dinsdag 23 november 2021

Een Scandinavische zilvermeeuw.

Scandinavische zilvermeeuw
De kleine mantelmeeuwen mogen dan vrijwel allemaal vertrokken zijn, de andere meeuwen zijn nog volop aanwezig. Vooral de "aparte" meeuwen die je niet een, twee, drie herkent, zitten nu nog hier en dat maakt het extra interessant om ze eens goed te bekijken. 

Afgelopen zaterdag bijvoorbeeld, tijdens de maandelijkse watervogeltelling ontdekte ik op verschillende plekken in de Noordwaard, in de Biesbosch mooie adulte pontische meeuwen en een paar dagen geleden zat tussen de zilvermeeuwen hier in de polder nog een mooie adulte Scandinavische zilvermeeuw. Ook geelpootmeeuwen zijn nog in de buurt.

De Scandinavische zilvermeeuw die hier zat, heeft een aardig eindje zweven achter de rug wat dat doen ze meer dan met de vleugels slaan. Ze kunnen zo op een ogenschijnlijk makkelijke manier grote afstanden afleggen. Ze broeden in het hoge noorden van Scandinavië tot aan het Kola schiereiland in noordwest Rusland. 
zilver-(boven) en Scandinavische
zilvermeeuw(onder)
Herkenning van deze meeuw is niet makkelijk, er moeten een paar dingen opvallen die je triggeren om je verder te verdiepen in zo´n gespotte meeuw. Bij mij gaat het dan met name om de flauwgele poten die je vrijwel nooit bij een `gewone` zilvermeeuw ziet. De hebben praktisch allemaal, vleeskleurige poten. De meeuw van deze week had die flauwgele poten maar zat op de grond en liet zijn ingeklapte vleugels niet goed zien. 

En die vleugel is bij de determinatie belangrijk want daar in de uiteinden van de handpennen zit de sleutel die de determinatie correct kan maken. Als je de boeken er op naslaat wordt dat als volgt beschreven: `De pseudo-spiegel ziet er uit als een kleine, lichte vlek in het zwarte gedeelte van de binnenvlag van de veer, en is volledig omsloten (geïsoleerd) door het zwart.` Dat gaat dan weer net even te ver voor mij en beperk ik mij tot de koptekening en de kleur ven de poten en soms een pootring.
hybride zilvermeeuw, Scandinavische zilvermeeuw
gefotografeerd aan de Brouwersdam
In de buurt van Moermansk worden deze meeuwen geringd en die kun je met wat geluk hier aan de kust weer tegenkomen en aflezen. Ik las deze week ook weer een paar ringen van zilvermeeuwen af, waaronder een Duitse ring. Ik wacht nog op de levensloop van deze vogel want dat maakt het ringen aflezen zo interessant. 

Behalve de zilvermeeuwen en hun ondersoorten zoals de Scandinavische zilvermeeuw heb je ook nog hybrides zoals op de foto links, waar een zilvermeeuw x Scandinavische zilvermeeuw staat afgebeeld. Helaas lukt het mij niet om die kleine details te herkennen maar daar heb je dan weer een goede hulp bij nodig zoals Waarneming.nl die de definitieve determinatie voor je doen. Deze vogel zag ik overigens aan de kust, bij de Brouwersdam.

Wil je meer weten van die andere meeuwen, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/zeemeeuwen-wie-durft-ze-te-leren-kennen

vrijdag 19 november 2021

Prachtige strandleeuweriken.

foeragerende strandleeuweriken
Strandleeuweriken stonden jaren geleden al op mijn verlanglijstje. Ze zagen er prachtig uit met die "horentjes" op hun kop en dat felgeel/zwarte aangezicht. Al tien jaar achter elkaar gaan we meerdere keren per jaar op vakantie naar Zeeland en zeker in het winterhalfjaar let ik extra op als ik op een leeg stuk strand kom waar ook wat wilde begroeiing staat zoals in de Kwade Hoek en Het Zwin. Het lukte mij pas in 2017 voor het eerst om er een paar te zien.

Twee weken geleden zaten op het strand op Texel een flink aantal strandleeuweriken en zo is het sindsdien elk jaar weer even een klein feestje om ze te zien. Op de een of andere manier weet ik ze nu elk jaar wel een keer te zien. Dit keer werden we op Texel verrast door grote groepen sneeuwgorzen, fraters en strandleeuweriken en ik denk dat dit ook naast de Kwade Hoek de enige plek in Nederland is waar je zulke grote aantallen zeldzame wintergasten kunt vinden.

Een mooie volwassen strandleeuwerik man
Net als die andere kleintjes zitten deze strand-leeuweriken geen moment stil. Ze scharrelen in een straf tempo steeds een paar centimeter verder over het strand en dan vliegen ze weer een stukje op en mengen ze zich met de sneeuwgorzen en fraters waardoor het er niet makkelijker op wordt. En paar goede foto's maken is dan ook erg lastig. 

De strandleeuweriken broeden boven de boomgrens en dat is best gek als je naar hun naam kijkt. En ze beginnen vroeg met broeden waardoor wij ze hier maar een paar maanden kunnen zien. En dan moet je dus ook nog eens geluk hebben want de aantallen zijn niet erg groot, met een paar honderd vogels per jaar houdt het echt wel op.

Als de vogels weer thuis op de arctisch toendra zijn, schakelen ze qua dieet weer net zo makkelijk over op insecten en past hun maag zich daar op aan. In de winter eten ze met name zaden en dat zie je ze dus op het strand ook constant doen. Dat scharrelen en pikken in het licht begroeide strandzand laat dat ook zien, Zeekraal en andere kustplantjes hebben hun zaden laten vallen en vormen het dieet voor de komende maanden.

Wil je meer weten van deze prachtig gekleurde badgast, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/strandleeuwerik

dinsdag 16 november 2021

Eindelijk weer eens fraters.

een mooi rijtje fraters

Heel soms lukt het om een zeldzame wintergast zoals een frater te zien. Ze zijn hier nooit in grote aantallen om te overwinteren of om door te trekken naar zuidelijkere gebieden. Er zijn altijd wel een paar vaste plekjes waar ze langskomen maar het is geen zekerheid dat ze er ook steevast zitten. Het ligt ook vaak aan de winters in het broedgebied, als die maar streng genoeg is, worden ze wel gedwongen om naar hier te komen. In een goed jaar kunnen een kleine duizend fraters ons land aandoen maar dat gebeurt maar zelden.

opvliegende frater
Jaren geleden was dat bijvoorbeeld langs het dijkje bij Battenoord, op de kwelders en zandbanken in de Kwade Hoek en de onderaan de dijk van de Oesterdam en zo zullen er nog een paar goede plekjes zijn. Afgelopen weekend hadden we onverwacht het geluk om een opvallend grote groep fraters te zien. In de Sluftermonding op Texel foerageerde een groep van ongeveer dertig fraters op de drooggevallen zandbanken waar ook nog wat schrale begroeiing op stond. Driftig pikkend in het schelpenzand en steeds opvliegend trokken ze voorbij, nauwelijks tijd genoeg om ze goed te bekijken.

De determinatie van deze fraters kwam bij ons maar laat op gang, de sneeuwgorzen waar ze mee optrokken maakte het lastig, zeker in combinatie met het slechte licht van de vroege ochtend, afstand en de beweeglijkheid van deze kleintjes. Ze zijn, als je wat beter en langer kijkt, minder wit, meer gestreept op de flanken en vooral dat hele kleine gele snaveltje is anders dan die van de sneeuwgorzen. 
sluftermonding afgelopen weekend
Je gaat op sommige momenten nog even denken aan ijsgorzen maar die hebben weer een hele nadrukkelijke koptekening dus die vallen dan weer wat makkelijker af. Als je vogels maar eens in de paar jaar ziet, is herkenning niet vanzelfsprekend.

Maar goed, we zijn er aan uitgekomen en de foto's, hoe slecht ook, geven uitsluitsel. Na de laatste keer in 2018 was dit weer eens een mooie waarneming van een zeldzaam wintervogeltje. En zo zijn er nog wel een paar die ik graag weer eens wil zien. De pestvogel staat daarmee wel op plaats nummer een!

Wil je meer weten van deze kleine wintergast, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/frater

vrijdag 12 november 2021

Jager opgejaagd.

kleine jager op het strand
De vier verschillende jagers die hier voor de kust voorkomen zie je niet of nauwelijks in het binnenland. Ze brengen hun hele leven, met uitzondering van het broedseizoen, op zee door. Als je niet op zee komt, wordt het lastig om ze te zien. Vanaf de zeedijk bij Westkapelle wil het met de juiste wind nog wel eens lukken om een jagende of passerende jager te zien. Ook de Maasvlakte en de pier bij IJmuiden zijn prima plekken om een jager te spotten.

De grote jager is dan nog wel de makkelijkste van de serie, deze grote donkere vogel valt goed op en is ook prima als jager te herkennen. De kleine jager is wel het algemeenst en de middelste jager is voor mij de lastigste. Alhoewel in 2018 vlogen twee middelste jagers op de Westkapelse zeedijk op enkele tientallen meters voorbij. 

er zit nog leven in
De kleine jager heb ik in september op volle zee in flinke aantallen gezien en vorige week zat er zelfs een op het strand. De kleine jager van afgelopen week moet wel iets mankeren want dit is zeer zeker geen normaal gedrag. Wij dachten dat deze vogel ziek was want anders doet hij zoiets niet. 

De vogel was wel alert maar bleef zitten waardoor ik nog even dacht dat de vogel een mechanisch defect had, een gebroken vleugel of zoiets. Totdat een hondenuitlater de vogel opstootte en hij onze kant uitvloog. Geen fysieke problemen dus, maar wat dan wel? 

een gezonde kleine jager
 in volle actie
Een ziekte, vergiftiging of misschien zelfs wel een maag vol plastic, ik sta nergens van te kijken en dat deze vogel het gaat redden, is uiterst twijfelachtig. Geen florissant vooruitzicht voor deze vogel die we op deze manier goed konden bekijken en als je hem zo naast die zilvermeeuw ziet zitten is de naam kleine jager in deze verhouding niet geheel op zijn plaats. Ook ten opzicht van de grote jager is hij echt niet klein te noemen. Er zit natuurlijk wel wat verschil in maar dan hebben we het over een centimeter of vijftien in spanwijdte.

Wil je meer weten van deze uitgesproken zeevogel, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-jager

maandag 8 november 2021

Op de toendra van de Bleeke Heide.

toendra rietganzen
Ja, de wintertijd staat weer op de klok en dat betekent dat de wintergasten weer volop aanwezig zijn. Het begon met de kepen, koperwieken en kolganzen en daar zijn nu de toendrarietganzen bijgekomen. En niet zo'n beetje ook want bij de Bleeke Heide slaapt een groep van bijna driehonderd toendra's. Vlak nadat het licht is geworden stijgen ze op en verdwijnen ze naar de foerageergebieden en waar die voor deze groep ergens liggen weet ik niet. 

In de Biesbosch slapen ze ook wel en die ganzen foerageren vaak in de polders bij Drimmelen en Lage Zwaluwe. Daar zitten ze op de achtergebleven aardappel- en maïsresten en daar kunnen ze de winter wel mee doorkomen. 

wintertafereeltje
Als dit later in de winter allemaal op is, schakelen ze net zo makkelijk over op het proteïnerijke raaigras waar de boer trouwens niet blij van wordt. Niet zozeer dat het gras opgegeten wordt, maar vooral om de enorme hoeveelheid mest die ze achterlaten. Daar houden de koeien namelijk niet van als dat op hun bordje ligt.

De toendrarietganzen zijn wat kleiner dan de grauwe ganzen en de poten zijn meer roze/oranje dan de fel oranje grauwe ganzen poten. En ze hebben een kleine donkere snavel met een geel/oranje vlekje, de kop is chocoladebruin en dat maakt het tot een compact en mooi getekend gansje. Ik moet er in het winterhalfjaar altijd wel wat moeite voor doen om ze te zien want ze zijn niet zo talrijk als al de andere ganzensoorten.

slaapplaats Bleeke Heide
De naam zegt het al, ze komen van de Siberische toendra naar hier. Dat wil zeggen een deel komt naar hier, het overgrote deel gaat naar Zweden en alleen als het daar te bar wordt, trekken ze verder naar hier. Deze ganzen zijn samen met de kolganzen de enige twee soorten die in het voorjaar allemaal wegtrekken naar de broedgebieden in het noorden. Ja, ook enkele kleine groepjes dwerg- en kleine rietganzen doen dat ook maar dan zijn zo weinig vogels dat het amper te noemen is, andere ganzensoorten zoals brandganzen doen dat deels en een flink deel daarvan blijft hier tegenwoordig in de zomer hangen en broedt hier ook.

Wil je meer weten van deze gans uit het hoge noorden, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/toendrarietgans

dinsdag 2 november 2021

Ondergewaardeerde kluut.

prachtige blauwe poten
Een beetje onvoorspelbaar is de kluut zeker. De ene keer zitten er in de Biesbosch, in de Noordwaard of bij het Zeeuwse Tureluur volop maar een weddenschap afsluiten dat ze er zitten doe ik niet. Ik zie ze op beide plekken meestal in flinke groepen, vlak bij elkaar en stilstaand. Af en toe foeragerend maar meestal staan ze toch roerloos in het water. Soms wel vijftig of zestig van die zwart-witte vogels.

Tijdens de weidevogeltellingen in het voorjaar in de Noordwaard zie ik her en der wel wat koppeltjes kluten in het uitgestrekte kruidenrijke grasland maar dat is niet altijd zo. In de Keizersguldenwaard broeden ze weleens als de nesten in de Hardenhoek door hoog water weggespoeld zijn zoals dat in 2018 gebeurd is. Toen waren nog wat vogels voldoende in conditie gekomen voor een tweede leg op een veiligere plek dan het eiland in de Hardenhoek.

zo zie ik ze meestal
Het zijn prachtige vogels en ik betrap me er op dat ik ze nauwelijks de aandacht geef die ze verdienen. Ze zijn minstens zo mooi als de steltkluten die vanwege hun schoonheid zowat een sterrenstatus hebben verworven. De "gewone" kluut heeft prachtige blauwe poten en ik ken eigenlijk geen vogels met zulke prachtig gekleurde poten. Dat is trouwens niet helemaal waar, er is nog een vogel met zulke prachtige blauwe poten en dat is de is de blauwvoetgent maar die leeft op de Galapagoseilanden.

tussen de grutto's
De scherpe zwart-witte tekening en het fijne snaveltje maken het verder af en zo heb je een prachtige stelloper die minstens zo mooi is als de steltkluut. Die laatste is een stuk zeldzamer en ik denk dat het daaraan ligt, hoe zeldzamer hoe bijzonderder de vogel is. Ik heb een paar weken geleden met het juiste licht, de schoonheid van de kluut opnieuw leren waarderen en dat blijf ik voortaan ook doen.

Wil je meer weten van deze water zevende steltloper, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kluut

vrijdag 29 oktober 2021

Kijk omhoog.

vogeltrek in Dorst vanmorgen
De afgelopen paar dagen is de trek in volle gang. Waarschijnlijk is die al langer gaande maar de afgelopen paar dagen maak ik er veel van mee. De piek lag een paar weken geleden maar vergis je niet in de aantallen die nu nog overkomen. Zowel aan de kust zag ik gisteren grote groepen zangvogels zuidwaarts vliegen als vandaag toen ik de Boswachterij Dorst ook weer enkele honderden zangvogels naar het zuiden zag vliegen.

Met name vinken, putters, zanglijsters, merels, veldleeuweriken, groenlingen en graspiepers vlogen in grote groepen over. De wind woei ook behoorlijk vanuit het zuiden en ik denk dat de vogels tegen de wind in laag vliegen om zo maximaal van de natuurlijke beschutting te profiteren. Aan zee bleven ze in de luwte van de duinen en de dijken en hier vlogen ze laag over de vlakte van Dorst en profiteerden ze van de beschutting van de hoge bomen. Ze zijn op weg naar het verre zuiden kijk dus omhoog.

tjiftjaf die nog geen zin heeft om te vertrekken
Ook de fitis en tjiftjaf vliegt naar het zuiden maar er blijven toch altijd weer een paar van die tjiftjaffers hier. Vanmorgen zag ik tijdens al dat vogeltrekgeweld toch weer een tjiftjaf in een boom zitten. Die had er duidelijk nog geen zin in en zingen deed hij ook al niet. Het kan ook zijn dat deze vogel deze winter hier blijft, net als een incidenteel zwartkopje wat hier ook kan blijven hangen. Dat onverwachte en onzekere maakt deze tijd weer super interessant en leerzaam.

Als die tjiftjafs hier blijven hangen begin ik alweer te twijfelen want behalve een tjiftjaf kan het kleine vogeltje ook een bladkoning of Humes bladkoning zijn. Deze wintergasten komen juist nu naar ons land en kunnen overal in het land opduiken. Dus ik moet niet al te snel denken dat het een tjiftjaf is, het zou zomaar een veel zeldzamere bladkoning zijn. Ik weet dat de kans om er een te zien aan de kust een stuk groter is maar sluit in deze tijd niets uit. 

Wil je meer weten van de vogeltrek, kijk dan omhoog of klik dan op de link;
https://www.natuurmonumenten.nl/dieren/vogeltrek

dinsdag 26 oktober 2021

En weer terug.

rode keel van de roodkeelduiker
Roodkeelduikers zijn nu weer aan de kust te zien en daar blijven ze het komende halfjaar ook hangen. Het is net zoiets als de overwinterende Nederlanders aan de Spaanse kust. Ze ontwijken het koude en slechte weer en komen hier genieten van ons milde zeeklimaat. 

Voedsel in overvloed, tenminste dat denk ik. Ze zitten voor de kust en komen soms dichtbij de kant zodat we ze prima kunnen bekijken. Halverwege vorige maand zag ik al enkele roodkeelduikers vanaf de boot op volle zee vliegen en nu zitten ze dus ook weer voor de kant van de Brouwersdam.

Het mooie van deze roodkeelduikers is, is dat ze nog deels in zomerkleed te zien zijn. De bloedrode keelvlek is nog vaag zichtbaar en de mooie asgrijze kop en keel zijn ook nog vaag te zien. Over een klein maandje is dat allemaal onzichtbaar en zijn net als zoveel wintergasten grijs met wat lichte delen. De parelduiker moet nog komen en lijkt op een afstandje erg op de roodkeelduiker. De snavel en dijvlek zijn dan voor die vogel de onderscheidende kenmerken.
roodkeelduiker in Werkendam
(winterkleed, maart 2020)

Op de foto's is heel goed een vergelijking te maken met een vogel in(deels) zomerkleed en in volledig winterkleed, zo zie je de verschillen al goed maar dat wordt nog groter als je het volledige zomerkleed ziet. En dat is dus bij veel vogels zo. Je hebt per jaar werkelijk verschillende vogels, terwijl dat uiteindelijk alleen maar door de seizoenen bepaald wordt. 

De ijsduiker is van een andere categorie en is anderhalve keer groter en heeft een dolkachtige snavel, heel anders dan het pincetje van de roodkeelduiker. De roodkeelduiker komt in de winter ook in het binnenland voor, alhoewel dat toch echte incidenten zijn. 

omdat hij zo mooi is
Net al de ijsduiker hebben ze weinig moeite met zoetwatervis en dat is ook niet gek want broeden doen ze ook in het binnenland. Hoog in Scandinavié maar ook in Denemarken en Schotland. Daar heb ik ze trouwens ook tijdens een vakantie in zomerkleed gezien. Het verste weg zagen wij ze in Britisch Columbia. Daar hebben we ze ook horen roepen en dat geluid vergeet je nooit meer. 

Maar goed nu dus voor onze kust en de komende tijd ga ik daar ook van genieten. Want zeevogels zijn toch wel van een andere categorie, met alle respect voor de huismussen, spreeuwen, houtduiven en kraaien om er maar eens een paar te noemen. 

Wil je meer weten van deze prachtige duiker, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roodkeelduiker

zaterdag 23 oktober 2021

Grote gele kwikstaart.

Waterzuivering van de Brabantse Delta
Tijdens de maandelijkse watervogeltelling in de Oranjepolder staat altijd een bezoekje aan de Waterzuivering van de Brabantse Delta op het programma. Ik mag dan een rondje over het terrein met de vele, soms stinkende bezink bassins lopen en krijg dan de kans om de vele meeuwen te bekijken en te tellen. Elke keer is dat een totaal ander rondje. 

De ene keer barst het van de meeuwen en zie ik zomaar vijf verschillende soorten en de maand daarop slechts een soort en dat zijn dan kokmeeuwen. De ene keer honderden de keer daarop zijn het amper twintig exemplaren. De tijd van het jaar heeft hier grote invloed want grote delen van het jaar zijn veel meeuwensoorten niet in het binnenland te zien en zitten ze in het zuiden zoals de kleine mantelmeeuw of zitten de meeuwen in het voorjaar in de broedgebieden.

mannetje grote gele kwikstaart
Heel af en toe zit er ook iets anders tussen zoals krakeenden, een overvliegende ijsvogel een roepende groene specht of een grote groep foerageerde putters op de vele kaardenbollen die op het terrein staan. Maar sinds twee maanden zie en vooral hoor ik daar ook de grote gele kwikstaart en ook deze keer zag ik ze. Het waren een mannetje en een vrouwtje en toen ik daar met mijn contactpersoon van Brabant Water over sprak vertelde hij mij dat die gele kwikken een heel jaar op het terrein te vinden zijn. Het klonk mij een beetje vreemd in de oren want ik kom daar nu ruim anderhalf jaar en ze zijn mij de laatste drie tellingen pas opgevallen.

Ze zouden hier dus ook kunnen broeden, tenminste als het klopt dat ze hier een heel jaar aanwezig zijn.
vrouwtje grote gele kwikstaart
Dat is dus een reden om dat de komende tijd eens goed te onderzoeken. Het zou kunnen kloppen omdat ik hier alleen maar tel in de periode september tot en met april en het broedseizoen daar niet kom. Als deze grote gele kwikken volgende maand nog steeds op het terrein zitten, zal ik het balletje eens opgooien en vragen of ik het hele jaar door, zo rond de vijftiende van de maand het terrein op mag.

Het zou toch bijzonder zijn als we hier om de hoek een koppel broedende grote gele kwikstaarten hebben? Het zou kunnen want in Breda broeden ze tenslotte ook in de stad. Nu maar hopen dat dit geen Duitse trekvogels zijn die hier toevallig een tijdje blijven hangen.

Wil je meer weten van deze grote gele kwikstaart, klik dan op de link,
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grote-gele-kwikstaart

dinsdag 19 oktober 2021

"Hij is net weg."

juveniele roze spreeuw
"The story of my life", kun je wel zeggen. Al heel vaak kom ik net iets te laat aan bij plek waar een mooie,  nieuwe zeldzame vogelsoort zit. Dat is deels mijn eigen schuld, want ik wacht altijd net iets te lang omdat ik zeker wil weten dat het geen doortrekker is of zoiets. Ze moeten wel een tijdje blijven hangen zodat ik er van op aankan dat ik hem zie en daar gaat het dan meestal mis. 

De dwergaalscholver is zo'n soort. Hij werd al ruim een week gemeld bij Nieuwegein en toen het zo uitkwam reden we erlangs. Die ochtend was hij nog gezien maar toen wij op de plek waren was hij net weg. Vandaag gingen we op weg om de roze spreeuw in Moerdijk te bekijken. En jawel hoor, hij was net weg werd ons gezegd. De bewijsfoto werd getoond om ons te laten zien dat hij zeven minuten voordat wij daar waren nog op de plek aanwezig was. Dat heb ik weer dacht ik nog.

nu iets verder weg
Speuren en nog eens speuren leverde uiteindelijk succes op. Dus toch niet tevergeefs naar Moerdijk centrum gereden. De roze spreeuw was in gezelschap van een tiental "gewone" spreeuwen en viel direct op door zijn lichte kleur. Het is verder een gewone spreeuw om te zien maar hij mist het zwarte, gestippelde verenkleed. Hij had zelfs iets weg van een veel te lichte merel. Hij had ook die mooie roze kleur en zwarte pet en rug niet. Een hele jonge vogel die nog helemaal niets had van het volwassen kleed.

Deze vogelsoort komt oorspronkelijk voor in oost Europa en vliegt in de trektijd naar het zuidoosten tot in India en Sri Lanka toe. Deze heeft dus duidelijk de verkeerde afslag genomen en is naar het westen gevlogen en trekt op met de gewone spreeuwen. Misschien dat hij via het zuiden de weg terug weet te vinden en komt het hopelijk nog goed met deze vogel.

In de winter, als die niet al te streng is, kan hij hier prima overleven en lust hij wel wat van een vetbolletje of besje. Vrijwel gelijktijdig met onze waarneming van deze roze spreeuw kreeg ik een melding van een tweede in de Dordtse Biesbosch. In een "normaal" najaar worden in Nederland slechts een tot drie roze spreeuwen gezien. Dus dit kun je nu als die waarneming in de Biesbosch klopt een topjaar noemen.

Wil je meer weten van deze jonge oost Europese dwaalgast; klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/roze-spreeuw

vrijdag 15 oktober 2021

Buidelmees in Dorst?

vrouwtje buidelmees in Dorst
De vogeltrek heeft altijd wel iets spectaculairs in petto. Meestal op plekken die net iets te ver weg voor mij zijn, want ik rijd niet snel voor een bijzondere vogel naar Texel of zo. Gelukkig gebeurt dat ook wel eens dichtbij en dat was afgelopen zondag dus het geval. In de Boswachterij Dorst zat in de rietkraag van een kleine leemput tussen het oude zwembad en de roeivijver een buidelmees te roepen.

Dat geluid klonk luid en duidelijk en viel direct op want de rest van de zangers is behoorlijk stil. Er is geen noodzaak om te roepen of te zingen, hooguit een aanleiding om je te laten horen. Gevaar of een contactroepje om op te reageren, meer niet. 
buidelmees nestje
In het voorjaar hoorde en zag ik de buidelmees in de Biesbosch en dat contactroepje klonk precies hetzelfde als dit roepje en dan rinkelt er een belletje(bij mij). 

Deze buidelmees zat ondanks de pittige regenval bovenin het riet en hing aan een dikke lisdodde sigaar, zijn favoriete zaden. Hij plukte de zaadjes uit de sigaar en at zich vol. Dat is waarschijnlijk ook wel nodig want ook deze mees vertrekt zodra het weer wat beter is naar zuidwest Frankrijk.
sprinkhaanzanger in het bos bij Dorst
Deze buidelmees, een vrouwtje(klein maskertje) zag er kwiek uit en zat niet in het bos vanwege een mankementje. Vorig jaar werd ik hier ook verrast door een hele ongewone trekvogel. In een lage struik zat toen een sprinkhaanzanger, ook een vogel die je zeker niet in een gemengd bos verwacht. 

Het is steeds leuk als je zo op het verkeerde been wordt gezet. Een vogel die je op een plek tegenkomt waar hij niet thuishoort zorgt ervoor dat eerst de twijfel toeslaat die daarna omslaat in blijdschap als de herkenning van de soort er is. 


De volgende ochtend in alle vroegte ging ik weer op zoek naar deze speciale mees want ik wilde haar voordat het weer beter werd, en ze haar lange tocht zou vervolgen, nog een keer zien. Helaas, de vogel was al gevlogen en dus moest ik voorlopig doen met de mooiste vogelherinnering in Dorst van dit jaar.

Wil je meer weten van deze zeer zeldzame Nederlandse mees, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/buidelmees

dinsdag 12 oktober 2021

"The eagle has landed".

overvliegende schreeuwarend
Een echte zeldzame doortrekker, een schreeuwarend, hing in de lucht boven de polders ten noorden van Dussen. Door de harde zuiden wind schoot het niet op voor deze knaap. Ik volgde de groepsapp nauwlettend en zag dat de arend vanaf de brug bij Gorinchem tot de polders tussen Werkendam en Hank ruim anderhalf uur onderweg was. Ik rekende uit dat hij over een klein uurtje tussen Waspik en Raamsdonk moest zijn en ik bedacht dat de dijk bij de Overdiepse polder de meest strategische plek was om hem op te vangen.

Ik kon zo in een rechte lijn van de Keizersveersebrug oostwaarts tot Waalwijk opschuiven en een knappe arend die mij kan ontlopen dacht ik nog. Na ruim een half uur was de schreeuwarend nog steeds niet in de Overdiepse polder bij Waspik aangekomen en werd ik toch wel ongerust. Het zal mij toch weer niet gebeuren dat ik net te laat ter plaatse ben en de unieke ontmoeting met een schreeuwarend misloop? 

schreeuw op zoek naar eten
De groepsapp rammelde er lustig op los en zeker toen de knaap een akker bij Dussen uitkoos om even bij te komen. "The eagle has landed". Er zat niets anders op om per direct de via A27, de Maas over te steken en de polder van Dussen in te crossen. De modder vloog in het rond, mijn auto kleurde langzaam van zwart naar geelbruin en niet veel later was de bewuste akker gevonden. 

De schreeuwarend, een grote roofvogel ongeveer anderhalf keer een buizerd zat op de grond en liep kwiek heen en weer. Ik denk dat hij zo her en der wel een piertje uit de grond trok of zelfs iets groters wist te verschalken. De schreeuw komt oorspronkelijk uit oost Europa en zuidoost Europa tot Griekenland toe.

De arend is op weg naar zuid Afrika waar deze soort overwintert en deze is wel heel westelijk zuidwaarts getrokken. Normaal gesproken vliegt hij via de Bosporus naar het zuiden maar deze keer zal dat Gibraltar zijn. Niet elk jaar is de schreeuwarend in Nederland te zien maar de laatste jaren neemt het aantal waarnemingen wel toe. Het kan natuurlijk ook zijn dat door het toenemend aantal vogelaars de arend vaker opgemerkt wordt of ze trekken zo stiekem aan steeds verder westwaarts. Dat laatste zou mooi zijn voor ons. Leuk voor mij in ieder geval. 

De vogel was het wandelen in de akker al snel beu en trok verder zuidwaarts. Makkelijk te volgen want de zuidenwind zorgde er wel voor dat hij niet te snel weg kon vliegen.

Wil je meer weten van deze bijzondere dwaalgast, klik dan op de link,
https://nl.wikipedia.org/wiki/Schreeuwarend

vrijdag 8 oktober 2021

Vliegende torpedo.

knappe kop op de zeedijk van Westkapelle 
Op de een of andere manier vind ik dat de jan van gent iets mysterieus heeft. Ik denk dat dat komt door zijn`gelaatsuitdrukking`. De scherp getekende kop met de heldere oog met blauwe oogring kijken je echt aan en bij de meeste vogels zie je niets speciaals en dat komt denk ook door de meestal zwarte ogen die verder weinig zeggen. Een jan van gent is ook zo´n ultieme zeevogel die een groot deel van zijn leven in de lucht hangt en alleen als het nodig is, als een speer naar beneden duikt om een vis te vangen of aas te pakken.

Dat jagen ziet er altijd spectaculair uit. Van een flinke hoogte laat hij zich als een baksteen naar beneden vallen en klapt op het laatst de vleugels in waardoor de vogel op een speerpunt lijkt en moeiteloos het wateroppervlak klieft. Zonder al te veel weerstand schiet de vogel dan meters diep het water in en weet zo een door rondzwemmende vis te spietsen. 
frisse duik naar een visje

Vorige week zondag doken de jan van genten dat het een lieve lust was, spectaculair zoals de show werd opgevoerd. Soms zo dichtbij dat je amper een foto kon maken. De jan van genten broeden onder andere aan de overkant van de Noordzee, voor de Schotse kust op het eiland Bass Rock. Jaren geleden waren wij daar een keer vlakbij en zagen een wit eiland vol met meer dan honderdduizend jan van genten. Dit is een van de grootste broed kolonies in Groot Brittannië en ongeveer 10% van de wereldpopulatie broedt hier.
prachtige 2e kalenderjaar jan

Het eiland kleurde niet alleen wit van de jan van genten maar ook van de vogelpoep. Het moet daar enorm gestonken hebben en ook de enorme herrie van de krijsende jannen moet gigantisch zijn. Wij stonden op een veilige afstand en konden de vele vogels rond de rots zien vliegen.

De jan van genten van afgelopen zondag waren ook luidruchtig en dat geluid,`kroh-kroh-kroh-kroh` klonk steeds net voordat de vogel het water raakte en achter de overboord gegooide visresten aan dook.
adulte jan

De onvolwassen vogels zijn soms nog mooier dan de adulte vogels omdat ze een prachtig vleugelpatroon hebben en toch al die mooie scherpe getekend kop hebben. Je ziet aan hun bouw en hun manier van vliegen dat ze gemaakt zijn om dagenlang op de wind boven de golven te zeilen. Ze hebben zelfs wat weg van een albatros die dat ook zo mooi kan.

Wil je meer weten van deze Noordzee albatros, klik dan op de link,
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/jan-van-gent

dinsdag 5 oktober 2021

Over zee gejaagd.

grote jager
Jagers zien er niet als roofvogels uit maar het zijn wel degelijk roofvogels. In hun gedrag laten ze niets te raden over. Ze zijn constant bezig het leven van andere vogels moeilijk te maken. In het broedseizoen leven ze op het land en zijn ze de schrik van veel andere broedvogels en kleine zoogdieren. Alles wat door te slikken is, van ei tot jong vogeltje is een potentiële prooi. 

Als ze na het broedseizoen hun leven boven zee leven hebben ze een andere techniek aangeleerd. Ze achtervolgen meeuwen en sternen net zolang tot ze hun doorgeslikte voedsel weer uitbraken en eten dat dan op. Wat je maar lekker vindt denk ik dan. 
een kleptoparasiet aan het werk
(kleine jager)

Deze manier van eten vergaren heet dan met een mooi woord, kleptoparasitisme(moest ik even opzoeken). Tijdens de zeetocht vorige week zag ik verschillende keren de grote en kleine jagers aan het werk. Naast deze twee jagers heb je ook nog de middelste en zeldzamere kleinste jager. Ze lijken allemaal op meeuwen maar zijn het niet.

Op de een of andere manier zie je hoe ver ook op zee direct dat het om een jager gaat. De manier van vliegen is zo specifiek en meestal veel steviger en doelgerichter dan de wat slome dans-achtige vleugelslag van meeuwen

wenden en keren
Soms lijkt de vlucht zelfs valkachtig en dat voor een vogel met een spanwijdte van bijna anderhalve meter, als het tenminste een grote jager betreft.

De kleine jager is zeker dertig centimeter kleiner maar lijkt in de vlucht wel erg veel op de grote jager. Ook de jacht is vergelijkbaar , determinatie is dus een kwestie van details ontdekken. De snavel van de grote is echt een stuk forser dan de snavel van de kleine jager maar op grote afstand is dat dus nauwelijks waar te nemen.  

Wil je meer weten van deze echte zee roofvogel, klik dan op de link,
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/grote-jager

vrijdag 1 oktober 2021

Zeekoeten met bril.

adulte brilzeekoet
Een flink stuk uit de Nederlandse kust levert altijd weer iets bijzonders op. De echte zeevogels komen niet aan land tenzij er gebroed moet worden. Maar zodra het broedseizoen achter de rug is, vertrekken de vogels inclusief de jongen naar open zee. Daar blijven ze dan de rest van het jaar. Vliegen, zwemmen, duiken en eten. Met het land hebben ze verder niets.

Afgelopen zondag op volle zee, zo'n twintig kilometer uit de kust kom je ze tegen, de echte zeevogels zoals jagers, jan van genten, zeekoeten en alken. Deze dag waren vooral de zeekoeten goed vertegenwoordigd, dobberend op de kleine golfjes, soms alleen en soms in kleine groepjes. 
twee adulte brillendragers

Toch gaat het in deze periode maar om een goede duizend vogels die in de Nederlandse wateren verbijven dus wat dat betreft troffen we het deze dag wel. De zeekoeten hadden allemaal al hetzelfde winterkleed. Van de tientallen zeekoeten had geen enkele vogel nog het veel mooiere zomerkleed. Je moest daarom ook goed speuren of het jonge of adulte zeekoeten waren. De jonge vogels hebben nog geen scherp gedetailleerd kleed en missen ook de zwarte zijstrepen. Ze zijn wat egaler van kleur. 
zelfs in de haven een zeekoet
En wat ook opviel was de lange oogstreep die alle vogels hadden. Zeekoeten met die lange oogstreep worden ook wel de gebrilde zeekoeten genoemd en dat komt omdat deze vogels uit het arctisch gebied komen. Zuidelijke zeekoeten missen die brilstreep en die hebben we die dag niet gezien. De zeekoeten zonder brilstreep komen meer voor in het zuiden van het Kanaal tussen zuid Engeland en Frankrijk en verder zuidelijk natuurlijk, vooral als er steile rotskusten zijn want daar broeden ze.

In de vlucht is de zeekoet goed te herkennen, als het licht tenminste goed is en dat was zondag het geval, door de voorbij de staart uitstekende poten. De alken die voorbij vlogen hebben de poten onder de staartveren zitten en zie je dus niet. Daarbij is de dikke stompe snavel ook opvallend. 

Wil je meer weten van deze kleine zeebewoner, klik dan op de link,
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/zeekoet