dinsdag 8 maart 2016

Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is.

Snavels, daar kun je nog eens veel over zeggen en van vinden. Elke vogelsoort heeft zo zijn eigen type snavel, gemaakt voor zijn eigen manier van voedsel zoeken en bewerken. Ik kom op dit onderwerp omdat ik verspreid door de Oranjepolder drie dode vogels zag liggen. Twee dode kraaien en een dode zilvermeeuw, twee soorten met fors uitgevoerde snavels. Bijzonder omdat ik het idee heb dat er in deze winter voldoende voedsel te vinden was en omdat er anders nooit zomaar drie dode vogels liggen. Nu sterven vogels op een gegeven moment ook, dat kan en hoort er gewoon bij.

Trouwens het was onze hond die ons attent maakte op deze kadavers, hij probeerde zich eens lekker in de verre staat van ontbinding verkerende resten te rollen en de voor hem aangename geur mee naar huis te nemen. Een vreemde gewoonte van honden trouwens en kans op een behoorlijke stank bij ons in huis. Ook als er een dode stinkende vis op de kant ligt, is dat bijna onweerstaanbaar voor een hond.

zeg nou zelf, hier kun je toch niet mee zingen?

Niet elke snavel is geschikt om te zingen. Trouwens ik weet eigenlijk niet of een vogel een bepaald type snavel nodig heeft om te kunnen zingen maar de combinatie snavel en een gouden keeltje is volgens mij wel een hele logische. Moet je eens voorstellen dat een zeearend met een snavel als een betonschaar zou zingen als een nachtegaaltje of als een zanglijster. Op de een of andere manier klopt die combi niet. Een zangertje heeft een fijn gemodelleerd snaveltje zodat de heldere klanken fijntjes klinken en ons gehoor strelen. Nee, de vogels met van die joekels van snavels, vaak krom, grof en gehoekt, komen niet verder dan krassende geluiden, groffe klanken alsof er gescholden wordt, of er op zijn minst iets geroepen wordt wat wel eens onaardig kan zijn en niets lijkt dan ook maar een beetje op zingen of op een vriendelijke opmerking en compliment.

Die groffe snavels hebben dan ook een totaal ander doel, ze moeten of zaden kraken, prooien doden, taaie prooien openscheuren om bij het malse binnenste van een kadaver te komen. Dat zware taaie werk zorgt er volgens mij ook voor dat je dan weinig zin hebt om een verfijnd melodieus liedje te zingen. Dus naast een mooie verentooi heeft elke soort dus een toepasselijke snavel. mooi dat de natuur daar allemaal rekening mee heeft gehouden.

Ik vond een plaatje met daarop een aardige indeling van zo'n zestien verschillende snavel modellen en dat plaatje geeft een prima overzicht van de meest voorkomende snaveltypen. Neem bijvoorbeeld het type "picking", daar vallen weer een hele reeks snaveltypen onder. Zo is de snavel van een tureluur recht en een centimeter of zeven lang. Hij kan daarmee diep genoeg in de modder zoeken naar insecten en wormpjes, een wulp heeft weer een langere snavel van wel vijftien centimeter lang om in diezelfde modder naar dieper levende diertjes te zoeken. Een bonte strandloper heeft een snaveltje van twee tot drie centimeter en zit ook in diezelfde modder te wroeten. Allemaal snavels die tot het type "picking" behoren, verschillend van lengte en daardoor zijn deze vogels geen voedsel concurrenten. Geweldig hoe dat toch allemaal in elkaar zit.

Samengevat kun je wel stellen dat insecteneters tot de eredivisie van de zangkunsten met fijne snaveltjes behoren. Denk maar eens aan een paar toppers als winterkoning, roodborst, bosrietzanger, blauwborst, heggenmus, nachtegaal, lijster en merel. Zaadeters zoals vink, putter, sijs en groenling zijn ook aardige zangers maar wel met een stuk eenvoudigere liedjes en die rangschikken we dan in de Jupiler league. En de laatste categorie, een soort zondagamateurs zijn de snaterende eenden, dat heeft niets meer met zingen te maken maar ja zeg nou zelf, twee van die platte lepels, daar kun je toch niks meer mee als een beetje modder zeven? 

Geen opmerkingen: