woensdag 12 augustus 2015

Gierend de polder uit

Het broedseizoen van onze ultieme zomervogel zit er op, dus wordt het tijd om te vertrekken naar de overwintergebieden in Afrika. Ik heb het dan over de gierzwaluw. We hebben er tijdens onze wandelingen in de Oranjepolder nog nooit zoveel gezien als in deze zomer. Waar we in voorgaande jaren altijd groepjes van 6 tot 8 "gieren" zagen jagen, zagen we er deze zomer steeds 17 of 22 of meer stuks overkomen. Het is een heerlijk zomers geluid als ze, al schreeuwend elkaar najagend, laag over de velden scheren. Zo wendbaar, ware acrobaten zijn het.

Insecten hebben gewoonweg geen kans, ze worden op topsnelheid gepakt en voor dat zo'n vlieg, wesp of mug ook maar beseft wat hem overkomen is, zit hij al ergens in het darmkanaal van zo'n vogel. En dan te bedenken dat boomvalken ook zwaluwen op het menu hebben, maar ik kan me niet voorstellen dat dat dan "gieren" zijn, die zijn gewoonweg te snel, te wendbaar.

Gierzwaluw
Een andere ultieme zomervogel vind ik de koekoek, die ook maar drie tot vier maanden in ons land is en ook nu alweer naar Afrika trekt, maar helaas zien of horen we die maar sporadisch in de Oranjepolder. Dit jaar hebben we er maar twee keer een gehoord en dat is jammer. Want wat is er nu Hollandser dan een polder op een mooie zomerdag met een roepende koekoek?

Eigenlijk zijn de gierzwaluw en koekoek meer Afrikaanse vogels dan Hollandse vogels als je bedenkt dat ze een maand of acht in Afrika verblijven en maar een maand of vier per jaar in ons kikkerlandje. Maar ze broeden wel bij ons en dat is natuurlijk het mooiste en meest waardevolle moment van een vogelleven en daarom zijn ze toch van ons.

Geen opmerkingen: