dinsdag 28 september 2021

Volhardende sperwer.

sperwer op de uitkijk
Het is mij nog niet vaak gebeurd dat ik een sperwer aan het werk zag. In het verleden sloeg er wel eens een in de tuin toe en sloeg daar een mus maar de jacht zelf zag ik dan niet. De jacht van een sperwer is speciaal want hij moet het hebben van het verrassingseffect. Zomaar uit het niets slaat hij toe en de prooi weet amper wat hem overkomt. Hier in de wijk zie ik regelmatig een hoop veren van een duif liggen en in het bos zie ik ze wel eens voorbij schieten en razendsnel verdwijnen tussen de bomen. 

Meestal verraden de mezen en vinken de aanwezigheid van een roofvogel maar dan heeft die al een poging gewaagd. Die alarmerende geluiden maken mij dan alert en speur ik de omgeving zorgvuldig af. In de boswachterij ben ik meestal te laat en heeft de stiekemerd allang toegeslagen. Eergisteren zag ik een sperwer in een naaldboom zitten en dat was dankzij de paniek die onder mezengroep was uitgebroken. Ook deze keer was ik te laat om hem in volle actie te zien jagen.

hoe wendbaar moet je wel niet zijn?
Twee weken geleden zag ik eigenlijk voor het eerst een sperwer goed aan het werk. Hij joeg een duif uit een klein bosje wilgen en populieren en probeerde hem zo te slaan. Opvallend was de snelheid en wendbaarheid van de duif die de sperwer keer op keer wist te ontwijken. Ik dacht nog waarom gaat die gekke duif steeds weer terug dat bosje in, daar loert immers de sperwer op hem? 

Maar nadenkend over dit gedrag snapte ik uiteindelijk die duif wel. Als je steeds de bescherming van de bomen opzoekt is de kans dat de sperwer een geslaagde aanval doet klein. De sperwer is wel super wendbaar maar de bomen zorgen zo wel voor een flinke hindernis die bijna onneembaar is. En als de duif het open gebied invliegt is hij een stuk kwetsbaarder en heeft de sperwer voordeel en maakt veel meer kans. 

loerend op een prooi
De sperwer had dus de aanval ingezet en als hij zijn kostbare energie eenmaal ingezet heeft, geeft hij niet zomaar op. De ene uitval na de andere uitval werd geplaatst en ik kon het hele tafereel op een afstandje perfect gadeslaan. Die duif was opvallend wendbaar en dat verwacht je eigenlijk niet van zo'n logge vogel. Ik zie de duiven vaak in mijn tuin rond waggelen maar dat veranderd zodra ze op de wieken gaan. Dan zijn het echte snelheidsduivels en geen gemakkelijk hapje.

Wil je meer weten van deze snelle roofvogel, klik dan op de link; 
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/sperwer

vrijdag 24 september 2021

Late lijstertrek?

fitte grote lijsters
Later dan ik eigenlijk had verwacht, waren de grote lijsters weer in de Boswachterij Dorst gearriveerd. Elk jaar aan het eind van de zomer, begin herfst komen ze hier aan en blijven dan een paar weken hangen. Foerageren, opvetten en uitrusten vermoed ik want er ligt nog een flinke tocht in het verschiet. Het valt niet mee om ze goed te bekijken want ze zijn behoorlijk schuw en vliegen direct weg als er iemand in de buurt komt. Ze verlaten de open vlakte en verdwijnen tussen de bomen en komen daar eigenlijk nooit naar terug. Het is dus zaak om als eerste ter plekke te zijn en niet te dichtbij te komen.

Eergisteren was ik vroeg in het bos en had niet zozeer het idee dat ik die ochtend een grote groep lijsters zou zien. Dat idee had ik een maandje eerder wel. maar toen waren ze in geen velden of wegen te zien. 
zanglijster
Toen dacht ik nog dat ze dit jaar de Boswachterij over zouden slaan. Na een tijdje onbeweeglijk, met de opkomende zon in de rug, aan de rand van de vlakte te staan, zag ik steeds meer lijsters. En anders dan andere jaren waren het niet alleen grote lijsters maar zaten in die groep ook flink wat zanglijsters. Uiteindelijk waren het meer dan dertig lijsters, zang- en grote lijsters bij elkaar. 

Wat mij wel bekend is, is dat zanglijsters ook in flinke groepen wegtrekken echter, dat ze dan ook in grote gemengde groepen vliegen dat wist ik niet. Tenminste, ik vermoed dat ze straks ook samen gaan vertrekken. Afgelopen jaar heb ik vooral 's-avonds laat in de polder de lijsters over horen vliegen. Dat doen ze dus niet alleen overdag maar ook als het aardedonker is. Ze kennen de weg.
3 alerte grote lijsters

De vogels arriveerden dit jaar wat later dan anders en  ik vermoed dat dat te maken heeft met het koude en natte voorjaar. Veel trekvogels bleven in het voorjaar in Spanje en Frankrijk hangen, wachtend op beter weer en arriveerden daardoor een stuk later bij ons in de broedgebieden. En dat zou dus ook de latere vertrekdatum van deze lijsters kunnen verklaren. In ieder geval ben ik weer gerustgesteld toen ik ze zag en zijn we ze dus voor de Boswachterij niet kwijtgeraakt.

Ik ben trouwens ook nog benieuwd hoeveel lijsters hier achterblijven want ze gaan niet allemaal weg. Het kan dus zijn dat ik de hele komende winter door, regelmatig een grote lijster in de Boswachterij zie vliegen want zingen doen ze voorlopig niet.

Wil je meer weten van deze geweldige zangers, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grote-lijster

dinsdag 21 september 2021

Meer zilverreigers gezien.

Blauwe-, kleine- en grote zilverreiger
De purperreigers zijn vrijwel allemaal vertrokken en er is zo her en der nog wel een achterblijver te vinden maar het is toch ver gedaan. Afgelopen vrijdag zagen we er nog een en ik ga er vanuit dat mijn laatste van het seizoen is. De eerste zie ik waarschijnlijk pas weer in april 2022. Maar daar gaat het nu niet om, het gaat over de grote en kleine zilverreigers.

De grote zilverreigers zijn alweer een paar weken terug uit de broedgebieden en zijn nu volop in de Oosterhoutse polders te zien. Behalve vanmorgen dan, tijdens de watervogeltelling zag ik geen grote zilverreigers maar afgelopen week des te meer. 

de laatste purperreiger?
In de Gecombineerde Willemspolder zaten in twee weilanden maar liefst achttien grote zilvers samen met veertien blauwe reigers. In twee weilanden tweeëndertig reigers. Het zou dus best wel eens een goed broedseizoen zijn geweest.

In de Noordwaard een vergelijkbaar verhaal, ook daar zitten momenteel veel kleine en grote zilverreigers. Ik heb nog eens gekeken wat het verschil met voorgaande jaren was en geen enkele september maand vanaf 2016 tot heden liet zo'n groot aantal zilvers zien. In het hele gebied zitten deze september maand meer dan dertig grote zilverreigers tegen vijftien a twintig in de voorgaande jaren. De genoemde aantallen haal ik uit de watervogel inventarisaties vanaf de winter van 2015-2016 tot heden. Nu bijna dus een verdubbeling aantal zilvers.

Het voorjaar was misschien minder droog en warm dan de afgelopen drie jaar en ik vraag mij nu af of dat er iets mee te maken kan hebben? Laten we zeggen dat het afgelopen voorjaar in ieder geval anders was dan de voorgaande jaren.

kleine zilver
Of was een grotere voedselaanbod de doorslaggevende factor. En als dat laatste zo is, is een minder warm en wat natter voorjaar dan beter voor de prooidieren van de reigers? Kikkers, muizen en mollen hebben die ook een beter voorjaar gehad? Geen zekerheden maar wel opvallend dat er dit jaar meer reigers zijn. En of het andere wat mindere voorjaar daar een rol in heeft gespeeld weet ik niet.

Niet alleen hier in de polder maar ook in de Noordwaard en al die zilverreigers slapen waarschijnlijk in een of in een paar grote groepen in de Biesbosch. Ik zou die slaapplaatsen wel eens willen zien. In november hebben we de eerste slaapplaats telling weer en dan zouden we daar ook weer iets van moeten merken.

Wil je meer weten van deze grote witte en statige verschijning, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grote-zilverreiger

zaterdag 18 september 2021

Een ongewone gele kwikstaart.

vanmorgen tegen een uur of negen
Het duurde vanmorgen wel tot negen uur voordat de mist enigszins was opgetrokken. Langzaamaan trok de opkomende zon het grijze gordijn van de Muggenwaard weg en zag ik pas hoeveel vogels in het gebied zaten. Gisteren zaten de andere natte polders van de Noordwaard ook helemaal vol met watervogels en vanmorgen was dat dus niet anders. 

De grauwe ganzen waren de eerste vogels die het gebied verlieten. Luid gakkend stegen een paar honderd ganzen op en vertrokken naar de foerageergebieden. Waarschijnlijk zoeken ze de lege aardappelvelden en graslanden op om zich tegoed te doen aan oogstresten en mals gras. Voor mij een geluk want anders is er geen tellen meer aan. 
als de mist is opgetrokken, dan.....
Een pittige klus om alles goed te monitoren en te accuraat te tellen want kwaliteit staat voorop. In deze tijd van het jaar is het goed opletten geblazen want je kunt altijd een verrassing tegenkomen. Zo zag ik nog twee late grutto's driftig in de slikbodem roeren en terwijl deze vertrekkers daar bezig waren zwommen de overwinteraars een paar meter verder voorbij. Smienten en pijlstaarten zijn al mondjesmaat aanwezig en dat gaat nu op gang komen.
    gele kwikstaart           engelse kwikstaart
Maar waar ik niet altijd even scherp op ben, zijn de doortrekkende kleine zangvogels. Het leuke vanmorgen was dat een gewone gele kwikstaart mij attendeerde op een foeragerende engelse gele kwikstaart. Hoe dat ging? Beide gele kwikken zaten in flinke groep witte kwikstaarten en de gewone gele kwik zag er zo anders uit dan die engelse kwik dat ik me afvroeg of dat soms een andere gele kwikkensoort was. De gewone heeft een grijs kopje en een witte wenkbrouwstreep terwijl die engelse kwik een groengele kop heeft met een gele oogstreep. 
de groengele rug en kop zijn goed zichtbaar

Alle bovendelen zijn groengeel en vrij egaal gekleurd. Bij de gele kwik zijn de bovendelen vanaf de kop naar de nek grijs en gaat daarna over in een groengele rug.

Als ze zo naast elkaar zitten, wordt het wel wat makkelijker en zijn de verschillen goed zichtbaar. Als ik de engelse gele kwikstaart alleen was tegengekomen had ik zo een, twee, drie de link nog niet gelegd. Dus met dank aan de "gewone" gele kwikstaart.

Wil je meer weten van deze vrij zeldzame gele kwikstaart, klik dan op de link;https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/engelse-kwikstaart

dinsdag 14 september 2021

"Arival of the birds".

Noordwaard gisterenochtend
Het muziekstuk Arival of the birds, daar moest ik gisterenmorgen aan denken toen op verschillende plaatsen in de Biesbosch al wintergasten waren gearriveerd. Op elke grote plas zaten al redelijk wat smienten en die waren een week geleden nog niet terug. En de eerste pijlstaart is ook al gearriveerd om hier de komende maanden te overwinteren. Arival of the birds is een muziekstuk dat gaat over de aankomst van de flamingo's en ik geloof dat het een Walt Disney film is. Ik beeldde mij de enorme wolken overvliegende vogels in, een prachtig gezicht moet dat zijn. Mooie muziek in ieder geval.

de eerste pijlstaart is ook terug
De wintergasten arriveren de komende weken maar ook doortrekkers doen de Biesbosch aan. Het wordt er de komende weken alleen maar drukker op. Zo zaten overal wel watersnippen en die zijn alweer een paar weken op trek. Je hoort ze overvliegen en ziet ze wel in elk rietkraagje, wat niet in te diep water staat, staan. Die watersnippen zijn op weg naar de overwintergebieden terwijl die eenden juist naar hier komen en niet verder gaan. 

De hele Biesbosch stroomt letterlijk vol met watervogels en dat kunnen in de piek van de winter makkelijk 30.000 of meer vogels zijn. Eenden, ganzen maar ook zwanen vinden hier een redelijk veilig rustgebied waar voldoende voedsel te vinden is.
zeearend op het vinkentouw
Dat trekt ook weer rovers aan en dan is de koning van die roversbende de zeearend wel. Elke winter zitten behoorlijk wat zeearenden in de Biesbosch en op het hoogtepunt daarvan zitten hier meer dan tien van die kolossen. En ook gisteren waren de zeearenden actief. Een clubje van drie jonge vogels maakte de Hardenhoek onveilig en zo zal het de komende maanden vrijwel dagelijks gaan. Alles in paniek de lucht in, af en toe een slachtoffer en dan weer die relatieve rust voor zo lang als het duurt. 

Er komen mooie maanden aan en de komende weken kunnen we hier dus ook genieten van de "arival of the birds".
 

vrijdag 10 september 2021

Op de vaste stek gezien.

doortrekkend paapje
Alweer heel wat jaren komen tijdens de voorjaar- en najaarstrek kleine zangvogels door ons land op weg naar Afrika om daar te overwinteren. Een aantal van die soorten zoals paapjes en tapuiten kiezen dan voor de Biesbosch en dan heeft met name de Noordwaard de voorkeur. 

Wat mij hieraan opvalt is dat deze vogels niet zomaar ergens in de Noordwaard neerploffen en daar een paar dagen tot een paar weken uitrusten en opvetten. Nee, ze zitten altijd in dezelfde hoek van de Noordwaard, in de polder Groote Muggenwaard. Makkelijk te vinden en het zijn altijd meerdere vogels. 

rustende tapuit
Soms zit er nog een roodborsttapuit, graspieper of rietgors bij maar het zijn vrijwel altijd paapjes en tapuiten. Op goede momenten in het voor- en najaar zijn dat soms wel acht tot tien vogels. Zo ook afgelopen week toen ook weer meerdere paapjes samen met een graspieper en rietgors de weidepaaltjes bemanden. Omdat je dit fenomeen al jaren kent, is het ook erg voorspelbaar geworden en gaat de verrassing er wel een beetje af.

Maar toch geeft deze bijna "vaste waarde" in het juiste seizoen wel te denken. Wat is er zo aantrekkelijk aan dit specifieke kleine gebiedje want zo zijn er maar genoeg in de Noordwaard te vinden? 
paapje en rietgors
Maar de grootste vraag is wel, hoe weten al die vogels dat het hier te doen is. Gemiddeld worden deze zangers maar een paar jaar met af een toe een uitschieter die wat ouder wordt. 

Dus in de loop van de jaren is de hele populatie wel een of meerdere keren ververst en toch blijven ze trouw naar hier komen. Is dit een stukje overlevering van oud naar jong? Is er iets genetisch gaande zoals bij de koekoek of evolutionair ontstaan zoals de grote vaste trekroutes van Siberië naar Afrika zijn ontstaan? Op de een of andere manier is in het wereldje van de paapjes en tapuiten dit paradijselijke stekje bekend geworden als veilig, voedselrijk en vooral rustig totdat die vogelaar weer naar ze staat te loeren.

Wie zal het zeggen maar het is toch weer hele leuke breinbreker. Op internet en in mijn vogelboeken heb ik nog niets gevonden wat mij in de juiste richting stuurt maar ik geef nog niet op. 

Wil je meer weten van deze kleine doortrekkertjes, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/paapje

dinsdag 7 september 2021

Een jonge zwartkopmeeuw?

eerstejaars zwartkopmeew
De kleine meeuwtjes zijn in dit blog al vaak aan bod geweest en dat is niet voor niets zo. Ik vind de kleine meeuwtjes als je met meeuwen liefhebbers praat, altijd wat ondergewaardeerd. De aandacht gaat vrijwel altijd uit naar de grote meeuwen want die zijn moeilijk te herkennen en vragen extra veel kennis van de jaarkleden en dat kunnen er soms wel vier zijn. Bij de kleine meeuwen ligt dat allemaal wat eenvoudiger. Meestal maar twee en soms een derde jaarkleed maken het allemaal wat overzichtelijk.

Toch moet je zeker in die eerste twee jaar ook goed opletten en kun je zomaar een determinatie foutje van formaat maken. En dat gebeurde mij afgelopen week dus ook. 
lichtbruin, grijs, wit en zwart
Ik zag een jonge meeuw die wat kleiner oogde dan een kokmeeuwtje en daardoor ging ik er gemakshalve maar vanuit dat het een dwergmeeuwtje moest zijn. Ik had die op de bewuste plek al vaker gezien en sterker nog dat is misschien wel de beste plek om dwergmeeuwtjes te zien.

Het bleek dus een eerstejaars zwartkopmeeuw te zijn. Hij zat in het water waardoor de poten niet zichtbaar waren en dat is in dit geval toch wel belangrijk. Roze bij de dwergmeeuw, zwart bij de zwartkopmeeuw. Verder zien die eerstejaars kleden er vergelijkbaar uit. Lichtbruin, wat grijs, wat grauwwitte veertjes en nog geen uitgesproken tekening. De kenmerkende zwarte kop zie je volgend jaar pas. 

twee adulte zwartkopmeeuwen
De eerstejaars kokmeeuw die in de buurt dobberde zag er duidelijk anders uit en had achter het oog dat zwarte vlekje al duidelijk zichtbaar en dat miste die jonge zwartkop waardoor de keuze voor een kokmeeuw al snel afviel. 

En met deze wetenschap zal ik niet snel meer aan een dwergmeeuw denken. Temeer ook omdat de dwergmeeuw niet voor niets zo heet want die is echt nog een flink stuk kleiner dan de kokmeeuw.

Volgend jaar zomer ziet dit beestje er heel anders uit en is dan makkelijk te herkennen. De komende zeven maanden zijn ze hier afwezig en zitten ze wat zuidelijker in Europa. 

Wil je meer weten van deze lastige jonge meeuw, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zwartkopmeeuw

vrijdag 3 september 2021

Overal bontbekjes?

bontje in zomerkleed(voorgrond)
Het zijn in het seizoen misschien wel de meest voorkomende en tegelijkertijd ook de minst opvallende steltlopertjes die er zijn. Bonte strandlopers kom je in het steltloper seizoen eigenlijk overal wel tegen en daardoor zijn ze ook wat gewoontjes geworden. Ik betrap mijzelf er ook op dat ik ze maar weinig aandacht geef, terwijl het prachtige vogels zijn die zeker nu nog in zomerkleed prachtig getekend zijn.

Meestal zie ik ze aan de kust in grote groepen en af en toe een enkeling in het binnenland. Ik ken ze voornamelijk van de Zeeuwse kust en in het binnenland ken ik ze van de Biesbosch. Bij laag water op de grote slikplaten in de Noordwaard van de Biesbosch. Daar zitten ze soms met een paar honderd bij elkaar. Ze staan vooral bekend als kustvogels en daar zie ik ze dan ook in grotere aantallen dan hier.

nog een beetje zomerkleed
In deze tijd arriveren ze uit de broedgebieden die ver noordelijk liggen. Het arctisch gebied is in de korte zomer daar het broedbiotoop en daarbuiten zitten ze vooral in het zuiden en overwinteren ze dus ook in Nederland. De afgelopen dagen ben ik ze weer op verschillende plekken tegengekomen. Nog niet in grote groepen maar wel in de verschillende kleden. Van een volledig zomerkleed tot een mooi grijswit winterkleed en alle variaties daartussen. 

Die verschillende kleden in deze periode zorgen bij mij wel eens voor verwarring. Ik wil nog wel eens denken dat ik dan bijvoorbeeld met een krombek strandloper te maken heb. Maar jammer genoeg is dat er deze afgelopen weken nog niet van gekomen. 

bontje in volledig winterkleed
De snavel van de bontbek buigt pas op het eind wat naar beneden terwijl die van de krombek vanaf de basis een lichte boog naar beneden maakt. Maar qua grootte zijn ze zeker in winterkleed goed te vergelijken. Trouwens een kanoet in winterkleed lijkt ook op een bontje maar die is wel een slag groter en dat maakt het er dus niet makkelijker op.

We zitten nu nog in de piek van de trek en dan kun je ze dus overal wel tegenkomen. De afgelopen paar weken alleen al kwam ik ze tegen in Noordervroon, Huis ter Heide, Noordwaard, PlanTureluur en Herkingen. 

Wil je meer weten van deze "grijze muis" onder de stellopers, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bonte-strandloper

dinsdag 31 augustus 2021

Hoezo klein?

van links naar rechts; kanoet, bontbekplevier,
kleine strandloper, bonte strandloper
Vandaag zagen we aan de kust een mooi clubje kleine strandlopers. Op het eerste gezicht zou ik deze kleine steltloper niet direct als kleine strandloper herkennen. Ook omdat ik deze steltlopertjes niet al te vaak tegenkom maar ook omdat je een referentie nodig hebt om te zien dat dit de enige echte kleine strandloper is.

Met een andere vogel vergelijken maakt de determinatie van deze kleine steltloper een stuk makkelijker. En wat is het dan toch een klein vogeltje en wat is het toch ongelooflijk knap dat zo'n piepklein vogeltje in het najaar van het arctisch broedgebied via Nederland naar Afrika vliegt. 

Om ze te zien is de kust toch wel de beste plek want de najaarstrek gaat langs redelijk vaste routes en dan is het binnenland niet de eerste aangewezen route. In de Biesbosch wordt wel eens een melding van een kleine strandloper gedaan maar het blijft een zeer zeldzame waarneming.

slikplaatjes, ideaal foerageergebied
Ik zag ze vandaag tussen meeuwen zitten en wat is het grootte verschil dan toch enorm maar een kleine strandloper naast een bontbekpleviertje is ook gigantisch. Een bontbekje is al een kleine vogeltje maar wordt een reus naast een kleine strandloper.

Het groepje van acht kleine strandlopers bewoog zich op een slikje behendig tussen de meeuwen, sternen en anders steltlopers door. Wat mij opviel is, dat de strandlopertjes niet bang waren van de mantelmeeuwen, terwijl een mantelmeeuw met gemak een lijster in zijn geheel doorslikt.

dan ben je echt klein
De bonte strandlopers die er omheen foerageerden komen qua uiterlijk nog het dichtstbij. Ze zijn iets groter en hebben een donkere buik. Dat maakt het verschil en maakt het dus ook duidelijk. De kleine strandloper heeft een witte buik en een wat kortere snavel, verder is het gedrag identiek. Het voert te ver om ook andere steltlopers die er op lijken te noemen want die zaten vandaag niet in het gebied. Met wat geluk zitten de kleine strandlopers de komende maand nog aan de kust en lukt het nog een keer om ze te zien. Daarna duurt het tot april om ze weer te zien, dan gaan ze weer naar het poolgebied. 

Wil je meer weten van deze kleinste steltloper bij ons aan de kust, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-strandloper

vrijdag 27 augustus 2021

De zeldzame morinelplevier.

duizenden steltlopers in de lucht bij Tureluur
De plevieren familie is in deze tijd van het jaar bij ons goed vertegenwoordigd. Ze keren terug van de broedgebieden en komen hier uitrusten en opvetten en daar zagen we afgelopen maandag al flink wat soorten mee bezig. Trouwens de kievit behoort ook tot deze familie. De komende tijd kunnen we ze nog in steeds groter wordende groepen zien. 

Met name de Noordwaard in De Biesbosch en vooral Zeeland zijn van die plevieren hotspots. In Zeeland is Plan Tureluur misschien nog wel de beste plek om grote groepen plevieren te zien, vooral goudplevieren komen daar graag. Soms gaan wel tienduizend vogels de lucht is als er weer eens een slechtvalk overvliegt. 

morinel- en goudplevier
Vlakbij Tureluur zagen we in een gerooide aardappelakker meer dan vijftig bontbekplevieren maar daar waren we niet voor gekomen. In deze akker had ik een paar dagen eerder twee morinelplevieren gezien en daar wil je wel een stukje voor omrijden. Morinelplevieren zijn een stuk zeldzamer dan al die andere plevieren die we hier tegen kunnen komen. Helaas zaten ze daar niet meer want de boer was in deze akker aan het werk geweest en dat zal ze verstoord hebben.

Het was ook weer even geleden dat ik de morinelplevier had gezien, dat was namelijk in 2018. Doordat de vogel zijn zomerkleed al deels verruild heeft door het winterkleed valt hij een stuk minder op. In zomerkleed ziet de vogel er prachtig uit met de oranje-roestbruine buik en borst en helderwitte lange oogstreep is het een plaatje. 
goudplevieren
De morinel is nu aan het "verbleken" naar zijn winterkleed en ziet er daardoor minder spectaculair uit maar het blijft een prachtige vogel. Je kunt goed zien dat het een plevier is en hij lijkt qua grootte en silhouet dan ook op de goud- en zilverplevier. 

De morinellen van afgelopen week zaten in een akker en waren door de kleur van de klei maar moeilijk op te sporen. Ze zijn ook niet erg beweeglijk en zitten lang op dezelfde plek. 

Wil je meer weten van deze prachtplevier, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/morinelplevier



dinsdag 24 augustus 2021

De ene flamingo is de andere niet.

duizenden flamingo's bij Lake Nakuru in Kenia
Als ik aan flamingo's denk, denk ik altijd aan de enorme groepen greater en lesser flamingo's die wij jaren geleden zagen in Lake Nakuru in Kenia. En dat terwijl hier niet eens zover vandaan ook flamingo's leven. Op de een of andere manier zijn dat voor mij geen "echte" flamingo's omdat ik ze niet zo bij het Nederlandse klimaat vind passen en ook de omgeving of habitat hier is niet echt specifiek voor flamingo's te noemen. Toch leven ze hier en het zijn er ook nog eens een flink wat.

Maar daar zit ook meteen het addertje onder het gras want 90% van die flamingo's bij ons in Nederland zijn exoten. Van oorsprong ontsnapte
"echte" inheemse flamingo's
collectie- of dierentuin exemplaren. Het zijn ook geen inheemse flamingo's maar Chileense flamingo's en er schijnt ook nog een Caraïbische flamingo tussen te zitten. Om ze te zien moet je naar Battenoord op Goeree. En gisteren was ik daar en zag inderdaad alleen maar exoten en geen "echte" flamingo's. Allemaal geringd en goed te herkennen, ze zijn ook veel kleurrijker dan onze inheemse vogels. 

Maar dat is geen enig en uniek onderscheidend kenmerk. Nee, dan gelden er weer meer regels zoals bij zoveel vogels. Alle onderscheidende kernmerken moeten kloppen anders zit je er vrijwel altijd naast.
Chileense flamingo
Die fout wordt heel veel gemaakt, op slechts een enkel kenmerk wordt een soort gedetermineerd en wordt vergeten dat een enkel kenmerk vaak ook bij andere vogels kan voorkomen. Het is de combinatie die de soort bepaald. Ik heb die fout in het verleden maar genoeg gemaakt maar al doende leert men en word je ook steeds kritischer op je eigen waarnemingen en ook hier geldt weer, "bij twijfel niet inhalen".

Maar goed, ik had het over echte en onechte flamingo's. Ik heb van de Chileense exoten en inheemse flamingo's goede foto's kunnen maken en dan zie je het vrijwel direct. Een van de belangrijkste kenmerken is de kleur van de poten. Chilenen hebben veel roze, hebben rode knieën en zijn kleiner. De zwarte snavelpunt loopt bij hun ook verder door. Europese vogels niet, die zijn lang, witter en de flink langere poten hebben geen rode knieën. De Europese flamingo's van gisteren zaten in een grote plas bij Plan Tureluur, Zierikzee. De Chilenen zaten bij Battenoord op Goeree.

Wil je meer weten van de exotische inheemse vogel, klik dan op de link;

vrijdag 20 augustus 2021

Waar zijn al die kemphanen toch?

kemphaan in de Noordwaard
Het ene jaar is het andere niet en dat geldt wel heel erg voor de vogelwereld. Daar kom ik ook nu weer eens achter nu ik in de telresultaten van de watervogel tellingen in de Noordwaard van de afgelopen paar jaar ben gedoken. Ik kwam hierop door mijn vragen die ik in mijn vorige blog had. Ik vroeg mij namelijk af waarom zoveel soorten steltlopers nu al, nog zo vroeg in de zomer, terug zijn uit de broedgebieden. Die vraag is voor mij nog steeds onbeantwoord maar daar kom ik nog wel een keer achter.

Wat mij in die telresultaten van de watervogeltellingen in de maand juli van de afgelopen paar jaar opviel, is dat kemp- hanen dit jaar in veel kleinere aantallen in de Noordwaard zitten dan in de jaren ervoor. Eigenlijk ziet dat er nu tegenovergesteld uit met al die andere soorten steltlopers. Die zijn nu wel aanwezig terwijl kemphanen amper te zien zijn. 

iets te diep?
Dit jaar lagen de dagtotalen kemphanen op een goede dag in juli op een kleine zeshonderd en dan zoals altijd loopt dat weer af in augustus. Vorig jaar lagen de dagtotalen ruim boven de duizend en soms wel op het dubbele van dit jaar. Wat zou hier de reden van zijn? Weer een vraag waar ik niet een twee drie een antwoord op weet. Er zijn een aantal factoren die mogelijk van invloed kunnen zijn.

en nog een.
En het is wel leuk om die jaren met elkaar te vergelijken want de omstandigheden in het gebied blijven elk jaar gelijk. Er wordt elk jaar stevig gemaaid en afgevoerd waardoor het open karakter elk jaar gelijk blijft. Als hier niets veranderd, is er geen reden om weg te blijven of om juist wel naar de Noordwaard te komen. Het zou dus aan de broedgebieden kunnen liggen of het kan aan de omstandigheden in de broed- gebieden liggen. Als de broedgebieden eveneens ongewijzigd blijven, dus de omstandigheden zijn min of meer optimaal om te broeden, wat is dan de bepalende factor om te vroegtijdig naar hier te vertrekken?

Het zou bijvoorbeeld aan het weer kunnen liggen. Kemphanen houden wel van een wat vochtiger broedgebied net als grutto's, kieviten en andere stellopers. En daar konden ze vorig jaar dus niet op rekenen, heet en droog was het met kans op mislukte legsels. Hitterecords werden in heel Europa gebroken en er viel maar weinig regen. 

Dit jaar is wel het tegenovergestelde gaande. Fris, regenachtig in heel Noord Europa en misschien wel gunstiger voor kemphanen te noemen met als gevolg meer geslaagde legsels? Er is dan geen reden om eerder naar hier te komen. 

Een andere mogelijke reden is dat vanwege de regenval hier en een wat hogere waterstand in de Noordwaard, kemphanen minder makkelijk kunnen foerageren en ook overnachten op de slikjes dan wat moeilijker is. En zo kan ik nog wel een paar redenen bedenken. Wie zal het zeggen? Het maakt de vogelwereld wel interessanter.

dinsdag 17 augustus 2021

Een assortimentje steltlopers.

29 juli, oeverloper op de oever
Als ik er zo eens goed over nadenk, dan is het broedseizoen van de steltlopers toch wel heel erg kort. Veel steltlopers zijn hier tot begin mei en moeten dan nog naar de broedgebieden in Scandinavië en soms nog veel verder naar Siberië vliegen. Daar aangekomen moeten ze gelijk aan de bak en dan denk ik altijd dat het nog een hele tijd gaat duren voordat ze weer terug zijn maar niets is minder waar. 

Vorige maand, eind juli, ben ik een paar keer aan de kust en in de Biesbosch geweest en zag hier vrijwel het hele assortiment steltlopers alweer rondlopen. Nog niet in de mega grote aantallen zoals in april, mei maar ze zijn toch alweer in redelijke aantallen aanwezig. 
27 juli, kanoeten en rosse grutto's
Ik was in de veronderstelling dat eind augustus de trek pas op gang zou komen maar eind juli zijn de eerste vogels dus alweer terug. Die vogels lopen veelal nog in hun zomerkleed rond en zijn dus amper drie maanden weggeweest. Het is dan toch bijna ondenkbaar dat deze vogels een succesvolle broedperiode achter de rug hebben?

Al piekerend over deze waarnemingen ga je van alles denken. Zouden die enorme branden in Siberië ervoor gezorgd hebben dat vogels hun broedgebied noodgedwongen eerder hebben moeten verlaten? Zijn de legsels mislukt door voedselschaarste? Vragen, vragen, vragen.
27 juli, zwarte
ruiter en tureluur
Het zal voor mij wel nooit duidelijk worden en voor hetzelfde geld is dit een normale gang van zaken en valt het mij nu toevallig op dat ze er alweer zijn. Wie weet?

Ik weet van de grutto's bij ons dat als het legsel mislukt is, ze vrijwel direct uit hun broedgebied vertrekken en daarom zie je ze soms in mei al in flinke groepen in de Biesbosch. Opvetten en goed doorvoed vertrekken naar Afrika.

De steltlopers die nu al hier vanaf eind juli zijn, hebben dan wel ruim de tijd om op te vetten en zijn dan in prima conditie om straks de volgende etappe aan te gaan en hebben dan een goede kans om gezond bestemming Afrika te bereiken. 


vrijdag 13 augustus 2021

Die gouwe grasmus.

een bedelende jonge grasmus
Laten we het maar eens een keer positief houden. Ik heb daar soms behoefte aan want er komt al genoeg negativiteit op ons af en daar word ik ook niet vrolijk van. In de natuur zijn, helpt dan. Waar ik dus vrolijk van word, zijn die grasmusjes want die doen het toch zo goed. Jaar na jaar groeit de populatie en daar krijg ik ook heel makkelijk iets van mee. Ik houd mijn oren en ogen open als ik in de natuur loop kom ik ze dan werkelijk overal in flinke aantallen tegen. In de bossen van Dorst, de Oranjepolder, Bleeke Heide, de Biesbosch, Huis te Heide, duinen van Goeree etc. etc.

En in deze tijd van het jaar, vlak na het broedseizoen, liggen die aantallen vogels per soort het hoogst. De ouderparen met hun jongen vliegen nu in familiegroepen rond en die aantallen lopen gedurende het verdere jaar gestaag terug. 

een deel van de familie van vijf
Veel van die vogels sneuvelen door ongelukjes, predatie en ziekten, dat is nu eenmaal de natuur. Niet opbeurend. Toch blijven er elk jaar weer net iets meer grasmussen over dan in een voorgaand jaar en daardoor groeit zo'n populatie. En daar word ik dan wel blij van. Grasmussen weten hoe ze dat moeten doen want elk jaar komen er weer een kleine 5% meer grasmusjes bij. In de afgelopen 35 jaar is de populatie zelfs verviervoudigd, alsof het niks is.

Die groei merk ik alweer heel wat jaren, van twee, drie roepende mannen in de polder zijn er dat nu zo'n acht en ook in het bos en op andere plekken hoor ik steeds vaker een roepende grasmus. 

oud en jong
Bij Huis ter Heide zitten een paar mooie familiegroepen die nu met hun jongen door het gebied trekken. Deze jongen zijn van de tweede leg van dit jaar en die hebben de mindere papieren om de trek naar Afrika te overleven dan hun iets oudere broers en zussen. De eerste leg is inmiddels volwassen, sterk en een stuk meer ervaren om alle gevaren te trotseren.  De komende weken gaat het er om spannen, dan staat de grote reis voor de deur en kan ik alleen maar hopen dat in april 2022 weer meer grasmussen terugkeren dan dit jaar. De groei moet tenslotte doorgaan! Als dit geen positief verhaal is, dan weet ik het ook niet meer.

Wil je meer weten van deze mooie krasmus, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grasmus

dinsdag 10 augustus 2021

teeh,teeh, teeh, teeeeeeeeeeeh, of zo iets.

de 5e van Beethoven klonk volop
Gisterenmorgen werd ik verrast door de zang van een geelgors. Ik hoopte ze nog wel te zien maar de hoop om ze in augustus nog te horen zingen had ik eigenlijk nog voor mijn wandeling door het Merkske al opgegeven. Want welke vogel zingt nog in augustus? Dat zijn er maar heel weinig. Ik hoor eigenlijk alleen nog de winterkoning, tjiftjaf en een verdwaalde zwartkop. Soms nog een mereltje maar verder is het qua zang erg stil. Je hoort nog wel wat vogels roepen en alarmeren maar de echte uitbundige zang die je in het voorjaar tijdens de baltsperiode hoort is over. 

Dus die zingende geelgors is een mooie uitzondering op de regel. Tijdens mijn wandeling door dit enigszins verwaarloosde natuurgebiedje hoorde en zag ik verschillende geelgorzen. 

jonge grauwe klauwier, tjiftjaf en grasmus
Veel westelijker in Brabant dan hier tref je ze niet meer aan. En het is voor mij niet voor te stellen dat zo'n vijftig jaar geleden de geelgorzen ook hier in het westen vrij algemeen waren. Wat de reden is geweest van de naar het oosten wegtrekkende zangers, weet ik niet. Het zou best wel eens door de ruilverkavelingen en intensieve landbouw van de zeventiger jaren en daarna kunnen komen.

Maar Het Merkske is voor veel vogels en zoog-dieren een fantastisch gebied en niet voor niets voelen veel mooie vogelsoorten zich hier helemaal thuis. Voor de wandelaar is het een blubberpad dat grotendeels overgroeid is met allerlei planten, grassen, rietpluimen en brandnetels. Niet uitnodigend maar dat vind ik weer fantastisch en ik kom er heerlijk niemand tegen. Remy, alleen op de wereld zeg maar.

Behalve die zingende geelgorzen zag ik reeën, hazen, een vos en zaten veel jonge vogels in de struiken. Jonge tjiftjafs, fitis, grasmussen, grauwe klauwier, mezen en een wielewaal. Dat geeft de relatieve rust in het gebied wel aan. Die geelgorzen verzamelen zich straks weer in enorme groepen en foerageren samen met honderden groenlingen op de Bleeke Heide. Je moet de plekjes wel weten maar als je die weet dan heb je ook wat. Een waar spektakel zeg maar en dat de hele winter door.

Wil je meer weten van deze zanger met zijn beroemde liedje, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/geelgors