donderdag 29 februari 2024

Is dit onze blauwe kiekendief?

jagende blauwe kiekendief
Toen wij gisteren in de Willemspolder liepen, werden we getrakteerd op een jagende blauwe kiekendief. Het is geen alledaagse vogel maar inmiddels wel een al jarenlang vast terugkerende roofvogel in de winterse Willemspolder.

Als broedvogels is de blauwe kiekendief hier in Nederland zo goed als uitgestorven. Nog slechts een paar koppels komen nog tot broeden en als je die vogels wil zien moet je naar de Groningen of de Wadden. 

Hier in Brabant is voor deze kiekendief geen geschikt broedgebied meer te vinden. Maar elke winter komen de blauwe kiekendieven uit het oosten naar hier en overwinteren ze bij ons. 
vrouwtje blauwe kiekendief
Willemspolder 3 feb 2019
De blauwe kiekendieven in de winterse Willemspolder zag ik in 2010 voor het eerst en waarschijnlijk kwamen ze hier al veel langer. In die jaren hebben we tijdens de inventarisaties voor de Vogelatlas van Nederland deze vogel ook steeds mee kunnen tellen en we zien hem nu nog steeds. Is dit dan "onze" blauwe kiekendief? Of het dezelfde vogel is betwijfel ik wand dan zou dit toch wel een oud exemplaar zijn. 

De kiek die we zagen is een mannetje met een asgrijs verenkleed en gitzwarte handpennen. Deze kiek was in winterkleed en als hij wat verder van je vandaan vliegt zou je makkelijk kunnen denken dat je in de verte een meeuw ziet vliegen. 
zichtbaar trage vlucht
Alleen de manier waarop de vogel laag en traag net boven de grond vliegt, verraadt dat het om een andere soort gaat. In de winterse Willemspolder moeten wel heel veel muizen en mollen zitten want behalve deze blauwe kiek jagen hier volop buizerds, een paar torenvalken en een slechtvalk. 

Dit jaar heb ik nog geen vrouwtje blauwe kiekendief gezien maar in het verleden zagen we die hier ook nog jagen en soms zelfs twee exemplaren. 

Wil je meer weten van deze opvallende verschijning, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/blauwe-kiekendief

dinsdag 27 februari 2024

Rallen, kwakken enz.

2e kalenderjaar kwak
Het zijn niet de allergemakkelijkste soorten om te spotten. Vrijwel altijd zijn het toevalstreffers en vang je soms alleen maar een glimp van ze op. Een gillende waterral of een zwiepend porseleinhoen wil je nog wel eens horen maar zien is een hele andere klus. 

Een ralreiger of woudaap zijn als je ze tegenkomt zelfs echte geluks- of toevalstreffers. En op deze reeks aan zeldzaamheden is de kwak toch langzaamaan een wat minder moeilijke soort aan het worden. Regelmatig wordt wel ergens in Nederland een kwak gezien. Vaak zijn het nakomelingen van ontsnapte volière vogels of zijn ze zelfs afkomstig van dierentuinen. Dat zijn dan meestal ook geringde exemplaren.

Een paar jaar geleden gebeurde het nog wel eens dat een ongeringde kwak of zelfs enkele kwakken in de Brabantse Biesbosch neerstreken. Die bleven dan een tijdje hangen en vertrokken later weer met onbekende bestemming. Behalve in de Brabantse Biesbosch zijn in het afgelopen jaar een paar kwakken gespot aan de Dordtse kant. Daar zitten nu een jonge kwak en een geringd volwassen exemplaar vlak bij elkaar. Ze zijn beide redelijk honkvast en zitten in een park in de stad.

een zeer zeldzame woudaap
De volwassen geringde kwak is erg tam en is makkelijk te benaderen. Eigenlijk is dat jammer want dat haalt veel weg van het mysterieuze imago van de vogel. Dat mysterieuze hebben trouwens al die rallen en kwakken wel. Ik weet nog dat de woudaap die ik in de Biesbosch zag bijna een hartstilstand tot gevolg had. Ik rekende er niet op en sterker nog ik dacht niet dat ik die ooit een keer zou zien. 

Zo schuw en mysterieus het imago van de vogel is, zo relaxed bleef hij in de rietkraag aan een paar rietstengels hangen. Hij hield in beide knuistjes een bundeltje riet vast en keek verwonderd de wereld in. Niet angstig of bang vloog hij een stukje op en landde in een wilgje in het riet. 

ralreiger langs de weg


Heel bijzonder om deze bijzondere vogel zo makkelijk te kunnen bekijken. De weken erna als ik daar in de buurt was heb ik nog veel moeite gedaan om hem nog een keer te spotten maar dat is helaas niet meer gelukt.

Dat was met de ralreiger wel anders. Die liet zich dagenlang makkelijk zien en daar hoefde je de auto niet eens voor uit te komen. Die zat in een moeras of mangrove-achtig stukje water langs de doorgaande weg in de Noordwaard in de Biesbosch.

Wil je meer weten van de niet zo zeldzame kwak, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kwak

donderdag 22 februari 2024

Blauwvleugeltaling in de Dordtse.

blauwvleugeltaling met haar vrienden
Ook alweer vijf jaar geleden dat ik de blauwvleugeltaling heb gezien. Wat dat betreft is dit een aan het begin van het jaar al een succesvol vogeljaar te noemen. Vorige week in het weekend zowel de blauwvleugeltaling, roodhalsfuut, kwakken en baardmannen gespot. Soms zit het mee en soms zit het tegen want hoe vaak heb ik niet gehoord "hij is net weg"? Het was een mooi weekend, ik kan niet anders zeggen. Maar die blauwvleugeltaling was geen makkelijke vogel om te spotten. Ik had al gehoord dat hij nogal beweeglijk was en steeds opvloog in het gezelschap van twee mannetjes slobeenden. 

 
Het gebied was ook al niet makkelijk want er stond nogal wat riet. En het was een soort krekenstelsel met open stukjes water omzoomd door rietkragen, lekker onoverzichtelijk en een uitdaging zogezegd. Het weer zat ook niet mee want het waaide en regende behoorlijk, eigenlijk kwamen alle ingrediënten bij elkaar die een zekere mislukking garanderen. 

vrouwtje blauwvleugeltaling
En het duurde best even voordat de slobeenden in beeld kwamen. en ook weer verdwenen. Gelukkig herhaalde dat ritueel zich enkele keren achterelkaar zodat we hoop bleven houden. Uiteindelijk kwam ze in beeld met haar twee vrienden. Een goede foto maken zat er mede door de weersomstandigheden.niet in.

Het is een zeer onopvallend vogeltje en zou ook voor een vrouwtje wintertaling door kunnen gaan. Het verschil zit 'm in de zwarte snavel, lichtgekleurde ring rond de snavelbasis en ze mist het groene spiegeltje. Drie kenmerken die onze wintertaling niet heeft en deze noord en midden Amerikaanse vogel wel heeft. Het is een vrij anonieme dwaalgast die hier af en toe in de winter langskomt. Het was best jammer dat ik het blauwe spiegeltje niet kon zien zoals dat groene spiegeltje bij de wintertaling wel goed te zien is. 

Wil je meer weten van deze zeldzame dwaalgast, klik dan op de link;
https://www.dutchavifauna.nl/species/blauwvleugeltaling

maandag 19 februari 2024

Roodhalsfuut op bezoek.

roodhalsfuut met gele snavelbasis
De roodhalsfuut is in ons land een zeldzame vogel, zowel als broedvogels en ook als wintergast. je moet echt geluk hebben om er een keer een te zien. Afgelopen jaren kon je in de Biesbosch op het spaarbekken de Rug nog weleens een roodhalsfuut tegenkomen maar verder waren hier in de buurt weinig roodhalsfuten te vinden. 

Meestal zaten de overwinteraars aan de kust en zag ik ze af en toe bij de Brouwersdam. Het is een wat kleinere fuut die er in de winter niet heel veel anders uitziet dan een gewone fuut. Hij is iets kleiner en heeft in de winter nog geen echte bruine veren want in het zomerkleed ziet deze fuut er prachtig uit.

duikend naar voedsel

Het was alweer vier jaar geleden dat ik de roodhalsfuut had gezien. Een aan de Brouwersdam en een op het spaarbekken de Rug. Ook allebei in winterkleed in de winter want broeden doen ze niet bij ons in de buurt. Er broeden enkele koppels in Drenthe en dat is ook de enige plek in Nederland. Ze komen in grotere aantallen voor ten noorden en oosten van ons land. Ze komen vrijwel overal op het noordelijk halfrond voor en de soort doet het wereldwijd nog niet eens zo slecht. Ze nemen in aantal wel wat af maar nog niet in zorgwekkende aantallen.

Jammer dat wij net aan het randje van zijn noordwestelijke verspreidingsgebied zitten en ze maar weinig te zien krijgen. In Scandinavië, Duitsland en Denemarken heb je meer kans. Daarom is het extra genieten als er eens een keer een in de Brabantse Biesbosch zit. Hij zat op een goede plek en je kom hem van redelijk dichtbij zonder belemmeringen zien.

De fuut dook veelvuldig en was zich tegoed aan het doen aan de waterdiertjes, larven en andere waterinsecten. Heel soms pakt hij ook een vis maar dat is niet zijn hoofdvoedsel, terwijl dat wel voor de fuut is. Die eet juist wel veel vis en pakt maar af en toe een insectje mee. Ze eten dus precies het tegenovergestelde en zijn geen voedselconcurrenten van elkaar. 

Wil je meer weten van deze zeldzame verschijning, klik dan op de link; https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roodhalsfuut

donderdag 15 februari 2024

Kepen op punt van vertrek?

kepen lusten ook bessen
Het is nog winter maar de temperatuur doet iets anders vermoeden. Bijna elke dag halen we de dubbele cijfers wel. Ik ben benieuwd wat dat nou met de biologische klok van de vogels doet? Ik zou er niet raar van te kijken staan als trekvogels zich door die temperaturen aangemoedigd voelen om op de wieken te gaan. Maandagochtend zag ik verschillende groepen trekvogels in de velden staan, kolganzen, groenlingen samen met een paar kepen in een struik en wat verderop een serieuze groep wulpen. Allemaal vogels die de komende tijd wegtrekken.

Ik was blij verrast om tussen de grote groep groenlingen nog een paar kepen te ontdekken. Dit jaar zijn maar weinig kepen naar onze regio gekomen en hoe dat verder in Nederland was, weet ik niet. Vorig jaar barstte het van de kepen en dit jaar, net als in 2022 zijn ze maar met weinigen. Afgelopen maanden heb ik steeds moeite moeten doen om er een of een paar te zien. Kepen kunnen in enorme groepen vanuit Scandinavië en verder naar het zuiden trekken en soms doen ze dat dus niet.

De kepen van afgelopen maandag waren mannen die al aardig op kleur waren. Ze kunnen zo aan het broedseizoen beginnen. 

groep opvliegende groenlingen
Op de foto zetten viel niet mee want de groenlingen waren erg druk en namen de kepen steeds mee in hun onrustige gedrag. Ook de groenlingen wilden deze ochtend niet poseren en vlogen van de struikjes het kruidenrijke veld in om direct na de landing uit het zicht te verdwijnen. 

In hun broedgebied laten kepen weer een heel ander gedrag zien, dan zijn ze namelijk te vinden in naaldbossen en gemengde bossen. In de Boswachterij Dorst kom ik ze meestal ook tegen maar zoals ik al schreef zijn daar nu maar weinig kepen te vinden.

Wil je meer weten van deze tegenhanger van de vink, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/keep

maandag 12 februari 2024

Dwerggans in een vliegende storm.

dwerggans
Elk jaar of om specifiek te zijn, elke winter wil ik wel een keer moeite doen om dwergganzen te zien. Niet bepaald een soort die je hier zomaar tegen kunt komen. Zelfs in de Biesbosch, toch een ganzenparadijs, zal dat niet meevallen. 

Vorige week dinsdag ben ik er op uit getrokken onder de meest slechte weersomstandigheden die je maar kunt indenken. Windkracht zeven, acht was het makkelijk en de wind beukte er flink op los waardoor ik nauwelijks door mijn telescoop kon kijken. Maar dat gaf niet want ik vond de dwergganzen vrij snel en gelukkig niet al te ver weg want anders was mij dat zeker niet gelukt.

de groep van 8 dwergganzen
Het blijft fascinerend hoe vogels dat toch elk jaar weer doen. Ze weten feilloos hun overwinter gebied terug te vinden en houden dat jaar na jaar vol en dragen die kennis van het gebied ook over op hun familieleden of jongen want anders zou het wel een keer ophouden maar dat is hier zeker niet het geval. 

De groep is overigens nooit erg groot en met wat geluk kom je hooguit tien tot twaalf vogels tegen. Er zijn wel eens wat uitschieters naar boven maar dat is zeldzaam. 

kolgans (zonder gele oogring)
Dwergganzen zijn helemaal niet zo klein en een man is 65 cm lang terwijl een man kolgans ongeveer 80 cm lang is. Je moet ze eigenlijk samen kunnen zin om het rootte verschil goed te kunnen zien. Met de dwergganzen gaat het niet zo goed terwijl het met de kolgans juist wel goed gaat. Die nemen jaarlijks nog steeds een klein beetje toe.

Zoals gezegd is dat niet het geval met de dwerggans. De soort wordt in Zweden en Finland kunstmatig in stand gehouden door middel van een fokprogramma. En die gefokte dwergganzen komen in de winter naar ons land. Gelukkig maar want anders zouden we ze nooit meer kunnen zien. Lang leve de Zweden en de Finnen!!

Wil je meer weten van dit zeldzame gansje, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/dwerggans

donderdag 8 februari 2024

Een volwaardige ondersoort.

noordse kauw, 3 februari
In deze periode zijn veel vogelsoorten uit het noorden en oosten in ons land om te overwinteren. Het is daarom altijd opletten geblazen want tussen al die vogels kan wel eens iets bijzonders zitten. Al heel lang speur ik bijvoorbeeld alle kauwen af om te zien of ik tussen die vogels een noordse of russische kauw kan ontdekken. 

Afgelopen week was het dan zover en ontdekte ik een kauw in groep foeragerende kauwen die er net wat anders uitzag. De lichtgrijze schouder-streep viel wel op maar was voor mij nog niet overtuigend genoeg en ik twijfelde. Ik had wat foto's van de vogel gemaakt met de bedoeling daar thuis eens beter naar te kijken.

"westerse" kauw
Behalve de grijze schouderstreep zag ik ook dat de zwarte pet iets of wat afgetekend zwart was en dat bleek voor de noordse kauw ook een kenmerk te zijn. Mijn twijfel was deels wegge-nomen maar een melding op waarneming.nl met twee foto's zou uitsluitsel moeten geven. Afwachten dus!

In de kauwen wereld stappen drie varianten rond. Je moet het zo zien, onze kauw oftewel de westerse kauw heeft twee ondersoorten, te weten de noordse kauw en de russische kauw. De noordse kauw wordt in de kauwenlijn beschouwd als tussenvorm tussen de twee uitersten, de westerse- en russische kauw. 
schouderstreep is goed te zien
Hij wordt overigens wel als volwaardige ondersoort gezien. Het kon geen russiche kauw zijn want dan zou de schouderstreep breed en bijna wit moeten zijn en de pet zou sterk contrasterend moeten zijn en dat was dus bij "mijn" kauw niet zo. Ik had die slag om de arm overigens wel genomen en dat had ik ook als opmerking bij mijn waarneming vermeld.

Uiteindelijk bleek het dus wel een noordse- en geen russische- of westerse kauw te zijn. Ik ben er blij mee want het was toch een nieuwkomer op mijn Nederlandse lijst met waargenomen vogelsoorten.

Wil je meer weten over de noordse kauw, klik dan op de link;
https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/welkom-noordse-kauw

maandag 5 februari 2024

Patrijzen in de Oranjepolder.

patrijzen in de Willemspolder)feb 2021'
In december werd ik op een vroege ochtend in de Oranjepolder verrast door een roepende patrijs. Heel bijzonder want de patrijzen zijn alweer een paar jaar geleden compleet verdwenen uit de Oranjepolder. Ik dacht op dat moment dat het een rondtrekkende patrijs moest zijn geweest want wat hebben die hier nou nog te zoeken? De polder is helemaal kaal en voorzien van een groen raaigras tapijt waar amper bodemleven voorkomt.

Maar het gekke is nu dat ik sindsdien meerdere keren per week patrijzen hoor roepen. Soms een en soms meerdere met een piek van 5 roepende mannen op een ochtend in januari. Op de een of andere manier weten ze toch voedsel te vinden en kunnen ze hier de winter doorkomen. Over enige tijd begint ook voor patrijzen het broedseizoen en ik vraag mij af of ze dat in deze polder gaan doen. 
Willemspolder dec 2021
Het is hier best druk en er is nauwelijks begroeiing te vinden waar deze best schuwe vogels zich veilig echt voelen. Zeker als het weer in het voorjaar beter wordt en steeds meer mensen in de polder komen. Patrijzen zijn overigens standvogels en mogelijk dat hier nog wat overwinterende vreemdelingen bij zitten maar dat weet ik niet.

Waarschijnlijk gaat dat ervoor zorgen dat de patrijzen hier weer verdwijnen en hun toevlucht zoeken in de Willemspolder. Het is zeker de moeite waard om de patrijzen de komende maanden in de gaten te houden want het zou toch geweldig zijn als we hier in de buurt weer jonge patrijzen in het veld kunnen zien lopen.
Is het niet hier in de Oranjepolder dan is dat mogelijk wel het geval in de Willemspolder. In de schemer ´s-avonds of hele vroege ochtend moet ik ze kunnen horen en kan ik het aantal territoria vast kunnen stellen. 

Hoge Zwaluwe, dec 2019
Met de patrijzen gaat het al heel veel jaren slecht en slechter. Zou de teruggang kunnen stabiliseren of licht herstellen? Het lijkt mij sterk dat de vogels zo snel reageren op die minuscule aanpassingen in het agrarisch proces? De stroken langs de akker die niet intensief meer gebruikt mogen worden, de boeren die hun land anders gebruiken en soms meewerken met de weidevogel beschermers, het zou prachtig zijn als de vogels daar zo snel op reageren. Misschien zit ik hier een beetje te dromen en is het toeval dat de patrijzen zich nu hier tijdelijk ophouden. Ik ga het de komende maanden meemaken. Wordt vervolgd!

Wil je meer weten van deze bedreigde erfvogel, klik dan op de link:
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/patrijs

vrijdag 2 februari 2024

Brandganzen hier om te blijven.

brandganzen
Het was mij vorige week tijdens de laatste slaapplaats telling van het seizoen al opgevallen dat het aantal brandganzen veel hoger lag dan tijdens eerdere tellingen. We telden op de dertien telposten rond de Biesbosch in totaal maar liefst 18.000 brandganzen. 

De Biesbosch is een belangrijke slaapplaats van ganzen en zwanen. Als de vogels uitgeslapen zijn vertrekken ze massaal uit de Biesbosch naar het agrarisch gebied er omheen. Ik tel aan de zuidkant van de Biesbosch bij Het Gat van den Ham in Lage Zwaluwe en daar komen in alle vroegte dik 8.000 ganzen over. En die ganzen, waaronder ook veel brandganzen, foerageren in de polders bij Hooge- en Lage Zwaluwe met de Zonzeelse polder als hotspot. Daar verzamelen zo'n duizend ganzen in een natuurgebied beheert door Staatsbosbeheer.

Zonzeelse polder
Deze week zag ik daar de brandganzen in grote aantallen foerageren. Tegenwoordig blijven flinke aantallen brandjes ook in de zomer in Nederland en broeden ze ook in de Biesbosch. Met name op het eiland in de Hardenhoek wordt gebroed. De laatste decennia neemt bij ons het aantal broedparen brandganzen gestaag toe en dat is best bijzonder. Ze moeten zich in ruil voor de gevaarlijke retourvlucht naar het noorden hier flink aanpassen. Brandganzen broeden van oudsher op rotsrichels vanwaar de jonge ganzen naar beneden moeten springen om daarna snel naar het water te rennen en daar voedsel te gaan zoeken. 
volwassen brandgans
De sprong naar beneden van soms wel tientallen meters kunnen ze hier niet maken. Wij hebben geen rotswanden en richels. Hier in de Biesbosch broeden ze dan op de grond in de lage begroeiing van gras verscholen tussen wat pitrus bolletjes. En dat is niet zonder gevaar want hun nieuwe broedgebied is ook de eetkamer van de zeearend. Dagelijks wordt daar een paar keer een gansje genuttigd. Maar ja, in ruil voor die gevaarlijke en lange vlucht naar de arctische toendra in Rusland, met je hier ook wat risico durven nemen. En dat doen ze dus.

Onlangs is nog onderzocht hoelang die brandganzen er over doen om die lange vlucht te maken. In Noorwegen werden snelheden van 80-85 km per uur gemeten. Dus dan weet je het wel, zo'n tocht duurt dan een dikke week of iets meer. Een knappe prestatie en dan heb je wel wat lichaamsvet ingeleverd en heb je nogal wat tijd nodig om weer voldoende in conditie te komen want een broedseizoen kost heel erg veel energie. Ik snap die overblijvers wel, het is hier dan toch allemaal wat makkelijker geregeld.

Wil je meer weten van deze overblijver, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/brandgans