witgat(L), groenpootruiter(R) tureluur(L), oeverloper(R) |
Het moeilijkst in deze periode is de aankomst in winterkleed uit de overwintergebieden. Je hebt ze dan even niet gezien en moet je echt het geheugen weer even opfrissen. Met name de vogels die veel op elkaar lijken zoals zwarte ruiter en tureluur in winterkleed is in het begin weer even lastig. De zwarte ruiter met zijn lange
kemphaan(L), Steltkluut(R) regenwulp(L), grutto(R) |
Ook de groenpootruiter, die nu zo massaal in de Biesbosch aanwezig is, lijkt bijvoorbeeld op een bosruiter. Maar als die bosruiter bij een andere vogel zoals tureluur of kievit staat, zie je direct het verschil. Maar staat diezelfde bosruiter in zin eentje ver weg dan wordt het lastig. De vooral gezaagde rugdekveren vallen dan bij de bosruiter op en dat zie je bij de groenpootruiter weer niet.
Gelukkig zijn er ook steltlopers die een uniek kenmerk hebben, bijvoorbeeld de oeverloper met zijn witte punt tussen de beige borst en bruine vleugelrand, een wulp met zijn lange kromme snavel, de steltkluut op zijn lange rode stelten, de kemphaan in toernooikleed en de grutto met zijn enorme lange en rechte snavel. Die vallen dus wel mee maar dan de rest?
in zomerkleed wordt het een stuk makkelijker |
Nee dan zijn de vogelgeluiden weer een stuk makkelijker, alhoewel je je daar soms ook aardig in kan vergissen. Veel vogels hebben hun eigen identieke lied en als dat liedje eenmaal tussen de oren zit, gaat het wel. Grasmus, zwartkop, kneu, tuinfluiter, gekraagde roodstaart, noem ze maar op, hebben allemaal hun eigen liedje.