dinsdag 28 juni 2016

Vogelvoeten deel II

de tenen van een jonge meerkoet
De vogelvoeten, zoals die van de Zygodactyl waar ik op 21 juni over schreef, blijven mij toch wel verbazen. Een koekoek die geheel onverwacht tot deze categorie behoort en het mij niet echt duidelijk is geworden waarom hij deze opstelling van tenen heeft, verbaasde mij. En al lezend over het onderwerp viel mij de bijzondere aanpassing van de voeten van de meerkoet op. Deze watervogel heeft in tegenstelling tot de meeste watervogels zoals de eendachtige en meeuwen geen zwemvliezen maar gewoon tenen met een kleine aanpassing. De meerkoet behoort tot de orde van de rallen en kraanvogels, ook zo'n bijzondere "familieband" want een kraanvogel heeft niet zoveel op en langs het water te zoeken. Dus waar zit die link of verbintenis dan? Maar daarover later meer.

Aan de meerkoet tenen(en ook aan de tenen van een fuut) zitten zogenaamde lobben die aan weerszijde van elke teen zitten. Bij een achterwaartse beweging van de poot gaan de flappen wijd uit staan. Wordt de poot naar voren bewogen, dan klappen de flapjes weer dicht om zo weinig mogelijk weerstand te hebben. Hoewel ik een meerkoet altijd wat moeizaam door het water zie glijden. Daar waar een eend soepeltjes door het water glijdt, ploegt de meerkoet een beetje. Maar de meerkoet heeft dan wel weer het voordeel dat hij zich weer een stuk gemakkelijker op het land voortbeweegt de lobben zorgen er dan weer voor dat hij een goede grip heeft op een gladde ondergrond. Een derde voordeel van deze vreemde combi van tenen en lobben is, dat een meerkoet weer makkelijker over waterplanten, moeras- en oeverbegroeiing kan bewegen. Daar zien we hem dan ook meestal wel rondhangen.

ziet er een beetje buitenaards uit
Deze duiker, want dat is hij, kan tot zeven meter diep duiken en daar zo'n 30 seconden mee bezig zijn en dat is ook een prestatie want de stuwkracht komt dus ook vanuit deze voeten zonder zwemvliezen. Ik weet niet of het wel eens is opgevallen maar een meerkoet schiet uit het water als hij weer bovenkomt. Dat komt namelijk door het enorme drijfvermogen wat zo'n beestje heeft, veel lucht tussen de veertjes. Hij moet dus extra hard werken om diep te duiken. Van oorsprong zijn meerkoeten echte moerasvogels, met poten die bijzonder geschikt zijn om te lopen op drijvende vegetatie (kraggen) en wortels van riet- en lismoerassen. 

Toch weer een aparte aanpassing die voor deze vogel heel erg nuttig is. De fuut die vrijwel dezelfde tenen heeft, beweegt zich in het water juist zeer elegant voort, duikt soepel onder en komt zelfs gracieus boven, een deftige vogel, ja dat is wel de beste benaming voor deze vogel en tegelijkertijd ook weer een reden om de volgende keer daar wat dieper op in te gaan.

Wil je meer weten van deze zwarte dobber met witte bles, klik dan op de link,

Geen opmerkingen: