donderdag 16 februari 2023

Tellen tot je erbij neervalt.

een van de drie roerdompen
Daar leek het gisteren wel op, we begonnen om 7.45 met vogels tellen in de Biesbosch en stopten om 18.15 uur en vanaf dat moment moesten we nog ruim veertig minuten naar de haven terugvaren. Maar ik mag absoluut niet klagen want voor een midwinterdag was het uitzonderlijk mooi weer met uitstekende telomstandigheden. De zon scheen, de temperatuur liep lekker op en er stond geen streep wind. Wat wil je nog meer?

Vanaf de boot werden alle watervogels geteld en door de lage vaarsnelheid was alles prima te ontdekken en te determineren. 

In het eerste halfuur zagen we drie roerdompen in de rietkraag staan en dat maakt de dag eigenlijk al goed want dit zijn bijzonder schuwe vogels die zich niet makkelijk laten zien. Nu is het wel zo dat in de winter meerdere buitenlandse roerdompen hier komen overwinteren dus een ontmoeting met deze zeldzame reigerachtige is altijd mogelijk.

En behalve roerdompen verzamelen grote zilver-reigers zich ook in grote groepen in de Biesbosch. Maar deze vogels zoeken elkaar, in tegenstelling tot de roerdompen, juist op. Wat dieper in de Biesbosch stonden in een ondiepe kreek tegen de rietkraag bijna veertig zilvereigers bij elkaar. Met name in een vorstperiode zoeken deze vogels ijsvrij water op en door het getij in de Biesbosch is dit voor ze misschien wel de beste plek in Nederland om te overwinteren.
geoorde fuut, nu al in zomerkleed
De telroute ging steeds verder westwaarts, richting het grote open water wat uiteindelijk samenkomt met de Merwede in het Hollands Diep. Wat daar met name opviel waren de grote aantallen bijzondere wintergasten zoals ruim 70 nonnetjes, meer dan 250 brilduikers en ruim 100 grote zaagbekken. Dat zijn nog eens aantallen en die had ik eerlijk gezegd niet verwacht te zien. Daarbij komt nog eens dat de Noordwaard niet in de telling zat, die wordt de komende twee dagen uitgevoerd en gaat ook weer veel vogels opleveren. Met die aantallen in het achterhoofd snap je pas wat de waarde van dit uitgestrekte natuurgebied is.

Tot slot werden de twee grote spaarbekkens bezocht en daar kun je in deze tijd van het jaar altijd wel wat bijzondere vogels verwachten. 
duizenden meeuwen arriveren in de slaapplaats
Ook hier werd ik verrast door de mooie soorten en aantallen. Geoorde futen, kuifduiker, 70 witte kwikstaarten en bijna 100 middelste zaagbekken dobberden op de enorme plassen water rond. Die laatste vogel komt in de winter eigenlijk alleen aan de kust voor en dan is dit aantal toch wel uitzonderlijk te noemen. 

Bij elkaar opgeteld, hadden we die dag meer dan 10.000 watervogels, verdeelt over ruim 40 soorten en daarbij komt nog dat de ruim 15.000 kok- en stormmeeuwen die op de spaarbekkens overnachten, niet meegeteld worden. Die vogels tellen alleen mee in een slaapplaatstelling. Dit was duidelijk de dag van de grote getallen.

Geen opmerkingen: