dinsdag 27 februari 2018

Zingende boomleeuwen

veldleeuwerik
Veldleeuweriken laten zich alweer een paar weken goed horen. De eerste hoorde ik eind januari in Oostdijk aan de kust zingen en daarna heb ik de veldleeuwerik in verschillende gebieden horen zingen. Het dichtst bij huis was de polder Muggenwaard in de Biesbosch. De meeste leeuweriken trekken in de winter weg maar er blijven er ook als de winter maar zacht genoeg is.

Maar de boomleeuwerik is een ander verhaal, die zingen pas sinds een weekje. De eerste hoorde ik afgelopen woensdag in de Boswachterij Dorst zingen en vandaag zat een boomleeuwerik op de Regte Heide bij Riel zingen. Meer specifiek, hij zong bij "De Halve Maan" in het gebied De Regte Heide. Een prachtig gevarieerd gebied met uitgestrekte heidevelden met her en der een berk of dennenboom.
Maar ook dennen- en loofbossen, vennen en
boomleeuwerik in de top van een struik
een mooie vogelkijkhut die wat hoger ligt en een groot deel van het gebied overziet.

De plek is ideaal voor de boomleeuwerik en lijkt ook op de open vlakte bij Surae en hier zitten de komende weken nog veel meer boom-leeuweriken te zingen. Nog een maandje later komt daar de boompieper bij die ook van dit gebied houdt. Een aantal boomleeuweriken overwintert ook gewoon hier maar zingen doen ze dus pas vanaf half februari.

Maar goed dat je ze nu al hoort en ziet want over een maand komt daar de boompieper bij die er zo op het eerste gezicht erg op lijkt. Dus verwarren van de twee is nu in deze tijd onmogelijk en maakt het voor even lekker makkelijk. De boompieper zit in dezelfde biotoop maar zingt anders en de baltsvlucht is ook anders. In Surae gaan we ze zeker ook naast elkaar zien en horen.

Wil je meer weten van deze boszanger, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/boomleeuwerik

donderdag 22 februari 2018

Luchtacrobatiek.

vrouwtje kievit met broedvlek op de borst
Baltsende kieviten, daar denk je niet direct aan als je op het nieuws hoort dat er de komende week volop geschaatst kan worden. Maar toch zag ik de eerste kieviten boven de maïsakkers buitelen en de bekende "kiejuh-whiep" geluiden de lucht inslingeren. In de Gecombineerde Willemspolder broeden nog redelijk wat kieviten en pas over een maand komen we met de weidevogelbescherming samen. Het wordt dan de eerste bijeenkomst van het seizoen en de week erna gaan we het veld in om nesten te zoeken en te beschermen.

Het lijkt allemaal nog ver weg maar de kieviten denken daar dus duidelijk anders over. Ik vermoed dat we dit jaar een goede kans maken om het eerste kievitsei te vinden. Dat klinkt misschien stoer maar de kieviten in de polder hebben de beschikking over een paar ideale akkers om hun eerste ei te leggen.

Een paar maïsstoppelakkers van vorig jaar en enkele wintertarwe akkers maken een goede kans om de kievitenkraamkamer van 2018 te worden.Het is wel typisch dat de kieviten met name de akkers opzoeken waar ze vorig jaar ook zaten. Wat zou de reden hiervan zijn? Lekker vochtig, weinig bewerkingen door de boeren, amper predatie, ver weg van alle rumoer, wie zal het zeggen?

Het is een goed plan om de komende weken nog eens wat tijd in deze luchtacrobaten te steken, al was het maar om te genieten van deze voorbodes van de lente.

Wil je meer weten van deze luchtacrobaten, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kievit


dinsdag 20 februari 2018

Roeken aan het werk.


Het is half februari en de lente lijkt nog ver weg maar de biologische klok en misschien ook de meteorologische kalender, geven bij de vogels aan dat de lente er aankomt. Dat is op verschillende manieren waar te nemen, sommige vogels zingen al uit volle borst zoals de lijster, er zijn vogels die al baltsgedrag laten zien zoals bijvoorbeeld de bergeenden en de roeken zijn begonnen met de bouw van een nest voor de jongen van dit jaar.

is 't geen knappe kop?
De kolonies worden weer bezet en de vogels verzamelen zich, druk debatterend over de beste plekjes. Of ze hun plekje van afgelopen jaar claimen, of discussiëren over de partners of gezellig bijkletsen over de belevenissen van afgelopen jaar, kan ik er niet uit opmaken. Maar een herrie is het wel en ook vermakelijk om aan te zien.

De twaalf roekenkolonies die ik de komende maand weer tel, lieten afgelopen jaar een wisselend beeld zien. De ene kolonie werd groter, de andere werd juist weer kleiner. Alles bij elkaar opgeteld en afgetrokken zorgde voor een lichte stijging van het aantal bezette nesten. Het gaat dus bij ons in de buurt niet slechter met deze zo serieus kijkende vogel, want dat doen ze!
 

De nesten maken ze vaak door takken af te breken van de boom waarin genesteld wordt. De nesten zien er ook degelijk uit maar na het broedseizoen is de aftakeling en het complete verval van de kraamkamer aanzienlijk. Je ziet na het broedseizoen niets meer van die nesten in de bomen zitten terwijl de nesten van kraaien wel blijven zitten en nog wel een jaartje mee kunnen en volgens mij een stuk degelijker zijn. Die oude kraaiennesten krijgen soms wel eens een tweede leven als een boomvalk of ransuil er dankbaar gebruik van maakt..

Wil je meer weten van deze koloniebroeder, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roek

vrijdag 16 februari 2018

De drie van Surae.

               kuifmees                                                zwarte mees                                                  matkop                                  
Steeds meer vogels laten zich nadrukkelijk horen en dat is natuurlijk ook niet gek. We zitten al half februari en de voorbereidingen voor het voorjaar worden al gemaakt. En in de vogelwereld betekent dat je al laat horen dat je er bent en welk plekje van jou is. De afgelopen weken waren de spechten al onrustig en riepen soms en er werd al een voorzichtig roffeltje geproduceerd. De drukste specht van het bos is wel de zwarte specht die zijn drie bekende geluiden volop laat horen, cruu, cruu, cruu en een luid miauwend geluid tot het steeds snellere op een vliegwiel lijkende roep.

En sinds de afgelopen dagen zijn ook de mezen wat nadrukkelijker aanwezig. Van eerst wat zachte roepjes, klinkt nu voluit getjilp. Maar broeden ze dan ook wel in onze bossen?

De zwarte mees voelt zich best thuis in de boswachterij Dorst, zandgronden en naaldbomen, daar houden ze van en ze zingen vanaf begin februari, dus deze zanger is hier ook thuis ook al zou je dat volgens de informatie van SOVON niet direct denken.

Dan de kuifmees, die houdt ook van naaldbomen en berken en laten die er nu volop in de boswachterij Dorst staan. Daarbij weet ik nu inmiddels ook dat ze erg aan hun territorium vasthouden. Die weet ik nu ook drie te vinden en ook hier is dat volgens SOVON geen standaard kuiven locatie.
matkopje
Als laatste kijk ik nog even naar de matkop, die hoor ik hier vrijwel elke keer als door de boswachterij loop. Misschien wel de  makkelijkste, als er maar dode bomen zijn, dan is het al snel goed. Daarom hoor en zie ik ze ook regelmatig in de Biesbosch. Daar heb ook zoveel dode bomen.

Maarrrrr, de matkop heeft een enorm territorium nodig, dus als je er een kan treffen is dat mazzel. En dat had ik vandaag, ik hoorde en zag deze drie van Surae vlak bij elkaar binnen een half uurtje wandelen.

dinsdag 13 februari 2018

Terug naar de kust.

sneeuwgors
Om hele bijzondere wintergasten te zien moet je helaas niet in de Oranjepolder of de Gecombineerde Willemspolder van Oosterhout rondlopen. Daar kun je wel terecht voor redelijk algemene wintergasten als de kleine zwanen en blauwe kiekendief.  Maar wil je de echte bijzondere wintergasten zien dan moet je gewoonweg naar de Zeeuwse of Zuid-Hollandse kust.
       frater                                       ijsgors         








       Met name de kust bij Oostdijk zorgt voor veel bijzondere waarnemingen. Het is vrijwel zeker dat je daar de sneeuwgorzen, ijsgorzen fraters en strandleeuweriken tegenkomt. Het lastige is echter dat in de groepen opvliegende vogels ook kneuen, rietgorzen en veldleeuweriken verstopt zitten. Dat maakt het determineren er niet makkelijker op. Deze vogels vliegen in groepen van dertig tot veertig vogels rond, vliegen vrij snel op en houden steeds een veilige afstand van een metertje of dertig of meer.
strandleeuwerik
Nou, ga d'r maar aanstaan. Wat dan weer wel helpt is foto's maken, veel foto's maken en thuis op de computer uitzoeken wat er allemaal tussen zat. Van de ene kant is dat wel frustrerend want je wilt elke vogel die je ziet vliegen ook herkennen maar licht en wind zijn nog weleens stoorzenders. En van de andere kant moet je daar ook niet te moeilijk over doen want deze soorten zie je maar enkele keren per jaar dus de hele specifieke kenmerken zitten niet direct in je bovenste kennislaatje.

De sneeuwgors is met al zijn verschillende kleurschakeringen en variaties nog de makkelijkste van het stel want er zit behoorlijk wat wit in het verenpakket.

Ook de strandleeuwerik valt op door de helder gele en zwart gekleurde kop. Maar in de vlucht valt dat nog niet mee. Wat mij opviel is dat deze strandleeuwerik net iets grote is dan alle andere voorbij scherende vogeltjes maar dat zie je dus alleen als ze bij elkaar zijn.

Wil je deze bijzondere wintergasten ook een keer zien, ga dan naar een keertje naar de kust bij Oostdijk op Goeree Overflakkee.

vrijdag 9 februari 2018

Geringde brandgans.

foeragerende brandganzen in de Biesbosch
Van brandganzen heb je eigenlijk altijd het idee dat ze hier in de winter naar toe komen en in het vroege voorjaar weer wegtrekken naar Siberië of Groenland. Maar het tegengestelde is vaak waar, de laatste jaren blijven veel brandganzen ook in de zomer hier en wordt er ook volop gebroed. In de Biesbosch zit ook zo'n "jaarrond" groep.

brandgans OHYH
Nu was ik deze week op Goeree Overflakkee en zag daar in de Koudehoek enorme groepen brandganzen zitten en ik dacht nog, dit zijn de echte brandganzen, die overwinteren hier en zijn straks ook weer vertrokken. In een van die twee grote groepen zat een geringde brandgans en dan wordt het pas echt leuk. De ringgegevens genoteerd en het lukt ook nog om een fotootje te maken. Ik was benieuwd waar deze vogel geringd was en waar hij in de afgelopen tijd allemaal was waargenomen.

Nou de teleurstelling was er, die was nou ook niet erg groot want het is maar een geringde vogel, dus waar hebben we het over. Deze mannetjes gans was sinds zijn ringdatum in 2012, Nederland nog niet uit geweest.

Sterker nog hij was de Provincie Zuid-Holland nog niet eens uit geweest. Geringd in Westplaat, Nederland en vervolgens zijn hele leventje m al in de buurt van Sommelsdijk, Westplaat en Goudswaard gebleven.

Waar ik hem nu ontdekte, bij Ouddorp, was wel zijn verste reis tot nu toe, "de avonturier" maar niet heus. Deze constatering zorgde ervoor dat ik weer terug moest denken aan de ganzenvangers die ik een jaar of drie, vier geleden had gesproken. Zij voorspelden dat de brandgans in de toekomst nog weleens onze grootste ganzengroep en dus ook grootste ganzenplaag zou worden. En dat begint
er nu al aardig op te lijken.

Wil je meer weten van deze voor Nederland nieuwe standvogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/brandgans

dinsdag 6 februari 2018

De vinkenslag.

mannetjes vink
Zondagochtend 4 februari, zat de eerste vink van het seizoen te zingen. Hij maakte de vinkenslag nog net niet helemaal af maar het was onmiskenbaar de vink die zat te zingen in de boswachterij Dorst. Dat is al de derde vogel die met zijn voorjaarslied begonnen is. De zanglijster is alweer ruim een week aan het zingen en ook de grote lijster zingt zijn lied. De zanglijsters(meervoud) moet ik zelfs zeggen want ik hoorde 's-morgensvroeg op drie plaatsen tegelijkertijd in de wijk de zanglijster zingen.

De vink die ik vanmorgen hoorde, is er vroeg bij en er komen er de komende weken nog maar genoeg bij want dit is wel de maand dat vinken gaan zingen. Zo heeft iedere vogelsoort zijn eigen startdatum van het broedseizoen waar eerst de territoria afgebakend worden, de vrouwtjes gelokt worden en het echte werk kan beginnen.

Het deed mij goed om die zang weer te horen want ik ben er wel aan toe na al die maanden van stilte met troosteloos regenachtig weer. Laat het zonnetje maar schijnen en de vogeltjes maar zingen, daar wordt iedereen vrolijk van. De vinken in de Oranjepolder zitten nog in een grote groep bij elkaar en hebben de winter nog in de bol, die roepen alleen maar. In de tuin zie ik al wel regelmatig een koppeltje op de voederplank zitten maar ook die man zingt zijn "suskewiet" nog niet.

Wil je meer weten van deze "alledaagse vogel", klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/vink


vrijdag 2 februari 2018

Waar slapen de grote zilvers?

Gat van den Ham, tegenover de slaapplaats van de grote zilverreiger
De grote zilverreigers slapen in de Biesbosch, alleen waar ze precies slapen is niet geheel duidelijk. Tijdens de laatste slaapplaatstelling bij Het Gat van den Ham zagen we de zilverreigers uit de Biesbosch komen. Het waren er een stuk of 9 maar er zitten er ongetwijfeld veel meer. Aan de overkant van de Amer bij Drimmelen, ligt De Onderplaat een kleine inham aan de rivier, waar ruim veertig aalscholvers slapen, daar zag ik in het afgelopen najaar vier grote zilverreigers een slaapplaats zoeken.

Helaas is hier verder geen activiteit meer te zien, de slaapplaats is waarschijnlijk niet goedgekeurd of mogelijk maken die snurkende aalscholvers te veel lawaai. Jaren geleden verbleven in de winter in de Biesbosch honderden grote zilverreigers maar dat is verleden tijd. Afgelopen maand werden landelijk 30% minder zilverreigers geteld. Het kan zijn dat door de sneeuw in de eerste week van december, flink wat zilverreigers verder getrokken zijn, maar dat is gissen.

Ik kom overigens op deze vogel omdat in de afgelopen weken in alle vroegte regelmatig vijf grote zilverreigers uit de Biesbosch gevlogen komen en voor hun ontbijtje in de Oranjepolder landen. Ze scharrelen hier een uurtje of wat rond om daarna door te vliegen naar de Willemspolder en mogelijk verder richting Waspik en Sprang-Capelle en verder naar de Overdiepse polder.

Vanuit het zuidoosten van Europa maakt deze zilverreiger een opmars door en broedt nu ook alweer een aantal jaren in Nederland. Weliswaar niet in de Biesbosch maar dat is volgens mij een kwestie van tijd. Nu nog broedend in de Oostvaarder plassen en binnenkort in het theater De Biesbosch, daar ben ik van overtuigd want waar heb je in Nederland een beter broedgebied voor grote zilvers dan hier? Wie ontdekt hier het eerste broedende koppel?

Wil je meer weten van deze grote witte verschijning, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grote-zilverreiger

dinsdag 30 januari 2018

Volop wintergasten te zien.

We hebben amper nog een winter gehad en voor veel vogels is dat een zegen. Weinig kou, sneeuw en ijs zorgen er bijvoorbeeld voor dat de ijsvogel- en reigerstand weinig inleveren. Maar ook de wintergasten komen deze mindere periode hier vrij gemakkelijk door. En dat er veel wintergasten zijn merk ik vrijwel dagelijks. In de polder zitten veel meer kramsvogels, koperwieken en sijzen als anders. En in de bossen bij Chaam zaten de afgelopen maanden grote kruisbekken en grote barmsijzen, soorten die hier niet zomaar overwinteren.

De sijzen die weer graag op de elzen-proppen foerageren, vinden die in grote aantallen langs Het Kromgat en in het bos zie ik trouwens ook regelmatig op de berkenkatjes foerageren. Deze sijzen, een groep van ruim dertig vogeltjes vliegt dagelijks heen en weer tussen de bomen van de elzen en essensingel. Ik kan mij nog herinneren dat in een strenge winter, zo´n acht jaar geleden, de sijzen op het bevroren water van Het Kromgat zaten en daar samen met een grote groep putters, vinken en groenlingen de gevallen zaadjes oppikten. De afgelopen milde winters waren er veel minder sijzen en soms was er ook geen enkele sijs in de polder te bespeuren.


vol met sijzen
De winter in het noorden, waar onze wintergasten vrijwel allemaal vandaan komen, is denk ik wel wat strenger en het voedselaanbod zal daar een stuk lager liggen. Met name een tekort aan dennenappels, zaden van berken en lariksen zorgt ervoor dat deze soorten nu hier komen overwinteren. Nou en als je dan in de polder of de bossen van Surae rondloopt, zie je dat daar geen sprake is van voedseltekorten. Dan is dat hele eind naar hier vliegen niet voor niets geweest.

De koude winterse omstandigheden of de genen bepalen niet altijd de massale trek naar het zuiden, het voedselaanbod ter plaatse bepaald mede of er in een bepaald jaar massaal naar het zuiden getrokken wordt of niet. En dit is dus zo´n jaar van voedseltekorten en dan treffen ze hier zo´n slappe winter en volop voedsel aan, de geluksvogels!

vrijdag 26 januari 2018

Halfkes genoeg.

Met halfkes bedoel ik geen halvegare medemens maar een mooi klein eendje, de wintertaling. De wintertalingen werden vroeger zo genoemd omdat de kooiker maar de helft kreeg betaald voor een wintertaling in vergelijking met de opbrengst van een dikke wilde eend, smient of krakeend. Een wintertaling is ook veel kleiner dan een andere eend.

Maar als je eens goed naar een wintertaling mannetje kijkt, dan zou je op basis van zijn uiterlijk veel geld willen neertellen. De koptekening en het verenkleed tot en met de staart is prachtig en er zijn maar weinig eenden die dit evenaren. Ja, hooguit een pijlstaart en een zomertaling evenaren de schoonheid van een wintertaling. En misschien moet je het nonnetje nog in je overweging meenemen, maar het nonnetje is weliswaar een eend maar meer verwant aan de zaagbekken. Het nonnetje is een van de acht leden uit de zaagbekkenfamilie die hier voorkomt.

grote groepen opvliegende wintertalingen
Maar ja, alles in overweging nemende, is de wintertaling met zijn scherp omlijnde kleuren toch wel het mooiste eendje wat we hier hebben. Mooi kastanjebruin kopje met een prachtige groene oogvlek, opvallend gele driehoekige stuit en een gespikkelde lichtgrijze/beige borst.

Helaas kom ik ze zo goed als nooit tegen in de Oranjepolder, ook in de Gecombineerde Willemspolder zitten ze niet. Ik heb het nog eens nagezocht en dan hebben we het zegge en schrijven over een waarneming van een vrouwtje wintertaling op 20 januari 2017. Dat is wat anders als je naar de Biesbosch gaat, daar verblijven in de winter makkelijk vier- tot vijfduizend wintertalingen en zie je regelmatig grote groepen wintertalingen opvliegen. meestal is er dan gevaar en vliegt er een slechtvalk of zeearend over het gebied.

Een bezoekje aan de Noordwaard is dan ook altijd weer de moeite waard want naast de vele prachtige wintertalingen zie je daar vrijwel alle in Nederland voorkomende eenden bij elkaar zitten.

Wil je meer weten van deze knappe eend, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/wintertaling

dinsdag 23 januari 2018

Kleine zwanen

een deel van de groep kleine zwanen in de Gecombineerde Willemspolder
Gisteren ben ik weer eens naar de Gecombineerde Willemspolder gereden om de kleine zwanen te zien. De groep is sinds mijn laatste bezoek aan de polder weer een stuk groter geworden en is weer bijna even groot als in januari van de voorgaande jaren. Ik telde 71 kleine zwanen en in deze groep zaten slechts twee jonge zwanen. Een erg laag aantal en ik kan mij niet herinneren dat het aantal jongen zo laag was.
kleine zwaan geel 293E 
De twee jonge zwanen zijn de jongen van geel 293E en wit 223E. Deze nummers zijn de halsbanden die de zwanen om hebben. Dit koppel kleine zwanen heeft afgelopen zomer vier jongen gekregen en dit gezin is in Vught voorzien van halsbanden. Een ouder en een jonge vogel, voor zover ik weet, zijn voorzien van een GPS zender met zonnecellen(223E en de jonge zwaan 224E).

Wat mij opviel is dat slechts twee van de vier jongen meegekomen zijn met de ouders. De twee andere jongen heb ik niet in de groep gezien en ik ben benieuwd waar die ergens uithangen.

Wat ook opvalt is dat deze gezenderde en geringde kleine zwanen tot afgelopen zaterdag niet buiten de gemeente Vught zijn geweest. Ze zijn afgelopen weekend pas deze kant opgekomen en foerageren nu dus bij ons in de polder.

een jonge kleine zwaan met GPS zender
Dat we tot zover een milde winter hebben mag duidelijk zijn en dat hebben die kleine zwanen ook in de gaten. Ik zag namelijk op de site www.geese.org dat veel van de geringde kleine zwanen die ik vorig jaar gezien en gemeld heb, nog steeds in Duitsland rondhangen. Vrijwel allemaal zitten ze in de buurt van Cuxhaven, Niedersachen, een kleine 500 kilometer naar het noordoosten en dat is ook de richting waarin ze over een kleine maand vertrekken. Dus ik vermoed dat ik deze zwanen dit jaar hier niet meer ga zien.

Dat hier toch weer een flinke groep zit is dan des te bijzonder te noemen want dat zijn dus voor een deel andere zwanen dan voorgaande jaren. De groep wijzigt dus steeds van samenstelling. Ook leuk om te weten dat dit dus een dynamisch gebeuren is. Deze ringen laten dat prima waarnemen.

Wil je meer weten van de kleine zwaan die helemaal niet zo klein is, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-zwaan


vrijdag 19 januari 2018

Kleine bonte timmerman.

Afgelopen weekend was ik voor een vogelinventarisatie in de Galeiwaard, onderdeel van de Noordwaard in de Biesbosch. Druk op zoek naar alle soorten vogels die zich in het gebied ophouden viel een snelle vlucht tussen de kleine boompjes op, dat was geen mees, roodborst of merel. Nader onderzoek wees uit het hier om een kleine bonte specht ging. Sowieso een hele leuke waarneming maar voor de Biesbosch geen alledaagse waarneming want hier zitten toch voornamelijk watervogels.

Je zou het zo een, twee, drie niet zeggen maar zo'n kleine bonte specht is echt niet veel groter dan een vink of mus. Van spechten denk je al snel aan het formaatje merel of zelfs nog wat groter maar dan heb je het dus over de grote bonte specht, zijn grotere broertje.

Het vogeltje vloog snel van stam naar tak en terug en bleef net niet lang genoeg zitten om er een foto van te maken maar met de verrekijker was hij prima te volgen. Het zwart witte patroon
mannetje kleine bonte specht
van de rugpartij was goed te zien en doet denken aan het strepen patroon van een zebra en is heel anders getekend dan de rug van de grote bonte die een vrijwel geheel donkere rug heeft met witte flanken.

Het is ook niet moeilijk om ze uit elkaar te houden maar het is vooral moeilijk om er ergens een te vinden en dat komt dus ook zeker door het formaat van het vogeltje. Het is een vogel van de oude bossen maar ook van oude grienden en moerasachtige omgevingen, zoals de Biesbosch.

Ik heb nog eens goed in mijn Biesbosch soortenlijst gekeken maar deze waarneming was pas mijn tweede keer in de Biesbosch. Het was een mannetje dat heen en weer vloog, je kon zijn rode petje goed waarnemen en de vrouwtjes hebben dat rode petje niet. Die zijn, zeg maar, kleurloos. Dat gebeurt wel vaker in de vogelwereld dat de vrouwtjes er een beetje saai uitzien.

Wil je meer weten van deze kleine timmerman, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-bonte-specht

dinsdag 16 januari 2018

Roerdomp

roerdomp in paalhouding
Ben je net bijgekomen van de ene bijzondere waarneming zoals het smelleken, word je weer verrast door de volgende bijzondere waarneming. Afgelopen zaterdag werd ik verrast door de statige in het riet opgestelde roerdomp. Hij stond in de voor de roerdomp karakteristieke paalhouding. De roerdomp neemt deze houding aan als er gevaar dreigt. Door deze onbeweeglijke pose lijkt hij op een bos riet en gaat hij volledig op in zijn achtergrond.

Natuurlijk had hij niets van ons te vrezen maar ik kreeg op een gegeven moment wel een beetje medelijden met hem. Zo lang- zamerhand verzamelden zich een stuk of tien vogelliefhebbers  aan de rand van de Ganzewei om te genieten van deze vogel. En natuurlijk om vrachten foto's te schieten want dit was zo'n "once in a lifetime" ontmoeting.

Hij stond daar denk ik, met een kloppend hart te wachten tot wij
weggingen of stond zich af te
angstige blikken
vragen welk moment hij moest kiezen om verschrikt op te vliegen en de veilige binnen- landen van de Biesbosch op te zoeken. Een plek waar wij niet kunnen komen en waar hij over enige tijd in alle vroegte rustig kan gaan zitten hoempen. Want de broedtijd komt er aan en slechts enkele koppels roerdompen broeden in de Biesbosch. Dus zo bijzonder is deze ontmoeting.

Afgelopen jaar heb ik in maart en april in de vroegste ochtend, het was nog donker en een uur of vier, de roerdomp horen hoempen in de polder Vijfambachten. Ik vermoed dat daar, nadat de klepduikers hersteld zijn, de roerdomp weer broedt. De klepduikers zorgen ervoor dat het weer een natte polder, met voor de roerdomp, voldoende voedsel en een ideale leefomgeving is.

Wil je meer weten van deze als rietpluim vermomde moerasvogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roerdomp

vrijdag 12 januari 2018

Eindelijk weer een smelleken!

smelleken op de uitkijk
Het gebeurt mij maar een of twee keer per jaar dat ik een smelleken tegenkom. Deze week had ik dat geluk weer en zag er een op een forse molshoop in de polder De Kroon in de Biesbosch zitten. Het is een echte wintergast die vrijwel altijd in de westelijke helft van ons land te vinden is.

Het gebied van polder De Kroon past overigens perfect bij zijn oorspronkelijke biotoop waar smellekens in Scandinavië ook broeden want dat doen ze niet bij ons. Open, uitgestrekt en kaal landschap met zangvogels zoals gorzen, vinken en piepers.

Het smelleken vliegt snel en laag boven de grond en weet zo zijn prooien te overrompelen. Dat moeten wel kleine vogeltjes zijn want een smelleken, het kleinste valkje van Europa, is zelf ook maar een klein vogeltje. Ik zag het smelleken op een molshoop zitten en op amper vijf meter zat een kievit en het viel mij op dat ze in grootte amper verschilden. Dat is dan weer handig als je vergelijkings- materiaal hebt. Hij leek het wel naar zijn zin te hebben daar op die molshoop want hij kwam niet in beweging en bleef daar de hele tijd zitten. Ik moest verder, het gebied door, op zoek naar geschikte uitkijkpunten voor komende zaterdag als we het gebied inventariseren voor de Vogelwerkgroep De Biesbosch.

Ik had hem graag zien jagen want dat heb ik nog niet eerder gezien. Tot op heden zag ik ze steeds op de grond of op een weipaaltje zitten. Dat ik het smelleken steeds als een hij beschrijf komt omdat ik ook zeker ben dat het een mannetje is. De leigrijze rug, lichte borst en geel/oranje poten zijn kenmerkend voor het mannetje. Een vrouwtje is veel bruiner en minder getekend en is dan ook wel eens te verwarren met een torenvalk. Nee, dit was een zekere waarneming van een mannetje smelleken. Geluksvogel die ik ben.

Wil je meer weten van deze kleine jager, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=200

dinsdag 9 januari 2018

Zingende merel.

zie hem eens zingen.
Een alledaagse maar inmiddels ook weer niet zo alledaagse vogel is de merel geworden. Iedereen heeft inmiddels wel een keer gehoord van het virus wat een waar slagveld onder de merels in Nederland maar ook in Duitsland, Oostenrijk enz heeft aangericht.

En daarom was ik zo blij verrast toen ik afgelopen week in alle vroegte, het was nog bijna donker, in de bossen van Surae liep en daar de eerste merel van het nieuwe jaar hoorde zingen. Het viel mij op dat ik er een beetje blij van werd, van dat warme, volle vogelgezang. Was dat een paar jaar geleden de normaalste zaak van de wereld als je de merel hoorde zingen, zo bijzonder is dat nu het geval.

Sowieso is het weer bijzonder om de eerste merels van het nieuwe seizoen te horen zingen maar dat is nu een beetje extra bijzonder geworden. Het valt misschien niet op als je buiten bent dat er echt minder merels zijn, dat komt ook door de merels die uit het noorden naar hier komen om de winter in Scandinavië te ontvluchten. Het lijkt alsof er niets is gebeurd!

als het straks niet alleen maar bij
plaatjes blijft.
Het was zelfs zo dat ik twee maanden geleden een groep van 22 merels op een paar vierkante meter zag zitten. Ze deden zich tegoed aan de grote hoeveelheid rottend fruit wat op de grond lag. Ook vlogen veel merels in de bermen op en het leek zelfs even dat er meer zaten dan ooit tevoren. Maar hoe ziet onze wereld er straks uit als deze wintermerels weer weg zijn? Zien we dan nog wel, en belangrijker, horen we dan nog wel merels zingen?

Nu geloof ik ook wel dat er een moment komt dat het virus uit gewoekerd is en de merelstand zich zal herstellen want dat kunnen ze, die merels. Kijk maar eens hoe ze zich in het verleden hebben aangepast van echte bosvogel naar echte stads- en tuinvogel. De merel vindt overal wel een oplossing voor als je ze de tijd maar gunt, die hoop blijf ik houden.

Wil je meer weten van deze zwarte Sinatra, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=143