vrijdag 30 juli 2021

Jong gebroed zoeken.

jonge roodborsttapuiten en nachtegalen 
in de duindoornstruiken
Kijk, deze tijd is niet de mooiste tijd van het jaar voor een vogelaar. De meeste vogels zwijgen en laten zich niet makkelijk zien. Sommige vogels vertrekken al naar het zuiden zoals de koekoek en een dezer dagen de gierzwaluw. Niet veel later volgen er meer en zo wordt het steeds stiller. Het duurt dan weer een paar maanden voordat hier de "wintergasten" arriveren en we zitten deze tijd dus in een zogenaamd wak.

Niet helemaal trouwens want de jonge vogels zijn in grote getale aanwezig, redelijk onzichtbaar en zeker geluidloos want zingen doen ze pas over een klein jaar als ze zelf gaan nestelen.

gaai, blauwborst, rietzanger, rietgors
Je moet het dan over een andere boeg gooien en op gehoor de natuur ingaan heeft dan nog maar weinig zin. Wat meer tijd besteden aan rietstroken, lage begroeiing in de duinen, vrijstaande bosjes in het agrarisch gebied en in het bos in de boomtoppen turen, loont dan de moeite. 

Je moet namelijk niet vergeten dat het in deze tijd van het jaar krioelt van de jonge vogels. Dat wordt de komende maanden wel steeds minder want er sneuvelen nogal wat van die kleintjes, is het niet door de vogeltrek dan is het wel door onervarenheid en de aanwezigheid van rovers in alle maten en soorten.

Behalve dat het toch leuke soorten oplevert, leer je er ook weer wat van want sommige jonge vogels lijken in de verste verte niet op hun ouders. Het jeugdkleed is onopvallend en zorgt voor maximale bescherming. En dat is om te overleven ook nodig. 

3 jonge torenvalken
De nachtegalen zijn als jonge vogel, net als hun ouders vrijwel onzichtbaar maar de bedelroep is opvallend en niet te verwarren met andere zangers, de blauwborst laat zich goed zien maar is zo bruin als chocolade en andere vogels hebben een niet volledig uitgekleurd verenkleed waardoor je goed kunt zien dat het jonge vogels zijn.

De afgelopen week heb ik weer veel jonge vogels gezien en heel soms ook gehoord, Ik hoorde ze natuurlijk niet zingen maar wel de bedelroep om eten en die roep is niet altijd makkelijk te herkennen. 
steltkluut, bontbekplevier,
gekraagde roodstaart, grauwe
klauwier

Wat langer wachten en in de bosjes, boomtoppen of op de grond loeren levert dan wel wat op. De ouders verraden dan soms met wie ik te maken heb. Ze zitten dan met de snavel vol voer te alarmeren omdat ik de dicht in de buurt kom. Met wat speurwerk ontdek ik dan de hongerige jongen. Het is weer een andere manier van vogels kijken maar erg leerzaam.

Maar goed, over een paar weken ziet de vogelwereld er weer heel anders uit, veel zangers zijn dus zoals gezegd vertrokken en de steltlopers uit het noorden zijn dan weer hier. Om aan te sterken en op te vetten om daarna weer verder te gaan, fascinerende periode die bij mij eigenlijk als de stille en saaie periode te boek staat. Dat is het dus niet, het is alleen een kwestie van aanpassen.










Geen opmerkingen: