vrijdag 29 september 2017

Rondtrekkende papen.

Een paapje waarnemen is altijd een feestje en vier paapjes bij elkaar is helemaal te gek. En dat laatste overkwam mij afgelopen vrijdag in de Biesbosh, in de polder Eijerwaard om precies te zijn. Daar zaten maar liefst vier paapjes bij elkaar in de kruidige wegberm van deze vroegere landbouwpolder. Deze kruidige polder de Eijerwaard komt nog het dichtst bij hun favoriete hooiland waar ze vroeger ook in broeden. Hooilanden zijn hier voornamelijk omgezet in raaigrasakkers en maïsvelden. De paapjes zijn daarom in Brabant als broedvogel verdwenen en zien we deze vogels alleen nog maar tijdens de trek naar het zuiden of in het voorjaar als ze naar het noorden gaan.

De stand van deze vogels is met meer dan 80% gedaald en ze broeden alleen nog maar in noordoost Nederland en in België is de soort zelfs uitgestorven. Jammer want het is net als de roodborsttapuit een echt akkervogeltje dat graag op paaltjes en draden zit. En het paapje is daarom ook altijd goed te zien. Dat is met de zwartkoppen, nachtegalen cetti's zangers enzo wel anders, die zie je bijna nooit. Je kon aan deze vogeltjes ook merken dat ze maar weinig mensen tegenkomen want echt schuw waren ze niet en dat zie je ook vaak bij roodborsten die in de winter uit Scandinavië naar hier vliegen. Die blijven soms ook op een paar meter van je vandaan zitten.

Het paapje is in Nederland in september het talrijkst en deze doortrekker zien we pas in mei weer terugkeren naar de broed- gebieden. Dus als je deze zeldzaamheid wilt zien, moet je er nu op uit trekken. Het vogeltje geeft de voorkeur aan kruidige akkers en natuurgebieden en zit dan het liefst op een paaltje, draden of andere uitkijkpost. De Biesbosch is wat dat betreft een prima gebied.

Wil je meer weten van deze zeldzame schoonheid, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=161

dinsdag 26 september 2017

Gezin bruine kieken.

Veel vogels leven in groepen of zoeken elkaar in een bepaald deel van het jaar op zoals roeken om samen te broeden, ganzen om samen naar de overwintergebieden hier in Nederland te vliegen en zwaluwen om samen van hier naar Afrika te trekken. Sommige vogels blijven liever alleen en trekken als dat niet nodig is, ook niet weg en overwinteren hier. Dit zijn de zogenaamde standvogels zoals mussen, merels, eksters en spechten.

Roofvogels zijn zowel stand- als trekvogels, denk maar eens aan de visarend die in het najaar via ons land naar Afrika vliegt. En de buizerd die de hele winter hier blijft. De bruine kiekendief zit daar een beetje tussenin. Er zijn bruine kiekendieven die in het najaar wegtrekken en er zijn er die hier in zuidwest Nederland blijven overwinteren.
 
jonge bruine kiekendief
En die laatste, de bruine kiekendief, die zag ik vorige week op een wel heel bijzondere manier. Ik zag namelijk in een grote ruige grasakker, vijf bruine kiekendieven bij elkaar staan. Op een paar vierkante meter stonden de vogels bij elkaar in het zonnetje en zo zie je ze eigenlijk nooit. Ik vermoed dat het om een volwassen vrouw en vier jonge bruine kieken ging. Het lastige is dat de jongen erg op het volwassen vrouwtje lijken, donkerbruine vogels met een lichte, geelwitte kruin.

Het is werkelijk uitzonderlijk dat je ze zo tegenkomt en ik moest daarom even aan de trekvogels denken die elkaar in het najaar opzoeken om gezamenlijk de lange tocht naar warmere oorden beginnen. Het is in dit geval denk ik anders, de familieband is nog zo sterk en zoeken ze elkaar daarom op en wellicht blijven ze deze winter wel hier. In ieder geval hebben we hier te maken met een succesvol broedresultaat en was het heel bijzonder om dat zo van dichtbij te zien.

Wil je meer weten van deze sierlijke jager, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=26

vrijdag 22 september 2017

Canadese gans C93

grote canadese gans C93 groen
Met mijn hoofd nog helemaal in de zomerstand stond ik in de Biesbosch watervogels te spotten toen mijn oog viel op een grote canadese gans met een donkergroene halsband met de witte letters C93. Daar was ik nog helemaal niet aan toe dacht ik nog. Halsbanden en ringen aflezen is iets van de komende winter en niet van deze zomer. Ontkennen had geen zin want hij stond er toch werkelijk en dan moet je hem melden ook.

Dus diezelfde avond weer eens ingelogd op www.geese.org en de canadees gemeld. In zijn logboek stond zijn route van de afgelopen maanden keurig opgetekend. Hij is inmiddels een bekende gans onder de vogelspotters, want ik zie veel bekende spotters die deze gans ook gemeld hebben.

Het lukte mij ook nog eens om hem op de foto te zetten, en overigens dat het een hij is, is af te lezen in zijn logboek. Hij pendelt al sinds 2015 tussen Den Bosch en De Biesbosch. Zo is hij gisteren nog gezien in Den Bosch en vandaag alweer hier.


kleine zwaan 541X wit
Door gans C93 moest ik ook weer terugdenken aan de kleine zwanen die afgelopen winter in de Gecombineerde Willemspolder zaten. Op een groep van 77 zwanen zaten maar liefst 19 zwanen met een halsband.

Maar er was een zwaan die afweek door een hele andere letter en cijfer combinatie, de halsband 541X  gaf aan dat deze zwaan in België was geringd en meedoet aan onderzoek naar alternatieve trekroutes naar Rusland. Er zijn namelijk kleine zwanen die sinds kort kiezen voor een route naar het oosten in plaats van de oude vertrouwde route naar het westen, naar ons toe.

Ik ben benieuwd of deze gans de komende winter nog eens de westelijke route kiest of toch nog de oostelijke variant kiest. Daar kom ik zeker nog een keer op terug.

dinsdag 19 september 2017

Komt het goed met de merel?

wordt dit een zeldzame waarneming?
Komt het goed met de merel, dat is de titel van een artikel van SOVON. Ik kwam op dit onderwerp door de waarneming van twee merels tijdens een boswandeling. Normaal kijk je niet op van een mereltje of twee drie die je op je pad tegenkomt, maar deze keer dus wel. Nu is dit sowieso een rustige periode waarin de merels ruien en niet prominent aanwezig zijn, maar je ziet er altijd wel ergens een foerageren. En dat is dus nu niet het geval en dat is zorgelijk te noemen.
Ik was verrast van mijn eigen reactie, "hé, een merel" , zei ik bijna hardop tegen mezelf.

Onwillekeurig dacht ik terug aan een mailtje met een artikel waarin het Usutu virus een massale merel sterfte veroorzaakt, beschreven werd. Vorig jaar was ook al een grote uitbraak van dit van oorsprong west Afrikaanse virus en dit jaar is dat virus dus in alle hevigheid terug. Er zijn volgens SOVON al meer dan 1.500 meldingen van dode merels binnen. Het virus schuift langzaam van oost Nederland, westwaarts op.  Op deze link kun je de westwaartse verschuiving van de meldingen goed zien; https://youtu.be/7lzWDUmSuWI

dode merels in Duitsland(zo erg is het hier niet)
Vorige maand heb ik een gave dode vrouwtjes merel bij SOVON gemeld, slordig verenpakket maar verder onbeschadigd. Het was zeker geen verkeersslachtoffer of vangst van een kat. Een zogezegd verdacht sterfgeval. Ik las in datzelfde artikel dat pas in het komende voorjaar duidelijk wordt wat de schade van dit virus is. Tijdens de winter kan een vertekend beeld ontstaan door de aantallen merels uit Scandinavië die hier de winter doorbrengen.

Ik heb me voorgenomen om de komende tijd wat scherper te zijn op de aanwezigheid van merels. Zou ik deze winter al merken dat er minder merels zijn? Ik mag het hopen van niet want een tuin of voorjaar zonder deze alledaagse vogel zal dan nooit meer hetzelfde zijn. De warme heldere zang na een fikse regenbui in de zomer niet meer horen, ik moet er niet aan denken.

Op het plaatje links is het aantal verzamelde meldingen van dode merels tot nu toe zichtbaar gemaakt. En daar zie je ook dat alle grote steden in Brabant te maken hebben met de merelsterfte.

Wil je meer weten van deze vervelende ziekte, klik dan op de link; https://nl.wikipedia.org/wiki/Usutuvirus

zaterdag 16 september 2017

Bezoek van een kerkuil.

gehavende veer van de kerkuil
De vondst deze week van een enkele veer maakte mij oprecht blij. Het was dan ook niet zomaar een veer, het was de veer van een kerkuil. Een vrijwel gave handpen die voor kerkuil niet goed genoeg meer is. Ze zitten middenin de ruiperiode en dan worden versleten veren vervangen door nieuwe betere exemplaren. En als ik goed kijk is deze veer ook wel wat gehavend maar nog steeds erg mooi.

De hele fijne "haartjes" aan de rand van de veer laten goed zien dat het een veer van een uil is. Dat de veerrand haartjes heeft, moet ook wel want de uil vliegt geruisloos door de lucht en valt zijn prooi onhoorbaar aan. En dan kun je geen rammelende of piepende slagpen gebruiken. Deze vernuftige geluiddemper is dan noodzakelijk.

Ik vermoedde al wel dat er uilen in de polder zaten, want zo af en toe vind je een braakbal en met grote regelmaat vind ik dode mollen en muizen op het fietspad. Afgelopen week lagen drie dode muizen op het pad en dat laat zien dat er voedsel in overvloed is.

geringde kerkuil, juni 2012
Het is trouwens alweer 5 jaar geleden dat een kerkuilen paar in de IVN Natuurtuin heeft gebroed en dat daarvandaan vijf jonge uilen uitvlogen. In diezelfde zomer vlogen in de natuurtuin ook 4 jonge ransuilen en vlogen maar liefst 5 jonge torenvalken uit. De Oranjepolder is voor roofvogels geen slecht poldertje want er broeden ook nog eens buizerds en af en toe een boomvalk.

verloren prooi?
De aanwezigheid van een kerkuil of kerkuilen is natuurlijk goed nieuws maar ik vraag mij
dan ook tegelijkertijd weer af, waar hangen die beesten dan ergens uit. Ze zitten het liefst in een boerenschuur of oud gebouw met nissen en holtes en die gebouwen staan niet in de Oranjepolder. Misschien moet ik toch nog maar weer eens in de spouwmuur van het IVN gebouwtje kijken en wie weet wat ik daar tegenkom?

Wil je meer weten van deze stille kracht, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=100

dinsdag 12 september 2017

Zeg ken jij de cetti's?

zo zie je de cetti's maar zelden
Wat tot voor enkele jaren een zeer zeldzame waarneming was, is nu een alledaags vogeltje aan het worden. Ik heb het dan over de cetti's zanger die met zijn kenmerkende korte explosieve zang zijn aanwezigheid verraadt. Ik herken hem eigenlijk uitsluitend aan zijn zang want ik ken verder geen zangvogel die zo verborgen leeft als de cetti's. In de afgelopen jaren heb ik de cetti's zanger pas enkele keren daadwerkelijk gezien en wel honderden keren gehoord.

De vogel is vanuit zijn bolwerk De Biesbosch Nederland aan het veroveren. En deze zaterdag-ochtend hoorden we de bekende roep ook in de IVN Natuurtuin in de Oranjepolder. Dit voorjaar hoorde ik de cetti's ook regelmatig langs De Donge tussen Oosterhout en 's-Gravenmoer en nu dus dicht bij huis. We zeiden al vaker tegen elkaar nog even en de cetti's zit ook in onze achtertuin. Nog maar een kilometertje te gaan dus.

verspreiding broedende cetti's
De cetti's zanger is alweer jaren geleden aan zijn opmars vanuit zuid Europa naar het noorden begonnen. In de zeventiger jaren werd hij al gehoord en gezien maar een paar strenge winters maakten een einde aan zijn opmars. In de jaren na 2005 werd een nieuwe broed poging gedaan en die was erg succesvol. Zo succesvol dat in de Biesbosch zo'n duizend paar vogels zit en inmiddels wordt de vogel vrijwel overal in Nederland gehoord. Ik ben de cetti's al tegengekomen bij de Dintelse Gorzen, de Kwade Hoek, Sassenplaat, Tiengemeten en de Zouwe Boezem, een stormachtige opmars kun je wel stellen.

De vogel is inmiddels ook "winterhard" geworden en heeft de strenge winter van 2010 goed doorstaan al zullen er wel een flink aantal gesneuveld zijn maar dat zie je ook bij de inheemse soorten als ijsvogel en reiger.

Ik ben trouwens wel heel erg benieuwd naar de Nieuwe Vogelatlas van Nederland en wat die ons vertelt over de cetti's zanger want de tellingen voor deze soort werden in de jaren 2012 tot 2015 gedaan. Als de atlas in 2018 uitkomt ziet de wereld er weer heel anders uit en kan het zomaar zijn dat de atlas op enkele fronten alweer helemaal achterhaald is. Kijk alleen maar eens naar de nog veel grotere opmars van de nijlgans!

Wil je meer weten van de deze van oorsprong luidruchtige zuid Europeaan, klik dan op de link;
 https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=31

vrijdag 8 september 2017

De gedekte tafel.

slechts een klein groepje vogels
Deze week waren de boeren in de Oranjepolder flink aan het werk, maaien, oogsten, mest uitrijden, ploegen en eggen. Er werd ook alweer gezaaid, in de eerste vijf akkers, vlak tegen de woonwijk aan, wordt gras en klaver gezaaid. Dat klaver nu gezaaid wordt, moet in verband met de trage kieming van de klaver en moet voor 15 september gebeuren. Klaver zorgt voor een hoge stikstofbinding wat weer ten goede komt aan het gras. Klaver als natuurlijke bemester met een groot bijkomend voordeel, want de boeren hoeven minder stront uit te rijden. Maar dit alles geheel terzijde!
Door al dat gewroet in de aarde, worden veel insecten zoals wormen, emelten en engerlingen naar de oppervlakte gebracht en je raadt het al, daar komen een paar duizend vogels maar al te graag op af. Wat is er makkelijker dan eten van een rijk gedekte tafel met voedsel voor iedereen. Het is ook het moment in het jaar dat zo'n beetje alle poldervogels in de akkers samenkomen, kokmeeuwen, stormmeeuwen, kauwen, zwarte kraaien, roeken, houtduiven, spreeuwen en blauwe reigers. Voor ieder wat wils.

Je ziet niet vaak dat roeken, kauwen en zwarte kraaien samen gebroederlijk foerageren. Roeken trekken meestal hun eigen plan terwijl kauwen en kraaien elkaar na het broedseizoen vaak opzoeken. Dat samen optrekken doen roeken juist voor het broedseizoen en broeden samen in kolonies. De aantallen in de velden zijn nu groot en als alles opvliegt, ziet de lucht er bij wijze van spreken zwart van de vogels.

een frietje met, graag.
Het voedselpatroon van de kraaiachtigen verschilt nogal, zo eten kraaien liever gewervelde dieren en roeken juist ongewervelde dieren terwijl kauwen weer alleseters zijn, die zelfs een patatje niet graag aan zich voorbij laten gaan. Maar in deze tijd scharrelen ze, gebroederlijk naast elkaar, in de voedselrijke akkers. En zelfs tot laat in de avond blijven ze bij elkaar en zwermen ze de schemer tegemoet om gezamenlijk een slaapplaats te zoeken. Ik zie ze dan in grote groepen de A27 oversteken om ergens in de gecombineerde Willemspolder een paar hoge slaapbomen op te zoeken.

's-Morgens zijn ze weer present en wachten geduldig op de colonne tractoren die de ontbijttafel komen dekken. De meeuwen, reigers en spreeuwen sluiten dan ook weer aan en zit de polder op bepaalde plekken weer vol met vogels. Misschien niet de meest spectaculaire soorten en misschien een beetje saai voor de vogelaar maar het is wel een mooi gezicht als deze grote groepen de lucht ingaan en een rondje vliegen, ik kan dan vol van verbazing genieten van het spektakel, wat een aantallen en wat een voedsel moet er toch in de grond zitten!

dinsdag 5 september 2017

Kijk uit, naar de tapuit.

Een vogel die niet in de Oranjepolder en Willemspolder broedt en hier ook weinig te zoeken heeft, is de tapuit. En toch kun je daar nu tapuiten bewonderen en wel meer dan een ook. Ik werd gisteren in de boswachterij Dorst al attent gemaakt op de aanwezigheid van tapuiten. In het bos van Surae zag ik twee tapuiten op een paaltje zitten. Gebroederlijk naast elkaar staand speurden ze hun omgeving af.

En vandaag dus drie tapuiten verspreid door de Gecombineerde Willemspolder. Een mannetje en twee vrouwtjes, de een op een stuk prikkeldraad en twee op de grond.

De tapuit is echt een vogel van de kuststreek en broedt daar in verlaten konijnenholen. In het binnenland broedt de tapuit alleen op de Veluwe en in Drenthe en op nog wat verdwaalde plekjes op de zandgronden in het oosten van het land. Het aantal tapuiten neemt vrij snel af en je moet weten dat er in Nederland nog maar goed tweehonderd broedparen over zijn.

Het zijn hier in de polder dus duidelijk rustende doortrekkers, vliegje hier, vliegje daar, buikje vol en weer doorrrrrr. Dat vliegen doen ze trouwens 's-nachts en ze gebruiken de dag om te foerageren en te rusten. Dat je nu tapuiten in de polder kunt tegenkomen, heeft on- tegenzeggelijk met de vogeltrek te maken. De trek start voor tapuiten eind augustus en loopt nog wel een week of zes door. De meeste tapuiten die nu bij ons te zien zijn, komen uit Scandinavië en zijn onderweg naar tropisch Afrika.

tapuit mannetje
Soms ben ik wel een beetje jaloers op die vogels die nu naar Afrika gaan. Dat wil ik ook wel. Ik zie het al helemaal voor me, verrekijker om de nek, zonnetje op de kruin en maar vogelspotten, hele dagen lang. Want in zowel west als oost Afrika barst het tijdens onze wintermaanden van de vogels. En in aantallen, dat gaat je verstand soms te boven.

Wil je meer weten van deze holenbroeder, klik dan op de link;
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/?vogel=221

zondag 3 september 2017

Vogel van de week

De vogel van de afgelopen week in deze keer de Gecombineerde Willemspolder is de tapuit. Ik kom in mijn eerstvolgende blog nog uitgebreid op de waarneming van tapuiten in onze polder terug. Je moet het maar net treffen om ze tegen te komen want de tapuit is hier op doortrek. Even rusten en wat foerageren en dan weer verder reizen. Ze zullen hier echt geen dagen blijven hangen, daar is de tijd te kostbaar voor.
Deze mannetjes tapuit was ook op doortrek, allen koos hij ervoor om via de 2e Maasvlakte zijn weg te kiezen.

vrijdag 1 september 2017

Start seizoen watervogeltellingen.

meerkoet met twee jongen
Vandaag begint september en dat is ook de maand waarin de watervogeltellingen in de Oranjepolder weer beginnen. Deze eerste maand van acht maandelijkse watervogel tellingen, is altijd de lastigste. Het gebladerte is nog zo dik dat je op diverse plaatsen geen zicht hebt op het water. Ik zie ook steeds aan de telresultaten van voorgaande jaren dat dit de minste maand is. En dat terwijl er volgens mij juist nu de meeste watervogels zitten. Zo zag ik eergisteren nog een meerkoet met jongen. Het waren, met hun rode voorhoofdjes, nog hele jonge kleine beestjes en het is maar de vraag of die kleintjes de komende winter gaan over-leven als ze al niet eerder door een of andere rover gepakt zijn.
waterhoentjes in de polder

Meerkoeten zijn over het algemeen niet erg schuw en laten zich goed zien maar waterhoentjes dat is een ander verhaal. Zodra ik in het zicht kom, zie ik de waterhoentjes de begroeide slootkanten opzoeken en voor dat je het weet, zie je ze niet meer en is je telling ook niet optimaal meer. In januari zorgde vorst ervoor dat de waterhoentjes plotseling uit beeld waren, ik was toen vaak in de polder maar zag de waterhoentjes pas weer terugkomen toen de vorst verdwenen was en herstelde het aantal zich vrijwel direct.

Ook het aantal soorten is in september in de polder het laagst. Ik tel elk jaar ongeveer zestien verschillende soorten watervogels en in de beste wintermaand zijn dat er makkelijk vierentwintig. Dat komt natuurlijk ook wel door trekvogels die pas laat hier aankomen maar het betere zicht op het water draagt daar zeker toe bij.
De wandelroute door de polder is veertien kilometer lang en de telling duurt een uur of drie. Ik loop langs alle watertjes en grote plassen en heb zo een goed beeld van alles wat er zit. Naast watervogels doen ook aalscholvers, meeuwen, ijsvogels en reigers mee in de telling en dat is ook wel logisch want zij zijn in grote mate afhankelijk van het water en zijn daar altijd in de buurt te vinden.

Meeuwen laten de grootste schommelingen in aantallen zien en dat is enigszins te verklaren. De waterzuiveringsinstallatie aan de Hillenweg draait niet vol continue en op momenten dat de waterzuivering werkt, trekt dat honderden meeuwen aan. Zilver-, kok-, mantel- en stormmeeuwen zijn dan volop aanwezig. Het gaat dan per maand van nul meeuwen tot wel driehonderd meeuwen.

Wil je meer weten van vogelinventarisaties en eventueel vacante telgebieden, klik dan op de link;
https://www.sovon.nl/nl/vogelstellen