donderdag 31 oktober 2024

Heimwee naar de bonte piet.

scholekster aan de kust
Inmiddels zijn bijna alle scholeksters uit het binnenland naar de kust getrokken om daar te overwinteren. Het zijn niet allemaal lange afstand trekkers die in het najaar naar Afrika vliegen en dat hoeft ook niet want aan de kust is in de winter nog genoeg voedsel te vinden. De aantallen die hier blijven samen met hun Scandinavische broers en zussen lopen tegen de 200.000 exemplaren. Hoeveel er in de winter wel naar Afrika of Zuid-Europa trekken weet ik eigenlijk niet. Ze zijn tot op zekere hoogte "winterhard" en alleen bij een echte strenge winter trekken ze weg, de zogenaamde vorsttrek die we ook wel kennen van de kieviten.

Afgelopen week was ik aan de kust en zag ze daar weer volop en moest ik weer aan deze lawaaimakers denken toen we afgelopen voorjaar in de akkers en weides naar hun nesten zochten om ze te kunnen beschermen tegen het boerengeweld. Ik moet zeggen dat ik ze toch wel mis in de polder, de polder is gewoonweg stil en uitgestorven zonder deze polderbroeders.

en zo doen ze dat, overwinteren dicht bij elkaar
Elk jaar vinden we wel een aantal kuiltjes met eieren, want nesten kun je dat niet noemen, en beschermen we die zo goed en zo kwaad als we kunnen. Wat in het voorjaar en zomer zo gewoon is, is hier in de polder nu ineens heel zeldzaam geworden en moeten we tot maart wachten om ze hier weer tegen te komen.

Gelukkig kom ik vaak genoeg aan de kust om ze toch weer even te zien en dan zijn het meestal flinke groepen want dat doen ze in de winter ook, elkaar opzoeken en samen de wintertijd uitzitten om in het voorjaar weer lekker luidruchtig door de polders te zwieren. 

scholekster in maart
Scholekster zijn van oorsprong kustbroeders en zijn in de loop der jaren door voedselgebrek het binnenland ingetrokken. En zelfs vanuit het agrarisch gebied trekken ze steeds vaker ook het stedelijk gebied in om daar op hoge gebouwen met grind daken te broeden. Dat komt allemaal door voedselgebrek, eerst aan de kust en nu in het binnenland ook door afnemend veilige en voedselrijke broedgebieden.

De scholeksters bij ons in de polder redden het nog wel, mede door onze steun kunnen we jaarlijks vijf tot tien succesvolle legsels noteren.

Wil je meer weten van deze kleurrijke steltloper, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/scholekster

maandag 28 oktober 2024

Roodkeelduiker zonder rode keel.

roodkeelduiker nog niet helemaal in winterkleed
Langzaam maar zeker arriveren steeds meer roodkeelduikers voor onze kust. Het zijn er nog niet heel erg veel maar dat worden er wel veel meer naarmate we de winter naderen. De roodkeelduikers van afgelopen week zag ik met name op volle zee en een paar dagen later zag ik er ook nog een paar vlak voor de Zeeuwse kust. De vogels waren al wel in winterkleed en een exemplaar had nog wat zichtbare restanten van zijn zomerkleed.

Roodkeelduikers zijn zeevogels die ook wel eens een tripje landinwaarts maken en daar dan even rond blijven hangen. Op 30 november 2020 heeft een roodkeelduiker in de Biesbosch gezeten en dobberde daar vlakbij de Beatrixhaven rond.
Roodkeelduiker in de Biesbosch 30 nov 2020

Dit was een exemplaar wat op trek met een stevige wind van zijn koers is afgeweken en in zoet water terecht is gekomen. Op zich kan dat voor de vogel geen kwaad als hij maar vis kan vangen. Uiteindelijk weten ze de weg naar de zee wel weer terug te vinden.

De roodkeelduikers van afgelopen week waren dus al behoorlijk licht gekleurd en zijn dan vaak goed te zien ook al vliegen ze laag over de golven ver op zee. Want dat kunnen ze. Vaak verdwijnen ze dan tussen de golven en zie je maar fragmenten van de vogel.
roodkeelduiker, 15 okt 2024
Wat verder in het seizoen arriveren meer en meer duikers die ook wel wat dicht onder kust kunnen dobberen. Met wat geluk zie ik ze dan bij de Brouwersdam. Vaak duiken ze dan onder water waardoor je ze steeds maar even goed kunt bekijken. 

Het zijn echte viseters en moeten dus wel veel duiken en volgens mij komen ze in de winter als ze bij ons voor de kust ronddobberen niet aan land. Deze week hoop ik nog meer roodkeelduikers te zien als ik langs de kust loop. Ik kijk er nu al naar uit.

Wil je meer weten van deze mooie duiker, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roodkeelduiker

donderdag 24 oktober 2024

Onbekende grauwstuitzanger spotten.

Pallas' boszanger 
Voor bijzondere vogelsoorten moet ik meestal speciaal op pad. En vaak moet ik dan ook nog een flink stukje rijden wat niet mijn hobby is. Als zeldzame soorten verder weg dan de Biesbosch worden waargenomen, haak ik meestal af. Dat hoeft voor mij niet zo nodig. Ik ben zogezegd geen soortenjager of twitcher. Want zo worden soortenjagers ook wel genoemd. Voor zeldzame soorten moet ik dan ook een beetje geluk hebben en dat overkomt mij gelukkig regelmatig. 

Meestal overkomt mij zo'n bijzondere ontmoeting op vakantie. Een geelbrauwgors tijdens onze vakantie in Drenthe, een oostelijke vale spotvogel tijdens onze vakantie in Zeeuws Vlaanderen of een stormvogeltje tijdens onze vakantie in Oostkapelle. 
Zo lijkt hij op een bladkoning 
Deze week overkwam ons opnieuw zo'n uiterst zeldzame ontmoeting. Weliswaar met een beetje hulp van drie vogelaars die geconcentreerd in de struiken stonden te turen. 

Het bleek om een zeldzame pallas' boszanger te gaan. Een piepklein zangvogeltje dat in deze tijd van Siberiƫ naar Afrika trekt. In 2021 had ik deze zeldzaamheid al een keer eerder gezien op de begraafplaats in Westkapelle, geen inspirerende plek maar voor zo'n zeldzaam vogeltje maar daar doe ik niet moeilijk over.

De pallas' boszanger lijkt sprekend op een bladkoning en verschilt daarvan door zijn gele kruinstreep. De bladkoning heeft namelijk een egaal groene kruin. In de vlucht zou je de gele stuit moeten kunnen zien en dat is ook een onderscheidend kenmerk. Een blako (bladkoning) mist deze lichte stuit en is de oogsteep minder breed en donker dan bij de pallas' boszanger. 

In deze tijd trekken veel zangvogeltjes door en kun je nog meer van deze zeldzame soorten tegenkomen. Bijvoorbeeld de bruine boszanger of raddes boszanger. En zo hoop ik ook de humes bladkoning nog eens te zien. Van de meest lastige en zeldzame doortrekkers is dit de iets "makkelijkere" soort. Het zijn met name vogels die je in deze tijd langs de kust tegen kunt komen. In het binnenland kan dat wel maar is de kans een stuk kleiner.

Wat ik toch weer een leuk weetje van deze pallas' boszanger vond, is de vrij onbekende andere naam grauwstuitzanger. Dit beestje heeft namelijk een lichte bijna witte stuitvlek en daarmee verschilt hij bijvoorbeeld weer van het goudhaantje en dankt daar zijn tweede naam aan.

Wil je meer weten van deze piepkleine en zeldzame boszanger, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/pallas-boszanger

maandag 21 oktober 2024

Meeuwengeweld op zee.

een prachtige dwergmeeuw, 12 okt 2024
De kleine zeemeeuwtjes blijven, ook al zijn ze nu in hun winterkleed, prachtige meeuwtjes. Je kijkt er soms wat te makkelijk overheen als ze tussen al dat geweld van grote groepen mantel- en zilvermeeuwen rondfladderen. Je hebt al snel teveel oog voor die grote mannen en zeker als je weet dat daar ook de wat zeldzamere pontische- een geelpootmeeuwen tussen kunnen zitten. Op volle zee, achter de boot waar de meeuwen ook nog eens flink gevoerd werden, vallen ze niet echt op maar met wat zoekwerk en aandacht kon ik ze toch goed vinden. 

De dwergmeeuwtjes waren wel in de meerderheid en de drieteenmeeuwtjes waren deze dag niet dik gezaaid. En als je dan zo aan het speuren bent, hoop je nog eens een keer vorkstaartmeeuw tegen te komen. Ik weet dat dat een zeldzaamheidje is maar het kan zomaar gebeuren dat er een voorbij vliegt. Dat is mij namelijk
vorkstaartmeeuw, 6 okt 2017
al een keer eerder gebeurd. Deze vorkstaartmeeuw ploegde vlak onder de dijk op de Maasvlakte tegen de wind in. Hij kwam amper vooruit maar bleef stug klap- wieken. Langzaamaan trok hij verder maar wat een inspanning moest dit beestje doen.

Afgelopen week bleef het bij dwergmeeuwtjes en drieteenmeeuwen. Deze laatste meeuwensoort was niet zo talrijk als de dwergmeeuwen maar ze vlogen toch met regelmatig tussen de grote jongens door. De drieteen-meeuwen en dwergmeeuwen hebben een opvallende zwarte voorvleugelrand waardoor het net lijkt alsof er een "W" op de rug en vleugels staat. De vorkstaart heeft ook een zwarte voorvleugelrand maar die loopt niet door over de rug. En de dwergmeeuw heeft een opvallende ronde vleugeltoppen en zoals op de foto boven te zien is, heeft dit exemplaar geen zwarte voorvleugelrand.
drieteenmeeuw, Noordzee 12 okt 2024

Zo heeft elke soort zo zijn specifieke kenmerken. En toch blijft het lastig als ze voorbij vliegen en zeker als dat in groepen van verschillende soorten meeuwen gebeurd. Ik ben vorige week bewust naar die kleintjes gaan zoeken want voordat je het in de gaten hebt, heb je ze gemist. Het was natuurlijk ook heel leuk om die grote jongens te zien en zeker als er ook nog eens een aantal geringde beesten tussen vlogen. Dat leidde natuurlijk af. Het was in ieder geval een zeer geslaagde dag met veel mooie vogels.

Wil je meer weten van de dwerg- en drieteenmeeuw, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/dwergmeeuw

donderdag 17 oktober 2024

De jacht is geopend.

juveniele kleine jager,12 okt 2024
Afgelopen weekend zag ik op volle zee zowel kleine als grote jagers. Jagers heb je in vier verschijningsvormen en de kleinste en middelste heb ik dit jaar niet gezien. De kleine jagers van afgelopen weekend waren allemaal donkere varianten want je kunt daarnaast ook een lichte vorm en de meer zeldzame bruine vorm tegenkomen. Aan de centrale staartveren, die waren namelijk erg kort, kon ik zien dat het om juveniele beesten ging. Een adulte vogel heeft vrij lange centrale staartveren en die steken dus echt uit. Daarbij heeft een adulte vogel een licht gekleurde borst en buik met een donkere baan
jagende jager, 15 okt 2024

tussen keel en borst. Wat mij altijd opvalt is dat
de jagers op de een of andere manier heel stiekem, uit het niets ineens aanwezig zijn. Dat heeft denk ik ook met hun tactiek te maken om bij verrassing de meeuwen te dwingen hun eten af te geven. De kleine jager van afgelopen dinsdag verraste een kokmeeuw vlak voor de kant van de dijk. De meeuw is misschien wel snel en behendig maar een kleine jager die zijn zinnen heeft gezet op het maaltje van de kokmeeuw is dan behendiger en een aanhouder. Het lukt ze dan ook vaak om zo een maaltje te bemachtigen want zelf een visje vangen doen ze niet.

Dat het de afgelopen dagen vrijwel allemaal juveniele kleine jagers waren is goed nieuws want dat betekent dat er toch succesvol gebroed is. De jagers hebben de afgelopen paar jaar flink last gehad van de vogelgriep en zeker de grote jagers hebben daar een enorme klap van gekregen.
De jagers van afgelopen week waren zo fit als een hoentje want ze maakten het de meeuwen knap lastig. Ze joegen achter de meeuwen aan net zolang totdat de meeuw zijn voedsel uitbraakt zodat ze op die manier een makkelijk maaltje weten te bemachtigen.

De kleine jager is een echte kustvogel die tijdens de trek met een sterke noorden of noordwestenwind wel eens in het binnenland te zien is maar dat is maar sporadisch het geval. Je moet voor deze vogel echt naar de kust en dan moet je ook nog eens geluk hebben om er een te zien. Het is, zeg maar, geen vanzelfsprekendheid.

Wil je meer weten van deze super wendbare zee vogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-jager

maandag 14 oktober 2024

Het ruime sop.

volwassen jan van gent
Zeevogels kijken doe ik meestal vanaf de kant. De dijk bij Westkapelle, de Brouwersdam, Neeltje Jans, de dijk bij Stellendam en zo kan ik nog wel even doorgaan.Allemaal prima stekken om zeevogels te spotten. Het zijn dan voornamelijk kustvogels want de "echte" zeevogels blijven wat verder weg uit de kust en als ik die wil zien moet ik met een boot de zee op.

Pijlstormvogel, noordse stormvogel, jagers, zeekoeten en alken allemaal vogels die niet zo makkelijk onder de kust komen. Ze zitten altijd wat verder op zee en zijn alleen met een stevige noordwesten wind vanaf de kant te zien. Eiders, zwarte zee eenden, roodkeelduikers en middelste zaagbekken zijn wat dat betreft een stuk makkelijker te spotten. Die zitten soms wel eens op de kant.

jager die een meeuw achterna zit
De zeevogels zoals de jan van gent is op volle zee een relatief makkelijke vogel om te zien omdat hij heel goed naar de boot te lokken is. Wat mij altijd weer opvalt dat ze uit het niets achter de boot kunnen verschijnen. 

Ze flitsen door de grote groepen meeuwen en zijn er dan ineens. Drie keer zo groot dan een meeuw en toch onopvallend kunnen zijn. Dat is de kunt die de jan van gent als geen ander beheerst. De jagers zijn wel een categorie moeilijker want die komen nooit echt dicht bij de boot maar blijven op een respectabele afstand rond de boot cirkelen en loeren dan op meeuwen de net wat stukken vis naar binnen hebben gewerkt. Die worden dan tot 
drieteenmeeuw ook een echte zeesoort
vervelens toe achterna gezeten, net zo lang totdat de brokken vis uitgespuugd worden. Dat is de tactiek van een jager.

Ook drieteenmeeuwen en noordse stormvogels zijn normaal gesproken wat lastiger te spotten. Die kun je met name in de trektijd nog weleens langs de kust treffen maar dan moet je wel wat geluk hebben. En van die twee is de drieteenmeeuw misschien nog wel de makkelijkste, als je dat zo kunt zeggen.

De zeetocht kan heel spectaculair zijn maar er is geen garantie op mooie soorten. De wind is eigenlijk de belangrijkste speler in het mogelijke succes van de dag. Noordwesten wind brengt vogels dichterbij en op de dag zelf mag het van mij gerust wat rustiger zijn zodat je ook nog een beetje normaal op de boot kunt blijven staan en je foto's niet teveel bewogen zijn.

vrijdag 11 oktober 2024

Met z'n allen tellen.

oeverzwaluwen verzamelen en trekken ook weg
Elk jaar worden op een dag in oktober in heel West-Europa tegelijkertijd alle passerende vogels geteld. Zo wordt veel duidelijk over het aantal migrerende vogels, aantal soorten en tijdstippen waarop gevlogen wordt. En wie weet wat er nog meer duidelijk wordt naar aanleiding van de geboekte resultaten van die vele duizenden vogeltellers. 

De telstrook is breed en loopt voornamelijk maar niet alleen langs de kust en zo wordt er in de Biesbosch, de Maashorst en op tal van andere plekken in ons land geteld. Deze telling wordt de Eurobirdwatch genoemd en ik ga daarvoor nu alweer een aantal jaren naar de telpost in de Biesbosch. Inmiddels is de telgroep een redelijk vaste groep mensen die dezelfde interesse hebben. Voor mij is het ook nog een stuk nieuwsgierigheid want ik ben altijd benieuwd wat er aan "vreemde" vogels voorbij komt. 

ook lepelaars trekken weg
In de afgelopen jaren passeerde een buidelmees, bladkoning en de nodige beflijsters. Minder zeldzaam maar wel heel bijzonder om mee te maken waren de bijna drieduizend zanglijsters die in een paar uur tijd voorbij vlogen. Met name in deze tijd is best wel wat van die trek mee te krijgen. Vinken, houtduiven en zanglijsters kun je overdag in flinke groepen voorbij zien trekken en ook 's-nachts valt er nog wat te ontdekken want de met name de koperwieken komen in grote aantallen overgevlogen. Het kenmerkende piepje hoor je dan de hele tijd.
en ook flink wat spreeuwen trekken weg
Ook een aantal vogelsoorten trekt weg waarvan je dat niet een twee drie zou denken. Neem nou spreeuwen, merels en roodborstjes, die trekken ook weg en toch zie je er nog volop. Dat komt omdat dit vogels zijn die uit het noorden naar hier komen om te overwinteren.

Op de telpost kwam afgelopen zaterdag alles wel voorbij, niet allemaal in grote groepen maar wel in aardige aantallen. In totaal passeerden die ochtend 54 vogelsoorten en in totaal waren het ruim 2300 vogels met als uitschieters naar boven 480 houtduiven, 129 veldleeuweriken en 118 vinken.

Wil je meer weten van de vogeltrek, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/vogeltrek-gejaagd-door-de-wind

maandag 7 oktober 2024

Aalscholver zo lek als een mandje?


Aalscholvers zijn uniek in gedrag en in hun bouw. En met dat laatste bedoel ik dus dat hun verenkleed niet helemaal waterdicht is zoals bijvoorbeeld het verenkleed van een meerkoet. Na het vissen moeten de veren daarom goed drogen. Het lijkt onlogisch dat deze duikvogel niet helemaal waterdicht is zoals ook de jan van gent maar als je dan weet dat ze hierdoor supergoed onderwater kunnen zwemmen en jagen dan snap je dat wel.
aalscholver laat zijn veren drogen
Ze snijden als een warm mes door de boter bij wijze van spreken. 

Maar daar staat dan wel tegenover dat ze dus na elke duikpartij een tijdje moeten drogen en dan zie je ze met de vleugels wijd op een paal of boomtak zitten. Vaak mooie plaatjes en dat maakt het toch wel tot een bijzondere vogel. De aantallen aalscholvers nemen de laatste jaren weer wat af en dat tot vreugde van de binnenvissers die de aalscholver als een vervelende concurrent zien want vis eten dat kunnen ze als geen ander.

De aalscholver die bij Westkapelle een enorme paling had gevangen en die daar een eeuwigheid mee bezig was om hem door geslikt te krijgen staat nog op mijn netvlies gebrand. De paling van zeker 50 centimeter lang werd met veel moeite doorgeslikt en direct daarna kroop de paling weer uit de aalscholver om direct daarna opnieuw naar binnen gewerkt te worden. 
de paling is zeker 4 x uit de aalscholver 
gekropen, maart 2012 Westkapelle.
Dit kunstje werd keer op keer herhaald tot de aalscholver uiteindelijk de winnaar bleek. Het was geen smakelijke aanblik. Dit was dus een alleen jagende aalscholver maar dat doen ze ook weleens anders. 

Ze kunnen soms in enorme groepen samen jagen. Dat deden ze dus in de Eijerwaard in de Biesbosch waar de kreken door het dalende water steeds smaller werden en vol vis zaten. Het werd ze op die manier wel makkelijk gemaakt en gezamenlijk werden de vissen naar een hoek gedreven zodat de groep een makkelijk maal te pakken had. Dat synchroonzwemmen en samen jagen heb ik al eens vaker gezien. Ook op groot en diep water zoals bij Oude Tonge en in de Hardenhoek in de Biesbosch waar meer dan vijftig aalscholver samen in een
aalsholvers jagen samen
21 juni 2024 Volkerakmeer West
soort golfbewegeing van samen onder water en samen weer boven water door het water trok en zo de vis voor zich uitjoeg om als de tijd er voor was ze in een keer op te eten.. De vissen hebben nauwelijks kans om te ontsnappen en worden tot de laatste schub opgegeten.

Het zijn wat dat betreft in alle opzichten hele bijzondere vogels die ook nog eens een heel ander gedrag laten zien dan heel veel andere vogels. 

Wil je meer weten van deze onderwatervogel die niet waterdicht is, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/aalscholver

donderdag 3 oktober 2024

Geoorde fuut op diep water.


Afgelopen week zag ik weer eens een geoorde fuut en dat is geen alledaagse ontmoeting. Het gebeurt zomaar een of hooguit twee keer per maand dat ik ze ergens tegenkom. Meestal zie ik ze
geoorde fuut in winterkleed 18 sep 2024
bij Oude Tonge en ik zie ze in mindere mate in de Biesbosch. In de Biesbosch is het altijd een toevalstreffer en dan zie ik ze in gebiedjes die relatief "nieuw" zijn. 

Bijvoorbeeld een paar jaar geleden toen de Nieuwe Dordtse Biesbosch werd opgeleverd en een paar jaar later toen de Eijerwaard onderwater werd gezet. Ze houden wel van die ondiepe watertjes waar ook nog eens aardig wat begroeiing en beschutting te vinden is.
in volledig zomerkleed apr 2023
Het gekke is dat ze een tot twee jaar later daar niet meer terugkomen. Ze broeden dan in het begin in zo'n nieuw ontdekt gebiedje en komen in de jaren daarna daar niet meer terug en ik kan niet goed ontdekken wat er dan veranderd is aan zo'n gebiedje wat maakt dat het niet meer interessant is om te broeden. Als ik zo kijk wat ze in die nieuwe ontwikkelde natuur in het beginstadium steeds kwamen doen zou je bijna denken dat het pioniersvogel is.

Maar afgelopen week zag ik dus een geoorde fuut in een heel andere omgeving, namelijk het zeer diepe water van een spaarbekken in de Biesbosch waar drinkwater voor de randstad wordt gemaakt.
volledig winterkleed op 20 jan 2020
aan de Brouwersdam
Nu weet ik dat de geoorde futen in de winter vaak langs de kust verblijven en dan zijn ze bij de Brouwersdam ook wel eens te vinden. Ze zoeken dan wel het diepe water op maar broeden doen ze dus liever in ondiep en naar mijn idee vrij nieuwe ondiep water.

In de afgelopen jaren zijn dat dan steeds een paartje of zes geweest en dat moet je niet onderschatten want dat is dan ongeveer twee procent van de Nederlandse broedpopulatie. Nog eens twee procent is te vinden in de Asterdplas bij Breda waar ze alweer enkele jaren vaste broedvogels zijn. En dat roept dan bij mij vraagtekens op. Wel diep water en elk jaar terugkomen om te broeden wat is hier dan anders aan dan de Biesbosch waar we ze niet jaarlijks op dezelfde plekken terugzien? Die vraag is voor mij nog niet beantwoord.

De komende tijd is de kans om ze te zien het grootst aan de kust. Ze overwinteren deels daar en een deel trekt weg naar meer zuidelijke zeeƫn waar ze ook in de kustwateren blijven.

Wil je meer weten van deze pioniers fuut, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/geoorde-fuut

maandag 30 september 2024

Wie is wie?

adulte geelpootmeeuw
Het zijn in de loop der jaren heel wat blogs geweest waarin ik de meeuwen op het podium heb gezet. En eerlijk gezegd valt er door mij niet zo verschrikkelijk veel over deze vogels te vertellen. Meeuwenkenners kunnen dat des te beter en die raken niet uitvertelt over deze "lastige" beesten. Het is binnen de vogelerlarij een aparte tak van sport waar ik mij maar voorzichtigjes aan waag. 

Ik blijf zogezegd een beetje aan de zijlijn staan en betreed het toernooiveld niet verder dan met de punten van mijn schoenen. Toch blijven ze mijn nieuwsgierigheid prikkelen.
adulte pontische meeuw

Het gaat vandaag dus niet over de "alledaagse" meeuwen zoals kok- en stormmeeuwen maar over de "gekke" meeuwen zoals pontische- en geelpootmeeuwen want die kom ik steeds vaker tegen. Met name in de Biesbosch zijn dit geen bijzonderheden meer en kun je ze daar zelfs het hele jaar tegenkomen in alle denkbare jaarkleden. En dat maakt mij dan toch steeds weer nieuwsgierig en probeer ik vast te stellen om welke soort in welk jaarkleed het gaat.

bijna volwassen pontische meeuw
Op de bovenstaande foto's staan dus twee verschillende soorten meeuwen waar het voor de determinatie om specifieke meeuwenkennis gaat. Bolle kop, platte kop, lange dunne snavel zonder uitgesproken gonyshoek, hoog op de poten en een langgerekt lichaam, gele poten, rode oogring en dan maar niet over het verschillende verenkleed te spreken. De handpennen aangeduid met P10,9,8 etc. kunnen per soort ook weer verschillen en ga zomaar door. En bij deze reeks beschreven kenmerken hoort dan wel het volwassen of adulte verenkleed. 
juveniele pontische meeuw
In de lange weg naar het adulte verenkleed maken de beide meeuwensoorten een lange weg van makkelijk 4 jaar door waarin jaarlijks steeds andere onvolwassen kleden de revue passeren. Ik geef voorlopig nog niet op en blijf de specifieke soortkenmerken onder de knie te krijgen. Ik sluit af met een juveniele pontische meeuw waar je al een paar van die specifieke kenmerken ziet ontstaan. Hoog op de poten, langgerekt lichaam, vrij plat voorhoofd en een relatief lange snavel. Bij elkaar opgeteld laat dat in de soortentrechter tot een pontische meeuw samenkomen.

Wil je meer weten van deze buitencategorie vogels, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/beleefdelente/blog/lezen/het-herkennen-van-meeuwen

donderdag 26 september 2024

Bruine kiekendieven.

tweede kalenderjaar
De jonge bruine kiekendieven zijn inmiddels groot genoeg om zelf hun kostje bij elkaar te scharrelen en dat doen ze dan ook. Ik zag de afgelopen week in de Noordwaard steeds vier a vijf bruine kiekendieven jagen. Het lijken allemaal vrouwtjes maar dat is natuurlijk niet zo. Jonge bruine kiekendieven lijken in hun eerste jaar sterk op hun moeder ook al zijn het mannetjes. De vrouwtjes zijn als je goed kijkt, anders getekend en gekleurd dan de jonge exemplaren.

De kiek hiernaast heeft nog juveniele kenmerken maar heeft ook al flink wat sleet op zijn veren. De lichte veertoppen aan de handdekveren doet denken aan een juveniel maar de ontstane sleet op de handpennen laat zien dat het een tweede kalenderjaar vogel is. Mocht je daar anders over denken, laat het mij weten.

mannetje bruine kiek
De mannetjes zijn al vertrokken of gaan nog weg. Bruine kiekendieven overwinteren ook in het zuiden maar er blijven steeds vaker overwinterende vrouwtjes hier. Met name in de Biesbosch kom je ze in de winter nog wel eens tegen. Het zijn geen grote aantallen van vijf tot tien vogels, zoals je die nu tegen kunt komen maar een stuk of twee lukt in de winter nog wel.

Mannetjes zijn dan volledig afwezig en hun plek wordt dan opgevuld door blauwe kiekendieven. Manntjes blauwe kieken zijn altijd zeldzaam maar vrouwtjes zijn toch wel wat makkelijker te vinden.

een wat oudere uitgekleurde man
Mannetjes bruine kiekendieven lijken helemaal niet op mannetjes blauwe kiekendieven die asgrijs zijn met zwarte handpennen. 

De bruine kiek man hiernaast heeft alle adult kenmerken zoals de grijze stuit of bovenstaartveren, de lichte onderveren en de buik en borst die sterk getekend en een lichte ondergrond hebben. De handpennen zijn donker en hij heeft een drie kleurige bovenkant van bruin, witgrijs en zwarte veren. Heel herkenbaar maar niet altijd zo duidelijk zichtbaar.

Wil je meer weten van al die mooie verenkleden, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/bruine-kiekendief

maandag 23 september 2024

Verdwaalde eiders?

eerste kalenderjaar vrouwtjes eiders, 18 sep
Heel soms maak je in de Biesbosch iets geheel onverwachts mee en dat was afgelopen woensdag ook het geval. Tijdens een grote vogelinventarisatie ronde in de Biesbosch zagen we een groepje van zeven eidereenden op het water van een spaarbekken drijven.

Eidereenden zijn vogels die op zoutwater leven en eigenlijk alleen maar aan de kust voorkomen. Heel af en toe komt een eider landinwaarts en dan gaat het meestal om een enkel individu. Heel lang geleden gebeurde dat in de Biesbosch ook weleens dat daar een eider werd gezien maar dat waren en dat zijn het trouwens nog steeds zeldzaamheidjes. En heel erg lang geleden werd bij de Moerdijkbrug nog weleens een eider door jagers uit de lucht geschoten. Kijk, dat waren nog eens tijden. 

opgevlogen en na een rondje weer geland
In de tachtiger jaren van de vorige eeuw vlogen een keer 16 exemplaren over de Merwede bij Dordrecht en in de jaren daarna werd weleens een los exemplaar in de Biesbosch waarge- nomen. Dat geeft dus wel aan hoe zeldzaam het is om deze groep zeevogel in de Biesbosch te zien. 

Maar er zijn best veel zeevogels die de Biesbosch met enige regelmaat aandoen. Denk bijvoorbeeld maar een aan de roodkeelduiker, parelduiker, zwarte zee eend en middelste zaagbek die de spaarbekkens en rivieren ook weten te vinden.

Niet heel gek als je de kaart van Nederland eens goed bekijkt want dan zie je dat de Zeeuwse zeearmen tot aan West-Brabant doorlopen en een verbinding via het Hollandsdiep met de Biesbosch hadden. De Delta werken hebben een knip tussen zout en zoet gemaakt en eb en vloed is grotendeels verdwenen. We hebben in de Biesbosch nog een gemiddeld tij van om en nabij een centimeter of 25-30. Deze eiders zijn allemaal eerste kalenderjaar vrouwtjes. Dat is goed te zien aan het lichte oksel en witte baan op onderkant van de armpennen. 

Verder is de vogel egaal bruin met een wat lichtere kopstreep naar de snavelbasis toe. 
Een prachtige vogel in een prachtig gebied maak je niet alle dagen mee en is er weer een om in te lijsten. We zitten nu in een periode van het jaar waar je van alles kunt verwachten. Veel vogels zijn op trek en de aantallen zijn enorm wan heel veel koppels hebben jongen en die gaan ook allemaal de lucht in. Ga naar buiten en kijk omhoog.

Wil je meer weten van deze hele bijzondere Biesbosch bezoeker, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/eider

donderdag 19 september 2024

Visarenden luchtshow.

volwassen visarend 16 sep 2024
Het beloofde gisteren een prqchtige nazomerdag te worden maar de start leek er niet op. Het was grijs en fris en het zou nog tot aan de middag duren voordat de zon uit volle kracht zou gaan schijnen. Het was het wachten waard en in tussentijd voeren we met de boot van Staatsbosbeheer door de Biesbosch steeds verder westwaarts richting het Hollands Diep. In tussentijd inventariseerden we alle aanwezige watervogels. Dit is een maandelijkse telling die het hele jaar wordt gedaan.

Ik wil een vogelsoort die gedurende de dag steeds wel ergens een keer opdook, de visarend er uitlichten. Op dit moment verblijven heel wat visarenden in de Biesbosch want de trek naar het zuiden is in volle gang en dan is de visrijke Biesbosch een prima pleisterplaats om aan te sterken. Deze visarenden komen waarschijnlijk uit Scandinaviƫ en de vogels die we die dag zagen waren ongeringd. De visarenden die in de Biesbosch zijn geboren, zijn allemaal geringd.

en weer een prachtig overvliegend exemplaar 
In totaal zagen we zeven visarenden overvliegen, vissen of gewoon op een tak zitten en er zullen er vast nog meer in de Biesbosch rondhangen. Overigens in diezelfde Biesbosch verblijven momenteel ook nog eens tussen de tien en vijftien zeearenden. Dat geeft wel aan hoe visrijk dit uitgestrekte natuurgebied is. 

De Biesbosch is ook de bakermat van de Nederlandse visarenden populatie. Het was in dit uitgestrekte natuurgebied waar de visarend voor het eerst is gaan broeden. Inmiddels broeden hier al drie koppels visarenden en verbleef dit jaar een vierde koppel in de Biesbosch wat niet tot broeden is gekomen. Wie weet dat het volgend jaar wel lukt? 
visarend met een malse baars
Inmiddels broeden ook al twee koppels succesvol elders in Nederland. De Biesbosch visarenden broeden bijna allemaal in de hoogspanningsmasten die in de Biesbosch staan. In het verleden begon het eerste visarendenkoppel nog enthousiast in een grote dode wilg maar dat hout rot zo snel weg en weegt het nest zo zwaar dat de boom het al na twee jaar begaf. Het tweede boomnest is na een succesvol jaar verlaten en wordt niet meer gebruikt door visarenden. Het nest was gekraakt door Canadese ganzen en ging het legsel verloren door predatie van een marter. Het is dus misschien maar goed dat dit nest niet meer wordt gebruikt.
Huis ter Heide 7 sep jl..

Deze weken zijn topweken om visarenden te spotten en daarvoor hoef je niet alleen naar de Biesbosch. Je kunt ze ook op andere plekken tegenkomen waar flinke waterpartijen zijn. Afgelopen week zag ik bijvoorbeeld nog een vissende visarend bij een ven in het natuurgebied Huis ter Heide. De grootste kans om een visarend te spotten heb je als naar buiten gaat en regelmatig omhoog kijkt. Gisteren is mij dat maar liefst zeven keer gelukt maar dan moet ik er ook bij zeggen dat ik wel in de visarenden hotspot van ons land, het Nationaal Park de Biesbosch was.
 
Wil je meer weten van deze prachtige vliegende visser, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/visarend

maandag 16 september 2024

Ook lepelaars klaar voor vertrek.

Even een rondje vliegen om de spieren los te houden.
In de Biesbosch en dan met name in de Noordwaard zie je op steeds meer plekken grote groepen lepelaars bij elkaar staan. Ze rusten uit, eten wat en vliegen een klein stukje. Alles om sterk genoeg aan de trek naar het zuiden te beginnen. Het is bijna zover en dan zijn ze weg net als de koereigers die ook op punt van vertrekken staan. Ik zie beide groepen in dezelfde polders bij elkaar in de buurt staan. Bij elkaar opgeteld zijn het makkelijk 200 tot 250 lepelaars en ik kan mij herinneren dat zo'n tien jaar geleden de groep makkelijk 400 exemplaren groot was. Heel wat meer dan nu terwijl ik het idee dat het helemaal niet zo slecht met deze soort gaat.

de onderste lepelaar is een jong
Sterker nog, ik zie regelmatig een jonge lepelaar in de groep zitten. Dus er wordt ergens ook nog succesvol gebroed alleen weet ik niet of de aanwas groot genoeg is om de groep te laten groeien. Een jonge lepelaar heeft een lichtgekleurde snavel en de handpennen zijn zwart terwijl die bij een volwassen exemplaar helemaal wit zijn en de snavel is zwart en aan het uiteinde geel. De lepelaar broedt niet in de Noordwaard en is hier alleen buiten het broedseizoen te zien. De dichtstbijzijnde broedplaats is volgens mij de Sassenplaat in het Hollands Diep maar er kan ook best nog wel ergens anders een broedplaats zijn.

Het zijn trouwens geen langeafstandstrekkers, lepelaars doen het rustig aan en vliegen zuidwaarts van het ene moerasgebied naar het andere. Uiteindelijk arriveren ze dan in Afrika waar ze overwinteren. De komende paar weken gaat het dan gebeuren en zijn op een keer weg uit de Noordwaard en is het voor mij weer wachten tot het voorjaar om ze weer te zien.

Hier in de Noordwaard zie ik de lepelaars vaak in de buurt van de grote- en kleine zilverreigers foerageren in de ondiepe delen van de polders. Met name de Eijerwaard en de Hardenhoek zijn echte lepelaar pleisterplaatsen. Het valt dan pas op hoe klein ze eigenlijk zijn of hoe groot een grote zilverreiger is. Het waterpeil van de Eijerwaard is verlaagd in verband met geplande werkzaamheden. Het water staat nu alleen nog inde stroomgeulen en daar zit het vol met vis en andere kleine waterdiertjes en daar zeven de lepelaars met gemak een maaltje bij elkaar. Een tip van mij is om de komende week of twee weken naar de Noordwaard te gaan. Je heb nu nog de kans om mooie groepen lepelaars te bekijken. En anders moet je weer wachten tot volgend jaar,

Wil je meer weten van deze exotisch uitziende vogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/lepelaar

vrijdag 13 september 2024

Soort bij soort.

alleen maar grote zilverreigers(en 'n blauwe)
Hoe het werkt weet ik niet en waarom het zo gebeurd weet ik ook niet maar de reigers in de Biesbosch gaan in de Eijerwaard als soort bij elkaar zitten. Niks gemengd, alhoewel de blauwe reigers zich wel aardig mengen onder de overige familieleden. Maar de rest moet daar niets van weten. Misschien omdat ze verder allemaal wit zijn en voor verwarring kan zorgen. De kleine zilverreigers bij de kleine zilverreigers, de grote zilverreigers bij de grote zilverreigers en ook de koereigers zaten braaf bij elkaar. De blauwe reigers scharrelen daar dan weer tussendoor.

alleen maar kleine zilverreigers
Ik vond het heel apart om deze strikte scheiding der reigers zo te zien. Van elke reigersoort zaten steeds ruim twintig exemplaren redelijk dicht bij elkaar. In totaal zag ik in de Eijerwaard bijna honderd reigers zitten. Ik snap trouwens wel waarom ze allemaal in de Eijerwaard zitten want het waterpeil is daar nu zo ver gezakt dat alleen nog maar in de geulen water staat. En in die geulen zwemmen heel erg veel kleine visjes rond want in de Eijerwaard zijn daar in het voorjaar gruwelijk veel jonge visjes geboren. 

alleen maar koereigers
Voor de viseters is dit het paradijs maar voor de vissen is dit een hel want ze kunnen er ook niet uit. Het water loopt hier niet vrij in en uit en wordt alleen door middel van kleine watermolentjes heen en weer gemalen. Dit najaar gaat hier qua waterpeil niets meer gebeuren en is het wachten tot het winter wordt want dan laat SBB de boel weer vollopen en kan ik daar weer genieten van duizenden watervogels.

De aantallen koereigers stijgen de komende weken naar ongekende aantallen. 
de koereigers bleven maar komen
Ze slapen dan ergens in de Noordwaard totdat ze het genoeg vinden en naar het zuiden vliegen. De najaarstrek van deze vogels begint over een paar weken en dan is de club om en nabij de 80-90 exemplaren groot. Ongekende aantallen voor Nederland want nog niet zo heel lange geleden was een koereiger nog een bezienswaardigheid.

De grote zilverreigers zijn de enige reigers die in grote groepen hier overwinteren en als we weer eens een goede strenge winter krijgen kunnen de aantallen grote zilvers enorm oplopen en dan denk ik weer even terug aan zo'n 15 jaar geleden toen hier dik 800 grote zilvers bij elkaar zaten te vernikkelen van de kou. Spectaculair om te zien maar ik ben bang dat we dat soort winters niet meer krijgen. Daarom geniet ik nu op een andere manier van de vele reigers in de Biesbosch. Weliswaar soort bij soort alsof er in de reigerwereld een soort apartheid bestaat.