En dan gaat het nu even niet over de uilen met veren die we allemaal kennen, maar over de uilen die weliswaar ook vleugels hebben maar geen vogels zijn. Ik bedoel dan de nachtvlinders die ook veelvuldig in de Oranjepolder voorkomen. Het zijn er ontelbaar veel in aantallen maar ook in soorten. De laatste nachtvlindernacht in de IVN natuurtuin heb ik helaas moeten missen en daar ben ik echt teleurgesteld over want de waargenomen soorten van die nacht had ik wel heel graag gezien. De namen van nacht vlinders spreken tot de verbeelding en dat alleen al maakt dat ik erg in ze geïnteresseerd ben. Namen als witte tijger, bruine beer, spaanse vlag of wat te denken van de sombere beer? Stel je loopt 's-nachts in een bos in Canada op zoek naar nachtvlinders en iemand roept, een bruine beer, een bruine beer, dan ga je echt wel rennen.
Heel veel nachtvlinders hebben van die prachtige namen en die namen alleen al maken mij ook erg aan het lachen. Niet snel te bedenken, maar als je eens een wat minder humeur hebt, blader dan eens door een nachtvlindergids. Ik heb zojuist op aanraden van Peter van de natuurtuin de Oranjepolder de nieuwe nachtvlinder veldgids voor Nederland en België aangeschaft. Een fantastisch advies kan wel zeggen, een prachtig boekwerk met erg gedetailleerde beschrijvingen en uitstekende afbeeldingen die mij zeer zeker gaan helpen om de namen bij de beestjes te vinden. Nu meld ik wel eens een nachtvlinder met foto en zoek er een naam bij die er op lijkt. Ik krijg dan meestal binnen een dag een correctie op waarneming.nl met de juiste naam. Een prima manier maar niet de juiste..
|
straaljagertje |
|
tandjesuil |
Ik heb voor vandaag mijn doel-stelling met de nodige lachsalvo's alweer gehaald. Met name het "straaljagertje" spande de kroon. Het nachtvlindertje Trigonophora Flammea is in 1785 door Esper ontdekt en beschreven. Gek verhaal, want toen had je nog helemaal geen straaljagers, dus die Nederlandse naam is er later door iemand bij verzonnen. Ik probeerde mij al voor te stellen hoe dat dan 's-nachts gaat, hoor je dan een heel zacht straaljager geluidje overvliegen of door de struikjes jagen? En kan zo'n piepklein straaljagertje ook de door de geluidsbarrière vliegen? En heeft dat in 1700 geklonken als een rotje nummer 3 of 4? In ieder geval niet als een strijker of cobra.
|
Photedes captiuncula (kabouteruil, Treitschke, 1825) |
De meest prachtige tot de verbeelding sprekende namen komen voorbij, berkenbrandvlekvlinder, zwartbandgranietuil, veelhoekaarduil, en het kabouteruiltje. Die laatste lijkt mij erg klein. Veel nachtvlinders zijn al klein en als je dan ook nog eens kaboutertje genoemd wordt, dan ben je dus echt een kleintje. Maar je hebt ook van die namen waar je bij denkt, hoe komen ze er op?
Ik vond vlindernamen als reiziger, dienares, haarbos, volgeling, zoensnuituil en de tandjesuil(iets anders dan de tandenfee), en wat te denken van de zorro uil, prachtige namen toch en op hoeveel lachsalvo's ben je uitgekomen? Alhoewel, niet iedereen barst in lachen uit maar een of meerdere glimlachen moet het wel opgeleverd hebben.
Wil je meer weten van deze prachtige dieren met de meest fantasierijke namen, ISBN nummer van de nieuwe nachtvlinder veldgids van Nederland en België is 978 90 2155 9223
Veel leerzame momenten toegewenst!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten