best kunnen overleven en zelfs kunnen broeden maar waarom ze dat niet meer doen weet ik niet. Het zou heel bijzonder zijn als dat weer zou gebeuren. Het aantal broedparen is inmiddels dramatisch laag en als we de tweehonderd aantikken is dat een optimistische benadering.

Daarom is het een prachtige ontmoeting met deze kustvogel zo dichtbij, hier om de hoek in de Noordwaard. Een soort die je hier niet vaak ziet..

Wil je meer weten van deze zeldzame plevier, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/strandplevier

donderdag 17 april 2025

De zwarte stern is hier heel even.

zwarte stern, 14 ap5ril 2025 
Zoals elk jaar trekken rond deze tijd een groot deel van de broedvogels naar ons land maar een veel groter deel trekt over ons land verder door naar de broedgebieden. Met name roofvogels trekken in deze tijd voorbij en moet je geluk hebben om er een te zien. Andere mooie soorten trekken in wat grotere groepen door ons land en zijn wat makkelijker waar te nemen. Denk bijvoorbeeld aan de regenwulpen. Die willen nog weleens een weekje of wat langer hier blijven hangen. Andere doortrekkers hebben ons land ook als broedgebied maar dat is dan weer niet hier in de buurt en dat zijn bijvoorbeeld zwarte sternen. Zo heeft elke soort zijn eigen agenda en planning.

De zwarte sternen zijn kort hier in de buurt te zien en met wat geluk kun je ze tegenkomen in de Noordwaard. Met de juiste wind en temperatuur willen ze dan wel een dagje of wat blijven hangen . Als er voldoende insecten beschikbaar zijn, is dat een extra motivatie om nog even uit te rusten en aan te sterken.

happen naar insecten
Afgelopen week zag ik zo op een mooie voorjaarsmiddag een groepje van vijf zwarte sternen in de Noordwaard foerageren. De vogels vlogen steeds volgens hetzelfde patroon laag over het water en maakten snelle bewegingen om zo elk insect op hun pad te verschalken. Zo te zien ging het ze goed af en moeten er ook genoeg beestjes in de lucht hebben gezeten. 

De zwarte sternen broeden niet in de Biesbosch maar wel een stukje verder ion de Zouwe Boezem. Daar worden ze geholpen met kleine vlotjes waarop ze hun nest kunnen maken. Oorspronkelijk bouwen ze hun nest op drijvende krabbenscheer maar dat is bijna niet meer beschikbaar. Deze verlandingsplant zie je  vrijwel nergens meer en daarmee wordt het er voor de sterntjes niet makkelijker op. 
Als deze nesthulp er niet was, zouden we vrijwel geen zwarte sternen meer hebben. Voor 1980 waren ze algemeen en kwamen ze ook hier in de buurt voor en werd er zelfs gebroed. In Terheijden, Breda en de Biesbosch, allemaal plekken hier in de buurt kwamen zwarte sternen voor. Ik sprak jaren geleden een oude Raamsdonker die zelfs beweerde dat in Raamsdonk zwarte sternen tot broeden kwamen op de velden gele plompbladen in de wateren rond Raamsdonk. Dat vond ik een spannend verhaal en betwijfel ik. In ieder geval heb ik ze weer even gezien want ze blijven amper een dag in de Biesbosch en trekken na een stevige maaltijd snel verder. Het broedseizoen wacht niet!.

Wil je meer weten van deze prachtige sierlijke passant, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwarte-stern

maandag 14 april 2025

IJsvogels hebben een nieuwe stek.

het gat linksonder is de nestingang
In de Oranjepolder leven al heel veel jaren ijsvogels. Ze weten altijd wel ergens een geschikte nestgelegenheid te vinden. En met die gedachte in het achterhoofd hebben we zeven, acht jaar geleden bedacht om in de Natuurtuin een ijsvogelwand te maken. En al die jaren daarna gebeurde er niets bij de wand terwijl we toch heel vaak een vissende ijsvogel in de poel ervoor zagen. 

Ik heb de wand altijd vrij van riet gehouden, de grond voor de wand uitgediept zodat daar minimaal twintig centimeter water staat en in het midden van de poel een paar wilgentenen in de bodem gestoken zodat de ijsvogel een zitpost had om te vissen. Het hielp niet. Wel vissende ijsvogels maar geen broedende ijsvogels.

vrouwtje ijsvogel voor de ingang
donderdag 10 april
En daar is nu dan eindelijk verandering in gekomen. Op 10 april ontdekte ik activiteit in de gaten van de wand. Zeker drie gaten waren flink uitgegraven en in het water voor de wand lag een flinke hoop zand. Dit zand is een stevig mengsel van leem en maaszand en hebben we destijds gebruikt achter de wand zodat de ijsvogels daar een nest uit konden graven en de gangen niet direct in zouden storten.

Zoals het er nu naar uitziet werkt het want de gang ziet er stevig uit en is een stuk kleiner in diameter dan de door ons gezaagde ingang. Ik dacht destijds dat tien centimeter wel zou voldoen maar las later ergens dat zes centimeter al voldoende is. Even dacht ik nog in de afgelopen jaren dat de grote opening voor de ijsvogels een drempel zou zijn. Gelukkig is dat niet zo en is de wand nu dus eindelijk goedgekeurd.
mannetje, 28 augustus 2022
De twee ijsvogels vlogen vanmiddag regelmatig langs de wand, zaten op de wilgentenen in de poelen maakten volop herrie. Ze waren zogezegd duidelijk aanwezig. Het zal de komende tijd nog spannend worden of er daadwerkelijk een nestje ijsvogels uit gaat vliegen.

Ik weet in ieder geval zeker dat het om een koppel gaat want zowel het mannetje als het vrouwtje heb ik gezien. Het mannetje met de geheel zwarte snavel en het vrouwtje met de rode ondersnavel zaten om de beurt op de wilgentenen voor de ijsvogelwand. Ze waren sowieso alert en kwamen steeds even langs maar vlogen dan ook weer direct door omdat ze ons zagen. Ik was even bang dat wij de boel te zeer zouden verstoren en namen daarna afstand. Ik ben benieuw hoe de vlag erbij hangt na het weekend maar ik ben gematigd positief.

Wil je meer weten van deze schitterende blauwe schicht, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/ijsvogel

donderdag 10 april 2025

Zigzaggende snippen.

dinsdagmiddag 8 april 2025
Watersnippen zijn als doortrekker en overwinteraar zeker niet zeldzaam. Ik zie vrijwel wekelijks wel ergens een watersnip of soms ook wel meer. Met name in de Noordwaard in de Biesbosch is de watersnip in het winterhalfjaar een vrij algemene soort. En nu het weidevogel beschermingsseizoen is begonnen, zie ik ze elke dinsdagmiddag wel ergens in de velden opvliegen. Ik weet niet of dit nog doortrekkers zijn of late overwinteraars. Ze vliegen nooit ver weg als we ze opstoten, meestal ploffen ze in een volgende akker weer neer en verdwijnen dan direct uit het zicht.

Biesbosch, 12 september 2024
Watersnippen broeden in het noordoosten van ons land maar ook ten zuiden van de Biesbosch wordt door SOVON* aangegeven dat daar broedgevallen voorkomen. Dat was mij niet bekend en zeker niet dat die broedgevallen ook nog eens hier in de buurt voorkomen. Naar mijn idee hebben we hier in de buurt nauwelijks geschikte broedgebieden. Het is hier veel te gestructureerd en de grond is veel te droog en veel te monotoon en wordt ook nog eens veel te intensief bewerkt. Ik zet er dus mijn twijfels bij maar het zou mooi zijn als ik het mis had.
Afgelopen dinsdagmiddag zaten weer twee watersnippen in ons loopgebied en de vogels werden door ons weer onbedoeld de lucht ingejaagd. En ook nu vlogen ze maar een klein stukje en verdwenen weer makkelijk aan ons zicht. Ik vroeg mij af hoelang we ze nog tegenkomen want ook voor hun tikt de tijd gewoon door en moet aan het nageslacht worden gedacht.

Ik denk dat dit nu wel de laatste snippen zijn die we hier tegenkomen en dan zien we ze zo rond augustus weer terug. Het valt mij op dat veel steltlopers maar kort in de broedgebieden verblijven. Ook grutto's,  kieviten en scholeksters zijn maar kort in het agrarisch gebied te zien. 
Over een maand bijvoorbeeld staan de eerste grutto's alweer in het ondiepe water van de Hardenhoek of Eijerwaard in de Biesbosch. Dit is meestal geen goed nieuws want dat betekend meestal dat de legsels mislukt zijn. De watersnippen blijven in de zomer tot november in de Biesbosch en gedurende die periode groeit de groep watersnippen flink. In de herfst kun je daar dan wel honderden snippen bij elkaar zien.

Maar zover is het nog lang niet en ben ik elke week weer blij als er weer eens een voor mijn neus opvliegt. Zigzaggend en krassend wegvliegt. Het blijft een bijzondere vogel.

*SOVON = Stichting Ornithologisch Veld Onderzoek Nederland

Wil je meer weten van deze bijzondere weidevogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/watersnip

maandag 7 april 2025

Onopvallende schoonheid.

staalblauwe bankschroef in actie
Van hun zangen moeten ze het niet hebben, dat is niets meer dan een metaalachtig tikken. Je kunt er zomaar "overheen" luisteren. Daarmee bedoel ik dat je het geluid wel hoort maar dat er geen "belletje" gaat rinkelen dat je een zingende appelvink hoort.  De meeste mensen missen op deze manier het geluid van een van de mooiste vinken. 

De appelvinken zijn door dat onopvallende geluidje ook wel een beetje anoniem en worden ze niet vaak opgemerkt. Er zijn namelijk veel vogels die behalve een mooie zang ook van die korte roepjes hebben en dat zijn dan de contactroepjes. De laatste tijd hoor ik met grote regelmaat appelvinken op veel verschillende plekken zoals de Boswachterij Dorst, de Biesbosch en afgelopen week ook bij het Lauwersmeer. 

vrouwtje appelvink
Deze laatste plek met de vele uitgestrekte rietvelden en grote watervlaktes lijkt in de verste verte niet op een appelvinken habitat. Ik denk dan juist aan bossen met lariksen, spaanse aak en vruchtbomen waar voor de appelvink veel te halen valt. En toch zagen we de appelvinken een de rand van de tuin naast de dikke rietkragen en grote watervlaktes. Wat hebben die hier te zoeken dacht ik nog. De appelvinken zaten op de grond en wisten in de tuin toch aardig wat voedsel te vinden. Er werd van alles opgepikt en fijngemalen tussen de twee staalblauwe snavelhelften. 

appelvink met zijn staalblauwe snavel
Ik vond die snavels er indrukwekkend uitzien en moet er niet aan denken dat een appelvink in mijn vinger bijt. Een gekke gedachte maar ook weer niet zo gek als je een keer door een raaf gebeten bent. Ik vond die appelvinken snavel net zo indrukwekkend als die van de raaf. Die raaf beet in mijn vinger en daar hield ik een bloeduitstorting en later een blauwe plek aan over die wekenlang last gaf.

De appelvinken zijn trouwens schuwe vogels die eigenlijk in de toppen van bomen leven en mensen uit de weg gaan. Ik was blij verrast toen ik ze dan ook op zo'n korte afstand kon bewonderen. Een niet alledaagse waarneming 

Wil je meer weten van deze krachtpatser, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/appelvink

donderdag 3 april 2025

Geluk kun je afdwingen?

bij toeval een roodhalsgans?
Soms moet je geluk afdwingen zeggen ze weleens. Mij is dat bij mijn weten nooit echt gelukt en daarbij moet ik ook zeggen dat ik ook nooit met die insteek op pad ga. Ik zie wel wat ik tegenkom en alles is eigenlijk goed. Maar als ik voor een hele speciale soort op pad ga wil ik die dan ook wel zien. En daar gaat het weleens mis en zie ik die speciale vogel jammer genoeg niet. Dus afdwingen is niet mijn sterkste kant.

Afgelopen week had ik de wens om een roodhalsgans te zien. Ik zie deze prachtige gans elke winter wel een keer en dit jaar was dat bijvoorbeeld in Zeeland. Maar nu had ik opnieuw een mooie kans om er een te zien en ik wist dat ze hier in het hoge noorden van Nederland, aanwezig waren, maar ja, zie die maar eens te vinden tussen de tienduizenden brandganzen. Het Lauwersmeergebied is een van de beste plekken in ons land om er een te zien. 

rotganzen zijn ook prachtig
We verbleven zoals gezegd in de hoofdstad van de winterse brandganzen in Nederland, Lauwersoog. Makkelijk honderdduizend brandganzen zijn hier druk met overwinteren en overleven. De grote rusteloze groepen ganzen verplaatsen zich vrijwel continu door het gebied en dat maakt het lastig om grote groepen brandganzen te zeven. Ik "zeef" de groepen op kleur en probeer die ene roodhals er tussenuit te pikken. De eerste dagen was ik vooral overdonderd door de enorme aantallen en leek het onbegonnen werk. Maar het gezegde is niet voor niets bedacht, "de aanhouder wint".

deze beweeglijke groep is gezeefd
Een dagje Schiermonnikoog stond op de planning en de roodhals was inmiddels naar de achtergrond verdwenen. Ik had de moed min of meer opgegeven. Al die brandganzen werden mij een beetje teveel en ik was het eerlijk gezegd ook wel beetje beu om brandganzen te "zeven". Ook het geloof in het gezegde "geluk kun je afdwingen" was wederom verdwenen. Dat gezegde ging toch al niet op voor mij.

3 ganzensoorten bij elkaar
In een weide bij het dorpje Schiermonnikoog zaten niet alleen brandganzen maar ook een mooie club rotganzen bij elkaar en dat was eigenlijk de reden om even te stoppen. Wat zijn dat toch mooie ganzen en wat vallen ze op tussen de brandjes. Met de verrekijker bekeek ik de groep nog eens van links naar rechts toen ik daar die rode tussen zag staan. Het was dan toch nog een roodhalsgans, een prachtig ongeringd exemplaar. Hier gold volgens mij het gezegde "het geluk is met de domme" of "toeval bestaat niet" of misschien toch wel het gezegde "de aanhouder wint" terwijl ik er toch niet meer mee bezig was. Een mooie rooie kers op de taart van die dag.

Wil je meer weten over deze schitterende kleine gans, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roodhalsgans

maandag 31 maart 2025

Zo ver als het oog reikt.

zo ver het oog reikt, alleen maar brandganzen

Ik durf wel te zeggen dat ik wel wat gewend ben als het gaat om grote groepen watervogels. Na ruim tien jaar watervogels tellen in de Biesbosch heb je de nodige aantallen vogels voorbij zien vliegen. Duizenden en duizenden ganzen en eenden vliegen daar in het winterhalfjaar rond. Afgelopen week werd daar een flinke schep bovenop gedaan tijdens een weekje Lauwersmeer. De aantallen brandganzen die daar verblijven zijn echt een veelvoud van wat ik gewend ben.

eten alsof je leven er vanaf hangt
In plaats van vijf- tot zesduizend exemplaren praat je daar makkelijk over vijftig- tot honderdduizend en misschien wel meer brandganzen. Ik vind het lastig om aan deze enorme grote groepen brandganzen een exact getal te hangen. Daarbij zitten in dit uitgestrekte gebied nog veel meer grote groepen ganzen die bijvoorbeeld in de weides grazen en rusten. Ik heb het in dit geval alleen over de enorme aantallen die op en aan de rand van het Lauwersmeer verblijven. Ze houden zich vooral bezig met grazen en dat is ook wel te zien want het gras is hier nog geen twee centimeter hoog. De vogels eten alsof hun leven er vanaf hangt en dat is in feite ook zo want als je onvoldoende vetreserve hebt is de lange reis terug naar het noorden erg riskant. Daarbij hebben de roofvogels zoals de zeearend het zo inde gaten als je niet helemaal fit bent en ben je zo de klos.

om de haverklap vliegen zo op
In de Biesbosch zit een redelijk stabiele groep ganzen die in de winter wel groter is door de overwinteraars die naar hier komen. In de zomer blijft een redelijk grote groep overzomeren en komen ook altijd wel een aantal brandganzen tot broeden. Hoe dat hier bij het Lauwersmeer werkt weet ik niet maar ik weet wel zeker dat de meesten van deze ganzen hier de komende dagen of weken wegtrekken. Ik heb al een paar keer grote groepen van drie-,vierhonderd brandganzen naar het noordoosten zien vliegen. Die groepen zaten honderden meters hoog en vlogen in een strakke "V" formatie noordoostwaarts en dit was duidelijk geen gedrag van ganzen die verblijven.

Wil je meer weten van deze topgrazer, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/brandgans



donderdag 27 maart 2025

Zingende koperwieken.

een van de zangers,
Dit is de tijd dat veel vogels vanwege het naderende broedseizoen al uitbundig zingen. Het zijn de hele belangrijke voorbereidingen en kosten de vogels veel energie. Het territorium moet vastgelegd worden, mannetjes moeten op afstand gehouden worden en de vrouwtjes worden uitgenodigd om ook in het territorium te komen wonen zodat niet veel later daar het nageslacht uit kan vliegen. Tenminste ik denk dat dit zo´n beetje de agenda is van de meeste broedvogels. Maar voordat het zover is moeten nog heel veel vogels een lange tocht maken of ze moeten nog uit het verre zuiden naar hier vliegen of ze vertrekken hier van de winterverblijven naar de broedgebieden in het hoge noorden.

ook in Dorst begin van de winter
Dat ik hier weer even aan moest denken kwam door een grote groep zingende vogels die ik in alle vroegte in het bos hoorde. Ik kende de zang niet en zeker nu niet omdat het een zingende groep van meer dan vijfentwintig vogels was. Ik had even het idee dat het een groep spreeuwen was. Ik zag ze in de toppen van een groep berken zitten en ontdekte dat het allemaal koperwieken waren. Zingende koperwieken had ik nog nooit eerder zo gehoord. Koperwieken staan op het punt van vertrekken en broeden in Scandinavië. Dus waarom dan hier zingen vroeg ik mij af?

al mooi op kleur
Ik kan niets anders bedenken dat de mannetjes nog voordat ze naar het noorden gaan hier al een partner uitzoeken want hier zitten ze nog in grote groepen bij elkaar en is de keuze reuze. Zouden ze als ze hier een partner weten te vinden samen naar het noorden vliegen en daar het hierboven beschreven proces verder volgen? Ik ken dit gedrag wel van sommige ganzensoorten die in het overwintergebied een partner zoeken en dan samenblijven tijdens de trek en het broedseizoen. Maar van koperwieken is mij dat niet bekend en daarom ga ik er maar niet vanuit dat dit het is.

Dit gedrag zou naar mijn idee nog een andere reden kunnen hebben maar of dat ook zo is weet ik niet helemaal zeker. Door de toenemende daglengte richting het broedseizoen zouden hormonale veranderingen ook een reden kunnen zijn. De mannetjes zouden dan om die reden kunnen gaan zingen of misschien wilden ze de stembanden smeren en de zang weer oefenen zodat ze in de broedgebieden direct goed voorbereid aan de slag kunnen. De functie van de zang is hier in het overwintergebied dan wezenlijk anders. Wat uitzoekwerk leerde dat deze zang ook wel subzang wordt genoemd. Het is nog niet de belangrijke zang die ergens om gaat. In ieder geval heeft deze ochtend heeft mij weer een mooie waarneming opgeleverd want wanneer hoor je nou een zingende koperwiek, laat staan een stuk of vijfentwintig in koor?

Wil je meer weten van deze schitterende lijsterachtige die ook nog eens mooi kan zingen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/koperwiek

maandag 24 maart 2025

Witkoppige- of witkopstaartmees?

witkoppige staartmees 13 mrt 2025
Het loont de moeite om de roepende staartmezen wat beter te onderzoeken want er kan zomaar een bijzondere kleurvorm tussen zitten. Meestal doe ik er te weinig moeite voor maar alsof het zo moest zijn scande ik de groep staartmeesjes die afgelopen week in de IVN Natuurtuin zat. Ik zag in de groep een staartmeesje met een opvallende witte kop en dat kan twee dingen betekenen, of het is een witkopstaartmees of het is een witkoppige staartmees. Nader onderzoek gaf duidelijkheid het betrof hier een zeldzame witkoppige staartmees.


de "gewone" staartmees
Weliswaar is de witkopstaartmees nog zeldzamer maar toch. Een witkoppige is niet alleen erg mooi, hij is ook nog redelijk zeldzaam. Het verschil tussen de witkop en de witkoppige is het kleine verschil in de witte kleur op de kop. De witkop heeft een helemaal witte kop en de witkoppige is net niet helemaal wit. Je ziet op de achterkant van de kop nog wat kleur maar de donkere wenkbrauw van een gewone staartmees ontbreekt.

De witkopstaartmees is geen aparte soort binnen de mezenfamilie maar een zogenaamde ondersoort. Een ondersoort onderscheidt zich door hele kleine verschillen in uiterlijk maar ook in verspreiding. Denk bij dat laatste aan geïsoleerde populaties op bijvoorbeeld op een afgelegen eiland. De ondersoorten zijn nauw verwant aan de "hoofd" soort en kunnen dus wel met elkaar paren.

witkoppige staartmees, Ospel mrt 2017
Bij de witkoppige is er geen verschil met de staartmees en is de wittige kop slechts een kleurverschil, Dat wordt in de vogelwereld een variëteit genoemd. Het is geen kleurafwijking maar een iets andere variant van de gewone staartmees.

Nu is het wel zo dat de witkoppige staartmees meer voorkomt in Denemarken en Polen. Er is dus sprake van een soort overlap in de leefgebieden van de twee verschillend uitziende staartmezen. De broedgebieden grenzen aan elkaar en dan ontstaan er ook weer tussenvormen. Ook de witkopstaartmezen leven meer in het oosten van Europa maar ze zijn in de minderheid van witkoppige staartmezen. De witkopstaartmees is dus een echte zeldzaamheid. Met name in de winter maak je de meeste kans om een van de twee bijzondere soorten te zien. Ik weet wel dat ik de komende weken toch wat secuurder de staartmezengroepen zal bekijken.

Wil je meer weten van deze bijzondere staartmees, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/schattigheidsalert-invasie-witkopstaartmezen