vrijdag 12 oktober 2018

Gevaarlijke vogeltrek.

het oververmoeide zwartkopje rust uit op een kist vis
Bij de vogeltrek heb je altijd een wat roman-tisch beeld. Vogels die in het najaar vanuit het hoge noorden naar het warme zuiden vliegen. De ene soort navigeert op de stand van de sterren en de maan, de ander volgt het magnetisch veld en weer anderen volgen de infrastructuur zoals kustlijn en grote rivieren.

Dat zo'n tocht niet zonder gevaar is kunnen we ook nog wel bedenken maar daar krijgen we eigenlijk maar weinig van mee. Het grootste gevaar is de jacht en vogelvangst met netten in zuid Europa en minder bekend is de dreiging van rovers, uitputting en weersomstandig-heden.

Dat komt natuurlijk ook omdat wij daar niet echt bijzijn als het op deze tocht misgaat en daarom schrijf ik er nu een keer over omdat ik het verschijnsel van zeer nabij heb gezien.

een echte zeevogel, jan van gent
Vanaf een schip op de Noordzee keken we naar zeevogels zoals jan van genten, grote jagers, zeekoeten, noordse stormvogels en pijlstormvogels toen een jonge zwartkop op het dek landde. Het beestje was oververmoeid, overwon zijn angst en bleef rustig tussen ons inzitten. Hij bleef de hele dag aan boord en at de voedselrestjes van het dek, zat zelfs even op de neus van mijn rechterschoen. Ook een roodborst, koperwiek en winterkoning kwamen kort aan boord om even op adem te komen. De roodborst was waarschijnlijk op weg naar Engeland om daar te overwinteren. De routebeschrijving van de winterkoning kende ik niet en de koperwiek kon later zomaar op de 2e Maasvlakte landen.

meeuwen op zoek naar een lekker hapje
En toen besefte ik dat er voor heel veel vogels geen schip in de buurt is als ze over zee vliegen, op weg naar het zuiden waar het weer lekker, en voedsel in overvloed is. Ondertussen vlogen kramsvogels, gele kwikken en piepers over de boot. Kwieke vleugelslagen, zo fit als een hoentje en nog geen tekenen van vermoeidheid ook op weg naar het zuiden.

Een koperwiek vloog laag over het water, recht op een groep foeragerende grote mantel-meeuwen af en dat was een onherstelbare fout. Een mantelmeeuw wist de koperwiek uit de lucht te plukken en dook ermee het water in, de natte koperwiek verdween in de gulzige bek van de meeuw en werd zo een hapje tussendoor.

Het is goed om de trek ook eens van andere kant te zien maar liever niet te vaak, want ik had toch wel met ze te doen.

Geen opmerkingen: