"kweeler" van formaat |
Ook las ik ergens dat het gezang van een merel, de volkszanger van achtertuin en buurt plantsoen, lijkt op kwelen. Ik vind het zingen van een merel alles behalve gekweel. Het is juist melodieus en zeker niet klagend, maar juist vastberaden en ook met een zekere trots ten gehore gebracht. Hij zit ook niet voor niets op de punt van het dak, vol in het zicht met de bedoeling dat iedereen die het maar wil, zijn lied kan beluisteren. Ik zou willen dat ik als een merel zo mooi uit volle borst kon "kwelen".
De dichter Willem Bilderdijk, die overigens veel meer was dan alleen een dichter, schreef in 1809 het gedicht Mijn Eenige met daarin de volgende zin; Daar 't klaaterend water ruischt, en onder 't nederglijen. Den Zachten sluimer noodt by 't tjilpend boschgekweel. Boschgekweel een samenstelling met het woord kwelen werd eeuwen geleden, vast en zeker door velen, in allerlei samenstellingen gebruikt. Ik denk dat iedereen zijn eigen vogel bij het woord gekweel kan bedenken en dat zou zomaar eens een hele reeks van vogelnamen op kunnen leveren. Trouwens de biografie van Willem Bilderdijk is op een november 2013 verschenen en draagt de prachtige titel "De gefnuikte arend". Daarin valt ook te lezen dat deze Willem geen vrolijke frans was, maar een zwaarmoedig man men vele kwaliteiten.
Er zijn nog meer "oud" Nederlandse woorden die in onbruik zijn geraakt en gelinkt kunnen worden aan de vogelwereld. Ze bestaan nog wel bij de oudere fanatieke vogelaars, denk bijvoorbeeld maar eens aan "klucht", "slag" en "leewieken". Ik kom hier binnenkort op terug, want deze woorden zijn nog steeds goed van toepassing en nog prima te gebruiken. Ze zijn zelfs nog goed te gebruiken voor de vogels in de Oranjepolder en ik ga ze nieuw leven inblazen. Laat mij maar kweelen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten